Terug
Gepubliceerd op 08/02/2023

Notulen  Gemeenteraad

ma 05/12/2022 - 19:30 Raadzaal
Aanwezig: Ann-Sophie Himpe, Voorzitter
Emmily Talpe, Burgemeester
Philip Bolle, Patrick Benoot, Ives Goudeseune, Valentijn Despeghel, Diego Desmadryl, Dimitry Soenen, Eva Ryde, Schepenen
Thijs Descamps, Sarah Bouton, Gaetan Dumoulin, Evelyn Bouchaert, Andy Verkruysse, Jan Delie, Katrien Desomer, Jo Baert, Peter De Groote, Stephaan De Roo, Miet Durnez, Jan Laurens, Stefaan Williams, Hans Feys, Miguel Gheysens, Peter Dehaerne, Jordy Sabels, Sam Vancayseele, Nancy Six, Saskia Dehollander, Raadsleden
Stefan Depraetere, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Isabelle Duquesne, Edouard Wallays, Raadsleden
  • Goedkeuring notulen vorige zitting

    • Goedkeuring notulen van 7 november 2022.

      Juridische grond en bevoegdheden

      Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

      Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

      Feiten, context en argumentatie

      De notulen van de vergadering van 7 november 2022 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden.  Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.

      Beschikkend gedeelte

      Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 19 ja stemmen en 6 onthoudingen (de raadsleden  Desomer, Williams, De Groote, Gheysens, Feys en Dehaerne) tegen 4 niet gestemd (de raadsleden De Roo, Laurens, Durnez en Baert) de notulen van de zitting van 7 november 2022 als goedgekeurd te beschouwen.

  • Openbaar

    • Veiligheid

      • Tijdelijke verhindering van een raadslid.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en 12 tot 14 in verband met tijdelijke verhindering van een raadslid.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Raadslid Gaetan Dumoulin laat weten met mail van 5 december 2022 dat hij op 2 december 2022 een dringende medische ingreep heeft ondergaan. Hierdoor is hij verhinderd om aanwezig te zijn in de gemeenteraden van december 2022 en februari 2023.  Conform artikel 12 van het decreet lokaal bestuur kiest hij er voor om zich te laten vervangen gedurende deze periode.  Vanaf de gemeenteraad van 6 maart 2023 zou hij opnieuw aanwezig zijn.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen neemt de raad akte van de tijdelijke afwezigheid als gemeenteraadslid wegens medische redenen van de heer Gaetan Dumoulin.

      • Tijdelijke vervanging van een raadslid. Onderzoek geloofsbrieven van de vervanger. Eedaflegging.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en de artikelen 12 - 14 in verband met tijdelijke verhindering en vervanging van een raadslid.

        Het lokaal en provinciaal kiesdecreet van 8 juli 2011, artikelen 8 en 58

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De heer Gaetan Dumuolin, gemeenteraadslid, is om medische redenen verhinderd om aanwezig te zijn bij de gemeenteraden van december 2022 en februari 2023.  Ingevolge artikel 12 van het decreet lokaal bestuur kan voorzien worden in de tijdelijke vervanging van raadslid Dumoulin.  De raad heeft hiervan in zitting van 5 december 2022 akte genomen.

        Er moet normaal worden overgegaan tot het onderzoek van de geloofsbrieven van de tijdelijke vervanger.

        De eerste in aanmerking komende opvolger van de lijst nr 7 Open Ieper  bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 is de mevrouw joke Michiel. Gezien zij niet meer in Ieper woonachtig is, kan zij niet als vervanger aangesteld worden.

        De tweede in aanmerking komende opvolger van de lijst nr 7 Open Ieper bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 is de de heer Danny Metsu.

        De heer Metsu is geboren te Ieper op 15 december 1968, wonende te 8900 Ieper, Diksmuidseweg 110 is noch door veroordeling, noch door ambtsuitoefening, noch door verwantschap onverkiesbaar volgens art. 58 van het lokaal en provinciaal kiesdecreet. Hij is momenteel actief lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst. In die zin voldoet hij aan alle voorwaarden en hoeft er geen bijkomend onderzoek te gebeuren van de geloofsbrieven van betrokkene door de gemeenteraad, zoals voorgeschreven in artikel  6§3 van het decreet lokaal bestuur blijkt dat hij voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Daarbij heeft hij verklaard zich niet in een situatie van onverenigbaarheid te bevinden.

        Beschikkend gedeelte

        De heer Danny Metsu wordt in de raadzaal binnengeleid en legt in handen van de voorzitter de eed af waarvan akte als volgt :

        Op 5 december tweeduizend en tweeëntwintig om negentien uur dertig is voor mij Ann-Sophie Himpe, Voorzitter van de gemeenteraad van de stad Ieper, provincie West-Vlaanderen verschenen in openbare raadszitting de heer Danny Metsu, vervangend raadslid verklaard bij beslissing van het hoofdstembureau van Ieper van 14 oktober 2018 en geldig verklaard door de raad voor verkiezingsbetwistingen voor de provincie West-Vlaanderen op 5 december 2018, wiens geloofsbrieven bij besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 januari 2019 onderzocht werden, als gemeenteraadslid ter vervanging van de heer Gaetan Dumoulin die om medische reden tijdelijk verhinderd is. 
        De heer Metsu heeft in uitvoering van artikel 6 § 3 van het decreet algemeen bestuur de volgende eed afgelegd in handen van de voorzitter

         “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”.

        De voorzitter verklaart de heer Metsu regelmatig aangesteld als tijdelijk vervangend lid van de gemeenteraad.

    • Cultuur

      • Projectvereniging CO7. Jaarrekening 2021 en werkingsverslag 2021.

        Voorgeschiedenis

        De intergemeentelijke culturele samenwerking tussen zeven Westhoekgemeenten uit het arrondissement Ieper vond zijn oorsprong in het najaar van 2002, toen onder impuls van Ieper en Poperinge en met de steun van de Provincie West-Vlaanderen de eerste voorzichtige stappen gezet werden. De Gemeenteraad besliste in de zitting van 8 november 2004 tot de principiële goedkeuring van de oprichting van een projectvereniging voor intergemeentelijke culturele samenwerking. De definitieve goedkeuring van de statuten van de projectvereniging CO7 volgde in de zitting van de Gemeenteraad van 5 september 2005.

        De officiële oprichting van de projectvereniging CO7 geschiedde door het ondertekenen van de oprichtingsakte door de burgemeesters en secretarissen van de zeven gemeenten op 8 november 2005 te Poperinge. De projectvereniging werd oorspronkelijke opgericht voor de periode 1 november 2005 tot 31 december 2007; in 2007 werd de verlenging van de projectvereniging tot 2013 door de zeven gemeenten goedgekeurd.

        De Gemeenteraad dd. 2 september 2013 besloot akkoord te gaan met de verlenging van de projectvereniging CO7 vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 en goedkeuring te verlenen aan de financiering van de projectvereniging CO7 door de deelnemende gemeenten via een niet-geïndexeerde bijdrage van 1,65 euro per inwoner voor de periode 2014-2019, en hiertoe de nodige kredieten in te schrijven in de gemeentelijke begrotingen 2014-2019.

        Op 29 januari 2014 werd de Akte van Verlenging voor de periode 1 januari 2014 tot 31 december 2019 ondertekend door de burgemeesters en secretarissen van de CO7-regio.

        Op 7 december 2015 verleende de Gemeenteraad goedkeuring aan het onroerend erfgoedbeleidsplan van CO7 ‘Van Intergemeentelijke Archeologische Dienst (IAD) naar Intergemeentelijke Onroerenderfgoeddienst (IOED) in de zuidelijke Westhoek’.

        Op 5 december 2016 verleende de Gemeenteraad goedkeuring aan de statutenwijziging van de projectvereniging CO7 naar aanleiding van de erkenning als onroerend erfgoeddienst. 

        Op 2 december 2019 ging de raad akkoord met de deelname aan het intergemeentelijke samenwerkingsverband CO7 voor de periode 2020-2025 en de statuten goed te keuren.

        Feiten, context en argumentatie

        Zoals bepaald in de statuten van het intergemeentelijke samenwerkingsverband CO7 legt de projectvereniging jaarlijks het werkingsverslag, samen met de jaarrekening en het verslag van de accountant, ter aktename voor aan de zeven gemeenteraden.

        Deze documenten voor het jaar 2021 werden goedgekeurd door de raad van bestuur van CO7 in zitting van 24 maart 2022 en aan de stad Ieper bezorgd op 10 november 2022.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad akte te nemen van de jaarrekening 2021 en het werkingsverslag 2021 van de projectvereniging CO7.

    • Patrimonium

      • Akte wederinkoop lot 145 De Vloei - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Op 13 juli 2020 kocht de heer Justin Derycke het lot nummer 145 in de wijk 'De Vloei'. De heer Derycke wenst deze kavel opnieuw terug te verkopen aan de stad. Dit kan en is zo voorzien in de verkoopsvoorwaarden. 

        Het betreft een perceel bouwgrond (kavel nr. 145), kadastraal gekend als Ieper, tweede afdeling, sectie B, perceelnummer 587H4 P0000 met een oppervlakte van 261m² en 1/25ste onverdeeld in een perceel bestemd als deeltuin gekend als binnengebied VIII, kadastraal gekend als Ieper, tweede afdeling, sectie B, perceelnummer 587E P0000. 

        De stad koopt deze grond terug in aan de aankoopprijs, dit voor een bedrag van drieënveertig duizend vijfenzestig EURO (€ 43.065,00).

        De akte zal verleden worden door een door de verkoper gekozen notaris zijnde het kantoor Vandenameele en Planckaert.

        Aan de gemeenteraad wordt gevraagd deze aankoop om reden van algemeen nut goed te keuren.

        De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van zijn ambtshalve inschrijving.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 28 ja stemmen en 1 niet gestemd (raadslid De Groote) :

        Artikel 1: om akkoord te gaan met de wederinkoop om reden van algemeen nut van een perceel bouwgrond (kavel nr. 145 De Vloei), kadastraal gekend als Ieper, tweede afdeling, sectie B, perceelnummer 587H4 P0000 met een oppervlakte van 261m² en 1/25ste onverdeeld in een perceel bestemd als deeltuin gekend als binnengebied VIII, kadastraal gekend als Ieper, tweede afdeling, sectie B, perceelnummer 587E P0000 jegens de heer Justin Derycke tegen aankoopprijs, dit voor een bedrag van drieënveertig duizend vijfenzestig EURO (€ 43.065,00).

        Artikel 2: de ontwerpakte hiertoe opgemaakt goed te keuren.

        Artikel 3: de akte te laten verlijden door een door de verkoper gekozen notariaat zijnde het kantoor Vandenameele en Planckaert

        Artikel 4: het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing.

        Artikel 5: de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen om de stukken met betrekking tot deze aankoop te ondertekenen.

        Artikel 6: de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen.

      • Concessie exploitatie stadscamping Ieper en camperterrein Zillebeke - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze - 2022/C02/TOER

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        Deze opdracht is niet onderworpen aan de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en latere wijzigingen. 

        De procedure verloopt in één fase, dat wil zeggen dat de kwalitatieve selectie en de toetsing van de offertes aan de gunningscriteria in één keer gebeuren. 

        Gezien de totale waarde van deze opdracht, 5.290.000 EUR, zich beneden de bij Koninklijk Besluit bepaalde drempel bevindt, is ook de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten slechts uiterst beperkt en voor zover deze wet het bepaalt, van toepassing. 

        Op de concessieovereenkomst die zal worden afgesloten, is de handelshuurwetgeving niet van toepassing. 

        Feiten, context en argumentatie

        In het kader van de opdracht “Concessie exploitatie stadscamping Ieper en camperterrein Zillebeke” werd een bestek met nr. 2022/C02/TOER opgesteld.

        De omzet wordt geraamd op 230.000 EUR/jaar.

        De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 15 jaar, te rekenen vanaf 01.01.2024. Op verzoek van de concessiehouder kan de concessie evenwel eenmalig worden verlengd voor een periode van 8 jaar.

        Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van een procedure met voorafgaande bekendmaking en mogelijkheid tot onderhandelen, op voorwaarde dat de algemene vergadering van JOC VZW akkoord gaat om de uitbating van de camping af te staan aan de stad en daartoe de samenwerkingsovereenkomst aan te passen.

        Financiële gevolgen

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met met 15 ja stemmen tegen 14 neen stemmen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six, Dehollander, Sabels en Vancayseele) :

        Artikel 1: Het bestek met nr. 2022/C02/TOER en de raming voor de opdracht “Concessie exploitatie stadscamping Ieper en camperterrein Zillebeke” worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De omzet wordt geraamd op 230.000 EUR/jaar (x 23 jaar = 5.290.000 EUR).

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van een publieke marktbevragingsprocedure, een procedure met voorafgaande bekendmaking en mogelijkheid tot onderhandelen, op voorwaarde dat de algemene vergadering van JOC VZW akkoord gaat om de uitbating van de camping af te staan aan de stad en daartoe de samenwerkingsovereenkomst aan te passen.

        Artikel 3: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.

        Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

      • Recht van opstal voor het oprichten van een elektriciteitscabine Eiland: goedkeuring.

        Voorgeschiedenis

        In zitting van 08.11.2021 besloot de gemeenteraad een opstalrecht te verlenen aan de eigenaar van het onroerend goed gekend bij kadaster Ieper, 1e afdeling, sectie I, nr. 0632V op het bij het opmetingsplan van 15.10.2021 uitgemeten volume van 1,5 m² op de oever van de Kasteelbeek, zijnde openbaar domein, voor het oprichten van twee stoepkasten voor elektriciteits- en gastellers.

        In zitting van 14.11.2022 besloot het college van burgemeester en schepenen het volgende:

        - Principieel in te stemmen met het verlenen van een recht van opstal aan de eigenaar van het onroerend goed gekend bij kadaster Ieper, 1e afdeling, sectie I, nr. 0632V met het oog op het optrekken van een elektriciteitscabine op volgend volume: 2,5 m (hoogte) x 3 m (lengte) x 2,7 m (diepte) op het openbaar domein vlakbij Eiland 2 Ieper, met name links van en strak tegen het sluiscomplex zoals aangeduid op het inplantingsplan van architect Laurens De Jonghe.

        - Alle kosten verbonden aan het opstalrecht, waaronder metings- en aktekosten ten laste te leggen van de opstalhouder.

        - De duur van het opstalrecht te bepalen op 50 jaar vanaf 01.01.2023 en een jaarlijkse canon voorop te stellen van 250,00 EUR (indexgekoppeld).

        - Principieel in te stemmen met het verlenen van een erfdienstbaarheid voor het aanleggen van ondergrondse gas- en elektriciteitsleidingen.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Burgerlijk Wetboek boek III "Goederen", titel 8 "Opstalrecht".

        Feiten, context en argumentatie

        De eigenaar van restaurant Pacific Eiland, eiland 2, Ieper, wenst in de keuken over te schakelen op inductie en heeft hiervoor meer stroom en dus gevoelig meer vermogen nodig. Hiervoor is een bijkomende private elektriciteitscabine noodzakelijk. 

        Het is wenselijk deze te clusteren met bestaande bebouwing en verder van de brug te plaatsen op openbaar domein. Concreet zou de cabine links van en zo strak mogelijk tegen de installaties van het sluisdomein ingeplant worden en er één geheel mee vormen. Ze wordt in groene kleur afgewerkt. Bedoeling is dat ze zo weinig mogelijk opvalt in de omgeving.

        Tijdens een plaatsbezoek werd deze locatie afgestemd met vertegenwoordigers van de dienst omgeving en de dienst patrimonium en met het Agentschap Onroerend Erfgoed.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: In te stemmen met het verlenen van een recht van opstal aan de eigenaar van het onroerend goed gekend bij kadaster Ieper, 1e afdeling, sectie I, nr. 0632V met het oog op het optrekken van een elektriciteitscabine op volgend volume: 2,5 m (hoogte) x 3 m (lengte) x 2,7 m (diepte) op het openbaar domein vlakbij Eiland 2 Ieper, met name links van en strak tegen het sluiscomplex zoals aangeduid op het inplantingsplan van architect Laurens De Jonghe.

        Artikel 2: Alle kosten verbonden aan het opstalrecht, waaronder metings- en aktekosten ten laste te leggen van de opstalhouder.

        Artikel 3: De duur van het opstalrecht te bepalen op 50 jaar vanaf 01.01.2023 en een jaarlijkse canon voorop te stellen van 250,00 EUR (indexgekoppeld).

        Artikel 4: In te stemmen met het verlenen van een erfdienstbaarheid voor het aanleggen van ondergrondse gas- en elektriciteitsleidingen.

        Artikel 5: Een notaris aan te stellen conform de beurtrol om het dossier samen te stellen en de akte te verlijden.

        Artikel 6: De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie in deze uitdrukkelijk te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen.

        Artikel 7: Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing. 

        Artikel 8: De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen om de akte en alle medegaande stukken te ondertekenen.

    • Openbaar domein en gebouwen

      • Wegenis en rioleringswerken langs de N375 Dikkebusseweg, gedeelte tussen het station en de Frezenbergstraat : goedkeuring samenwerkingsovereenkomst voor de plaatsing van aan de bebouwde omgeving aangepaste verlichting van een gewestweg, geplaatst door de gemeente - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het decreet van 12 juni 2019 betreffende basisbereikbaarheid

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking inzake het mobiliteitsbeleid

        Het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, in het bijzonder artikel 18bis tot en met 18sexies waarbij de wegbeheerder ertoe
        gehouden is de doorstroming van het geregeld vervoer te garanderen en de gemeente verplicht is om voorafgaand advies aan De Lijn te vragen over bepaalde ontwerpen van
        gemeentelijke reglementen die een permanente invloed kunnen hebben op de exploitatie van De Lijn

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2002 betreffende de Basismobiliteit in het Vlaamse Gewest, in het bijzonder artikel 17 en 18 in verband met wegwerkzaamheden, manifestaties en herinrichting van wegen

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM, in het bijzonder artikel 13 over het onderhoud van de openbare weg
        waarin sporen liggen, artikel 17 tot en met 19 over de doorstroming en artikel 20 tot en met 27 over de inplanting van haltes, al dan niet uitgerust met een schuilhuisje

        Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

        Feiten, context en argumentatie

        De gemeenteraad heeft in zitting van 7 februari 2022 het bestek met nr. WWV/INV/ N375/2 en de raming voor de opdracht “Aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en nieuw wegprofiel in synergie met de vernieuwing van de waterleiding in de Dikkebusseweg, gedeelte tussen het station en de Frezenbergstraat”, opgesteld door de ontwerper, Studiebureau Lobelle bvba, Gistelsteenweg 112 te 8490 Varsenare-Jabbeke goedgekeurd. Het Agentschap Wegen en Verkeer West-Vlaanderen werd gemandateerd om de procedure te voeren en in naam van Stad Ieper bij de gunning en de uitvoering van de opdracht op te treden.  

        In zitting van 30 mei 2022 heeft de gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdrachten van diensten X30/N375/06 tussen het Vlaams Gewest, de nv Aquafin en de stad Ieper goedgekeurd.

        Voor de vernieuwing van de openbare verlichting langs deze doortocht, het wegvak van de gewestweg N375 dat in de bebouwde kom ligt, tussen kilometerpunt 0,000 en 1,400 wordt voorgesteld de samenwerkingsovereenkomst VIII af te sluiten in uitvoering van het Decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid van de Vlaamse Overheid.

        Met deze samenwerkingsovereenkomst verbinden de partijen, het gewest en de lokale overheid, zich ertoe om een aan de bebouwde omgeving aangepaste verlichting aan te brengen of te vernieuwen in doortochten van gewestwegen en in overgangsgebieden in bebouwde omgeving, met als doel de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren.

        Deze samenwerkingsovereenkomst is van toepassing op:

        - doortochten met inbegrip van hun aanpalende overgangsgebieden en poorten, inclusief in het project aanwezige rotondes en kruispunten;
        - wegvakken in een bebouwde omgeving die niet als bebouwde kom zijn afgebakend, maar waarop een aangepaste verlichting vereist is, inclusief rotondes en kruispunten.

        De lokale overheid zorgt voor eigen rekening voor studie, efficiënte plaatsing, beheer en onderhoud van de verlichting en betaalt het elektriciteitsverbruik. De verlichtingsinstallatie moet voldoen aan de voorschriften van het typebestek van de Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector in België.  
        Het gewest betaalt een eenmalige forfaitaire bijdrage van 75.000,00 euro per km gewestweg die verlicht wordt.  De terugbetaling bedraagt 109.875,00 euro en dient als eenmalige en totale tegemoetkoming aan de gemeente voor de kosten die verbonden zijn aan de plaatsing, het beheer, het elektriciteitsverbruik, het onderhoud en de eventuele vernieuwing van de verlichting.

        Bij de berekening wordt rekening gehouden met een eventuele rotonde, de lengte van elke eventuele vrije bus- of trambaan die niet samen met de rijbaan verlicht kan worden, plaatsen waar twee rijbanen door een berm gescheiden zijn.  De terugbetaling gebeurt na de voorlopige oplevering van de uitvoering.

        De kosten van de levering en plaatsing door de netbeheerder worden geraamd op een bedrag van ongeveer 87.500,00 EUR, btw inclusief.  Na afloop zal de werkelijke kost verrekend worden in het kader van de overeenkomst 'Licht als dienst'. 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: De samenwerkingsovereenkomst VIII voor de plaatsing van aan de bebouwde omgeving aangepaste verlichting van een gewestweg, geplaatst door de gemeente in het kader van de herinrichting van de N375 Dikkebusseweg tussen het station en de Frezenbergstraat met het Vlaams Gewest goed te keuren en te ondertekenen.

        Artikel 2: De kosten van de installatie van de openbare verlichting, voorlopig geraamd op 87.500,00 EUR, btw inclusief, zullen na afloop en aan de werkelijke kost verrekend worden in het kader van de overeenkomst 'Licht als dienst'.

        Artikel 3 : De terugbetaling van 109.875,00 euro te vorderen aan het Vlaamse Gewest na de voorlopige oplevering.

         

    • Kerkfabrieken

      • Kerkfabrieken - meerjarenplanwijzigingen 2022

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2, 41 en 43.

        De omzendbrief BB 2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.

        Feiten, context en argumentatie

        De kerkfabrieken stellen een meerjarenplan op voor hun financieel beheer gedurende een periode van zes jaar (2020-2025). Soms dient dit meerjarenplan aangepast te worden.

        De meerjarenplannen 2020-2025 van de diverse Ieperse kerkfabrieken werden goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 2 december 2019 en wijzigingen werden goedgekeurd in de gemeenteraad van 9 november 2020, 5 juli 2021 en 8 november 2021.

        Het Centraal kerkbestuur heeft via de toepassing Religiopoint op 15/11/2022 meerjarenplanwijzigingen 2022 van de volgende kerkfabrieken digitaal ingediend bij de gemeente, het representatief orgaan en ABB:

        -     Kerkfabriek St. Jacob

        -     Kerkfabriek O.l.v. Middelares

        -     Kerkfabriek St. Michiel Boezinge

        -     Kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Brielen

        -     Kerkfabriek St. Vedastus Vlamertinge

        -     Kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Voormezele

        Het Centraal kerkbestuur heeft via de toepassing Religiopoint op 24/11/2022 meerjarenplanwijzigingen 2022 van de volgende kerkfabrieken digitaal ingediend bij de gemeente, het representatief orgaan en ABB:

        -     Kerkfabriek St. Maarten - St. Niklaas

        Het erkend representatief orgaan heeft digitaal gunstig advies uitgebracht, door de gemeente ontvangen in de applicatie Religiopoint op 21/11/2022 en 24/11/2022, betreffende de bovenstaande wijzigingen van de meerjarenplannen 2020-2025 van deze kerkfabrieken.

        De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de goedkeuring van het meerjarenplan binnen een termijn van honderd dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 15 ja stemmen en 14 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six, Dehollander, Sabels en Vancayseele) :

        Artikel 1 :   De meerjarenplanwijziging 2022 van de kerkfabriek St. Jacob goed te keuren.

        Artikel 2 :   De meerjarenplanwijziging 2022 van de kerkfabriek O.l.v. Middelares goed te keuren.

        Artikel 3 :   De meerjarenplanwijziging 2022 van de kerkfabriek St. Michiel Boezinge goed te keuren.

        Artikel 4 :   De meerjarenplanwijziging 2022 van de kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Brielen goed te keuren.

        Artikel 5 :   De meerjarenplanwijziging 2022 van de kerkfabriek St. Vedastus Vlamertinge goed te keuren.

        Artikel 6 :   De meerjarenplanwijziging 2022 van de kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Voormezele goed te keuren.

        Artikel 7 :   De meerjarenplanwijziging 2022 van de kerkfabriek St. Maarten - St. Niklaas goed te keuren.

        Artikel 8 :   Een afschrift van dit besluit via de applicatie Religiopoint digitaal te sturen aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en het erkend representatief orgaan.

      • Kerkfabrieken - budgetwijzigingen 2022

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2 en 47.

        De omzendbrief BB 2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.

        Feiten, context en argumentatie

        De kredieten van het budget zijn de grenzen van de uitgaven die het kerkbestuur kan doen. Soms moeten de ramingen van het budget aangepast worden indien interne kredietaanpassingen niet volstaan of niet mogelijk zijn.

        De gemeenteraad heeft in zitting van 8 november 2021 akte genomen van de budgetten 2022 van de diverse Ieperse kerkfabrieken en in zitting van 5 september 2022 werd door de gemeenteraad akte genomen van de budgetwijziging 2022 van de Protestantse kerk.

        De gemeente heeft van het Centraal kerkbestuur via de toepassing Regligiopoint op 22/11/2022 en 24/11/2022 de budgetwijzigingen 2022 van de volgende kerkfabrieken ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan:

        -     Kerkfabriek St. Maarten – St. Niklaas

        -     Kerkfabriek St. Jacob

        -     Kerkfabriek St. Michiel Boezinge

        -     Kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Brielen

        -     Kerkfabriek St. Vedastus Vlamertinge

        -     Kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Voormezele 

        De gemeentelijke bijdrage in de budgetwijzigingen blijft binnen de grenzen van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde/gewijzigde meerjarenplan. De gemeenteraad dient hiervan akte te nemen binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van de budgetwijziging bij de gemeenteoverheid.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 25 ja stemmen en 4 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander, Sabels en Vancayseele) :

        Artikel 1 :   Akte te nemen van de budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek St. Maarten – St. Niklaas. 

        Artikel 2 :   Akte te nemen van de budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek St. Jacob. 

        Artikel 3 :   Akte te nemen van de budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek St. Michiel Boezinge. 

        Artikel 4 :   Akte te nemen van de budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Brielen. 

        Artikel 5 :   Akte te nemen van de budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek St. Vedastus Vlamertinge. 

        Artikel 6 :   Akte te nemen van de budgetwijziging 2022 van de kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Voormezele. 

        Artikel 7 :   Een afschrift van dit besluit via de applicatie Religiopoint te sturen aan de provinciegouverneur, het Centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en het erkend representatief orgaan.

      • Kerkfabrieken - budgetten 2023

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 47.

        De omzendbrief BB 2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.

        Feiten, context en argumentatie

        De besturen van de eredienst stellen jaarlijks een budget op. De basis voor het budget is het goedgekeurde meerjarenplan. De budgetten van de rooms-katholieke kerkfabrieken moeten gecoördineerd ingediend worden door het Centraal kerkbestuur. De protestantse kerkfabriek, de anglicaanse kerkfabriek en de evangelische kerk De Hoeksteen dienen hun budgetten afzonderlijk in.

        De gemeente heeft van het Centraal kerkbestuur via de toepassing Religiopoint op 22/11/2022 en 24/11/2022 de budgetten 2023 van de volgende kerkfabrieken ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan:

        -     Kerkfabriek St. Maarten – St. Niklaas

        -     Kerkfabriek St. Jacob

        -     Kerkfabriek St. Pieter

        -     Kerkfabriek O.l.v. Middelares

        -     Kerkfabriek St. Michiel Boezinge

        -     Kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Brielen

        -     Kerkfabriek St. Jan de Doper Dikkebus

        -     Kerkfabriek St. Petrus en Paulus Elverdinge

        -     Kerkfabriek O.l.v. Geboorte Hollebeke

        -     Kerkfabriek St. Jan

        -     Kerkfabriek St. Vedastus Vlamertinge

        -     Kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Voormezele

        -     Kerkfabriek St. Catharina Zillebeke

        -     Kerkfabriek St. Leonardus Zuidschote

        De gemeente heeft van de Protestantse kerk, via de toepassing Religiopoint, op 20/11/2022 hun budget 2023 ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan.

        De gemeente heeft van de Anglicaanse kerk, via de toepassing Religiopoint, op 18/11/2022 hun budget 2023 ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan.

        De gemeente heeft van de Evangelische kerk De Hoeksteen, via de toepassing Religiopoint, op 18/11/2022 hun budget 2023 ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan.

        Krachtens artikel 48 van het decreet van 7 mei 2004 dient de gemeenteraad binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid akte te nemen van het budget indien de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan.

        De gemeentelijke tussenkomsten zijn binnen de grenzen van de bedragen opgenomen in de goedgekeurde meerjarenplannen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 15 ja stemmen en 14 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six, Dehollander, Sabels en Vancayseele) :

        Artikel 1:    akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Maarten – St. Niklaas.

        Artikel 2:    akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Jacob.

        Artikel 3:    akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Pieter.

        Artikel 4:    akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek O.l.v. Middelares.

        Artikel 5:    akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Michiel Boezinge.

        Artikel 6:    akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Brielen.

        Artikel 7:    akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Jan de Doper Dikkebus.

        Artikel 8:    akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Petrus en Paulus Elverdinge.

        Artikel 9:    akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek O.l.v. Geboorte Hollebeke.

        Artikel 10:  akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Jan.

        Artikel 11:  akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Vedastus Vlamertinge.

        Artikel 12:  akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Voormezele.

        Artikel 13:  akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Catharina Zillebeke.

        Artikel 14:  akte te nemen van het budget 2023 van de kerkfabriek St. Leonardus Zuidschote.

        Artikel 15:  akte te nemen van het budget 2023 van de Protestantse kerk.

        Artikel 16:  akte te nemen van het budget 2023 van de Anglicaanse kerk.

        Artikel 17:  akte te nemen van het budget 2023 van de Evangelische kerk De Hoeksteen.

        Artikel 18 :   een afschrift van dit besluit via de toepassing Religiopoint digitaal te sturen aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken en het erkend representatief orgaan.

    • Financiën

      • Beleidsplan/aanvraag werkingssubsidie Yper Museum/Merghelynck Museum 2024-2028. Goedkeuring.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikel artikels 231 tot en met 244, betreffende de autonome gemeente bedrijven.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Het Yper Museum/Merghelynck Museum is erkend door Vlaanderen als bovenlokaal museum. Het ontvangt hiervoor een jaarlijkse werkingssubsidie. De huidige beleidsperiode loopt van 2019 t.e.m. 2023.

        De aanvraag voor een werkingssubsidie voor de volgende beleidsperiode, m.n. 2024 - 2028, moet uiterlijk op 15/01/2023 ingediend worden. Voorafgaandelijk aan de indiening is een goedkeuring van het aanvraagdossier door de raad van bestuur van AGB Musea Ieper en de gemeenteraad vereist. 

        De basis van het aanvraagdossier wordt gevormd door volgende documenten:

        * het inhoudelijke beleidsplan met de missie, visie, doelstellingen en acties

        * de begroting met toelichting + personeelsgegevens + organogram

        * het collectieplan

        Deze documenten zijn het resultaat van een intensief traject van voorbereiding en opmaak dat startte in het najaar van 2021. Documenten in bijlage.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen het beleidsplan/aanvraagdossier van het Yper Museum/Merghelynck Museum voor het verkrijgen van een werkingssubsidie van Vlaanderen voor de periode 2024-2028 goed te keuren.

      • Beleidsplan/aanvraag werkingssubsidie In Flanders Fields Museum 2024-2028. Goedkeuring.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikel artikels 231 tot en met 244, betreffende de autonome gemeente bedrijven.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Het In Flanders Fields Museum is erkend door Vlaanderen als landelijk museum. Het ontvangt hiervoor een jaarlijkse werkingssubsidie. De huidige beleidsperiode loopt van 2019 t.e.m. 2023.

        De aanvraag voor een werkingssubsidie voor de volgende beleidsperiode, m.n. 2024 - 2028, moet uiterlijk op 15/01/2023 ingediend worden. Voorafgaandelijk aan de indiening is een goedkeuring van het aanvraagdossier door de Raad van Bestuur van AGB Musea Ieper en de gemeenteraad vereist. 

        De basis van het aanvraagdossier wordt gevormd door volgende documenten:

        * het inhoudelijke beleidsplan met de missie, visie, doelstellingen en acties

        * de begroting met toelichting + personeelsgegevens + organogram

        * het collectieplan

        Deze documenten zijn het resultaat van een intensief traject van voorbereiding en opmaak dat startte in het najaar van 2021. 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen het beleidsplan/aanvraagdossier van het In Flanders Fields Museum voor het verkrijgen van een werkingssubsidie van Vlaanderen voor de periode 2024-2028 goed te keuren.

      • Aanvraag werkingssubsidie en indeling als bovenlokale collectiebeherende organisatie in het kader van het Cultureel-erfgoeddecreet voor de periode 2024-2028.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het Cultureel-erfgoeddecreet van 24 februari 2017

        Feiten, context en argumentatie

        Stadsarchief Ieper wordt in het kader van het Cultureel-erfgoeddecreet van 24 februari 2017 gesubsidieerd als cultureel-archiefinstelling ingedeeld bij het regionale niveau.
        De Vlaamse Regering kende Stadsarchief Ieper in uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering van 28 september 2018 een jaarlijkse werkingssubsidie toe voor de beleidsperiode 2019-2023 voor de uitvoering van de functies op regionaal niveau. De werkingssubsidie bedraagt 40.000 euro per jaar (met gedeeltelijke indexeringen en besparingen komt dit in 2022 op 41.371 euro).

        Op 20 december 2021 vond een tussentijds evaluatiebezoek plaats door de Vlaamse Overheid.  

        Tegen 15 januari 2023 moet de aanvraag voor de periode 2024-2028 voor werkingssubsidie en indeling als bovenlokale collectiebeherende organisatie ingediend worden.

        Een gebundeld document bevat de volgende onderdelen: voortraject, voorstelling organisatie, SWOT-analyse, missie, visie, publieksbereik, samenwerking en netwerking. De volgende onderdelen van het beleidsplan worden als afzonderlijke bijlagen aangeleverd:

        • Collectieplan 
        • Strategische en operationele doelstellingen en actieplan 
        • Financiële en personele middelen 
        • Vragenlijst – indeling van een collectiebeherende organisatie 
        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen goedkeuring te verlenen aan de aanvraag werkingssubsidie en indeling als bovenlokale collectiebeherende organisatie in het kader van het Cultureel-erfgoeddecreet voor de periode 2024-2028 van Stadsarchief Ieper.

      • Belasting op de afgifte van administratieve stukken - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 5 september 2001 betreffende de vrijstelling van consulaire rechten op de afgifte van paspoorten aan minderjarigen.

        Het ministerieel besluit van 3 maart 2009 houdende beslissing om het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar veralgemeend in te voeren.

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.

        De Europese richtlijn 2006/126/EG legt de lidstaten de invoering van een rijbewijs bankkaartmodel op tegen 19 januari 2013.

        Feiten, context en argumentatie

        Voor tal van administratieve aangelegenheden komt de burger bij de stad terecht. Daarbij gaat het om een diverse dienstverlening waarbij er naargelang de soort aanvraag,  documenten, administratieve stukken of afschriften afgeleverd worden.  Het is opportuun hiervoor een minimale vergoeding te vragen die nu, waar nodig, geactualiseerd wordt gezien de stijgende kosten (oa. indexeringen).

        Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 10 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys en Dehaerne) tegen 2 neen stemmen (de raadsleden Six en Dehollander) :

        Artikel 1 :  Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de afgifte van administratieve stukken.

        Artikel 2 :  De belasting is verschuldigd door de persoon aan wie het stuk door het gemeentebestuur op aanvraag of ambtshalve wordt uitgereikt.

        Artikel 3 :  De belasting wordt vastgesteld als volgt:

        a)  Op de afgifte van een elektronisch identiteitsdocument aan personen vanaf 12 jaar :

        normale procedure :                                                                                              4,00 euro

        spoedprocedure met levering in de gemeente:                                                         5,00 euro

        spoedprocedure met levering in de kantoren van de FOD:                                         6,00 euro

        b)  Op de afgifte van een elektronisch identiteitsdocument aan personen met de Belgische nationaliteit van minder dan 12 jaar :

        normale procedure:                                                                                               1,00 euro

        spoedprocedure met levering in gemeente:                                                              5,00 euro

        spoedprocedure met levering in de kantoren van de FOD:                                         6,00 euro

        c)  Op de afgifte van verblijfsdocumenten aan vreemdelingen:

        -voor het attest van immatriculatie:                                                                         5,00 euro

        d) aanvraag duplicaat pin- en pukcode elektronische identiteitsdocumenten                 5,00 euro    

        e) Op de afgifte van identiteitsbewijzen met foto voor kinderen 

        onder de 12 jaar van vreemde nationaliteit :                                                            2,00 euro

        f) Op de afgifte van paspoorten (reispassen) :

        - voor de afgifte van een nieuw paspoort:                                                              15,00 euro

        - voor minderjarigen                                                                                              2,00 euro

        g) Op de afgifte van een rijbewijs 

        normale procedure                                                                                                 5,00 euro

        h) Op de afgifte van een trouwboekje :                                                                  15,00 euro

        i)  In voorkomend geval dienen de particulieren en privé-inrichtingen die om een administratief stuk verzoeken, alle verzendingskosten ervan te betalen, ook als de afgifte kosteloos is.

        j)   Op de afgifte van een bestek voor overheidsopdrachten die niet gegund worden ingevolge een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

        - voor het bestek, indien de werken volgens de raming
        minimum 25.000 euro (excl. btw) bedragen                                        25,00 euro

             De tarieven op afgifte van plankopieën en de verzendingskosten zijn ook van toepassing.

        k) Op de afgifte van een conformiteitsattest voor het verhuren van een zelfstandige woning of kamer :

        - per zelfstandige woning                                                                  50,00 euro

        - per kamer                                                                                     50,00 euro

          met een maximum van                                                               1.250,00 euro

        i) Op de afgifte van allerhande kopieën :

        - Kopieën voor private personen en andere instellingen of diensten van openbaar nut:

          kopie A4-formaat:           0,15 euro

          kopie A3-formaat:           0,30 euro

        - plankopieën:

        voor private personen en andere instellingen of diensten, vreemd aan de eigenlijke stadsdiensten:

         3,00 euro per strekkende meter zonder opzoekingswerk.

         3,75 euro per strekkende meter met opzoekingswerk.

        Artikel 4: De voormelde tarieven opgenomen in artikel 3 a) tot en met artikel 3 f), vastgesteld in de gemeenteraad van 2 december 2019 en hier hernomen, worden gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen overeen met de index van november 2019. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.

        Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van november 2019.  Het zo verkregen getal wordt afgerond tot 1 decimaal na de komma. Enkel wanneer het tweede decimaal uit de voormelde berekening gelijk is aan 5 of hoger wordt er naar boven afgerond.

        Artikel 5:    Zijn vrijgesteld van de belasting:

            a)    de stukken die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven;

            b)    de machtigingen met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties;

            c)    de stukken die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente krachtens een wet, decreet of verordening;

            d)    geldigheidsverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de N.M.B.S. en de openbare maatschappijen voor geregeld vervoer;

            e)    alle stukken die vereist zijn voor eenieder die verklaart dat voormelde stukken dienen te worden voorgelegd om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan examens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving;

            f)    de stukken afgegeven aan de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen alsook de instellingen van openbaar nut.

        Artikel 6:    Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten in consignatie worden gegeven bij de gemeenteontvanger of bij zijn afgevaardigde, indien het stuk niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden.

        Artikel 7:    De belasting en de eventuele verzendingskosten moeten bij de afgifte van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.  Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting ingekohierd.

        Artikel 8:   De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of per duurzame drager worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.

        De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden  vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 9:   De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 2 december 2019 betreffende de belasting op afgifte van administratieve stukken wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 10:   Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Gemeentebelasting op het parkeren van voertuigen - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikelen 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorvoertuigen in te voeren, gewijzigd door de wet van 7 februari 2003 art. 37.

        De verkeerswet van 20 juli 2005 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en de latere wijzigingen.

        Het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor personen met een handicap, en latere wijzigingen.

        Het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart.

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit

        Feiten, context en argumentatie

        Om een voldoende hoge rotatie te voorzien inzake de bezetting van de beschikbare parkeerplaatsen en een balans tussen de verschillende parkeerbehoeften van de verscheidene gebruikers te garanderen in de binnenstad, dient een gemeentebelasting op het parkeren van voertuigen te worden toegepast. 

        Om de aanwezige parkeermogelijkheden in het centrum zo optimaal mogelijk te gebruiken en de bereikbaarheid van de binnenstad te optimaliseren zowel voor bezoekers als bewoners, werden bij beslissing van 7 december 2020 een aantal aanpassingen doorgevoerd.

        Met huidige aanpassing wordt voorgesteld de te betalen parkeeruren aan te passen, meer bepaald ook deze over de middag te laten gelden als beperkte parkeertijd 'kortparkeren'.

        De leverancier van de persoonlijke elektronische parkeermeters (Piaf toestellen) ondersteunt het systeem niet meer. In het vorig reglement was reeds sprake van een uitdoofbeleid. Het artikel betreffende de persoonlijke elektronische parkeermeters kan nu bijgevolg geschrapt worden. 

        Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 15 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Sabels en Vancayseele) tegen 11 neen stemmen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne en Dehollander) :

        Artikel 1 : Met ingang van 1 januari 2023 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een contant te betalen belasting geheven op het parkeren van voertuigen.

        Parkeren in zones betalend kortparkeren  (betalend straatparkeren)

        Artikel 2 :  Op de plaatsen met parkeerautomaten, zoals bedoeld in artikel 27.3.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, is de parkeertijd beperkt en is een contante belasting “betalend parkeren” verschuldigd.

        Artikel 3 :  De beperkte parkeertijd 'kortparkeren' is dagelijks van toepassing van 9u tot 18u met uitzondering van zon- en wettelijke feestdagen en 11 juli.

        Artikel 4 :  De contante belasting “betalend kortparkeren” wordt vastgesteld op:

        § 1   kortparkeren voor maximum 3 uur (IEP 1)

                                  0 – 1 uur        1,00 euro / uur)

                                 +1u – 2uur      1,50 euro / uur

                                 +2u – 3uur      2,00 euro / uur

        § 2   2,00 euro / dag   (van 9u tot 18u) (IEP 2)

        De bewoners kunnen indien ze voldoen aan de bepalingen van het ministerieel besluit van 9 januari 2007 en in het bezit zijn gesteld van een digitale gemeentelijke parkeerkaart voor bewoners voor de eerste wagen, in afwijking van artikel 4§1, parkeren in de eigen straat. Het parkeerticket dient zichtbaar achter de voorruit van het voertuig te zijn aangebracht, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. 

        § 3   maximaal 1 keer per dag een half uur gratis of door het nemen van een parkeerticket aan de parkeerautomaat of via sms of via de mobiele app 'parkeren' (IEP3).

        Artikel 5 :     De belasting “betalend parkeren” kan betaald worden op de volgende wijze:

        § 1   Door het aankopen van een parkeerticket aan de parkeerautomaat overeenkomstig de instructies vermeld op de toestellen.

        § 2   Met gebruik van de gsm door middel van het sturen van een sms of via mobiele app volgens de modaliteiten vermeld op de parkeerautomaat.

                                  IEP 1 = kortparkeren voor maximum 3 uur conform artikel 4§1

                                  IEP 2 = bewonersparkeren conform artikel 4§2

                                  IEP 3 = gratis half uur conform artikel 4§3

        Artikel 6 : Het parkeerticket moet door de bestuurder zichtbaar achter de voorruit van het voertuig worden aangebracht, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.  

        Artikel 7 : Indien de parkeerautomaat defect is, moet de parkeerschijf zichtbaar gelegd worden op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.

        Artikel 8 : Het ontbreken van een geldig parkeerticket of een geldige digitale bewonerskaart achter de voorruit van het voertuig, het ontbreken van een parkeersessie door middel van sms of mobiele app, het overschrijden van de maximum toegelaten parkeerduur, het niet naleven van de richtlijnen inzake het gebruiken van de parkeerautomaat of het niet plaatsen van de parkeerschijf bij een defecte parkeerautomaat, leidt tot toepassing van het dagtarief. Hiertoe wordt een parkeerbiljet door de bevoegde parkeerwachter aangebracht op de voorruit van het voertuig, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, met vermelding van het tarief van 25,00 euro.  Deze contante belasting wordt betaald in overeenstemming met de richtlijnen vermeld op het parkeerbiljet.

        Parkeren in zones betalend langparkeren (betalend pleinparkeren)

        Artikel 9 :  Op de plaatsen met parkeerautomaten, zoals bedoeld in artikel 27.3.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en binnen het regime van betalend pleinparkeren, is een contante belasting “betalend parkeren” verschuldigd.

        Artikel 10 : De beperkte betalende parkeertijd 'langparkeren' is dagelijks van toepassing van 9u tot 18u met uitzondering van zon- en wettelijke feestdagen en 11 juli.

        Artikel 11 : De contante belasting “betalend langparkeren” wordt vastgesteld op:
        - Eerste twee uur gratis (mits registratie via ticket, sms of app)
        - Nadien 0,50 euro per uur, met een maximum van 2 euro
        Bewoners die beschikken over een digitale parkeerkaart voor de betrokken bewonerszone, zijn vrijgesteld van de belasting.

        Artikel 12 : De belasting “betalend parkeren” kan betaald worden op de volgende wijze:

        § 1  Door het aankopen van een parkeerticket aan de parkeerautomaat door middel van het inbrengen van de daartoe geschikte muntstukken overeenkomstig de instructies vermeld op de toestellen.

        § 2  Met gebruik van de gsm door middel van het sturen van een sms of via mobiele app volgens de modaliteiten vermeld op de parkeerautomaat.

               IEP 4 = betalend langparkeren

        Artikel 13 :  Het parkeerticket moet door de bestuurder zichtbaar achter de voorruit van het voertuig worden aangebracht, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.  

        Artikel 14 :  Indien de parkeerautomaat defect is, moet de parkeerschijf zichtbaar gelegd worden op de binnenkant van de voorruit van het voertuig of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.

        Artikel 15 :  Het ontbreken van een geldig parkeerticket of een geldige digitale bewonerskaart achter de voorruit van het voertuig, het ontbreken van een parkeersessie door middel van sms of mobiele app, het overschrijden van de maximum toegelaten parkeerduur, het niet naleven van de richtlijnen inzake het gebruiken van de parkeerautomaat of het niet plaatsen van de parkeerschijf bij een defecte parkeerautomaat, leidt tot toepassing van het dagtarief. Hiertoe wordt een parkeerbiljet door de bevoegde parkeerwachter aangebracht op de voorruit van het voertuig, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig,  met vermelding van het tarief van 25,00 euro.  Deze contante belasting wordt betaald in overeenstemming met de richtlijnen vermeld op het parkeerbiljet.

        Parkeren met beperkte duur op aangeduide plaatsen (shop & go)

        Artikel 16 :  Op aangeduide plaatsen geldt een beperkte parkeertijd van 30 minuten tussen 9 en 18u met uitzondering van zon- en wettelijke feestdagen en 11 juli. Er dient geen ticket te worden genomen, de voertuigen worden automatisch gedetecteerd door middel van een sensor.

        Artikel 17 :  Op aangeduide plaatsen geldt een beperkte parkeertijd voor autocars van 15 minuten. Er dient geen ticket te worden genomen, de voertuigen worden automatisch gedetecteerd door middel van een sensor.

        Artikel 18 :  Het softwarematig vaststellen van een langere parkeertijd dan toegestaan leidt tot toepassing van het dagtarief. Hiertoe wordt een parkeerbiljet door de bevoegde parkeerwachter aangebracht op de voorruit van het voertuig, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig,  met vermelding van het tarief van 25,00 euro.  Deze contante belasting wordt betaald in overeenstemming met de richtlijnen vermeld op het parkeerbiljet

        Parkeren in Blauwe zones (zone met beperkte parkeertijd)

        Artikel 19 : De contante belasting "blauwe zone" is van toepassing in zones met beperkte parkeertijd (blauwe zones) en op de openbare weg met blauwezone-reglementering.

        Artikel 20 : De contante belasting “blauwe zone” wordt vastgesteld op:

        -  gratis voor de maximale duur van 2 uur die aangegeven wordt door het gebruik van de parkeerschijf tenzij een andere maximale duur toegelaten is door de verkeersborden
        -  een forfaitair bedrag van 25,00 euro / dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is

         Artikel 21 :  In een blauwe zone moet de parkeerschijf worden geplaatst op werkdagen (inclusief zaterdag), doorlopend van 9u tot 18u voor een periode van maximum 2 uur tenzij anders bepaald door de verkeersborden.

        Artikel 22 :   Het starttijdstip, zoals bepaald in de wegcode, wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf.

        Artikel 23 :   De bestuurder van een voertuig die de parkeerschijf niet of niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig, of als er geen voorruit, op het voorste gedeelte van het voertuig plaatst of de parkeerschijf op een niet-reglementaire manier gebruikt, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 20 bedoelde forfaitaire tarief.

        Artikel 24 :   Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de bevoegde parkeerwachter een parkeerbiljet om de belasting te betalen aan op de voorruit van het voertuig, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.  Deze contante belasting wordt betaald in overeenstemming met de richtlijnen vermeld op het parkeerbiljet.

        Artikel 25 :   Deze reglementering is niet van toepassing op de bewoners die beschikken over een digitale bewonerskaart conform artikel 26.

        Gemeentelijke parkeerkaart voor bewoners

        Artikel 26 :   Aan de bewoners die voldoen aan de bepalingen van het ministerieel besluit van 9 januari 2007 en onder voorwaarden van het gemeentelijk reglement betreffende het toekennen van een parkeerkaart van 5 oktober 2020, kan een digitale bewonerskaart worden afgeleverd.

        De contante belasting voor de bewonerskaart in de zone betalend parkeren of de blauwe zone wordt vastgesteld als volgt:

        - eerste kaart: gratis

        - tweede kaart: 100,00 euro voor een periode van 1 jaar

        Gemeentelijke parkeerkaart voor aannemers

        Artikel 27 :   Aan de aannemers die voldoen aan de voorwaarden van het gemeentelijk reglement betreffende het toekennen van een parkeerkaart van 5 oktober 2020, kan een aannemerskaart worden afgeleverd.

        De contante belasting voor de digitale aannemerskaart in de zone betalend parkeren of in de blauwe zone wordt vastgesteld op 200,00 euro voor een periode van 1 jaar of 45,00 euro voor een periode van 1 maand.

        Algemene bepalingen

        Artikel 28 : De beperkingen van de parkeertijd gelden niet voor de voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap, uitgezonderd op de shop & go plaatsen.

        Op voorwaarde dat een geldige speciale parkeerkaart waarmee het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld, uitgereikt door een officiële instelling overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999, op het ogenblik van het parkeren van het voertuig, zichtbaar achter de voorruit wordt aangebracht, of als er geen voorruit is op het voorste gedeelte van het voertuig, kan het voertuig gratis en zonder tijdsbeperking worden geparkeerd:

        -        in de zones betalend parkeren

        -        in de blauwe zone

        -        op de parkeerplaatsen voorbehouden aan personen met een handicap
        -        uitgezonderd op de shop & go plaatsen 

        Artikel 29 :  Deze reglementering voor ‘parkeren in zones betalend parkeren’ en ‘parkeren in blauwe zones’ (uitgezonderd op de shop & go plaatsen) is niet van toepassing op voertuigen die houder zijn van een aannemerskaart conform artikel 27, voertuigen voor autodelen conform de samenwerkingsovereenkomst van 5 oktober 2015, de voertuigen van politiediensten, hulpdiensten, dienstvoertuigen van de Stad Ieper en het OCMW en uitgeruste dienstvoertuigen van nutsmaatschappijen waarvan het logo duidelijk aanwezig is op de voertuigen.

        Artikel 30 :  De contante belasting “betalend parkeren” en “blauwe zone” is verschuldigd door de houder van de nummerplaat.  De opdrachtgever van de persoon die het motorvoertuig parkeert, de eigenaar van het motorvoertuig en de persoon die het voertuig parkeert zijn hoofdelijk mee aansprakelijk voor de betaling van de contante belasting.

        Artikel 31 :  Bij niet-betaling van deze contant te betalen belasting, wordt de belasting ingekohierd. In geval van aangetekende betalingsherinneringen wordt een administratieve kost van 10,00 euro aangerekend.

        Artikel 32 : De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of per duurzame drager worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.

        De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

        Slotbepalingen

        Artikel 33: De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 7 december 2020 betreffende de belasting op het parkeren van voertuigen wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 34 :  Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Reglement op het aansluiten op het rioleringsnet en de plaatsing van IBA's, het afkoppelen van afvalwater en hemelwater op perceelsniveau en keuring van de privéwaterafvoer - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden
        • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
        • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
        • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
        • De wet van 26 maart 1971 inzake bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en wijzigingen bij decreten
        • Vlarem II, het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne
        • Gemeentelijke bouwverordening van 5 juli 1999 betreffende lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen
        • Het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen
        • Het zoneringsbesluit van 10 maart 2006 en latere wijzigingen
        • Het Algemeen Waterverkoopreglement van 8 april 2011 en latere wijzigingen
        • Ministerieel Besluit betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privé-waterafvoer van 28 juni 2011 en latere wijzigingen
        • De gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater van 5 juli 2013
        Feiten, context en argumentatie

        Het is opportuun een gemeentelijk reglement op het aansluiten op het rioleringsnet en de plaatsing van IBA’s, het afkoppelen van afvalwater en hemelwater op perceelsniveau en keuring van de privé-waterafvoer in te stellen waarbij wordt bepaald hoe en tegen welke prijs dit kan gebeuren.

        Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente en de toegenomen kostprijs (indexering) is het nodig de tarieven te actualiseren.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 11 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six en Dehollander) tegen 1 neen stem (raadslid Durnez) :

        Artikel 1 : Een gemeentelijk reglement op het aansluiten op het rioleringsnet en de plaatsing van IBA’s, het afkoppelen van afvalwater en hemelwater op perceelsniveau en keuring van de privé-waterafvoer in te stellen voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025.

        Hoofdstuk 1 – Inleidende begrippen

        Artikel 2 : Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

        Aansluitplicht : Voor alle woningen gelegen in centraal gebied of collectief geoptimaliseerd buitengebied zoals voorzien in het zoneringsplan is er een verplichting tot aansluiting op het aanwezige of ontworpen rioleringsnet.
        Aanleg gescheiden rioleringsstelsel : de aanleg van een afzonderlijke leiding voor het afvoeren van hemelwater en een afzonderlijke leiding voor de afvoer van afvalwater door de rioolbeheerder.
        Afkoppelingsplicht : Het afkoppelen is het realiseren van een volledige scheiding tussen afvalwater (DWA) en hemelwater (RWA) op perceelsniveau. Afkoppelen van RWA en DWA op privaat terrein is verplicht bij nieuwbouw of bij uitbreiding of verbouwing van bestaande gebouwen en bij de (her)aanleg van riolering door de rioolbeheerder. Bij open en halfopen bebouwing is volledige scheiding verplicht. Bij bestaande gesloten bebouwing is de scheiding van afvalwater en hemelwater afkomstig van de dakvlakken en grondvlakken enkel verplicht indien daarvoor geen leidingen onder of door het gebouw moeten worden aangelegd, tenzij anders bepaald in een op het perceel van toepassing stedenbouwkundige of omgevingsvergunning.
        Zoneringsplan : Het zoneringsplan bepaalt welke woningen wel en welke woningen niet kunnen aangesloten worden op het gemeentelijk of aan te leggen rioleringsstelsel.
        Gebiedsdekkend uitvoeringsplan: Het gebiedsdekkend uitvoeringsplan bouwt verder op het zoneringsplan en bepaalt welke rioleringsprojecten nog moeten worden uitgevoerd, wie die moet uitvoeren en met welke prioriteit. Ook de installaties voor de individuele behandeling van afvalwater krijgen een prioriteit toegekend.
        Weg- of baangracht langs gemeenteweg : De weg- of baangracht is de gracht gelegen in de langsrichting van de openbare wegenis, waarvan het onderhoud een last is van de wegbeheerder. De kant van de weg- of baangracht langs het privaat perceel is eigendom van de eigenaar van het privaat perceel; de kant van de weg- of baangracht langs het openbaar domein is eigendom van de wegbeheerder. Een gemeenteweg is een weg, in beheer van de gemeentelijke overheid. Een lijst van de gemeentewegen is te verkrijgen bij de stadsdiensten.
        IBA : Eigenaars van woningen waarvan de woning gelegen is buiten de zones waar riolering aanwezig is of in de toekomst wordt voorzien (rode zones zoneringsplan of het individueel te optimaliseren buitengebied) en bijgevolg niet kunnen aansluiten op het openbaar rioleringsnet, moeten zelf instaan voor de zuivering van het afvalwater door middel van een installatie voor de individuele behandeling van afvalwater (IBA).
        Afkoppelingsadviseur : De afkoppelingsadviseur wordt aangesteld bij ieder afkoppelingsproject (aanleg gescheiden rioleringsstelsel door de rioolbeheerder) en staat, per perceel, in voor de opmaak van een volledige inventaris van de bestaande afwatering, opmaak van een ontworpen toestand, opmaak van meetstaat en raming van de private afkoppelingswerken, het aanduiden van mogelijke knelpunten, inventarisatie van de mogelijke kelderaansluitingen, contactname met de bewoners en/of eigenaars en zorgt voor de nazorg van het afkoppelingsdossier.
        Afkoppelingsaannemer : De afkoppelingsaannemer voert de werken uit zoals voorzien en uitgetekend door de afkoppelingsadviseur en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de werken volgens de regels van goed vakmanschap. De afkoppelingswerken omvatten minstens de aanleg van een waterdicht stelsel, het respecteren van de aansluitdiepte, het vermijden van tegenhellingen in de leidingen, het waarborgen van de afvoercapaciteit, het uitsluiten van geur- of afvoerproblemen na de afkoppeling ; het nastreven van de toestand in oorspronkelijke staat van het terrein ; het periodiek onderhoud van afvoersystemen mogelijk maken, het gebruik Benor gekeurde materialen ; het respecteren van kleurcodes ; het correct gebruik van aanvullende of verdichtende materialen ; het aanduiden van eventuele noodzakelijke wijzigingen op het afkoppelingsplan ; het rapporteren met foto’s van de aanleg.
        Keuring van private riolering : Het uitvoeren van een keuring van private afwatering is verplicht vanaf 1 juli 2011 en is verplicht in volgende gevallen : bij de eerste ingebruikname ; bij belangrijke wijzigingen (= alle wijzigingen die de goede werking van het openbaar saneringswerk kunnen bedreigen) ; na vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid, op verzoek van de exploitant ; bij de aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein.
        Erkend keurder : De keurder of keuringsinstelling dient te beschikken over een ISO 17020-accreditatie met betrekking tot het keuren van private rioleringen of minstens reeds aan een ISO 17020 BELAC audit te zijn onderworpen met betrekking tot keuring van de private rioleringen opgelegd door het Waterverkoopreglement. De lijst van erkende keurders wordt ter beschikking gesteld door de rioolbeheerder.
        Rioolbeheerder : De instantie/overheid die instaat voor het openbaar rioleringsstelsel van de stad of gemeente. De stad Ieper beheert zijn rioleringsstelsel zelf.

        Hoofdstuk 2 : Aansluitingen op het openbare rioleringsstelsel

        Afdeling 1 : Aansluiten op de openbare riolering voor individuele aanvragen :

        Artikel 3 : De aansluitingen op het rioleringsnet, buiten de gevallen zoals beschreven in afdeling 2 hieronder, worden uitgevoerd :

        a) door het personeel van de stad Ieper of

        b) door een aannemer aangesteld door de stad Ieper binnen de raamovereenkomst of

        c) uitzonderlijk door de aannemer van de bouwheer ingevolge de private bouwwerken mits :

        * deze aannemer erkend is in de categorie C1, klasse 2 of hoger, overeenkomstig de wet van 20 maart 1991 houdend regeling van de erkenning van aannemers van werken en het KB van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van deze wet en

        * na het bekomen van een schriftelijke machtiging na het indienen van de aanvraag overeenkomstig artikel 4 en

        * de kosten van deze werken, uit te voeren overeenkomstig (in bijzonder volgens hoofdstuk 7 van) de bepalingen van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, actuele versie, en eventuele bijzondere bepalingen opgelegd door de bevoegde ambtenaar, zijn integraal ten laste van de aanvrager en

        * het bekomen van een signalisatievergunning via mobiliteit@ieper.be, afgeleverd in overeenstemming met het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg indien volgens de aard van de werken noodzakelijk

        * betaling van een administratieve kost van 100,00 EUR binnen de 14 kalenderdagen na ontvangst van de vergunning

        Artikel 4 : De aanvraag tot het uitvoeren van een aansluiting op de stadsriolering voor het lozen van hemelwater en/of huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering wordt door de eigenaar ingediend op het daartoe bestemd formulier bij de stadsadministratie samen met het conformiteitsattest van keuring van de private afwatering.

        Artikel 5 : Voor de uitvoering van de aansluitingen met een diameter kleiner dan of gelijk aan 160 mm op het openbaar rioleringsstelsel wordt per kadastraal perceel onderstaande retributie aangerekend. Bij opsplitsing van percelen met meerdere aansluitingen is de volledige kostprijs van de werken volgens de eenheidsprijzen van de aannemer die de werken uitvoert in opdracht van de stad van toepassing.

            Aansluiting op een gemengd rioleringsstelsel:

          • De eerste en enige aansluiting op een gemengd rioleringsstelsel : 2.000,00 EUR + btw.
          • Alle volgende en alle aansluitingen >160 mm op een gemengd rioleringsstelsel : de volledige kostprijs van de werken volgens de eenheidsprijzen van de aannemer die de werken uitvoert in opdracht van de stad.

            Aansluiting op een gescheiden rioleringsstelsel:

          • De eerste en enige aansluiting op DWA-stelsel : 2.000,00 EUR + btw
          • Alle volgende en alle aansluitingen >160 mm op een DWA-stelsel : de volledige kostprijs van de werken volgens de eenheidsprijzen van de aannemer die de werken uitvoert in opdracht van de stad.
          • De eerste en enige aansluiting op RWA-stelsel : 2.000,00 EUR + btw
          • Alle volgende en alle aansluitingen >160 mm op een RWA-stelsel : de volledige kostprijs van de werken volgens de eenheidsprijzen van de aannemer die de werken uitvoert in opdracht van de stad.
          • De eerste en enige aansluitingen van zowel DWA als RWA op een gescheiden rioleringsstelsel, waarbij de DWA en RWA huisaansluiting zich ter hoogte van de rooilijn naast elkaar aanbieden (aansluiten in 1 sleuf mogelijk): 2.000,00 EUR + btw
          • De eerste en enige aansluitingen van zowel DWA als RWA op gescheiden rioleringsstelsel, waarbij de DWA en RWA huisaansluiting zich ter hoogte van de rooilijn los van elkaar aanbieden (aansluiten in 1 sleuf niet mogelijk): 4.000,00 EUR + btw

        Wordt vrijgesteld van deze retributie : de aanvrager die machtiging verkrijgt om de werken te laten uitvoeren door zijn aannemer, onder de uitdrukkelijke voorwaarden vermeld onder artikel 3c) hierboven.

        Artikel 6 : Voor de uitvoering van de aansluitingen met een diameter groter dan 160 mm op het openbaar rioleringsstelsel wordt volgende retributie aangerekend : de volledige kostprijs van de werken volgens de eenheidsprijzen van de aannemer die de werken uitvoert in opdracht van de stad.

        Wordt vrijgesteld van deze retributie : de aanvrager die machtiging verkrijgt om de werken te laten uitvoeren door zijn aannemer, onder de uitdrukkelijke voorwaarden vermeld onder artikel 3c) hierboven.

        Artikel 7 : Deze retributie is verschuldigd door de eigenaar van het gebouw waarvoor de werken werden uitgevoerd en wordt betaald na beëindiging van de werken.

        Artikel 8 : De keuring van het private afwateringssysteem gebeurt door een door erkend keurder en op kosten van de aanvrager.

        Artikel 9 : Het conformiteitsattest van de keuring moet voorgelegd worden uiterlijk op het einde van de private (ver)bouwingswerken overeenkomstig de bepalingen van de stedenbouwkundige of omgevingsvergunning en vooraleer de waarborg voor eventuele schade aan het openbaar domein kan teruggevorderd worden indien van toepassing.

        Afdeling 2 : Aansluiten op de openbare riolering bij afkoppelingsprojecten

        Artikel 10 : Bij de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel door de rioolbeheerder worden alle kosten voor het vervangen van de bestaande aansluitingen ten laste genomen door de rioolbeheerder. Een aanvraag tot heraansluiting is niet nodig.

        Artikel 11 : Met het oog op de (her)aansluiting(en) op het openbaar rioleringsnet zal een afkoppelingsadviseur de afwatering van het perceel inventariseren en een afkoppelingsplan opmaken. De eigenaar/bewoner dient toelating te verlenen aan de afkoppelingsadviseur om de private eigendom te betreden met het oog op de opmaak van dit privaat afkoppelingsdossier. De afkoppelingsadviseur moet tijdens zijn bezoek beschikken over het aanstellingsbewijs van de stad Ieper ter verificatie van zijn identiteit. De kosten van de opmaak van dit afkoppelingsdossier zijn een last van de rioolbeheerder. Voor bedrijfsgebouwen, meergezinswoningen, kantoorgebouwen, scholen, ziekenhuizen, hotels, volumes boven de 2000m³,… is deze kost ten laste van de eigenaar. Deze kost kan evenwel toegevoegd worden aan de premie-aanvraag volgens artikel 15.

        Artikel 12 : De eigenaar staat zelf in voor de eventuele kosten van de private afkoppelingsplicht. Hij kan hiertoe op eigen initiatief een overeenkomst afsluiten met de aannemer aangesteld voor de uitvoering van de openbare wegenis aan de geraamde kostprijs van het afkoppelingsdossier of hij kan de werken zelf uitvoeren of een aannemer van zijn keuze aanstellen. De werken moeten beantwoorden aan het afkoppelingsdossier, tenzij grondige aanleiding bestaat voor een alternatieve uitvoering. De werken moeten volledig voltooid zijn binnen de door de rioolbeheerder vastgelegde termijn binnen het project, maar in elk geval voordat de oplevering van de openbare wegeniswerken plaatsvindt. Uitzonderingen op dit principe kunnen enkel toegestaan worden mits een akkoord kan voorgelegd worden van de Vlaamse Milieumaatschappij.

        Artikel 13 : Na de uitvoering van de private afkoppelingswerken zal de eigenaar/bewoner toelating verlenen aan de keurder, aangesteld door de stad, om de private eigendom te betreden met het oog op de uitvoering van zijn taken. De kosten van deze keuring worden gedragen door de rioolbeheerder. Op de bedrijfspercelen zonder losstaande private woonentiteit is deze kost een last van de eigenaar, kost die evenwel kan toegevoegd worden aan de premie-aanvraag volgens artikel 15.

        Artikel 14 : Ingeval door de keurder van de private afwatering een negatief conformiteitsattest wordt afgeleverd, dient de eigenaar zelf in te staan voor de kosten van de eventuele aanpassingswerken en van de herkeuring door dezelfde keurder.

        Artikel 15 : Voor de kosten verbonden aan de afkoppeling van de private eigendom bij de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel door de rioolbeheerder kan de eigenaar eenmalig een premie aanvragen, voor zover deze afkoppelingsplicht niet eerder werd opgelegd in een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning in uitvoering van de gemeentelijke bouwverordening van 5 juli 1999 betreffende lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen. Deze premie bedraagt maximaal de helft van de gefactureerde kostprijs, btw niet inbegrepen met een forfaitair maximum van 1.000,00 EUR, mits de werken zijn uitgevoerd overeenkomstig het afkoppelingsdossier en mits voorlegging van een positief conformiteitsattest van de erkende keurder.

        Afdeling 3 : Aansluiten op de openbare riolering bij verkavelingsprojecten of bouwprojecten met wegenis

        Artikel 16 : Bij de realisatie van verkavelingsprojecten of bouwprojecten met wegenis staat de bouwheer/verkavelaar of projectontwikkelaar in voor de aanleg en de kosten van een gescheiden rioleringsstelsel en de aanleg van de nodige wachtbuizen voor de private aansluitingen. Vooraleer tot aansluiting op het ontworpen rioleringsstelsel kan overgegaan worden, dient de koper een keuringsattest van de private afwatering door een erkend keurder voor te leggen. De kosten van deze keuring zijn een last van de koper.

        Artikel 17 : Het conformiteitsattest van de keuring moet voorgelegd worden uiterlijk op het einde van de private (ver)bouwwerken overeenkomstig de bepalingen van de stedenbouwkundige en omgevingsvergunning en vooraleer de waarborg voor eventuele schade aan het openbaar domein kan teruggevorderd worden.

        Afdeling 4 : Aansluiten van regenwater op een weggracht langs gemeentewegen

        Artikel 18 : Het aansluiten van een regenwaterleiding (drain of RWA-huisaansluiting) op de weg- of baangracht langs een gemeenteweg wordt enkel toegelaten aan de zijde van het privaat perceel. De vloei van de aansluitbuis bevindt zich op minstens 10 cm boven de kruin van de dichtst gelegen inbuizing. Er kan maximum één aansluiting per perceel uitgevoerd worden. De kosten van de uitvoering zijn een last van de eigenaar/bewoner van het betrokken perceel. Dit artikel is niet van toepassing voor weg- of baangrachten gelegen langs wegen niet in beheer van de stad.

        Hoofdstuk 3 : Individuele zuivering

        Artikel 19 : De eigenaars van de woningen die, volgens het zoneringsplan, niet kunnen aangesloten worden op het gemeentelijk rioleringsstelsel dienen zelf in te staan voor de zuivering van het afvalwater door middel van een installatie voor de individuele behandeling van afvalwater (IBA) en binnen de door het gebiedsdekkend uitvoeringsplan aangegeven termijn. Het aansluiten van de overloop van de IBA is onderhevig aan artikel 18 van dit reglement.

        Artikel 20 : De onder artikel 19 vermelde eigenaars kunnen kiezen om de saneringsplicht over te dragen aan de stad door het afsluiten van een overeenkomst. Het stadsbestuur staat in dat geval zelf in voor het leveren, plaatsen, aansluiten en onderhoud van een ter beschikking gestelde IBA. Het stadsbestuur kan hierbij voorrang verlenen aan prioritair te plaatsen installaties.

        Artikel 21 : Voor het leveren, plaatsen en aansluiten van een IBA conform artikel 19 wordt een forfaitaire retributie vastgesteld op 2.000,00 EUR + btw. Deze retributie is van toepassing op overeenkomsten afgesloten na 31 december 2022. Voor elke eventuele bijkomende IBA wordt de volledige kostprijs van de werken en het onderhoud van de installatie volgens de eenheidsprijzen van de aannemer die de werken uitvoert in opdracht van de stad aangerekend.

        Artikel 22 : Deze retributie is verschuldigd door de eigenaar van het gebouw waarvoor de werken werden uitgevoerd en wordt betaald na beëindiging van de werken.

        Hoofdstuk 4 : Gemeentebelasting op aansluit-, afkoppelingsplicht of individuele zuiveringsplicht

        Artikel 23 : De eigenaar die niet voldoet aan de bepalingen van de aansluitplicht en/of afkoppelingsplicht of aan de individuele zuiveringsplicht stelt zich bloot aan een jaarlijkse gemeentelijke belasting van 1.000,00 EUR, verrekenbaar per maand en verschuldigd vanaf :

        - de ingebruikname van de uitgevoerde werken bij aansluitingen volgens hoofdstuk 2, afdeling 1 “Aansluiten op de openbare riolering voor individuele aanvragen”

        - de voorlopige oplevering van de afkoppelingswerken bij aansluitingen volgens hoofdstuk 2, afdeling 2 “Aansluiten op de openbare riolering bij afkoppelingsprojecten”

        - de ingebruikname van de installatie voor individuele zuivering of binnen de in het gebiedsdekkend uitvoeringsplan bepaalde termijn voor de gevallen volgens hoofdstuk 3 “Individuele zuivering”.

        Artikel 24 : Deze contante gemeentebelasting wordt gevestigd voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 en wordt ingevorderd tegen afgifte van een betalingsbewijs of door overschrijving, binnen de veertien dagen na toezending van het bericht van de belastingschuld. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting ingekohierd.

        Artikel 25 : De invordering en de bezwaren tegen de toepassing van deze gemeentebelasting worden ingediend overeenkomstig de bepalingen van het Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

        Hoofdstuk 5 : Inwerkingtreding en slotbepalingen

        Artikel 26 : Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoeringsmodaliteiten van dit besluit.

        Artikel 27 : Dit reglement is van toepassing, onverminderd de bepalingen van de algemene politieverordening van de stad Ieper, in bijzonder afdeling 4.2 inzake de afleiding van water.

        Artikel 28De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 2 december 2019 betreffende het reglement op het aansluiten op het rioleringsnet en de plaatsing van IBA’s, het afkoppelen van afvalwater en hemelwater op perceelsniveau en keuring van de privéwaterafvoer wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 29:  Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Retributie op de aanvragen tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, melding, stedenbouwkundig attest en planologisch attest - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 170 § 4 van de Grondwet;

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

        De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

        Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

        Het Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen;

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit;

        Feiten, context en argumentatie

        Er werd met de invoering van de omgevingsvergunning een grondige wijziging in procedures doorgevoerd. 

        Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente en de stijgende kosten oa. indexeringen), is het opportuun bepaalde retributies te actualiseren.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 12 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six en Dehollander) :

        Artikel 1 : Er wordt voor de dienstjaren 2023 tot en met 2025 een retributie geheven op het aanvragen van vergunningen, meldingen en attesten op onroerende goederen in het kader van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        a) Dossiers waarvoor de stad vergunningverlenende overheid is:

        Melding omgevingsvergunning 30 euro
        Aanvraag omgevingsvergunning 50 euro
        Aanvraag stedenbouwkundig attest 50 euro
        Aanvraag planologisch attest 1.500 euro
        Aanvraag tot toepassing van art. 7.4.4/1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening 1.500 euro
        Supplementaire kosten  
        Openbaar onderzoek 100 euro 
        Aanvraag met 'zaak der wegen' 100 euro
        Per woongelegenheid voor aanvragen waarin meerdere woongelegenheden aangevraagd worden 50 euro
        Per lot van een verkaveling of bijstelling van verkaveling 50 euro
        Publicatiekosten 500 euro
        Infovergadering bij MER en RVR 100 euro

         b) Dossiers waarvoor de provincie of de Vlaamse overheid vergunningverlenende overheid is

        Aanvraag omgevingsvergunning vereenvoudigde procedure 50 euro
        Aanvraag omgevingsvergunning gewone procedure 100 euro

        Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

        Artikel 3 : Zijn van de retributie vrijgesteld:

        • het stadsbestuur Ieper en haar verzelfstandigde entiteiten en het OCMW van Ieper.
        • de VMSW en de sociale huisvestingsmaatschappijen
        • Fluvius

        Artikel 4 : De retributie is verschuldigd door de aanvrager en wordt als volgt vereffend :

        • door overschrijving op rekening van stad Ieper na ontvangst factuur
        • ofwel contant tegen kwitantie

        Indien de factuur door de aanvrager niet tijdig betaald wordt, wordt bij een aangetekende aanmaning een bijkomende kost van 10,00 euro aangerekend. 

        Artikel 5 : De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 2 december 2019 betreffende de retributie op de aanvragen tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, melding, stedenbouwkundig attest en planologisch attest wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 6:  Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Retributiereglement voor het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van bouwwerken - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit

        Feiten, context en argumentatie

        Het is opportuun een gemeentelijk reglement en retributie te vestigen op het privatief gebruik van het openbaar domein voor het uitvoeren van bepaalde werken zoals het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten, schilderen en tuinaanleg,…

        Onder ingebruikname wordt onder meer verstaan het plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen, torenkranen, hoogtewerkers, bouwliften, bedrijfsvoertuigen, privatisering van openbaar domein noodzakelijk voor de werfinrichting,… Tot het openbaar domein behoren wegen, voetpaden, parkeerruimten, groenzones, … Deze opsommingen zijn niet limitatief.

        Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente en de toegenomen kostprijs (indexering) is het nodig de tarieven te actualiseren.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 2 onthoudingen (de raadsleden Six en Dehollander) tegen 9 neen stemmen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys en Dehaerne) :

        Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2023 tot en met 2025 een gemeentelijke retributie gevestigd op het privatief gebruik van het openbaar domein voor het uitvoeren van bepaalde werken zoals het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten, schilderen en tuinaanleg,…

        Onder ingebruikname wordt onder meer verstaan het plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen, torenkranen, hoogtewerkers, bouwliften, bedrijfsvoertuigen, privatisering van openbaar domein noodzakelijk voor de werfinrichting,…

        Tot het openbaar domein behoren wegen, voetpaden, parkeerruimten, groenzones…
        Deze opsommingen zijn niet limitatief.

        Artikel 2: Voor elke ingebruikname van het openbaar domein, zoals omschreven in artikel 1, dient vooraf een toelating aangevraagd bij de Afdeling Openbaar Domein, Rijselsepoort 4 te 8900 Ieper, volgens de richtlijnen, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.

        Indien de bezetting van het openbaar domein aanleiding kan geven tot verkeershinder, dient de aanvrager advies in te winnen bij de mobiliteitsambtenaar van de stad Ieper via mobiliteit@ieper.be.

        Artikel 3: Voor de ingebruikname van het openbaar domein ter gelegenheid van bouwwerken is een retributie verschuldigd van 0,50 euro/m²/dag. De berekening en de vaststelling van de belastbare oppervlakte(n) wordt bepaald volgens artikel 5.

        Artikel 4: De retributie is solidair verschuldigd door de aannemer en de bouwheer der bouwwerken.

        Artikel 5: De opmetingen van de belastbare oppervlakte(n) dienen opgegeven te worden door de vergunningsaanvrager. De belastbare oppervlakte wordt steeds in volle vierkante meter uitgedrukt. Gedeelten van een vierkante meter worden voor een volle vierkante meter aangerekend wanneer zij tenminste 0,50 m² bedragen, tot 0,49 m² worden zij niet meegerekend. Voor een betalende ingebruikname is in elk geval een minimum bedrag verschuldigd van 10,00 euro. De controle van de ingebruikname wordt uitgevoerd door de bevoegde stedelijke dienst.

        De belastbare oppervlakte is steeds deze van een rechthoek waarbinnen alle voorwerpen dienen geplaatst te worden. De breedte van het werkelijk gebruikte gedeelte van het openbaar domein wordt steeds in aanmerking genomen, de ingangen worden niet afgetrokken. Buiten de vergunde oppervlakte mag de openbare weg door geen enkel voorwerp worden ingenomen of bezet.

        Artikel 6: Zijn vrijgesteld van retributie, de ingebruikname van het openbaar domein voor het uitvoeren van werken in opdracht van Stad Ieper, OCMW Ieper en andere bij de wet van retributie vrijgestelde publieke rechtspersonen.

        Artikel 7: De retributie is contant te betalen, via bancontact, via de betaalmodule van de website of via overschrijving. De toelating wordt pas afgeleverd na betaling. Enkel indien de werken op de opgegeven datum niet kunnen aanvangen, kan de toegestane periode worden doorgeschoven, mits de toestemming van het Stadsbestuur. Daartoe dient een schriftelijke aanvraag (brief, mail) te gebeuren aan het Stadsbestuur, Afdeling Openbaar Domein, vóór de oorspronkelijke aanvangsdatum.

        Iedere begonnen dag wordt gerekend voor een volle dag. De datum van het plaatsen en de vermoedelijke datum van het ontruimen wordt vastgesteld naar de verklaring van de aanvrager. De stedelijke diensten zullen daarna de correctheid van de opgegeven afmetingen nagaan.

        Artikel 8: Indien het openbaar domein in gebruik wordt genomen zonder voorafgaande toelating of langer wordt ingenomen dan de vergunde periode of een grotere oppervlakte inneemt dan vergund, dient dit geregulariseerd te worden. Er moet een nieuwe aanvraag ingediend worden bij het Stadsbestuur binnen de 8 kalenderdagen na ontvangst van de aanmaning en dit voor de totale periode, met inbegrip van die reeds verstreken is, en de totale oppervlakte.

        Artikel 9: Indien er verkeershinder ontstaat voor voetgangers, fietsers of andere weggebruikers door de ingebruikname van het openbaar domein, dient dit bij de aanvraag gemeld te worden. Dan wordt er automatisch een bijkomende signalisatievergunning voorzien door de dienst Mobiliteit.  Alle nodige signalisatieborden opgenomen binnen een signalisatievergunning kunnen niet ontleend worden bij de afdeling Openbaar Domein. Indien een doorgang voor voetgangers onder een stelling wordt voorzien, dienen de nodige veiligheidsmaatregelen genomen tegen vallende voorwerpen.

        Artikel 10: De nodige beveiligingsmaatregelen dienen genomen tegen beschadiging en/of bevuiling van het openbaar domein door het plaatsen van panelen onder containers, het aanbrengen van een zeil rond een stelling bij gevelwerken, het plaatsen van plastiekfolie op de grond bij schilderwerken… (dit is een niet limitatieve opsomming).

        Er dienen afzonderlijke beveiligingsmaatregelen genomen te worden bij inname van openbaar groen, in overleg met de stedelijke Groendienst.

        Bij vaststelling door de vergunninghouder van schade aan het openbaar domein, vóór de aanvang der werken, dient dit gestaafd met een plaatsbeschrijving en foto’s die bezorgd worden aan het Stadsbestuur, Afdeling Openbaar DomeinRijselsepoort 4 te Ieper. Herstelwerken aan het openbaar domein door of in opdracht van de Stad, ingevolge aangebrachte schade door de vergunninghouder, wordt aangerekend aan de vergunninghouder.

        Artikel 11: De toelating wordt enkel verleend per gedoogzaamheid en kan, op eerste verzoek en bevestigd bij schrijven door het Stadsbestuur, ten allen tijde worden ingetrokken omwille van redenen van algemeen belang (bv. door manifestaties, dringende werken aan het openbaar domein…) of wegens niet naleving van de toelatingsvoorwaarden. De vergunninghouder kan in dit geval geen schadevergoeding eisen vanwege de Stad Ieper.

        Artikel 12: Het privatief gebruik van het openbaar domein gebeurt op eigen risico en onder volledige verantwoordelijkheid van de vergunninghouder en mits naleving van de bepalingen van de afgeleverde vergunning.

        Artikel 13: De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 1 februari 2021 betreffende retributie voor het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van bouwwerken wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 14: Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Reglement tot het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Met het oog op de terbeschikkingstelling en het gebruik van de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken, moeten er gebruiksvoorwaarden en retributies worden vastgesteld.

        Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente en de sterk toegenomen kosten wordt, op voorstel van het college van burgemeester en schepenen,  onderstaande aangepast reglement aan de gemeenteraad voorgelegd.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 11 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six en Dehollander) :

        Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2023 tot en met 2025 een retributie gevestigd op het gebruik van de stedelijke infrastructuur. De infrastructuur waarop dit reglement van toepassing is, is eigendom van de Stad Ieper, Ter Waarde 1, 8900 Ieper, wordt beheerd door Cultuurcentrum Het Perron en kan gebruikt worden door derden.

        Artikel 2: Deze algemene bepalingen gelden voor de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken: 

        1. O.C. Ten Vrielande, Boezinge
        2. O.C. Den Briel, Brielen
        3. O.C. De Potyze
        4. O.C. De Oude School, Hollebeke
        5. O.C. Cieper, Sint-Jan
        6. O.C. Vlamertinge
        7. Gemeentehuis Vlamertinge
        8. O.C. Kasteelwal, Voormezele
        9. O.C. Ridder de Stuers, Zillebeke 
        10. Dorpsfeestzaal Zuidschote

        Artikel 3: Volgende activiteiten zijn uitgesloten van gebruik van OC’s:

        • tentoonstellingen die langer lopen dan 1 week
        • fuiven in O.C. Ten Vrielande, O.C. Potyze, O.C. Cieper, O.C. Vlamertinge, O.C. Ridder de Stuers en Gemeentehuis Vlamertinge. Voor de andere O.C.’s kan fuiven enkel in organisatie van erkende verenigingen
        • verjaardagsfeesten
        • maaltijden voor Ieperse gezinnen bij huwelijken of begrafenissen. 

        Gebruikers worden onderverdeeld in verschillende categorieën 

        Categorie A : Stadsbestuur Ieper, OCMW Ieper en hun (verzelfstandigde) entiteiten, Ieperse stedelijke adviesraden, organisatoren van activiteiten met provinciale of nationale uitstraling die de toelating van het Stadsbestuur Ieper krijgen en dorpsraden 

        Categorie B : Ieperse erkende verenigingen, Ieperse openbare diensten, Ieperse onderwijsinstellingen en Ieperse politieke partijen

        Categorie C :  Ieperse gezinnen

        Categorie D : Anderen en Ieperse niet-erkende verenigingen

        Erkende verenigingen zijn lid van een Ieperse stedelijke adviesraad of rechtstreeks erkend door het College van Burgemeester en Schepenen of Vast Bureau.

        Activiteiten worden onderverdeeld in verschillende categorieën 

        Categorie 1 : Podiumactiviteit, educatieve activiteit, tentoonstellingen met een artistiek of educatief karakter

        Categorie 2 : Maaltijden

        Categorie 3 : Fuiven

        Categorie 4 : Andere activiteiten

        Categorie 5 : Niet-Confessionele activiteiten zoals begrafenisplechtigheden of huwelijksplechtigheden van Ieperlingen

        Niet- limitatieve lijst van soorten activiteiten per categorie: 

        Podiumactiviteiten: theater- en dansvoorstellingen, muziekconcerten, muziektheater, literaire avonden, amusementsvoorstellingen, circusvoorstellingen film, …. .

        Educatieve activiteiten: alle activiteiten die als doel hebben kennis of vaardigheden aan te leren zoals cursussen, voordrachten, academische zittingen, … .

        Artikel 4: De aanvraagperiode voor activiteiten in organisatie van gebruikers categorie A en B loopt vanaf 1 september voor het komende werkjaar. De aanvraagperiode voor activiteiten in organisatie van gebruikers categorie C en D loopt vanaf 1 oktober voor het komende werkjaar.

        Artikel 5: Huurprijzen

        Onderstaande tabel toont de huurprijzen die bepaald worden door de categorie van de gebruiker en de categorie van de activiteit: 

        VERGADERLOKAAL < 50 m² CATEGORIE ACTIVITEITEN  
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act cat 1 Act cat 2 Act cat 3 Act cat 4 Act cat 5
        A € 0,00 € 0,00   € 0,00  
        B € 5,00 € 5,00   € 5,00  
        C € 15,00 € 30,00   € 50,00  
        D € 20,00 € 60,00   € 60,00  
        VERGADERLOKAAL < 150 m² CATEGORIE ACTIVITEITEN  
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act cat 1 Act cat 2 Act cat 3 Act cat 4 Act cat 5
        A € 0,00 € 0,00   € 0,00  
        B € 6,00 € 6,00   € 6,00  
        C € 55,00 € 75,00   € 550,00  
        D € 60,00 € 600,00   € 600,00  
        ZAAL > 150 m² CATEGORIE ACTIVITEITEN  
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act cat 1 Act cat 2 Act cat 3 Act cat 4 Act cat 5
        A € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00  
        B € 15,00 € 35,00 € 125,00 € 15,00  
        C € 140,00 € 125,00   € 825,00

        € 315,00

        D € 150,00 € 924,00   € 924,00  
        LESKEUKEN CATEGORIE ACTIVITEITEN  
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act cat 1 Act cat 2 Act cat 3 Act cat 4 Act cat 5
        A € 0,00 € 0,00   € 0,00  
        B € 15,00 € 15,00   € 15,00  
        C € 15,00 € 25,00   € 25,00  
        D € 15,00 € 30,00   € 30,00  

        Artikel 6: De betaling gebeurt bij de zaalverantwoordelijke van het O.C.. 

        Artikel 7: Reducties

        Met uitzondering van maaltijden wordt er 20 % vermindering toegekend op de gebruiksvergoeding bij meer dan 5 gebruiksbeurten voor eenzelfde activiteit binnen eenzelfde kalenderjaar. 

        Het gebruik van vergaderlokalen < 50 m² door erkende Ieperse verenigingen is gratis. 

        De organisatie van de jaarlijkse kermis of het dorpsfeest in de deelgemeente kan gratis gebruik maken van het O.C. van de deelgemeente gedurende maximum 1 week binnen de periode van het dorpsfeest of de kermis.

        Het gebruik van O.C.’s voor turnlessen door scholen wordt geregeld door aparte overeenkomsten met de Stad Ieper. 

        Het college van burgemeester en schepenen kan afwijken van het tarief voor een activiteit ten voordele van een goed doel, indien de actie kadert in een algemeen aanvaard nationaal initiatief en/of evenwaardig gedragen door minstens drie lokale verenigingen, openbare diensten of bedrijven.

        Artikel 8: De Stad Ieper heeft voor deze stadsinfrastructuur een verzekering tegen brand met afstand van verhaal en een verzekering voor haar burgerlijke aansprakelijkheid. De gebruiker zal zelf instaan voor eventuele andere verzekeringen, rekening houdende met zijn aansprakelijkheden en risico’s.

        Artikel 9: Voor alle schade, verlies of ontvreemding ten nadele van het stadsbestuur wordt de gebruiker die op het ogenblik van de schade, verlies of ontvreemding de betreffende lokalen gebruikt(e) verantwoordelijk gesteld.

        Artikel 10: Alle boekingen van de zalen en lokalen gebeuren bij de respectievelijke zaalverantwoordelijke(n). Indien er geschillen rijzen i.v.m. de uitbating van de zalen of gebouwen behorende tot de infrastructuur van het Cultuurcentrum Het Perron is het bestuur van het Cultuurcentrum Het Perron aangewezen om deze te onderzoeken waarna een gemotiveerd advies wordt doorgestuurd naar het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 11: In geval van overmacht (natuurrampen, brand, staking, enz.) of wegens wettige redenen (verkiezingen, opeising door hogere overheden) vervalt de huurovereenkomst zonder enige aanspraak op schadevergoeding.

        Artikel 12: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement. Ook wordt aan dit college de bevoegdheid gegeven om in uitzonderlijke omstandigheden het gebruik van zalen en lokalen toe te staan aan voorwaarden die afwijken van deze vastgesteld door dit reglement. Deze beslissingen moeten altijd gemotiveerd worden.

        Artikel 13: Dit reglement is van toepassing op aanvragen na 31 december 2022.

        Artikel 14: De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 2 december 2019 betreffende het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 15:  Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Reglement tot het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van diverse stedelijke infrastructuur - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van degemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Met het oog op de terbeschikkingstelling en het gebruik van diverse stedelijke infrastructuur, moeten er gebruiksvoorwaarden en retributies worden vastgesteld.

        Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente en de sterk toegenomen kosten wordt, op voorstel van het college van burgemeester en schepenen,  onderstaande aangepast reglement aan de gemeenteraad voorgelegd.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 11 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six en Dehollander) :

        HOOFDSTUK 1   Algemene bepalingen

        Artikel 1:  Er wordt voor dienstjaren 2023 tot en met 2025 een retributie gevestigd op het gebruik van de stedelijke infrastructuur.   De infrastructuur waarop dit reglement van toepassing is, is eigendom van stad Ieper, Grote Markt 34, 8900 Ieper en kan gebruikt worden door derden.

        Het betreft: Raadzaal in het Stadhuis, Kruitmagazijn en Poortwachtershuis, De Kazematten, Concertzaal en leslokalen dé Academie, Zaal Alfa en Omega Bibliotheek/Archief, Panoramazaal, Auditorium en lokalen in het Administratief Centrum Auris en het Vleeshuis.

        Artikel 2:    Het gebruik van bovenvermelde stadsinfrastructuur is in principe mogelijk voor elke persoon, vereniging of firma, voor elke activiteit met een publiek karakter. Onder ‘activiteit met een publiek karakter’ wordt begrepen: een activiteit die ruimer gaat dan de louter private familiekring, opengesteld voor een breed publiek, voor alle leden van een vereniging,… Onder vereniging wordt verstaan: een vzw, feitelijke vereniging, openbare dienst, school, politieke partij, erkende religies en de georganiseerde vrijzinnigheid. Onder firma wordt verstaan: een vennootschap zoals vastgelegd in het Wetboek Vennootschappen. In geen enkele van de vermelde infrastructuur zijn fuiven mogelijk. Voor elke infrastructuur zijn er specifieke mogelijkheden en beperkingen die in dit reglement bepaald worden.

        Artikel 3 :    De gebruiker dient zich te allen tijde te houden aan de voorschriften inzake openbare veiligheid, openbare orde, brandveiligheid, rookverbod, enz. die van toepassing zijn in openbare gebouwen. De gebruiker zal bovendien alle vigerende wetten, decretale en reglementaire voorschriften respecteren en (doen) naleven.

        Artikel 4:    De aanvraag voor het gebruik van stadsinfrastructuur wordt ten vroegste één jaar en ten laatste één maand voor de activiteit gericht aan de beheerder die vermeld wordt bij de infrastructuur in kwestie (behalve voor Zaal Alfa en Omega, waar de aanvraag ten vroegste 60 dagen vóór de activiteit kan gebeuren). De beheerder behandelt de aanvraag binnen een redelijke termijn en bezorgt in elk geval een antwoord aan de aanvrager.

        De tijd nodig voor eventuele opbouw en afbouw moet inbegrepen zijn in de aanvraag. De aanvrager moet steeds de organisator zijn; indien dit niet het geval is, worden de betrokken aanvrager en organisator gedurende twee jaar uitgesloten van gebruik van de stadsinfrastructuur.

        In geval van verschillende aanvragen voor eenzelfde datum, krijgt de aanvraag die het eerst ingediend werd voorrang. Indien de aanvraag valt binnen de voorwaarden van dit reglement en indien de infrastructuur in kwestie ter beschikking is op het gevraagde tijdstip, geeft de beheerder een positief antwoord aan de aanvrager. Indien de aanvraag een lange periode van gebruik betreft of in geval van twijfel, legt de beheerder de aanvraag voor aan het college van burgemeester en schepenen.

        In geval van overmacht (natuurrampen, brand, staking, enz.) of wegens wettige redenen (verkiezingen, opeising door hogere overheden) vervalt de huurovereenkomst zonder enige aanspraak op schadevergoeding.

        Artikel 5:    Voor het afhalen en terugbrengen van de sleutel of afspraken m.b.t. het openen en sluiten van de infrastructuur moet de gebruiker duidelijke afspraken maken met de beheerder.

        De gebruiker moet zelf instaan voor het klaarzetten van de zaal. Er wordt geen technische ondersteuning voorzien door de beheerder. De gebruiker wordt geacht de infrastructuur te gebruiken als een goede huisvader. Van de gebruiker wordt verwacht dat hij toezicht houdt op het rationeel gebruik van energie tijdens het gebruik. De gebruiker moet de infrastructuur na gebruik in de oorspronkelijke staat achterlaten (eventuele opmerkingen over de staat van de infrastructuur moeten voor ingebruikname gemeld worden). Afval moet door de gebruiker meegenomen worden. Indien de infrastructuur niet in behoorlijke staat achtergelaten wordt, zullen de kosten voor de schoonmaak door stad Ieper gefactureerd worden aan de gebruiker (met een minimum van 100 euro).

        Stad Ieper heeft voor deze stadsinfrastructuur een verzekering tegen brand en een verzekering voor haar burgerlijke aansprakelijkheid. De gebruiker zal zelf instaan voor eventuele andere verzekeringen, rekening houdende met zijn aansprakelijkheden en risico’s.

        Artikel 6:  Het bedrag van de retributie wordt steeds vermeld per activiteit per dag; alle kosten zijn inclusief. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: 

        Categorie A

        Stadsbestuur Ieper en OCMW Ieper en hun (verzelfstandigde) entiteiten; Ieperse stedelijke adviesraden; organisatoren van activiteiten met provinciale of nationale uitstraling die de toelating van het Stadsbestuur Ieper krijgen

        Categorie B

        Ieperse erkende verenigingen en Ieperse openbare diensten, Ieperse onderwijsinstellingen, Ieperse politieke partijen

        Categorie C

        Ieperse niet-erkende verenigingen, niet-Ieperse verenigingen en niet-Ieperse openbare diensten, natuurlijke personen

        Categorie D

        bedrijven

        Erkende verenigingen zijn lid van een Ieperse stedelijke adviesraad of rechtstreeks erkend door het College van Burgemeester en Schepenen of Vast Bureau.

        HOOFDSTUK 2   Stadhuis

        Artikel 7:    Beheerder: Dienst Toerisme, Grote Markt 34, 8900 Ieper, tel. 057 239 220, mail toerisme@ieper.be

        Artikel 8:    In het Stadhuis kan de Raadzaal in beperkte mate door derden gehuurd worden. Omwille van de specificiteit van de Raadzaal moeten aanvragen voor deze zaal steeds aan het college van burgemeester en schepenen worden voorgelegd.

        Als de activiteit plaats heeft buiten de normale openingsuren van het Yper Museum, is de inrichter verantwoordelijk voor een permanent toezicht bij de buitendeur zolang deze niet is afgesloten. 

        De tarieven voor het gebruik van de Raadzaal zijn:

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        10 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        45 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        90 euro per activiteit per dag

        HOOFDSTUK 3  Kruitmagazijn en Poortwachtershuis

        Artikel 9:  Beheerder: Dienst Toerisme, Grote Markt 34, 8900 Ieper, tel. 057 239 220, mail toerisme@ieper.be. Voor de sleutel wordt een waarborg van 10 euro gevraagd.

        Artikel 10:  Het Kruitmagazijn en het Poortwachtershuis worden overdag hoofdzakelijk gebruikt in het kader van toeristische wandelingen met stadsgids en voor educatieve activiteiten van de dienst toerisme en musea. Ze kunnen ook gebruikt worden voor dagactiviteiten die het voorgaande niet hinderen en voor avondactiviteiten. De aanvrager dient rekening te houden met een beperkt comfort wat betreft verwarming en sanitair in het Kruitmagazijn en het ontbreken van verwarming en sanitair in het Poortwachtershuis.

        De tarieven voor het gebruik van deze ruimtes zijn:

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        10 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        45 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        niet mogelijk

        HOOFDSTUK 4  De Kazematten

        Artikel 11:  De beheerder is de dienst Toerisme Grote Markt 34, 8900 Ieper, tel. 057 239 220, mail toerisme@ieper.be

        Artikel 12:  In de Kazematten bevinden zich een polyvalente vergaderzaal met een capaciteit tot 100 personen en enkele polyvalente ruimtes voor vergaderingen, tentoonstellingen, educatieve activiteiten (lezing, voordracht, cursus, academische zitting, workshop, vernissage), socio-culturele ontspanningsactiviteiten. Podiumactiviteiten zijn in principe niet mogelijk, tenzij zeer beperkt in de marge van een andere activiteit (bijv. opluisteren van een educatieve activiteit).

        De catering gebeurt steeds door de concessiehouder. Indien er extra catering nodig is, gebeurt dit steeds in overleg met en na goedkeuring door de concessiehouder. De deelruimte met de cafetaria is niet beschikbaar voor afzonderlijk gebruik behalve na overleg met en akkoord van de concessiehouder.

        De tarieven voor het gebruik van deze ruimtes per deelruimte zijn: 

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        15 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        65 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        130 euro per activiteit per dag

        HOOFDSTUK 5  Concertzaal en leslokalen dé Academie

        Artikel 13:  Beheerder: dé Academie, Weverijstraat 33-35, 8900 Ieper, tel. 057 239 472, academie@ieper.be

        Artikel 14:  De Concertzaal en leslokalen in dé Academie worden in eerste instantie gebruikt voor de werking van dé Academie. In de (beperkte) resterende tijd kan de zaal en lokalen ook door derden gebruikt worden tijdens de openingsuren van dé Academie (maandag tot en met zaterdag, niet tijdens de zomersluiting).

        In de Concertzaal kunnen enkel podiumactiviteiten en educatieve activiteiten georganiseerd worden. Onder podiumactiviteiten worden verstaan: muziekconcerten, theater- en dansvoorstellingen, audiovisuele activiteiten, repetities. Onder educatieve activiteiten worden verstaan: cursussen, voordrachten, academische zittingen,… en alle activiteiten die als doel hebben kennis of vaardigheid aan te leren. Het gebruik van de vleugelpiano is inbegrepen, maar bij intensief gebruik dient door de gebruiker een stembeurt betaald te worden. Activiteiten van leerkrachten van dé Academie Ieper worden beschouwd als eigen activiteiten van de beheerder. Repetities van Ieperse podiumkunstenverenigingen zijn gratis. De tarieven voor het gebruik van de Concertzaal zijn: 

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        15 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        65 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        niet mogelijk

        De tarieven voor gebruik van een woordklas met podium en techniek zijn: 

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        10 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        45 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        niet mogelijk

        De tarieven voor gebruik van een atelier beeld (lokaal) of leslokaal podiumkunsten zijn: 

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        5 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        6 euro per (les)uur

        Categorie D

        niet mogelijk

        Het gebruik van de leraarskamer/keuken is gratis bij huur van een ander lokaal.

        Artikel 15: De vestigingsplaatsen van dé Academie kunnen, indien deze niet in gebruik zijn door dé Academie, gebruikt worden door derden.  

        De tarieven voor het gebruik van de vestigingsplaatsen inclusief schoonmaak zijn: 

        Categorie A

        gratis 

        Categorie B

        60 euro per lokaal per week

        Categorie C

        90 euro per lokaal per week

        Categorie D

        niet mogelijk

        De tarieven voor het gebruik van de vestigingsplaatsen exclusief schoonmaak zijn: 

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        15 euro per lokaal per week

        Categorie C

        25 euro per lokaal per week

        Categorie D

        niet mogelijk

        HOOFDSTUK 6  Zaal Alfa en Omega Bibliotheek/Archief

        Artikel 16:  Beheerder: Bibliotheek/Archief, Weverijstraat 7-9, 8900 Ieper, tel. 057 239 420, bibliotheek@ieper.be, archief@ieper.be

        Artikel 17:  Zaal Alfa en Omega wordt in eerste instantie gebruikt voor de werking van bibliotheek en archief (vergaderingen, bibliotheekbezoeken, tentoonstellingen, auteurslezingen, wetenschappelijke congressen,…). In de (beperkte) resterende tijd kan deze zaal ook door derden gebruikt worden tijdens de openingsuren van deze diensten. In Zaal Alfa en Omega kunnen enkel vergader- en educatieve activiteiten georganiseerd worden.

        De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn:

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        gratis

        Categorie C

        20 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        niet mogelijk

        HOOFDSTUK 7   Administratief Centrum Auris

        Artikel 18 Beheerder: Dienst Communicatie, Ter Waarde 1, 8900 Ieper, 057 451 600, communicatie@ieper.be

        Artikel 19: De gelijkvloerse ontvangstruimte biedt plaats voor 500 personen staand. Deze ruimte is geschikt voor ontvangsten en recepties. 

        De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn:

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        100 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        175  euro per activiteit per dag

        Categorie D

        350 euro per activiteit per dag 

        Artikel 20: De Raadzaal. De inrichting bestaat uit vast meubilair en kan niet gewijzigd worden. De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn: 

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        40 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        140 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        280 euro per activiteit per dag

        Artikel 21: Het Auditorium beschikt over 230 zitplaatsen. In het Auditorium kunnen enkel activiteiten voor een zittend publiek georganiseerd worden. Het Auditorium is voorzien van een beamer en geluidsinstallatie. Eigen meegebrachte apparaten mogen het netwerk niet overbelasten of schade veroorzaken aan de zaal of de technische uitrusting. In het Auditorium zijn drank noch etenswaren toegelaten.

        De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn:

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        50 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        220 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        440 euro per activiteit per dag

        Artikel 22: De vergaderzalen V1, V2 en V3 beschikken over plaats voor groepen tussen 10 en 24 personen. In deze zalen zijn etenswaren niet toegelaten, de drank mag niet zelf meegebracht worden maar wordt (betalend) afgenomen van de stad. De tarieven voor het gebruik van deze ruimte zijn: 

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        10 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        25 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        50 euro per activiteit per dag 

        HOOFDSTUK 8          Het Vleeshuis

        Artikel 23: Beheerder: Dienst Toerisme, Grote Markt 34, 8900 Ieper, tel. 057 239 220, mail toerisme@ieper.be

        Artikel 24:  In het Vleeshuis zijn er drie verschillende ruimtes: de Benedenzaal, de Grote Bovenzaal en de Kleine Bovenzaal. Activiteiten moeten in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het gebouw. Het college van burgemeester en schepenen kan op elk moment beslissen om bepaalde activiteiten niet toe te laten.

        Artikel 25: Het historische Vleeshuis ligt aan de hoek van de Grote Markt, de Neermarkt en de Boterstraat. Het Vleeshuis bestaat uit 3 zalen.

        De grootste zaal is de Benedenzaal. De oppervlakte van deze zaal bedraagt 280 m². De maximale capaciteit van de Benedenzaal is 250 personen (zowel zittend als staand). Er bevindt zich een vast toogelement met enkele frigo’s. Een keukenuitrusting is er niet. Men kan vrij zijn cateraar kiezen. Het is toegelaten zowel warme als koude maaltijden te geven.

        De Grote Bovenzaal (eerste verdieping) heeft een maximale capaciteit van 99 personen op voorwaarde dat de Kleine Bovenzaal niet gebruikt wordt. Keukenuitrusting of andere zaken mogen niet op het parket worden geplaatst.

        De Kleine Bovenzaal (eerste verdieping) kan enkel gebruikt worden voor een zittende activiteit. Aan de tafels kunnen een 30-tal personen plaatsnemen. Ook hier mogen geen extra installaties op de grond worden geplaatst.

        De tarieven voor het gebruik van deze ruimtes zijn:

        Benedenzaal

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        100 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        220 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        440 euro per activiteit per dag

        Grote Bovenzaal

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        80 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        175 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        350 euro per activiteit per dag

        Kleine Bovenzaal

        Categorie A

        gratis

        Categorie B

        80 euro per activiteit per dag

        Categorie C

        175 euro per activiteit per dag

        Categorie D

        350 euro per per dag

        Artikel 26: De gebruikte zalen dienen schoongemaakt te worden door de gebruiker.  Indien gewenst kan de gebruiker bij de reservatie tot gebruik van het Vleeshuis kiezen om de schoonmaak te laten uitvoeren door een poetsfirma.  Het tarief voor de schoonmaak wordt vastgesteld op:

        o Volledig Vleeshuis: € 260,00

        o Benedenverdieping: € 150,00

        o Bovenverdieping: € 110,00

        Wanneer de gebruiker kiest om zelf schoon te maken en de beheerder, de dienst Toerisme, stelt vast dat de gebruiker de schoonmaak niet naar behoren heeft uitgevoerd zal het tarief voor schoonmaak door de poetsfirma alsnog worden aangerekend.

        Artikel 27

        De voormelde tarieven opgenomen in artikel 26 worden gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen overeen met de index van november 2022. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.

        Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van november 2022.  Het zo verkregen getal wordt afgerond tot 1 decimaal na de komma. Enkel wanneer het tweede decimaal uit de voormelde berekening gelijk is aan 5 of hoger wordt er naar boven afgerond.

        Artikel 28:  Voor gebruik van de sleutel van het gebouw wordt bij afhaling van de sleutel bij de Dienst Toerisme een waarborg van 50,00 euro aangerekend.  Na het terugbrengen van de sleutel bij de Dienst Toerisme wordt aan de gebruiker de waarborg teruggegeven.  

        HOOFDSTUK 9 Betaalmodaliteiten
        Artikel 29 : De huur dient vooraf betaald binnen de tien kalenderdagen na ontvangst van de factuur. Bij gebrek aan tijdige betaling kan dit tot verval van de toelating tot gebruik van de aangevraagde ruimte leiden.  Ingeval van aangetekende betalingsherinneringen wordt een administratieve kost van 10 euro aangerekend.

        HOOFDSTUK 10   Slotbepalingen

        Artikel 30 : Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement. Ook wordt aan dit college de bevoegdheid gegeven om in speciale omstandigheden het gebruik van zalen en lokalen toe te staan aan voorwaarden die afwijken van deze vastgesteld door dit reglement. De beslissingen moeten altijd gemotiveerd worden. 

        Artikel 31: De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 2 december 2019 betreffende het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van diverse stedelijke infrastructuur wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 32 : Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Reglement tot het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van stedelijke infrastructuur de Stadsschouwburg en Het Perron, beheerd door het Cultuurcentrum Het Perron-ACCI vzw - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Met het oog op de terbeschikkingstelling en het gebruik bij gebruik van stedelijke infrastructuur de Stadsschouwburg en Het Perron, beheerd door het Cultuurcentrum Het Perron-ACCI vzw, moeten er gebruiksvoorwaarden en retributies worden vastgesteld.

        Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente en de sterk toegenomen kosten wordt, op voorstel van het college van burgemeester en schepenen,  onderstaande aangepast reglement aan de gemeenteraad voorgelegd.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 11 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six en Dehollander) :

        Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2023 tot en met 2025 een retributie gevestigd op het gebruik van de stedelijke infrastructuur. De infrastructuur waarop dit reglement van toepassing is, is eigendom van de Stad Ieper, Ter Waarde 1, 8900 Ieper, wordt beheerd door Cultuurcentrum Het Perron (ACCI, vzw)  en kan gebruikt worden door derden. Het betreft Het Perron en de Stadsschouwburg.

        Artikel 2: Deze algemene bepalingen gelden voor volgende infrastructuur:

        1. Het Perron

        • Theaterzaal, artiestenfoyer en kleedkamers
        • Polyvalente zaal en keuken
        • Repetitieruimte 
        • Vergaderlokaal

        2.  Stadsschouwburg

        Artikel 3: Voor elke zaal zijn er specifieke mogelijkheden en beperkingen naar gebruik en aanvraagperiode, die bepaald worden door het beheersorgaan van Cultuurcentrum Het Perron. Deze kunnen bijgestuurd worden om de goede werking van Cultuurcentrum Het Perron en haar doelstellingen (cultuurspreiding, cultuurparticipatie, en gemeenschapsvorming) maximaal te garanderen. Gebruikers worden daarvan tijdig verwittigd.

        Artikel 4: Onverminderd de bepalingen in het voorgaande artikel gelden volgende beperkingen:

        4.1: Dansen als uitloop van een andere hoofdactiviteit kan enkel in de polyvalente zaal van Het Perron en met beperkt geluidsniveau. De tijd waarin gedanst wordt kan niet langer dan twee uur duren.

        4.2: De polyvalente zaal kan enkel gehuurd worden voor activiteiten die het gebruik van de theaterzaal niet hinderen.

        4.3: De tentoonstellingsruimte is niet te huur

        4.4: De repetitielokalen worden prioritair voorbehouden voor het opzetten van projecten of evenementen in samenwerkingsverbanden waarbij het Cultuurcentrum Het Perron betrokken is.

        4.5: Het sluitingsuur voor Het Perron is 01.00 uur 's nachts. Ten laatste één uur later moet de zaal gekuist en verlaten zijn. Het sluitingsuur voor vergaderingen is 23 uur.

        4.5: Voor andere organisatoren dan Cultuurcentrum Het Perron en het Stadsbestuur worden lokalen van Cultuurcentrum Het Perron op zaterdagmorgen en op zondag enkel ter beschikking gesteld voor podiumactiviteiten (met het bijhorend cafetariagebruik) en voor activiteiten met een nationale/provinciale uitstraling.

        4.6: Periodes voor op- en afbouw en/of blokkeringen kunnen enkel voor de theaterzaal van Het Perron en de Stadsschouwburg en worden slechts onder voorbehoud toegestaan. De voorlopige toelating kan door Cultuurcentrum Het Perron gewijzigd worden indien deze een podiumactiviteit van een andere organisator zou belemmeren.

        4.7: Cultuurcentrum Het Perron kan zalen blokkeren indien dit noodzakelijk is voor een goede werking of indien de noodzakelijke personele ondersteuning niet kan verzekerd worden. Een zaal kan pas verhuurd worden indien er voldoende noodzakelijke personele ondersteuning verzekerd kan worden door het Cultuurcentrum Het Perron.

        Artikel 5: Van elke gebruiker wordt verwacht dat hij/zij de infrastructuur als een goede huisvader gebruikt.

        Artikel 6: De gebruiker moet zich houden aan de voorschriften inzake openbare veiligheid, openbare orde, brandveiligheid en alle andere regelgeving die van toepassing zijn in openbare gebouwen. De gebruiker zal bovendien alle vigerende wetten, decretale en reglementaire voorschriften respecteren en naleven.

        Artikel 7: De gebruiker moet zelf instaan voor het lossen en laden van materiaal en het klaarzetten van de zaal.

        Artikel 8: Bij gebruik van de Stadsschouwburg, de theaterzaal en de polyvalente zaal van Het Perron moet de gebruiker zelf instaan voor onthaal en toezicht in de inkomhal, artiestenfoyer en kleedkamer en dit gedurende de volledige periode van de activiteit in de bovenvermelde zalen.                                                                              

        Artikel 9: De Stad Ieper heeft voor deze stadsinfrastructuur een verzekering tegen brand met afstand van verhaal en een verzekering voor haar burgerlijke aansprakelijkheid. De gebruiker zal zelf instaan voor eventuele andere verzekeringen, rekening houdende met zijn aansprakelijkheden en risico’s.

        Artikel 10: Het gebruik van bovenvermelde infrastructuur is mogelijk voor elke persoon, vereniging, openbare dienst of bedrijf voor elke activiteit met een publiek karakter.

        Gebruikers worden onderverdeeld in verschillende categorieën

        Categorie A:  Stadsbestuur Ieper, OCMW Ieper en hun (verzelfstandigde) entiteiten, Ieperse stedelijke adviesraden en organisatoren van activiteiten met provinciale of nationale uitstraling die de toelating van het Stadsbestuur Ieper krijgen.

        Categorie B: Ieperse erkende verenigingen, Ieperse openbare diensten, Ieperse onderwijsinstellingen en Ieperse politieke partijen

        Categorie C: Ieperse niet-erkende verenigingen, niet-Ieperse verenigingen en niet-Ieperse openbare diensten

        Categorie D: Natuurlijke personen en bedrijven

        Erkende verenigingen zijn lid van een Ieperse stedelijke adviesraad of rechtstreeks erkend door het College van Burgemeester en Schepenen of Vast Bureau.

        Activiteiten worden onderverdeeld in verschillende categorieën

        Onder ‘activiteit met een publiek karakter’ wordt begrepen: een activiteit, opengesteld voor een breed publiek of voor alle leden van een vereniging, openbare dienst of bedrijf.

        Categorie 1: podiumactiviteit, educatieve activiteit en vergadering

        Categorie 2: repetities, op- en afbouw (niet voor vergaderlokalen)

        Categorie 3: blokkering van de zaal in functie van techniek of organisatorische elementen

        Categorie 4: ontmoetingsactiviteiten

        Categorie 5: begrafenis (enkel aan te vragen door gezinnen of begrafenisondernemers)

        Niet-limitatieve lijst van soorten activiteiten per categorie:

        Podiumactiviteiten: theater- en dansvoorstellingen, muziekconcerten, muziektheater, literaire avonden, amusementsvoorstellingen, circusvoorstellingen film, …. .

        Educatieve activiteiten: alle activiteiten die als doel hebben kennis of vaardigheden aan te leren zoals cursussen, voordrachten, academische zittingen, … .

        Ontmoetingsactiviteiten: recepties, feesten, maaltijden, … .

        Blokkering: Bij activiteiten gespreid over meerdere dagen kan Het Perron een zaal blokkeren omdat een zaal tussen de activiteiten niet gebruikt kan worden voor andere activiteiten. Blokkeren kan indien dit noodzakelijk is voor een goede werking of indien dit technisch noodzakelijk is. Het blokkeren van zalen kan enkel door Het Perron worden vastgelegd en kunnen niet door de huurder worden aangevraagd.

        Artikel 11: De aanvraagperiodes variëren naargelang de zaal, de aanvrager en de activiteit. Hierbij wordt voorrang gegeven aan de eigen activiteiten van het Cultuurcentrum Het Perron en het Stadsbestuur Ieper.

        De aanvraagperiodes worden onderverdeeld in: 

        1. onbeperkt (er is geen beperking op de aanvraagperiode)

        2. 1 maart (= vanaf 1 maart onmiddellijk voorafgaand aan het theaterseizoen waarin de aangevraagde activiteit gepland is)

        3. 1 juni (= vanaf 1 juni onmiddellijk voorafgaand aan het theaterseizoen waarin de aangevraagde activiteit gepland is)

        4. niet (= niet toegestaan)

        Een theaterseizoen loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

         

        Act Cat 1

        Act Cat 2

        Act Cat 4

        Act Cat 5

        Gebruiker Cat A

        onbeperkt

        onbeperkt

        onbeperkt

        niet

        Gebruiker Cat B

        1/mrt

        1/mrt

        1/jun

        niet

        Gebruiker Cat C

        1/jun

        1/jun

        1/jun

        niet

        Gebruiker Cat D

        1/jun

        1/jun

        1/jun

        onbeperkt

        Voor activiteiten die in relatie staan met activiteiten categorie 1 als hoofdactiviteit geldt dezelfde aanvraagperiode als voor de hoofdactiviteit.

        Artikel 12: De aanvrager moet steeds de organisator zijn en de aangevraagde activiteit moet overeenkomen met de effectief georganiseerde activiteit.

        Artikel 13: De aanvraag voor het gebruik van bovenvermelde infrastructuur wordt gericht aan Cultuurcentrum Het Perron, die elke aanvraag behandelt binnen een redelijke termijn en in elk geval een antwoord bezorgt aan de aanvrager.

        Artikel 14: Een aanvraag is maar geldig indien ze gesteld wordt binnen de vooraf bepaalde aanvraagperiodes, binnen de voorwaarden van dit reglement en voldoet aan de specifieke mogelijkheden en beperkingen van de aangevraagde zaal.

        Artikel 15: De geldige aanvraag die eerst werd ingediend krijgt voorrang op eventuele latere geldige aanvragen.

        Artikel 16: De huurder kan een optie aanvragen voor één of meerdere verschillende data voor zover dit niet de algemene werking verstoort. Indien de gebruiker de gevraagde optie na 3 weken niet heeft bevestigd, dan wordt deze optie eenzijdig geannuleerd door Cultuurcentrum Het Perron.

        Artikel 17: Een aanvraag is enkel goedgekeurd wanneer de huurder de ontvangen overeenkomst binnen 1 week getekend terug bezorgt aan Cultuurcentrum Het Perron.

        Artikel 18: De huurder moet uiterlijk 21 dagen voor de activiteit op eigen initiatief het volledige draaiboek en een lijst van de nodige materialen bezorgen aan Cultuurcentrum Het Perron om de organisatie van de activiteit tot een goed einde te brengen. Bij gebrek hieraan draagt Cultuurcentrum Het Perron geen enkele verantwoordelijkheid voor mogelijke nefaste gevolgen.

        Artikel 19: Indien een activiteit door de aanvrager op eigen initiatief wordt afgelast moet deze het Cultuurcentrum Het Perron onmiddellijk en minstens twee weken op voorhand telefonisch en  schriftelijk of per mail op de hoogte stellen, anders wordt de voorziene huurprijs toch aangerekend. Bij overmacht (staking, ziekte van artiest/spreker, …) wordt niets aangerekend.

        Bij afgelasting van een activiteit op eigen initiatief in een vergaderzaal of repetitieruimte moet de aanvrager Cultureel Centrum Het Perron telefonisch en schriftelijk of per mail minstens 1 dag voorafgaand aan de activiteit.

        Artikel 20: In geval van overmacht (natuurrampen, brand, staking, enz.) of wegens wettige redenen (verkiezingen, opeising door hogere overheden) vervalt de huurovereenkomst zonder enige aanspraak op schadevergoeding.

        Artikel 21: Huurprijzen

        In de huurprijs van de stadsschouwburg, de theaterzaal en polyvalente zaal van Het Perron is de theatertechnische ondersteuning door maximaal 2 theatertechniekers inbegrepen.

        Naast de huurprijs worden er servicekosten en een vergoeding voor bijkomend personeel aangerekend per uur vanaf het aangevraagde aanvangsuur tot het uur waarop de zaal afgebouwd en opgekuist is. 

        THEATERZAAL
        BASISHUURPRIJS € 150 CATEGORIE ACTIVITEITEN
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act Cat 1 Act Cat 2 Act Cat 3 Act Cat 4 Act Cat 5
        A € 0,00 € 0,00 € 0,00    
        B € 150,00 € 75,00 € 37,50    
        C € 750,00 € 375,00 € 187,50    
        D € 1.500,00 € 750,00 € 375,00    
        POLYVALENTE ZAAL VRIJDAG EN WEEKEND 
        BASISHUURPRIJS € 62,5 CATEGORIE ACTIVITEITEN
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act Cat 1 Act Cat 2 Act Cat 3 Act Cat 4 Act Cat 5
        A € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00  
        B € 62,50 € 31,25 € 15,63 € 93,75  
        C € 250,00 € 125,00 € 62,50 € 375,00  
        D € 625,00 € 315,00 € 155,00 € 940,00 € 315,00
        POLYVALENTE ZAAL OP MAANDAG, DINSDAG, WOENSDAG EN DONDERDAG
        BASISHUURPRIJS € 62,5 CATEGORIE ACTIVITEITEN
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act Cat 1 Act Cat 2 Act Cat 3 Act Cat 4 Act Cat 5
        A € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00  
        B € 15,63 € 7,81 € 3,91 € 23,44  
        C € 250,00 € 125,00 € 62,50 € 375,00  
        D € 625,00 € 315,00 € 155,00 € 940,00 € 315,00
        REPETITIELOKAAL 
        BASISHUURPRIJS € 15 CATEGORIE ACTIVITEITEN
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act Cat 1 Act Cat 2 Act Cat 3 Act Cat 4 Act Cat 5
        A € 0,00 € 0,00 € 0,00    
        B € 15,00 € 7,50 € 3,75    
        C € 75,00 € 37,00 € 19,00    
        D € 150,00 € 75,00 € 38,00    
        VERGADERZAAL 
        BASISHUURPRIJS € 5 CATEGORIE ACTIVITEITEN
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act Cat 1 Act Cat 2 Act Cat 3 Act Cat 4 Act Cat 5
        A € 0,00     € 0,00  
        B € 5,00     € 7,50  
        C € 25,00     € 38,00  
        D € 50,00     € 75,00  
        SCHOUWBURG 
        BASISHUURPRIJS € 40 CATEGORIE ACTIVITEITEN
        CATEGORIE GEBRUIKERS Act Cat 1 Act Cat 2 Act Cat 3 Act Cat 4 Act Cat 5
        A € 0,00 € 0,00 € 0,00    
        B € 40,00 € 20,00 € 10,00    
        C € 200,00 € 100,00 € 50,00    
        D € 600,00 € 300,00 € 150,00    
        THEATERZAAL UURTARIEF
        CATEGORIE GEBRUIKERS SERVICEKOSTEN TECHNIEKER
        A € 0,00 € 0,00
        B € 15,00 € 15,00
        C € 20,00 € 25,00
        D € 20,00 € 38,00
        POLYVALENTE ZAAL EN STADSSCHOUWBURG UURTARIEF
        CATEGORIE GEBRUIKERS SERVICEKOSTEN TECHNIEKER
        A € 0,00 € 0,00
        B € 5,00 € 15,00
        C € 8,00 € 25,00
        D € 8,00 € 38,00

        Artikel 22: De betaling gebeurt ten laatste 30 dagen na ontvangst van de factuur. In geval van aangetekende betalingsherinneringen wordt een administratieve kost van 10,00 euro aangerekend.

        Artikel 23: Reducties

        Activiteiten voor een goed doel:

        Het college van burgemeester en schepenen kan afwijken van het tarief voor een activiteit ten voordele van een goed doel, indien de actie kadert in een algemeen aanvaard nationaal initiatief en/of evenwaardig gedragen door minstens drie lokale verenigingen, openbare diensten of bedrijven. Servicekosten en bijkomend personeel worden steeds aangerekend.

        Eigen creaties van podiumactiviteiten van Ieperse verenigingen:

        Gebruikers onder categorie B krijgen 50% reductie op de huurprijs van de Stadsschouwburg voor het opzetten van eigen creaties en op de huurprijs van de noodzakelijke repetities en blokkeringen.

        Vergaderzalen voor Ieperse erkende verenigingen:

        Het gebruik van vergaderzalen door Ieperse erkende verenigingen is gratis.

        Artikel 24: Drankafname

        Er geldt een verplichte afname van de dranken aangeboden door ACCI vzw. De geldende tarieven en voorwaarden worden bij aanvraag van de infrastructuur meegegeven.

        Artikel 25: De infrastructuur wordt geacht op orde te staan voor gebruik. Eventuele opmerkingen moeten voor de ingebruikname gemeld worden. De gebruiker moet de infrastructuur na gebruik in de oorspronkelijke staat achterlaten. De keuken, het artiestenfoyer en alle inhoud worden door de gebruiker onmiddellijk na gebruik grondig gereinigd.

        De andere zalen worden kuisklaar gemaakt. De tafels en stoelen moeten afgekuist en gestapeld worden volgens de richtlijnen van het Cultuurcentrum Het Perron. De  vloer moet kuisklaar zijn voor stofzuiger of kuismachine en dus vrij van scherven, papier en ander afval. De dranken en leeggoed moeten opgeborgen zijn volgens de bepalingen van Cultuurcentrum Het Perron.

        Afval kan in geen geval in het gebouw achtergelaten worden, en moet door de gebruiker meegenomen worden op de dag van de activiteit.

        Vergaderlokalen worden steeds in hun basisopstelling terug geplaatst.

        Artikel 26: Alle vergoedingen verbonden met het gebruik van de infrastructuur worden gefactureerd aan de aanvragende persoon of organisatie.

        Artikel 27: Voor alle schade, verlies of ontvreemding ten nadele van het stadsbestuur wordt de gebruiker die op het ogenblik van de schade, verlies of ontvreemding de betreffende lokalen gebruikt(e) aansprakelijk gesteld.

        Artikel 28Sancties

        Bij overtredingen van het reglement wordt een boete aangerekend van 100 euro. Indien de infrastructuur niet in behoorlijke staat achtergelaten wordt, worden alle kosten voor de schoonmaak verhaald op de gebruiker met een minimum van 100 euro. Bij overtreding van het sluitingsuur wordt een extra activiteit/dag aangerekend.

        In geval van wanbetaling wordt een volgend gebruik door dezelfde aanvrager/gebruiker voor een periode van twee jaar geweigerd.

        Indien de aanvrager en de aangevraagde activiteit niet overeenstemt met de feitelijke organisator en de effectief georganiseerde activiteit, worden de betrokken aanvrager en organisator gedurende twee jaar uitgesloten van gebruik van de stadsinfrastructuur.

        Artikel 29: Indien er geschillen rijzen i.v.m. de uitbating van een zaal, is het bestuur van het Cultuurcentrum Het Perron aangewezen om deze te onderzoeken waarna een gemotiveerd antwoord wordt gegeven aan de betrokken partijen.

        Artikel 30: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement. Ook wordt aan het college de bevoegdheid gegeven om in uitzonderlijke omstandigheden het gebruik van zalen en lokalen toe te staan aan voorwaarden die afwijken van deze vastgesteld door dit reglement. Deze beslissingen moeten altijd gemotiveerd worden.

        Artikel 31: Dit reglement is van toepassing op aanvragen na 31 december 2022.

        Artikel 32:  De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 2 december 2019 betreffende het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van stedelijke infrastructuur de Stadsschouwburg en Het Perron, beheerd door het Cultuurcentrum Het Perron - ACCI vzw wordt per 1 januari 2023 opgeheven. 

        Artikel 33: Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Retributie op het gebruik van signalisatie door private personen - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Er wordt zeer vaak gevraagd om ingebruikneming van het voetpad of het openbaar domein door private personen. Daarbij dient in sommige gevallen signalisatie voorzien te worden.  Dit kan toegestaan worden voor zover dit de veiligheid niet in het gedrang brengt. Deze “privatieve ingebruikneming” dient geregeld en opgevolgd te worden.

        Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente en de sterk toegenomen kosten wordt, op voorstel van het college van burgemeester en schepenen,  onderstaande aangepast reglement aan de gemeenteraad voorgelegd.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen,

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 2 onthoudingen (de raadsleden Six en Dehollander) tegen 9 neen stemmen  (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys en Dehaerne) :

        Artikel 1: Er wordt voor de dienstjaren 2023 tot en met 2025 een gemeentelijke reglement goedgekeurd dat het gebruik van parkeersignalisatie van de gemeente door private personen regelt.

        Artikel 2: Parkeerverbodsborden kunnen afgehaald worden, dit maximaal 2 borden per adres , aan het loket van de afdeling Openbaar Domein tijdens de openingsuren van het loket.

        Artikel 3: Iedere volwassen inwoner van de stad Ieper kan op de wijze in dit reglement bepaald parkeerverbodsborden uitlenen van de stad.

        Artikel 4: Per ontlening wordt er een retributie van 10,00 EUR aangerekend. Dit kan contant of met bancontact betaald worden bij afhaling. Er wordt hiervoor een kwitantie afgeleverd.

        Artikel 5: De parkeerverbodsborden kunnen enkel als doel hebben het vrijwaren van parkeerplaatsen voor een verhuis, levering of plaatsing van een container. Onder geen beding kan gemeentelijke signalisatie ingezet worden door of voor aannemers en firma’s. Er kunnen geen parkeerverbodsborden worden gevraagd die een regel uit de Wegcode bevestigen. 

        Artikel 6: De tijdsduur voor het vrijwaren van een parkeerplaats is beperkt tot 24 uur.

        Artikel 7: Indien men voor een langere periode parkeerplaatsen wenst vrij te houden dient men een ingebruikname van het openbaar domein aan te vragen bij de Afdeling Openbaar Domein.

        Artikel 8: De parkeerverbodsborden worden aan het loket van de afdeling Openbaar Domein, Rijselsepoort 4, te Ieper, voorzien van de juiste datum, uren, reden en plaats. Deze gegevens mogen onder geen beding door de ontlener aangepast worden. Van zodra de parkeerverbodsborden opgeladen zijn, vallen ze volledig onder de verantwoordelijkheid van de ontlener.

        Artikel 9: Alle schade aan de parkeerverbodsborden veroorzaakt tijdens de ontlening zijn ten laste van de ontlener. Alle schade die deze borden aanrichten aan derden zijn eveneens ten laste van de ontlener (eventueel omwaaien, aanrijden,…)

        Artikel 10: De parkeerverbodsborden moeten conform de geldende verkeersreglementering geplaatst worden. Het al dan niet navolgen van dit parkeerverbod door derden kan nooit ten laste gelegd worden van de stad Ieper (takelkosten, parkeerboetes,…)

        Artikel 11: De parkeerverbodsborden moeten ingezet worden op het grondgebied van de stad Ieper. Indien er wordt vastgesteld dat dit artikel wordt overtreden, wordt er een administratieve boete opgelegd van 150 EUR.

        Artikel 12: De parkeerverbodsborden moeten ten laatste de zevende werkdag na het ontlenen worden teruggebracht. Indien er wordt vastgesteld dat dit artikel wordt overtreden, wordt er een administratieve boete opgelegd van 150 EUR. 

        Artikel 13: Bij verlies, bij niet-terugbrengen, bij diefstal of vernietiging van de parkeerverbodsborden wordt er per stuk 150 EUR aangerekend. 

        Artikel 14: De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 2 december 2019 betreffende de retributie op het gebruik van signalisatie door private personen wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 15: Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Contantbelastingsreglement op het inzamelen, verwijderen en verwerken van afval op het recyclage- en groenpark - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

        Het decreet van 23 december 2011 betreffende duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (het Materialendecreet genoemd) regelt het duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen. Meer in het bijzonder is dit decreet de juridische grond op basis waarvan de gemeenten instaan voor de organisatie van de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval dat ontstaat op hun grondgebied. Artikel 26 van dat decreet laat toe dat de gemeente een intergemeentelijk samenwerkingsverband (in casu IVVO) machtigt de door de gemeente goedgekeurde belastingen voor het beheer van huishoudelijk afval te innen in opdracht van die gemeente. Dergelijke machtiging levert voor de gemeente een administratieve vereenvoudiging op;

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA genoemd) legt de gemeenten op om rekening te houden met diverse kosten bij het bepalen van de gemeentelijke afvalbelastingen en de voorwaarden van de bijdrage in de kosten van huishoudelijk afvalbeheer. Tevens wordt een minimale en maximale tarifering voor bepaalde afvalfracties vastgelegd in bijlage 5 van Vlarema.

        Het Uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 16 september 2016 vertaalt het Vlaamse afval- en materialenbeleid voor de planperiode 2016-2022.

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit

        Feiten, context en argumentatie

        Het stedelijk reglement betreffende de contantbelasting op het inzamelen, verwijderen en verwerken van afval op het recyclage- en groenpark en afvalinzameling huis-aan-huis van 2 december 2019.

        Elke gemeente draagt er, al dan niet in samenwerking met andere gemeenten, zorg voor dat de huishoudelijke afvalstoffen maximaal worden voorkomen of hergebruikt, op regelmatige tijdstippen worden opgehaald of op een andere wijze worden ingezameld, en worden verwerkt overeenkomstig de bepalingen van het Materialendecreet;

        De gemeente verleende beheersoverdracht aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO wiens raad van bestuur voorstelt om de gemeentelijke contantbelastingreglementen te uniformiseren en vereenvoudigenIVVO streeft ernaar om binnen haar werkgebied uiteindelijk tot één uniforme tarifering te komen.

        De Raad van Bestuur van IVVO adviseert haar gemeenten om de tarieven van het niet-recycleerbaar restafval (inclusief grofvuil) globaal te indexeren om een verdere harmonisering conform haar modelreglement aan te houden als volgt:
        - de 2 bestaande  tarieven voor restafval aan huis en grofvuil recyclagepark via indexering aan te passen naar : 0,22 €/kg en 0,23 €/kg (ter vervanging van tarieven 0,185 en 0,200) om verdere harmonisatie van de tarieven aan te houden

        - het streefdoel na afloop van het huidige modelreglement is uniformisering: één tarief voor restafval voor elke IVVO burger                                        

        Op advies van Administratie Binnenlands Bestuur dient de indexering van de tarieven eenduidig bepaald.  De indexering zal jaarlijks gebeuren per 1 januari. De indexeringswijze is gebaseerd op artikel 5.1.4 van het Vlarema en de berekening wordt omschreven in dit reglement.

        De stad wordt geconfronteerd met stijgende ophaalkosten voor restafval (prijsherziening ophaalcontract ifv formule met personeelkost + diesel).  Volgens het diftarprincipe dient dit verrekend aan de vervuiler                                     

        Het is aangewezen om hetzelfde tarief restafval huis aan huis en grofvuil recyclagepark aan te houden bij indexering opdat restafval niet aangetrokken wordt via goedkoper tarief op het recyclagepark. De stijging dient eveneens doorgerekend via de restafvalzak om het gebruik van de restafvalzak niet te bevoordeligen tegenover de restafvalcontainer.

        In het voorliggende Lokaal Materialenplan 2023-2030 krijgen lokale besturen de opdracht om de hoeveelheid restafval aanzienlijk te doen dalen.  Dit vergt bijkomende sorteer- en preventie-inspanningen van de burger.  Door een financiële prikkel kan die hiertoe extra gemotiveerd worden: wie minder restafval aanbiedt en dus beter sorteert, zal minder betalen (daarom wordt tarief gft niet geïndexeerd).
        De verwerkingskosten per kg voor de fracties restafval/brandbaar grofvuil en de kostprijs van de restafvalzakken zijn gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen overeen met de index van 1 september 2022.

        Deze kosten zullen jaarlijks op 1 januari aangepast worden op basis van de gezondheidsindex van de maand september die aan de aanpassing voorafgaat.

        De berekening gebeurt als volgt : elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de gezondheidsindex die van toepassing was op 1 september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de gezondheidsindex die van toepassing was op 1 september 2022. Het zo verkregen getal wordt afgerond tot twee decimalen na de komma. Het derde decimaal uit de voormelde berekening wordt altijd naar boven afgerond. Indien het verkregen getal lager is, dan worden de kosten niet aangepast.

        Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente;

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 5 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams en De Groote) tegen 6 neen stemmen (de raadsleden Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six en Dehollander) :

        Artikel 1

        Er wordt voor een termijn met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 een contantbelasting gevestigd op de inzameling van huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsafval aangebracht op het recyclage- en groenpark.

        Artikel 2
        De definities opgenomen in het Materialendecreet en het VLAREMA zijn van toepassing op dit reglement.

        Onder restafval wordt verstaan :

        Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zowel naar hoeveelheid als naar samenstelling en die in een daartoe bestemd recipiënt kunnen worden aangeboden met uitzondering van alle selectief ingezamelde afvalstoffen aan huis, via brengpunten en/of via recyclage of groenpark.

        Onder gft wordt verstaan :

        Groente-, fruit- en tuinafval  zoals schillen en resten van fruit, groenten en aardappelen, dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten, broodresten, koffiedik en papieren koffiefilters, huishoudpapier, noten, pitten, vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen,..), vaste zuivelproducten (kaasresten), eieren, eierschalen, fijn tuin- en snoeiafval (bladeren, gras, onkruid, haagscheersel, versnipperd snoeihout,..), kamer-en tuinplanten, schaafkrullen en zaagmeel van onbehandeld hout, mest van kleine huisdieren (hamster, cavia, konijn) en die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of bedrijfsactiviteit die gelijkaardig is met een huishouden.

        Onder grofvuil wordt verstaan :

        Alle afvalstoffen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de vergelijkbare afvalstoffen die door hun omvang, hun aard of hun gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilophaling kunnen geborgen worden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen.

        Onder asbestafval wordt verstaan :

        - gebonden asbestcement (bv. eternit)

        Onder inert bouwafval wordt verstaan :

        - steenpuin

        - gewapend beton

        - keramiek en porselein

        - cellenbeton (bv. ytong) en gips of gipskarton

        - vlak glas

        Deze fracties dienen gescheiden te worden gedeponeerd in de betrokken containers.

        Onder houtafval wordt verstaan :

        - afbraakhout

        - onbehandeld en behandeld houtafval

        - treinbilzen

        Onder harde plastics wordt verstaan : zuivere kunststoffen (>20 cm) ontdaan van vreemde materialen :

        - tuinstoelen en –tafels

        - speelgoed, bankjes, emmers, bakken, vaten, boxen, tonnen

        - sanitaire en elektriciteitsbuizen

        - pvc deur- en raamkaders, rolluiken, planchetten en dakgoten

        Onder tuinafval wordt verstaan : groenafval zoals gras, bladeren, haagscheersel, snoeihout, bloemen en planten

        Groente- en fruitafval wordt niet aanvaard en dient meegegeven met de selectieve ophaling aan huis van gft-afval via de groene IVVO containers.

        Onder EPS wordt verstaan : zuiver wit piepschuim

        Onder PMD wordt verstaan: plastieken verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons. 

        Artikel 3

        De contantbelasting voor de aanvoer van afval op recyclage- en groenpark is verschuldigd voor :

        Categorie inwoners en tweede verblijvers

        Fractie

         Contantbelasting

        grofvuil (brandbaar afval ) 

        0,22/€/kg

        Asbestafval

        gratis tot 200 kg/gezin/jaar

        0,130 €/kg vanaf 201 kg/gezin/jaar

        Inert bouwafval

        Houtafval

        Harde plastics

        0,040 €/kg

        Tuinafval

        gratis tot 1000 kg/gezin/jaar

        0,025 EUR/kg vanaf 1001 kg/gezin/jaar 

        De verwerkingskosten per kg voor de fractie grofvuil (brandbaar afval) is gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van 1 september 2022. Deze kosten zullen jaarlijks op 1 januari aangepast worden op basis van de gezondheidsindex van de maand september die aan de aanpassing voorafgaat.

        De berekening gebeurt als volgt :

        Elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de gezondheidsindex die van toepassing was op 1 september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de gezondheidsindex die van toepassing was op 1 september 2022. Het zo verkregen getal wordt afgerond tot twee decimalen na de komma. Het derde decimaal uit de voormelde berekening wordt altijd naar boven afgerond. Indien het verkregen getal lager is, dan worden de kosten niet aangepast.

        Categorie bedrijven, verenigingen e.a.

        Voor de aanlevering van vergelijkbaar en gelijkaardig bedrijfsafval op overslagstation en/of recyclagepark Veurne en Ieper, is een apart reglement van IVVO van toepassing.

        Brengmethode (recyclage- en groenpark)

        Artikel 4

        Elke inwoner van Ieper ontvangt een tegemoetkoming ter waarde van 7,50 € per jaar op de toegangskaart voor recyclage- en groenpark van de referentiepersoon waar de inwoner is gedomicilieerd. Deze tegemoetkoming kan evenwel niet aangewend worden voor de verschuldigde contantbelasting voor grofvuil conform de Vlarema-wetgeving, die aanrekening van kosten vanaf de eerste kilogram verplicht. De totale tegemoetkoming wordt gerekend volgens de gezinssamenstelling op 1 januari van het lopende jaar en wordt niet aangepast in de loop van het jaar.
        Nieuwe inwoners ontvangen eveneens hogervermelde tegemoetkoming vanaf het ogenblik van inschrijving in het bevolkingsregister.
        Het saldo van de tegemoetkoming vervalt op 31 december van het lopende jaar.

        Artikel 5 
        De contantbelasting vermeld in artikel 3 is verschuldigd door elke bezoeker van de betaalzone van het recyclage- of groenpark ongeacht of deze de betalende fracties per gemotoriseerd voertuig, per fiets of te voet aanbrengt.
        De contantbelasting is verschuldigd volgens het geleverde gewicht per afvalfractie. De bezoeker duidt de juiste fractie aan op de zuil bij de ingaande weegbrug van de betaalzone. Een brutoweging wordt geregistreerd. Na uitladen van de aangeduide fractie rijdt de bezoeker naar de uitgaande weegbrug voor een tarraweging. Het verschil tussen bruto- en tarragewicht is het aangeleverde gewicht, geregistreerd volgens een veelvoud van 10 kg, waarop de contantbelasting volgens artikel 3§1 wordt gerekend. Het verschuldigde bedrag, na aftrek van de eventuele tegemoetkoming, dient vereffend aan de betaalzuil. De bezoeker ontvangt een ticket.
        Indien de aanbieder meerdere betalende fracties heeft, is hij verplicht zich voor elke fractie apart te registreren aan de betaalzone. Per betalende fractie wordt een minimum aangerekend van 5 kg vermenigvuldigd met de contantbelasting voor de betrokken fractie.

        Artikel 6

        De bezoeker dient, na verbruik van zijn tegemoetkoming, bij voorkeur te betalen via betaalkaart (bancontact) op het park of door het storten van een provisie op een vaste rekening van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO. Er wordt geen krediet toegestaan op de provisierekening, tenzij betaling op het park door uitzonderlijke omstandigheden niet mogelijk is. Indien de provisierekening ontoereikend is, kan de bezoeker zijn provisierekening aanzuiveren bij voorkeur via betaalkaart of via het klantenportaal www.ivvo.be. Betaling in cash is enkel mogelijk op de IVVO Klantendienst, Bargiestraat 6 te 8900 Ieper tijdens de kantooruren.

        Een volgend bezoek aan het recyclagepark kan indien het eventuele negatief saldo is betaald. De parktoezichter heeft het recht de toegang tot en het gebruik van het recyclagepark te weigeren indien de bezoeker onvoldoende saldo ter beschikking heeft.

        Artikel 7 

        De contantbelasting vermeld in artikel 3 wordt geïnd door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO. Als de contante innning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

        Artikel 8

        De toegang tot het recyclagepark is enkel toegelaten voor particulieren en bedrijven die in het bezit zijn van een geldige toegangskaart. De particulier krijgt toegang tot het park met zijn/haar eID of geldige toegangskaart die door IVVO wordt afgeleverd aan de referentiepersoon per wooneenheid.

        De meerderjarige leden per gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de contantbelasting. Onder ‘gezin’ wordt verstaan, hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij twee of meer personen die – al dan niet door familiebanden gebonden – gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven. De inschrijving in de bevolkingsregisters is beslissend, tenzij andersluidend bewijs.
        De toegang tot het recyclagepark wordt geweigerd van zodra een persoon is uitgeschreven uit het bevolkingsregister of het kohier van de tweede verblijven of indien tijdelijk de toegang tot het park geschorst wordt of bij stopzetting van de (dienst aan) het bedrijf.

        Toegang tot het park kan via een toegangskaart van IVVO voor bedrijven, verenigingen, scholen, instellingen, kerkfabrieken,…
        Een toegangskaart van IVVO kan verkregen worden bij IVVO Klantendienst mits betaling van de bijhorende factuur van €8 + btw of €16 € + btw voor een gepersonaliseerde toegangskaart op rekening van IVVO. De 2de verblijver met Belgische nationaliteit heeft eveneens toegang met zijn eID of geldige toegangskaart. Particulieren en tweede verblijvers kunnen een toegangskaart verkrijgen mits aanvraag bij IVVO Klantendienst en mits betaling van de bijhorende factuur van €8 btw inclusief.

        Artikel 9 

        Voor een bezoek aan het recyclagepark is de bezoeker verplicht zich te houden aan de regels van het huishoudelijk reglement (reglement van inwendig bestuur), te raadplegen op het park en via www.ivvo.be

        Artikel 10

        Elke inwoner die instaat voor het onderhoud van openbaar gazon en hiervoor een overeenkomst met het stadsbestuur heeft afgesloten krijgt hiervoor de voorziene vergoeding op de provisierekening per 1 april van het jaar volgend op de overeenkomst conform de bepalingen van de gemeenteraadsbeslissing van 29 maart 2010 betreffende het groenonderhoud van openbare gazons door particulieren .  

        Artikel 11

        De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 2 december 2019 betreffende de contantbelasting op het inzamelen, verwijderen en verwerken van afval op het recyclage- en groenpark en afvalinzameling huis-aan-huis wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 12

        Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Contantbelasting op het inzamelen aan huis, het verwijderen en verwerken van rest- en gft-afval, pmd-afval en asbest - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 dd. 15 februari 2019 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding inzake gemeentefiscaliteit

        Het decreet van 23 december 2011 betreffende duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (het Materialendecreet genoemd) dat het duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen regelt. Meer in het bijzonder is dit decreet de juridische grond op basis waarvan de gemeenten instaan voor de organisatie van de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval dat ontstaat op hun grondgebied.  Artikel 26 van dat decreet laat toe dat de gemeente een intergemeentelijk samenwerkingsverband (in casu IVVO) machtigt de door de gemeente goedgekeurde belastingen voor het beheer van huishoudelijk afval te innen in opdracht van die gemeente. Dergelijke machtiging levert voor de gemeente een administratieve vereenvoudiging op.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA genoemd). Het legt de gemeenten op om rekening te houden met diverse kosten bij het bepalen van de gemeentelijke afvalbelastingen en de voorwaarden van de bijdrage in de kosten van huishoudelijk afvalbeheer.  Tevens wordt een minimale en maximale tarifering voor bepaalde afvalfracties vastgelegd in bijlage 5 van Vlarema.

        Het Uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 16 september 2016 dat het Vlaamse afval- en materialenbeleid voor de planperiode 2016-2022 vertaalt.

        Het Ministerieel Besluit tot toekenning van een subsidie aan IVVO voor een project in het kader van het asbestafbouwbeleid dd. 3 december 2020.

        De door de gemeente verleende beheeroverdracht aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO wiens raad van bestuur voorstelt om de gemeentelijke contantbelasting reglementen te uniformiseren en vereenvoudigen.

        IVVO streeft ernaar om binnen haar werkgebied uiteindelijk tot één uniforme tarifering te komen.

        De stad wordt geconfronteerd met stijgende ophaalkosten voor restafval (prijsherziening ophaalcontract ifv formule met personeelkost + diesel).  Volgens het diftarprincipe dient dit verrekend aan de vervuiler.

        Het is aangewezen om hetzelfde tarief restafval huis aan huis en grofvuil recyclagepark aan te houden bij indexering opdat restafval niet aangetrokken wordt via goedkoper tarief op het recyclagepark. De stijging dient eveneens doorgerekend via de restafvalzak om het gebruik van de restafvalzak niet te bevoordeligen tegenover de restafvalcontainer.

        In het voorliggende Lokaal Materialenplan 2023-2030 krijgen lokale besturen de opdracht om de hoeveelheid restafval aanzienlijk te doen dalen.  Dit vergt bijkomende sorteer- en preventie-inspanningen van de burger.  Door een financiële prikkel kan die hiertoe extra gemotiveerd worden: wie minder restafval aanbiedt en dus beter sorteert, zal minder betalen (daarom wordt tarief gft niet geïndexeerd).

        De tariefverhoging op restafval/grofvuil is berekend volgens de indexeringsbasis (gezondheidsindex per 1/1/2020) zoals voorzien in het huidige contantbelastingsreglement en resulteert in een geïndexeerd bedrag van 0,22 EUR/kg (voor restafval in containers) en 1,55 EUR/restafvalzak.

        De indexering zal jaarlijks gebeuren per 1 januari. De indexeringswijze is gebaseerd op artikel 5.1.4 van het Vlarema en de berekening wordt eenduidig opgenomen in dit reglement.

        Feiten, context en argumentatie

        De Raad van Bestuur van IVVO adviseert haar gemeenten om de tarieven van het niet-recycleerbaar restafval (inclusief grofvuil) globaal te indexeren om een verdere harmonisering conform haar modelreglement aan te houden als volgt:

        - de 2 bestaande  tarieven voor restafval aan huis en grofvuil recyclagepark via indexering aan te passen naar : 0,22 €/kg en 0,23 €/kg (ter vervanging van tarieven 0,185 en 0,200) om verdere harmonisatie van de tarieven aan te houden                 

        - het streefdoel na afloop van het huidige modelreglement is uniformisering, maw één tarief voor restafval voor elke IVVO burger                                        

        Op advies van Administratie Binnenlands Bestuur dient de indexering van de tarieven eenduidig bepaald.  De indexering zal jaarlijks gebeuren per 1 januari. De indexeringswijze is gebaseerd op artikel 5.1.4 van het Vlarema en de berekening wordt omschreven in dit reglement.

        De hoeveelheid restafval moet verder dalen door hogere sorteerinspanningen conform het Lokaal Materialenplan 2023-2030.  Selectieve afvalfracties worden bijgevolg niet geïndexeerd.
        De inzameling van grofvuil (eveneens als restafval te beschouwen) op afroep wordt aangepast.  De werkelijke ophaal-en verwerkingskost is veel hoger dan 50 EUR en is niet evenredig aan de contantbelasting voor restafval. Het verhogen van dit bedrag zet eveneens aan tot hogere sorteerinspanningen.

        In het vorige besluit werden naar aanleiding van enkele recente ontwikkelingen eveneens volgende elementen opgenomen:

        - de inzameling van vergelijkbaar bedrijfsafval en horeca (waarbij de aanbiedingskost per container voor horeca wegvalt), maar dat dient te voldoen aan de Vlarema-bepalingen.  Voor grotere hoeveelheden dient het bedrijf een contract af te sluiten met IVVO of een private ophaler

        - de tarifering voor de aankoop van papieren GFT-zakken (klein formaat voor particulier en groot formaat voor bvb. horeca)

        - bij het correct gebruik van de containers worden maximale gewichten vermeld

        - project bronophaling asbest (tarieven plaatzak of container)

        Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente;

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 10 onthoudingen (de raadsleden Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six en Dehollander) :

        Artikel 1

        Er wordt voor een termijn met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 een contantbelasting gevestigd op de inzameling en verwerking van rest- en gft-afval via het diftarsysteem en van pmd-afval.  Voor de bronophaling van gebonden asbestafval is de termijn bepaald in artikel 9.

        Artikel 2

        De definities opgenomen in het Materialendecreet en het VLAREMA zijn van toepassing op dit reglement.

        Onder restafval wordt verstaan:

        Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zowel naar hoeveelheid als naar samenstelling en die in een daartoe bestemd recipiënt kunnen worden aangeboden met uitzondering van alle selectief ingezamelde afvalstoffen aan huis, via brengpunten en/of via recyclagepark.

        Onder gft wordt verstaan:

        Groente-, fruit- en tuinafval  zoals schillen en resten van fruit, groenten en aardappelen, dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten, broodresten, koffiedik en papieren koffiefilters, huishoudpapier, noten, pitten, vlees-en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen,..), vaste zuivelproducten (kaasresten), eieren, eierschalen, fijn tuin- en snoeiafval (bladeren, gras, onkruid, haagscheersel, versnipperd snoeihout,..), kamer-en tuinplanten, schaafkrullen en zaagmeel van onbehandeld hout, mest van kleine huisdieren (hamster, cavia, konijn) en die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of bedrijfsactiviteit die gelijkaardig is met een huishouden.

        Onder PMD wordt verstaan:

        Plastieken verpakkingen, Metalen verpakkingen en drankkartons.

        Onder asbest wordt verstaan:

        Cementgebonden asbest, waaronder dak- en gevelbekleding, schoorsteenpijpen, bloembakken,…

        Artikel 3

        De belasting is hoofdelijk verschuldigd door:

        - de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister, en die geregistreerd is als aansluitpunt van het DIFTAR-systeem en als dusdanig gekend is als afvalproducent, gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager

        - de referentiepersoon van elk gezin die op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister en die beroep doet op de dienstverlening

        - iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent en die beroep doet op de dienstverlening

        - verenigingen, gemeenschapshuizen, kerkfabrieken, openbare en semi-openbare instellingen,… die beroep doen op de dienstverlening

        Artikel 4

        Containers

        Het rest- en gft-afval wordt aangeboden in respectievelijk grijze en groene containers die in opdracht van de gemeente door IVVO ter beschikking worden gesteld. De containers zijn eigendom van IVVO. Andere containers worden niet geledigd. Het restafval kan eveneens aangeboden worden in reglementaire restafvalzakken.

        De containers bevatten een ingebouwde elektronische gegevensdrager waardoor de identiteit van de normale gebruiker gekend is. De containers behoren toe aan de fysische locatie (gebouw, infrastructuur of domein) van het aansluitpunt. Het gebruik van een restafvalcontainer en/-of officiële restafvalzak is verplichtend.

        De ophaler aangeduid door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO waartoe de gemeente behoort, haalt alleen restafval op opgeborgen in de IVVO restafvalcontainer (en de officiële restafvalzakken van de gemeente), overeenkomstig het plaatselijk politiereglement.

        De ophaler aangeduid door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO waartoe de gemeente behoort, haalt alleen PMD op opgeborgen in de officiële pmd zakken met IVVO-logo, overeenkomstig het plaatselijk politiereglement.

        Het gebruik van een gft-container is niet verplichtend. Het gft-afval mag niet met het restafval aangeboden worden.  Naast het gebruik van een gft-container wordt het thuiscomposteren tevens gepromoot. Het standaardvolume van de restafval- en gft-container is 120/140 liter maar aansluitpunten kunnen ook kiezen voor een container van 40l of 240 l.

        In specifieke gevallen kan voor rest- en gft-afval tevens gebruik gemaakt worden van een verzamelcontainer van 770l of 1100l.

        Artikel 5

        Art. 5.1 Contantbelasting

        Art. 5.1.1 De contantbelasting voor restafval is samengesteld als volgt :

        RESTAFVALCONTAINERS

        restafval

        40 l

        120/140 l

        240 l

        770 l en 1100 l

        Tariefverwerking (per kg)

        0,22 EUR

        Vergelijkbaar bedrijfsafval :

        -          voor categorie bedrijven en horeca met domicilie met aanbieding op 1 adres : beperkt tot max. 2x 240 liter containers

        -          voor non-profit organisaties kan afgeweken worden van deze beperking mits hiervoor goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen wordt verleend

        Restafval van bedrijven en horeca 

        40 l

        120/140 l

        240 l

        770 l of 1100 l

        Aanbiedingskost (per aangeboden container)

        1,00

        1,00

        1,00

        4,00

        Tariefverwerking (per kg)

        0,22 EUR

        RESTAFVALZAKKEN

        De contantbelasting op het verstrekken van de officiële restafvalzakken wordt vastgesteld op :

        - voor restafvalzakken voor huishoudelijk restafval, klein formaat : 1,55 EUR per zak

        De belasting is contant verschuldigd door de koper en dient betaald op het ogenblik van de afgifte van de zakken.

        De kosten voor de fractie restafval (per kg voor restafvalcontainers en per volume voor restafvalzakken) zijn gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen overeen met de index van 1 september 2022.  Deze kosten zullen jaarlijks op 1 januari aangepast worden op basis van de gezondheidsindex van de maand september die aan de aanpassing voorafgaat.

        De berekening gebeurt als volgt :

        Elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de gezondheidsindex die van toepassing was op 1 september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de gezondheidsindex die van toepassing was op 1 september 2022. Het zo verkregen getal wordt afgerond tot twee decimalen na de komma. Het derde decimaal uit de voormelde berekening wordt altijd naar boven afgerond. Indien het verkregen getal lager is, dan worden de kosten niet aangepast.

        Art. 5.1.2 De contantbelasting voor gft-afval is samengesteld als volgt :

        GFT-CONTAINERS 

        Gft-afval

        40 l

        120/140 l

        240 l

        770 l of 1100 l

        Verwerking (per kg) 

        0,085 EUR

         Vergelijkbaar bedrijfsafval :

        -          voor categorie bedrijven en horeca met domicilie met aanbieding op 1 adres

        -          voor non-profit organisaties kan afgeweken worden van deze bepaling mits hiervoor goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen wordt verleend 

        Gft-afval van bedrijven en horeca

         

        40 l

        120/140 l

        240 l

        770 l of 1100 l

        Verwerking (per kg)

        0,085 EUR

        PAPIEREN GFT-ZAKKEN

        De contantbelasting op het verstrekken van papieren zakken voor GFT klein formaat (8 liter) wordt vastgesteld op: 6,00 EUR per bundel van 80 zakjes.

        De contantbelasting op het verstrekken van papieren zakken voor GFT groot formaat (45 liter) wordt vastgesteld op: 8,00 EUR per bundel van 20 zakjes.

        De belasting is contant verschuldigd door de koper en dient betaald op het ogenblik van de afgifte van de zakken.

        Art. 5.1.3 De contantbelasting voor pmd-afval is samengesteld als volgt :

        PMD ZAKKEN

        De contantbelasting op het verstrekken van de officiële pmd-zakken wordt vastgesteld op 

        a. voor pmd voor huishoudelijk gebruik, standaard formaat :   0,15 EUR per zak

        b. voor pmd voor scholen, zakken voor 120 l containers :   0,30 EUR per zak

        De belasting is contant verschuldigd door de koper en dient betaald op het ogenblik van de afgifte van de zakken.

        Art. 5.1.4.. Er wordt een contantbelasting gevestigd op de volgende ingezamelde fracties huis-aan-huis van huishoudelijke en huishoudelijk vergelijkbare oorsprong:

        Fractie

        Contantbelasting volgens gewicht of volume

        Contantbelasting volgens frequentie

        a) grof vuil

         

        100 euro/ophaling op afroep

        (uitgezonderd oude metalen: gratis)

        b) plastieken verpakkingen, metalen verpakkingen
        en drankkartons (PMD)

         

        0,15 EUR/zak standaard formaat (3,00 EUR/rol van 20 zakken)

        0,30 EUR/zak groot formaat, enkel voor scholen (3,00 EUR/rol van 10 zakken) 

         

        c) groenafval snoeihout

         

        50 EUR/ophaling op afroep

        De contantbelasting voor restafval- en PMD-zakken is contant verschuldigd door de koper en dient betaald op het ogenblik van de afgifte van de zakken, tegen afgifte van een kwitantie. De contantbelasting voor het ophalen van grof en groot tuinafval op afroep wordt geïnd door het stadsbestuur.

        Art. 5.2 Voorschotbedrag containers rest- en gft-afval

        De contantbelasting wordt betaald met voorschotten.  De voorschotten worden geïnd via een betalingsuitnodiging te betalen via het IVVO klantenportaal, terug de vinden op de IVVO website: https://ivvo.be of via overschrijving. Betaling in cash is enkel mogelijk op de IVVO Klantendienst, Bargiestraat 6 te 8900 Ieper tijdens de kantooruren.

        Elk betaald voorschot blijft verbonden aan de referentiepersoon voor de duur van de dienstverlening. Telkens een aansluitpunt beroep doet op de huis-aan-huis inzameling van restafval en gft-afval wordt het daarmee samenhangend bedrag van de contantbelasting van het voorschot afgehouden.

        De voorschotbedragen zijn de volgende :

         

        40 l tem 240 l 

        770 l tem 1100 l

        Aansluitpunt met 1 tem 2 containers voor restafval en/of gft-afval

        25 EUR

        Aantal containers * 200 EUR

        Aansluitpunt met 3 tem 5 containers voor restafval en/of gft-afval

        70 EUR

        Aantal containers * 200 EUR

        Aansluitpunt met >5 containers voor restafval en/of gft-afval

        Aantal containers * 35 EUR

        Aantal containers * 200 EUR

        De betalingsuitnodiging vermeldt het voorschotbedrag verhoogd met het eventuele negatieve saldo.

        Art. 5.3 Drempelbedrag containers rest- en gft-afval

        Wanneer het voorschot daalt onder het drempelbedrag ontvangt het aansluitpunt een nieuwe betalingsuitnodiging voor een voorschot.  Het drempelbedrag per aansluitpunt is :

         

        40 l tem 240 l 

        770 l of 1100 l

        Aansluitpunt

        10 EUR/aansluitpunt

        30 EUR/aansluitpunt

        De historiek van de ledigingen wordt enkel bij de betalingsuitnodiging gevoegd mits aanvraag bij de klantendienst. De historiek is steeds raadpleegbaar op het IVVO klantenportaal, terug de vinden op de IVVO website: https://ivvo.be  Indien de gebruiker niet tijdig zijn saldo aanzuivert waardoor zijn voorschot onder 0 EUR komt, worden zijn containers niet meer geledigd bij de eerstvolgende aanbieding indien zijn betalingsuitnodiging én zijn herinnering zijn vervallen tot zijn saldo is aangezuiverd.

        Art. 5.4 Activatie/desactivatie containers rest- en gft-afval

        IVVO staat in voor de activatie van de containers bij de (her)opening van een (afgesloten) aansluitpunt. De containers worden door IVVO gedesactiveerd indien geen actieve aansluiting.

        Artikel 6

        Bedrijfsafval

        Het vergelijkbaar bedrijfsrestafval kan enkel ingezameld worden als huishoudelijk afval zoals dit wettelijk is bepaald. Dit bedrijfsrestafval dient qua aard, samenstelling en hoeveelheid vergelijkbaar met het huishoudelijk afval van een gemiddeld gezin (zie definitie ‘met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen’ in het VLAREMA, artikel 1.2.1, §2, 54°).  Op dit restafval gelden sorteerverplichtingen (voor een lijst van verplichte selectieve fracties : zie VLAREMA, artikel 4.3.2).

        De hoeveelheden vergelijkbaar restafval van bedrijven ingezameld onder dit reglement zijn beperkt als volgt:

        -          voor categorie bedrijven met domicilie met aanbieding op 1 adres : max. 2x 240 liter containers voor restafval

        -          voor non-profit organisaties kan afgeweken worden van deze beperking mits hiervoor goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen wordt verleend

        Bij het overschrijden van deze hoeveelheden wordt dit gelijkaardig bedrijfsafval genoemd en dient een contract te worden afgesloten rechtstreeks met IVVO of met een private ophaler. Dezelfde sorteerverplichtingen blijven van kracht.

        Artikel 7

        De contantbelasting wordt geïnd door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO.  Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.

        Artikel 8

        Andere kosten

        Art. 8.1 Tarieven omruilen container rest- en gft-afval / plaatsen slot

        Art. 8.1.1 Omruiling

        Voor de omruiling van een container wordt een omruilingskost aangerekend van 12 EUR per container. Deze kosten worden verrekend via de retributie huis aan huis ophaling rekening. De eerste omruiling is gratis, indien de container leeg, proper en in goede staat wordt aangeleverd.

        Art. 8.1.2 Vervanging door oneigenlijk gebruik

        De vervanging van defecte containers door oneigenlijk gebruik door de containergebruiker (waaronder meer afval aanbieden dan het maximum toegelaten gewicht waardoor de container scheurt tijdens het ledigen) wordt als volgt aangerekend :

        40 liter : 35 EUR  per container (max. 20 kg)

        120-140 liter : 40 EUR per container (max. 56 kg)

        240 liter : 50 EUR per container (max. 96 kg)

        770 liter : 240 EUR per container (max. 308 kg)

        1100 liter : 300 EUR per container (max. 440 kg)

        De vervanging van onderdelen en/of elektronische gegevensdrager : 20 EUR per interventie

        Bovenvermelde bedragen zijn inclusief btw.  Deze kosten worden aangerekend via een aparte factuur en worden geïnd in naam en voor rekening van IVVO.  Deze kosten dienen betaald te worden vooraleer de opdracht wordt uitgevoerd.

        Art. 8.1.3 Plaatsing slot

        Voor de levering en plaatsing van een kantelslot wordt een kost van 42,35 EUR aangerekend per container inclusief btw. Deze kost wordt aangerekend via een aparte factuur en wordt geïnd in naam en voor rekening van IVVO.  Deze kost dient betaald te worden vooraleer de opdracht wordt uitgevoerd. 

        Art. 8.2 Tarieven stopzetting

        Indien de klant de container(s) in goede staat, leeg en proper zelf terugbrengt naar het recyclagepark/milieupark is de stopzetting gratis.

        Indien de container(s) niet leeg en proper worden aangeleverd worden de verwerkingskosten van het afval aangerekend, verhoogd met een reinigingskost van 12 EUR per container.

        Indien IVVO de container dient op te halen bij stopzetting van het gebruik van de container(s) wordt een kost aangerekend van 12 EUR per aansluitpunt. Deze kosten worden verrekend via de contantbelasting huis aan huis ophaling rekening

        Art. 8.3 Administratiekosten/boetes

        Voor het versturen van betalingsherinneringen zal IVVO administratiekosten aanrekenen van 5 EUR per herinnering vanaf de 2de herinnering. Misbruik van de containers of het aanbieden van containers met foutieve inhoud kan worden gesanctioneerd volgens het gemeentelijk politiereglement.

        Artikel 9

        Project bronophaling asbest

        Art. 9.1. Er wordt een contantbelasting gevestigd voor de huis-aan-huisinzameling van asbesthoudende cementgebonden bouwmaterialen. In afwijking van artikel 1 zal de begin- en einddatum van dit project afhangen van de beschikbare middelen van de subsidiërende overheden.

        Art. 9.2 De contantbelasting is hoofdelijk verschuldigd door iedere projectdeelnemer.  De aard van de projectdeelnemer is vastgelegd in de algemene voorwaarden van IVVO en raadpleegbaar op haar website.
        Elke projectdeelnemer kan maximaal 6 asbestzakken of maximaal 2 containers ter beschikking krijgen per uniek adres.

        Art. 9.3 De contantbelasting wordt vastgesteld als volgt:
        - De contantbelasting op een plaat- en/of kuubzak (max. ± 30 m² bouwmateriaal) bedraagt 30 EUR per zak.
        - De contantbelasting op een container (max. ± 300 m² bouwmateriaal) bedraagt 170 EUR per container.

        Art. 9.4 De contantbelasting wordt geïnd door IVVO en is vooraf betaalbaar bij het indienen van de aanvraag.

        Art. 9.5 De algemene voorwaarden zoals vastgelegd door IVVO dienen door de projectdeelnemer nageleefd te worden.

        Art. 9.6 Eventuele kosten aangerekend door derde partijen wegens het niet naleven van de algemene voorwaarden zullen door IVVO worden doorgerekend aan de projectdeelnemer.

        Artikel 10

        De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang van 1 januari 2023.  Het reglement van 8 november 2021 betreffende de contantbelasting op het inzamelen aan huis, het verwijderen en verwerken van rest- en gft- afval, pmd-afval en asbest wordt per 1 januari 2023 opgeheven.

        Artikel 11

        Bekendmaking

        Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.  De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Retributie op voornaamswijziging ingediend bij de ambtenaar van de burgerlijke stand - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 170 § 4 van de Grondwet;

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit;

        De wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht hevelt de bevoegdheid van de minister van Justitie om te beslissen over verzoeken tot voornaamsverandering via Ministerieel Besluit over naar de ambtenaren van de burgerlijke stand met inwerkingtreding op 1 augustus 2018.

        Een verzoek tot voornaamsverandering wordt voortaan ingediend bij de burgerlijke stand.

        De registratierechten die door het registratiekantoor van de FOD Financiën geïnd werden op de vergunningen tot verandering van voornamen zijn geschrapt. Die registratierechten waren vastgesteld op 490 euro maar konden verminderd worden tot 49 euro indien de aanvraag voldoende gemotiveerd was. 
        Uit artikel 3, § 2, vierde en vijfde lid, van de wet en artikel 170, § 4, eerste lid, van de Grondwet blijkt dat de gemeenteraad in alle autonomie kan beslissen om hetzij de toegekende verzoeken tot voornaamsverandering, hetzij enkel de vergunningen tot verandering van voornamen te onderwerpen aan een retributie. Het staat hem vrij een vast bedrag vast te stellen of gevallen van korting of vrijstellingen en betalingsmodaliteiten te regelen. 

        Overeenkomstig artikel 170, § 4, tweede lid, van de Grondwet voert de wetgever restricties door op de gemeentelijke fiscale autonomie in twee gevallen:

        1. De retributie verschuldigd door transgenders mag niet meer dan 10 procent van het door de gemeente vastgestelde gewone tarief overschrijden. (art. 3, § 2, vierde lid, van de wet).
        2. Personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben bij het verzoek tot voornaamstoevoeging, zijn vrijgesteld van enige retributie om dat te verhelpen. 

        Feiten, context en argumentatie

        De aanvragers moeten hun aanvraag tot voornaamswijziging indienen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand:

        -indien in België gedomicilieerd: in de gemeente waar de aanvrager ingeschreven is (of de gemeente waar het kind is ingeschreven als het gaat over een verzoek van een minderjarige).

        -indien niet meer in België gedomicilieerd: in de Belgische gemeente waar betrokkene laatst was ingeschreven.

        Dit betekent dat enkel de personen die momenteel in Ieper wonen, hier hun aanvraag kunnen indienen, dus niet alle personen die in Ieper geboren werden. Door deze overdracht van bevoegdheid werd het indienen van zo’n verzoek door de burger toegankelijker. Dit heeft als gevolg een toename in het aantal aanvragen en een hogere werklast voor de stedelijke administratie. In heel wat gemeenten wordt hiervoor intussen een retributie geheven. Een retributie kan er ook mee toe bijdragen dat mensen voldoende weloverwogen en niet lichtzinnig een aanvraag tot voornaamswijziging indienen, gezien dit ook voor de persoon in kwestie verstrekkende administratieve gevolgen heeft.

        Voorstel is om een gemeentelijke retributie van 100 euro te heffen voor een gewone aanvraag mits toepassing van de restricties bepaald in artikel 170 §4 van de Grondwet. 

        Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 9 onthoudingen (de raadsleden Laurens, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six en Dehollander) en 2 niet gestemd (de raadsleden De Roo en Desomer) :

        Artikel 1

        Er wordt voor de dienstjaren 2023 tot en met 2025 een retributie geheven op de toegekende verzoeken tot voornaamswijziging.

        Artikel 2

        De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de voornaamswijziging: de betrokkene zelf of zijn wettelijke vertegenwoordiger.

        Artikel 3

        De retributie wordt vastgesteld op 100 EUR.

        Artikel 4

        De retributie voor transgenders, die verklaren op eer dat hun geslacht in hun geboorteakte niet overeenstemt met de innerlijk beleefde genderidentiteit, en deze verklaring bij hun verzoek voegen, op 10 EUR vast te stellen.

        Artikel 5

        Volgende personen zijn vrijgesteld van retributie: personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijgen van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben bij het verzoek tot voornaamswijziging.

        Artikel 6

        De retributie kan contant of met bancontact betaald worden bij aanvraag / verzoek tot voornaamswijziging. Er wordt hiervoor een kwitantie afgeleverd

        Artikel 7

        Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Subsidiereglement voor de huldiging van jubilerende verenigingen - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Sinds jaar en dag worden jubilerende verenigingen reeds gehuldigd door de Stad Ieper waarbij ze een receptie of toelage kunnen krijgen van de stad. Dit steunde evenwel op interne afspraken zonder te zijn vastgelegd in een reglement. Er wordt nu een subsidiereglement opgemaakt om de werkwijze te bekrachtigen door de gemeenteraad en bekend te maken bij het ruime publiek via de website.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 27 ja stemmen en 1 niet gestemd (raadslid De Roo) :

        Artikel 1: Dit reglement heeft tot doel de huldiging van Ieperse erkende verenigingen die een jubileum van 25 jaar of een veelvoud daarvan (25, 50, 75,100,...) vieren.  De Ieperse erkende vereniging moet kunnen aantonen dat de vereniging 25 jaar (of een veelvoud daarvan) bestaat zonder dat de werking binnen deze periode werd stopgezet. (vb. oprichtingsakte).

        Artikel 2: De aanvrager kan kiezen uit twee formules:

        1° Ontvangst op het stadhuis met receptie voor maximum 100 personen. Aan elke aanwezige wordt 1 drankje en 1 bijschenk aangeboden.

        2° Een subsidie om zelf een feestelijke activiteit te organiseren.

        Deze twee formules kunnen niet gecombineerd worden. 

        Artikel 3: Ieperse erkende verenigingen die 25 jaar (of een veelvoud daarvan) bestaan, kunnen binnen de perken van de stadsbegroting een subsidie krijgen.  Het bedrag van de subsidie voor een jubilerende Ieperse erkende vereniging overeenkomstig artikel 1 wordt als volgt vastgesteld:

        Jubileum vereniging Subsidie
        25 jaar 75,00 EUR
        50 jaar 150,00 EUR
        75 jaar 200,00 EUR
        100 jaar 250,00 EUR
        Jubilea vanaf 100 jaar telkens vermeerderd met 25 jaar 250,00 EUR

        Artikel 4: De subsidie overeenkomstig artikel 3 wordt betaald van zodra de aanvrager kan aantonen dat een feestelijke activiteit werd georganiseerd (vb. persartikel, foto van de gehuldigden, factuur van het restaurantbezoek,...) en de aanvraag werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 5: Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 6: Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • AGB Vauban. Meerjarenplanaanpassing 6 2020-2025. Goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De Raad van Bestuur van AGB Vauban heeft in zitting van 05/12/2022 de meerjarenplanaanpassing 6 2020-2025 vastgesteld.

        De meerjarenplanaanpassing 6 van AGB Vauban kan als volgt worden samengevat: 

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen keurt de gemeenteraad met 14 ja stemmen tegen 13 neen stemmen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six, Dehollander, Sabels en Vancayseele) de meerjarenplanaanpassing 6 2020-2025 van AGB Vauban goed.

      • AGB Musea Ieper. Meerjarenplanaanpassing 4 2021-2025. Goedkeuring.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd de meerjarenplanaanpassing 4 2021-2025 van AGB Musea Ieper goed te keuren.

        De meerjarenplanaanpassing 4 van AGB Musea Ieper kan als volgt worden samengevat: 

        De Raad van Bestuur van AGB Musea Ieper heeft in zitting van 01/12/2022 de meerjarenplanaanpassing 4 2021-2025 vastgesteld.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen keurt de raad met 16 ja stemmen en 9 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys en Dehaerne) tegen 2 neen stemmen (de raadsleden Six en Dehollander) de meerjarenplanaanpassing 4 2021-2025 van AGB Musea Ieper goed.

      • Vereniging OLV Ziekenhuis. Meerjarenplanaanpassing 2020-2025: aktename

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd akte te nemen van het meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van Vereniging OLV Ziekenhuis.   De saldi vertonen allemaal een nihil saldo, net zoals het  oorspronkelijke MJP.  Er zijn geen wijzigingen maar formeel en BBC-matig moet er toch een meerjarenplan"aanpassing" worden opgesteld.

        De meerjarenplanaanpassing  2020-2025 kan als volgt worden samengevat: 

          2020 2021 2022 2023 2024 2025
        Exploitatiesaldo 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Investeringssaldo 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Financieringssaldo 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Budgettair resultaat boekjaar 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Gecumuleerd budgettair resultaat 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Onbeschikbare gelden 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Beschikbaar budgettair resultaat 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen neemt de raad akte van de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van Vereniging OLV Ziekenhuis.

      • AGB Spie. Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025. Goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van AGB Spie goed te keuren.

        De meerjarenplanaanpassing 3 kan als volgt worden samengevat:

         De raad van bestuur van het AGB Spie heeft in zitting van 29/11/2022 de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 vastgesteld.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen keurt de gemeenteraad met 24 ja stemmen tegen 2 neen stemmen (de raadsleden Six en Dehollander) en 1 niet gestemd (raadslid Baert) de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van AGB Spie goed.

      • Politiezone Arro Ieper: verdeelsleutel en dotatie 2023 - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in bijzonder artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid;

        Het KB van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone;

        Het KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politie;

        Het Decreet Lokaal Bestuur;

        Het unaniem positief advies inzake de wijziging van de verdeelsleutel in politiecollege en politieraad;

        Het voorstel begrotingswijziging 2022 en voorstel begroting 2023 van de politiezone Arro Ieper voor te leggen aan de politieraad van 8 december 2020; 

        Het advies van het politiecollege van 25 november 2022 en advies van de begrotingscommissie;

        De omzendbrief met betrekking tot begrotingsonderrichtingen politiezones;

        De wet van 7 december 1998 voornoemd bepaalt dat de gemeenten het tekort van de politiezone dienen te dragen;

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Feiten, context en argumentatie

        Verdeelsleutel

        De politiezones worden gefinancierd via 2 grote groepen van toelagen, enerzijds via de federale toelagen en anderzijds via de gemeentelijke bijdragen.  Voor de PZ Arro Ieper is de verhouding momenteel 55% federale toelage e 45% gemeentelijke dotatie.

        De federale dotatie bestaat uit een financieringsmechanisme op basis van 2 principes:

        - gelijkheid: de totale federale dotatie gedeeld door aantal politieambtenaren waardoor er een forfaitaire dotatie per politieambtenaar wordt bekomen

        - KUL norm:  de verdeelsleutel voor de theoretische berekening van de politiecapaciteit tussen de politiezones op basis van onderzoek van KU Leuven aan de hand van 75 indicatoren (criminaliteit, gevangenis in de zone, ongevallen, bevolkingsdichtheid, …)

        De gemeentelijke dotatie wordt bepaald op basis van een consensus in onderling overleg of op basis van de standaard verdeelsleutel.  De standaard verdeelsleutel bestaat uit:

        - 20% kadastraal inkomen

        - 20% belastbaar inkomen

        - 60% KUL norm

        Bij de oprichting van de politiezone PZ Arro Ieper werd de standaard verdeelsleutel toegepast en deze is als volgt:  

         

        niet geacualiseerde verdeelsteutel

        (van toepassing tem 2022)

          %
        Ieper 33,63
        Heuvelland 6,62
        Poperinge 15,68
        Wervik 13,12
        Staden 7,61
        Langemark-Poelkapelle 5,26
        Vleteren 2,36
        Zonnebeke 7,96
        Moorslede 7,13
        Mesen 0,62
          100,00

        De cijfers van het netto belastbaar inkomen en het totaal kadastraal inkomen dateren nog van bij de oprichting van de politiezone en zijn dus niet meer actueel.  

        Op het politiecollege van 17 juni 2022 en op de politieraad van 13 oktober 2022 werd een unanieme consensus bereikt om de huidige verdeelsleutel te actualiseren voor de delen die kunnen geactualiseerd worden, namelijk het netto belastbaar inkomen en het kadastraal inkomen.  De KUL-norm ligt vast bij koninklijk besluit.

        De systematiek van de huidige verdeelsleutel blijft dus behouden maar de eerste 2 luiken (kadastraal inkomen en belastbaar inkomen) worden geactualiseerd met de meest recente cijfers van statbel  (Belgisch instituut voor statistiek).

        Het voorstel en de consensus is om de geactualiseerde verdeelsleutel te laten ingaan vanaf 2025 en vanaf 2023 een geleidelijke jaarlijkse overgang te voorzien van de huidige verdeelsleutel naar de geactualiseerde verdeelsleutel cfr. tabel hieronder.   

          2022 2023 2024 2025
        Ieper 33,63 33,60 33,58 33,55
        Heuvelland 6,62 6,55 6,48 6,41
        Poperinge 15,68 15,63 15,58 15,54
        Wervik 13,12 12,98 12,84 12,70
        Staden 7,61 7,61 7,61 7,61
        Langemark-Poelkapelle 5,26 5,38 5,49 5,61
        Vleteren 2,36 2,35 2,35 2,34
        Zonnebeke 7,96 8,07 8,17 8,27
        Moorslede 7,13 7,20 7,27 7,34
        Mesen 0,62 0,63 0,63 0,64
          100,00 100,00 100,00 100,00

        Voor de jaren na 2025 is de verdeelsleutel van 2025 van toepassing tenzij deze opnieuw wordt geactualiseerd. 

        Toelage 2023

        De tweede begrotingswijziging 2022 en de begroting 2023 van de politiezone PZ 5462 Arro Ieper worden ter goedkeuring voorgelegd aan de politieraad van 8 december 2022.

        In 2020 werd reeds een evolutie van de exploitatietoelage bepaald op basis van de toen gekende gegevens.   In de evolutie van het meerjarenplan was er voor 2022 een indexering van de exploitatietoelagen van de steden/gemeenten aan de politiezone Arro Ieper voorzien van 1,5% t.o.v. 2021, voor het jaar 2023 1,75 % en voor de jaren 2024 en 2025 2%.

        Ook de politiezones ontsnappen echter niet aan de kosten van stijgende inflatie met de opeenvolgende spilindexen voor de lonen en met de stijgende energiekosten.  De stijging van de personeelskosten volgens de inflatievooruitzichten van het planbureau van 8 november 2022 bedraagt in 2022 9,1%  t.o.v. 2021 en 5,6% in 2023 t.o.v. 2022.   Bovendien is er voor de komende jaren een te verwachte stijging van de loonuitgaven onder meer door stijging in de geldelijke loopbaan, door een verhoging van de patronale pensioenbijdragen voor statutaire personeelsleden en door de in voege treding van het nieuw sectoraal akkoord van de geïntegreerde politie.  De federale gekoppelde federale dotatie ligt slechts voor 1 jaar vast waardoor het onzeker is wat de evolutie van de federale dotatie op termijn zal zijn.

        In de tweede begrotingswijziging 2022 (politieraad van 8 december 2022), wijzigt de bijdrage van de steden en gemeenten voor de politiezone Arro Ieper niet gezien het deficit wordt opgevangen met de eigen gecumuleerde middelen van voorbije jaren.

        In de begroting 2023 (eveneens politieraad op 8 december 2022)  blijven de vooropgestelde percentages van de exploitatietoelage van het meerjarenplan gelijk (dus + 1,75% t.o.v. 2022), doch aangepast aan de nieuwe verdeelsleutel.   De stijging van de kosten wordt enerzijds mee gefinancierd door het gecumuleerd resultaat van vorige boekjaren en anderzijds wordt er vanaf 2023 een investeringstoelage ingevoerd om de investeringen te financieren.   Dit maakt dat de stijging van de kosten niet extra wegen op de autofinancieringsmarge van de steden gemeenten maar dat dit ten laste komt van de investeringsrubriek en kasbasis van de gemeenten.

        Voor 2023 zijn de dotaties dan als volgt: 

            Toelage  Toelage
            exploitatie investering
          2023    
        Ieper 33,60 3.630.358 302.445
        Heuvelland 6,55 707.478 58.940
        Poperinge 15,63 1.688.458 140.665
        Wervik 12,98 1.402.561 116.847
        Staden 7,61 822.225 68.500
        Langemark-Poelkapelle 5,38 581.002 48.403
        Vleteren 2,35 254.017 21.162
        Zonnebeke 8,07 871.309 72.589
        Moorslede 7,20 777.783 64.797
        Mesen 0,63 67.842 5.652
          100,00 10.803.034 900.000

         

        Adviezen

        Positief advies vanuit financiële dienst.  De gevraagde toelagen vallen binnen de opgestelde meerjarenplanaanpassing 6 2020-2025 van de stad.  

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 23 ja stemmen en 2 onthoudingen (de raadsleden Sabels en Vancayseele) tegen 2 neen stemmen (de raadsleden Six en Dehollander) :

        Artikel 1 : De verdeelsleutel voor de jaren 2022-2025 en verder zoals hierboven voorgesteld in de verklarende nota goed te keuren.  

        Artikel 2 : De bijdrage van stad zoals ingeschreven in de begrotingswijziging 2022 en in de begroting 2023 van de politiezone Arro Ieper en hierboven vermeld in de tabel onder 'feiten, context en argumentatie' goed te keuren en in te schrijven in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing van de stad.

        Artikel 3 : Dit besluit ter goedkeuring over te maken aan de heer gouverneur van de provincie West-Vlaanderen en een afschrift te bezorgen aan de bijzondere rekenplichtige van de politiezone.

      • Tariefreglement De Academie

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs van 9 maart 2018.

        Het besluit van de Vlaamse regering betreffende de organisatie van het deeltijds kunstonderwijs van 4 mei 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        In het kader van de sterk stijgende overheadkosten en toegenomen administratieve ondersteuning en begeleiding, wordt voorgesteld om per leerling een kleine gemeentelijke bijdrage te vragen bovenop het inschrijvingsgeld van de opleiding bepaald door het Ministerie van Onderwijs en Vorming. Daarbij kan voor de inschrijving de Uitpas gebruikt worden voor wie er recht op heeft.

        Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente en op voorstel van het college van burgemeester en schepenen, leggen we onderstaande reglement aan de gemeenteraad voor.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 16 ja stemmen en 2 onthoudingen (de raadsleden Six en Dehollander) tegen 9 neen stemmen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys en Dehaerne) volgend tariefreglement De Academie goed te keuren:

         

        Tariefreglement De Academie

        Artikel 1

        Er wordt met ingang van 1 juni 2023, start inschrijvingen schooljaar 2023 - 2024, een tarief gevestigd als gemeentelijke bijdrage op de inschrijvingen aan de Stedelijke Academie gelegen in de Weverijstraat 33 - 35 te 8900 Ieper.

        Artikel 2

        De inschrijvingsdata worden door de directie van dé Academie bepaald en kenbaar gemaakt via diverse kanalen.  Het inschrijvingsgeld wordt bepaald door het Ministerie van Onderwijs en Vorming. De leerlingen worden ingeschreven in de volgorde dat ze zich bij de academie aanmelden en indien voldaan is aan de inschrijvingsvoorwaarden. Op het moment van de inschrijving dient men zich ook akkoord te verklaren met het academiereglement en het artistiek-pedagogisch project (APP) van dé Academie.

        Artikel 3

        Tarieven, verminderingen, terugbetalingen worden vastgesteld aan de hand van de jaarlijkse omzendbrief van het Ministerie van Onderwijs en Vorming.  Bovenop het inschrijvingsgeld voor de opleiding opgelegd door het Ministerie van Onderwijs en Vorming wordt aan elke leerling een gemeentelijke bijdrage van 5,00 euro gevraagd per inschrijving. De betaling van de inschrijving gebeurt via online betaling, overschrijving of bancontact.  Bij niet-betaling wordt de inschrijving geannuleerd.

        Artikel 4

        Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Stadsbestuur Ieper. Meerjarenplanaanpassing 6 2020-2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd de meerjarenplanaanpassing 6 2020-2025 van de stad vast te stellen en het deel OCMW goed te keuren.

        De meerjarenplanaanpassing van de stad Ieper en het OCMW kan als volgt worden samengevat:   

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen en met 15 ja stemmen tegen 12 neen stemmen (de raadsleden Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six, Dehollander, Sabels en Vancayseele) 

        Artikel 1: keurt de raad de meerjarenplanaanpassing 6 2020 - 2025, wat het deel OCMW betreft goed.

        Artikel 2: stelt de raad de meerjarenplanaanpassing 6 2020 - 2025, wat het deel stad betreft vast.

    • Digitalisering

      • Digiwijzer: goedkeuring samenwerkingsovereenkomst en bestek.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Digiwijzer is een initiatief van POM West-Vlaanderen in samenwerking met 14 Digibanken in West-Vlaanderen. Het betreft de uitrol van een webtool en campagne om middenveldactoren te sensibiliseren en mobiliseren omtrent hun outreachende rol op vlak van e-inclusie. Met de webtool kunnen intermediairen cliënten met een specifieke digitale hulpvraag snel en gericht doorverwijzen naar het meest geschikte dienstverlenings- en opleidingsaanbod. Een sensibiliseringscampagne met o.m. korte opleidingssessies gericht op middenveldactoren moet hen stimuleren om de Digiwijzer effectief te gebruiken.

        Belangrijk in de samenwerkingsovereenkomst is de opschortende voorwaarde in artikel 5: Deze overeenkomst wordt voor elk van de Partijen afzonderlijk gesloten onder de opschortende voorwaarde van goedkeuring van het Digibank dossier door het Departement Werk en Sociale Economie. De eerste aanvraag voor Digibank regio Ieper werd namelijk afgekeurd, samen met de aanvragen van de andere drie westhoeksteden. Op 25/10/2022 werd een nieuwe aanvraag ingediend die rekening houdt met de feedback van het Departement WSE. 

        Financiële gevolgen

        De Digiwijzer wordt aanbesteed als een gezamenlijke opdracht, voorlopig indicatief geraamd op in totaal 100.000 euro (incl. BTW ). De financiering van de gezamenlijke opdracht zal geschieden conform onderstaande verdeling:

        • De POM draagt 50.000 euro (incl. BTW) van de kosten.
        • De Digibank-promotoren dragen elk maximaal 5.000 euro (incl. BTW) bij. Dit wordt integraal gefinancierd met de Vlaamse middelen voor Digibanken. 
        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: de samenwerkingsovereenkomst goed te keuren in het kader van een gezamenlijke overheidsopdracht voor de ontwikkeling en disseminatie van een Digiwijzer-webtool waarmee middenveldactoren kunnen doorverwijzen naar het lokale/regionale e-inclusie aanbod;

        Artikel 2: het bestek voor de betreffende onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking goed te keuren;

        Artikel 3: artikel 1 en artikel 2 onder voorbehoud van goedkeuring door het directiecomité van de POM op 13/12/2022.

    • Juridische aangelegenheden

      • Afsluiten samenwerkingsovereenkomst toetreding Riopact - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Drinkwaterdecreet van 24 mei 2002 (B.S. 23.07.2022), en latere wijzigingen.

        Omzendbrief LNE 2013/2. 

        Feiten, context en argumentatie

        Inleiding

        De Watergroep organiseert niet alleen de productie en de levering van drinkwater, ze zijn ook verantwoordelijk voor de opvang, het transport en de zuivering van het afvalwater afkomstig van hun klanten. De Watergroep is met andere woorden saneringsplichtig.

        Ze beginnen niet van nul en kunnen voor de zuivering gebruik maken van de collectoren en de waterzuiveringsinstallaties aangelegd door Aquafin nv (in opdracht van het Vlaamse Gewest) en de gemeentelijke rioleringsinfrastructuur.

        De Watergroep kan voor deze saneringsverplichting een contract afsluiten met Aquafin voor hun bovengemeentelijke saneringsverplichting en met de gemeenten voor hun gemeentelijke saneringsverplichting.

        Voor het gemeentelijk saneringscontract zijn er verschillende mogelijkheden:
        1) De gemeente neemt de saneringsverplichting over van de watermaatschappijen en blijft zelf instaan voor de uitbouw en het onderhoud van hun rioleringsnetwerk.
        2) Er wordt een samenwerking opgezet tussen gemeenten en watermaatschappijen en duidelijk aangegeven wie voor wat verantwoordelijk is.
        3) De gemeente draagt de uitbouw en/of het onderhoud van hun rioleringsnetwerk over aan een intercommunale of aan een derde.

        Om de verdere uitbouw en het duurzame onderhoud van het rioleringsnetwerk te bekostigen, werden in 2005-2006 de gemeentelijke saneringsbijdrage en -vergoeding in
        het leven geroepen. Dat is de kost voor het inzamelen en afvoeren van afvalwater via de riolering. Deze kost wordt aangerekend door de Watergroep en overgemaakt aan
        de rioolbeheerder die instaat voor de gemeentelijke saneringsverplichting van de Watergroep. De geïnde gemeentelijke saneringsbijdragen en –vergoedingen mogen
        uitsluitend aangewend worden voor de verdere uitbouw en het duurzame onderhoud van de gemeentelijke saneringsinfrastructuur.

        Feiten en context

        Er wordt door de stad jaarlijks aan de VMM gerapporteerd over het gemeentelijk rioolbeheer, voor wat betreft de investeringen wordt de jaarlijkse afschrijvingskost gerapporteerd. Vanaf 2021 worden de financiële gegevens onmiddellijk via de beleids- en beheerscyclus (BBC) doorgegeven.

        Naast de verplichting van rioolbeheer wordt de rioolbeheerder gevraagd om het rioolstelsel in kaart te brengen. Het assetbeheer van de riolering komt dus naast het eigenlijk beheer van de riolering te staan.
        Vlaamse riolen hebben een gemiddelde leeftijd van 40 à 50 jaar. Veel gemeenten waaronder ook Ieper weten niet volledig in welke toestand hun riolen zich bevinden. Met een aantal concrete afspraken wil de Vlaamse Regering het asset management van gemeentelijke en bovengemeentelijke rioleringsinfrastructuur goed op mekaar afstemmen. De afspraken kwamen tot stand in overleg met AquaFlanders, VVSG, Vlario, VMM en Aquafin.
        Ondertussen heeft minister Zuhal Demir via een nota ook benadrukt om hier prioritair werk van te maken.
        Voor de verplichting om ons rioolstelsel in kaart te brengen, werd een plan van aanpak opgesteld. Gemeenten moeten zich houden aan volgende timing:
        • Eind 2021: alle gemeenten en Aquafin hebben hun info opgeladen in AWIS rioolinventaris
        • Eind 2022: volledige rioolinventaris, risicokaart en inspectieplan tot 2027 beschikbaar
        • Eind 2023: 25 % van het inspectieplan is uitgevoerd, waaronder minimaal 25% van de kritische riolen
        • Eind 2025: meest kritische riolen geïnspecteerd, 50 % van het inspectieplan uitgevoerd
        • Eind 2027 :
        o inspectieplan volledig uitgevoerd, geëvalueerd – incl. maatregelenprogramma
        o resultaat in een toestandskaart en een geactualiseerde risicokaart
        o inspectieplan 2028 – 2033 beschikbaar

        Ieper heeft een relatief grote rioleringsgraad (86,48% rioleringsgraad en 80,51% zuiveringsgraad). Het verder uitbouwen van ons rioleringsstelsel is daarom beperkt en staat ook al gepland, de komende jaren wordt er naar 94,96% rioleringsgraad en 89,88% zuiveringsgraad gegaan. Het onderhoud van het bestaande rioleringsstelsel echter is wel aan opvolging toe. De kosten voor dit onderhoud zijn nog niet in kaart gebracht. Het inspectieplan dat verplicht is op te maken tegen 2027 zal hier meer duidelijkheid brengen. Aquafin heeft ervaring met asset management en biedt deze service aan steden en gemeenten (ook in het partnerschap Riopact).

        De consequenties van de door Vlaanderen opgelegde 3 verplichtingen inzake asset management als deel van de Vlaamse Minimum Voorwaarden zijn de volgende :
        - Tegen eind 2025: Topkritische leidingen dienen geïnspecteerd te worden d.m.v. een rijdende camera-inspectie. Topkritische leidingen zijn leidingen die onder gebouwen, spoorwegen en snelwegen lopen. Gemiddeld gezien is 2% van de leidingen topkritisch. Op een lengte van 276 km leidingen geeft dit dan 5,5 km. 0.5% topkritische leidingen lijkt de ondergrens wat dan 1.5 km geeft. Ervan uitgaande dat de lengte topkritische leidingen hiertussen zal liggen, wordt er een raming gegeven voor 3km leidingen.
        - Tegen eind 2027: Hoogkritische knooppunten moeten geïnspecteerd worden dmv putcamera-inspectie. Het gaat over putten die op hoogkritische leidingen liggen en waar 3 of meer leidingen in toekomen. Inschatting 850 putten.
        - Tegen eind 2027: 40% gebiedsdekking dient te zijn geïnspecteerd. Inschatting 1280 putten te inspecteren.
        Er is aanname van 3 kilometer topkritische leidingen en de aanpak van alle putcamera’s nodig voor de minimale voorwaarden, wat resulteert in een geraamde jaarlijkse kost van 70.000 EUR/jaar en dit voor een periode van 5 jaar.  Gezien deze raming is gebaseerd op een aanname zal het budget mogelijks later nog bijgesteld moeten worden na de  afronding van de riooldatabank en de screening van de topkritische leidingen.

        Binnen Riopact bundelen De Watergroep en Aquafin de krachten voor een efficiënt afvalwaterbeheer. Riopact biedt een breed gamma aan diensten (zowel asset management als uitbouw en onderhoud riolering) voor gemeenten die zich willen laten bijstaan door een partner met kennis en expertise.

        Er zijn 2 samenwerkingsvormen mogelijk:
        • Riopact-gemeente: rioolbeheer blijft een bevoegdheid van de gemeente
        • Riopact-vennoot: rioolbeheer wordt overgedragen

        De stad bekijkt de samenwerkingsvorm Riopact-gemeente als alternatief voor onze samenwerkingsvorm met Aquafin.

        Riopact-gemeente is een formule die op maat van de gemeente wordt aangeboden:
        • Modulair aanbod op maat via Riopact-takenpakket en in functie van de behoefte van gemeenten.
        • Rioleringsstelsel blijft eigendom van de gemeente, gemeente heeft contract met De Watergroep
        • Geen financiële vergoeding
        • Niet-solidair model, een saneringsbijdrage bij gemeente
        • Afrekening op basis van reële prestaties d.mv. facturatie aan gemeente
        • Jaarlijks takenpakket in functie van de behoefte (modules) en met raming voor budget
        • Volledige autonomie blijft bij gemeente
        • Prioritaire rioleringsprojecten zijn subsidie-onafhankelijk (bovenbouw inclusief)
        • Accountmanager als aanspreekpunt/opvolging
        Deze formule komt overeen met de samenwerkingsovereenkomst die we momenteel hebben met Aquafin.

        De medewerkers van Aquafin die reeds geruime tijd samenwerken voor en met Ieper voor de verdere opbouw en onderhoud van het rioleringsstelsel op ons grondgebied hebben een uitgebreide kennis opgedaan. Met de verdere verplichting om tegen eind 2027 een volledig en betrouwbaar zicht op de toestand van ons rioleringsstelsel te hebben, zal een samenwerking met Aquafin wenselijk zijn.

        De Watergroep heeft een overeenkomst afgesloten met Aquafin NV. Deze overeenkomst resulteert in het partnerschap Riopact. Aangezien Ieper aandeelhouder is bij de Watergroep, volstaat een beslissing van de gemeenteraad om de samenwerking met Riopact te starten.

        De huidige manier van samenwerken met Aquafin zal niet wijzigen en omwille van de samenwerking tussen Aquafin en de Watergroep, wordt een uitgebreidere menukaart
        aan diensten aangeboden  bij het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met Riopact.

        Zoals de samenwerking met Aquafin nu, zijn er geen kosten verbonden aan het aangaan van een samenwerking met Riopact. De afgenomen diensten worden betaald aan de vooraf afgesproken prijzen. De prijzen die Aquafin aanrekent, worden 1-op-1 doorgerekend aan de stad Ieper via Riopact.

         Het is opportuun om in het Riopact in te stappen dit onder meer omdat

        - “het opvangen, transporteren, collecteren en zuiveren van afvalwater” een verdere uitbouw, onderhoud en beheer van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur vereist. Dat dit een opdracht is die financiële, administratieve en technische inspanningen vergt, die best kunnen worden uitgevoerd in samenwerking met een ervaren en gespecialiseerd entiteit.

        - De Watergroep, die reeds de waterdistributie verzorgt op het grondgebied van haar vennoot stad Ieper een specifiek takenpakket kan aanbieden dat ontwikkeld is voor de uitbouw en het beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel, wat bestaat uit DWA-leidingen, RWA-leidingen, grachten, infiltratie- en bufferbekkens, hemelwatervoorzieningen, rioolwaterkolken,…

        - De Watergroep voor de invulling en uitvoering van dit takenpakket een overeenkomst heeft afgesloten met Aquafin NV. Dat deze overeenkomst gebaseerd is op wederzijdse en complementaire knowhow en ervaring, en een specifieke taakverdeling tussen De Watergroep en Aquafin NV bevat. Dit takenpakket op vraag en op maat van de stad Ieper kan samengesteld worden. De uitvoering hiervan kan bekostigd worden uit de B(ijdrage) voor O(pvang) en T(ransport) en/of door de stad Ieper zelf.

        Binnen Riopact is ook de opmaak van een hemelwater- en droogteplan een mogelijkheid.  Wil de gemeente nog in aanmerking komen voor watergerelateerde subsidies, dan moet er ten laatste op 31 december 2024 een goedgekeurd en voldoende ambitieus hemelwater- en droogteplan op tafel liggen.

        Een hemelwater- en droogteplan is veel meer dan zomaar een plan. Het zet een proces op gang om te komen tot een integrale watervisie en vormt een basis voor een veerkrachtige stad of gemeente.
        De doelstellingen van een hemelwater- en droogteplan zijn dan ook:

        • een gezamenlijk (leer)proces doorlopen rond de aanpak van wateroverlast en waterschaarste om zo tot een gedragen plan en meer samenwerking te komen
        • een functioneel bruikbaar kader aanbieden op basis waarvan een lokaal bestuur en haar partners beslissingen kunnen nemen die bijdragen aan een klimaatbestendig watersysteem (grondwater, oppervlaktewater, hemelwater) en zo input geven aan een leefbare, waterbewuste en klimaatrobuuste stad of gemeente en aan de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de stad of gemeente
        • een gebiedsgerichte visie aanbieden met een oplijsting van adequate en maximaal brongerichte maatregelen en opportuniteiten om knelpunten en kansen op het gebied van wateroverlast en waterschaarste aan te pakken, vandaag en in de toekomst, waarbij een win-win beoogd wordt met klimaatadaptatie, leefomgevingskwaliteit, biodiversiteit, fijnmazige groenblauwe dooradering, circulair watergebruik, …
        • na uitvoering het grondgebied robuuster maken voor de gevolgen van klimaatverandering en voor de negatieve effecten van verharding en verstedelijking en eventueel ook bijdragen aan oplossingen voor het verlies aan biodiversiteit, hitte-eilandeffect, …

        Aquafin kan instaan voor de opmaak van dergelijke studie, uiteraard in overleg met het lokale bestuur.  Het mogelijke traject werd al eens doorgenomen met onze contactpersoon bij Aquafin.
        Voor Ieper wordt de kostprijs voor dergelijk plan (looptijd ongeveer 1 jaar) op ongeveer 85.000 EUR geraamd.
        Gezien de (terrein)kennis die Aquafin in huis heeft, lijkt de uitvoering van de opdracht door hen een logische keuze binnen het Riopact.

        Financiële gevolgen

        In de meerjarenplanaanpassing, ter goedkeuring voorliggende aan de gemeenteraad ter zitting, worden de nodige budgetten, vanuit het saneringsfonds ingeschreven voor de volgende bedragen :

        70.000,00 EUR per jaar voor een periode van 5 jaar of 350.000,00 EUR voor asset management
        85.000,00 EUR voor de opmaak van het hemelwater- en droogteplan

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 14 ja stemmen en 13 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six, Dehollander, Sabels en Vancayseele) :

        Artikel 1 : de overeenkomst 'samenwerkingsvorm Riopact-gemeente' tussen de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening cvba (De Watergroep) en de stad Ieper voor de uitbouw, het onderhoud en het beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel in essentie de planning, de (uit)bouw en de exploitatie van deze infrastructuur van het geheel behelsend af te sluiten.

        Artikel 2 : binnen de samenwerkingsvorm Riopact-gemeente het asset management toe te vertrouwen aan Aquafin om tegemoet te komen aan de minimale voorwaarden door Vlaanderen opgelegd inzake inspectie van top kritische leidingen en hoog kritische knooppunten d.m.v. putcamera-inspectie en de voor 40% gebiedsdekkende inspectie.

        Artikel 3 : de opmaak van een hemelwater- en droogteplan binnen Riopact door Aquafin te laten uitvoeren.

        Artikel 4 : De kosten van de onder artikel 2 en artikel 3 vermelde diensten te financieren met kredieten in te schrijven op de meerjarenplanning voor de geraamde bedragen van 70.000,00 EUR per jaar voor een periode van 5 jaar of 350.000,00 EUR voor asset management en 85.000,00 EUR voor de opmaak van het droogte – hemelwaterplan, in te schrijven in de meerjarenplanaanpassing en te financieren met budgetten vanuit het saneringsfonds.

      • Samenwerkingsovereenkomst betreffende de gemeentelijke administratieve sancties GAS 4 met stad Poperinge - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        In het meerjarenplan 2020-2025 staat er 'Gemeentelijke administratieve sancties (GAS-boetes) passen we consequent toe voor zaken die overlast teweeg brengen zoals wildplassen, het niet opruimen van hondenpoep, sluikstorten, vandalisme en graffiti.'

        Steden en gemeenten hebben verder ook de mogelijkheid om overtredingen inzake het stilstaan en parkeren te sanctioneren. In de gemeenteraad van 6 september 2021 werden hiertoe de zonale politieverordening verkeer en het protocolakkoord met het parket goedgekeurd. 

        In de gemeenteraadszitting van 8 november 2022 werden de samenwerkingsovereenkomsten met Heuvelland, Staden, Zonnebeke, Moorslede, Mesen en Langemark-Poelkapelle inzake de verwerking en de behandeling van gemeentelijke administratieve sancties categorie 4 goedgekeurd. Op heden vraagt ook Poperinge om een soortgelijke samenwerkingsovereenkomst af te sluiten. Daarbij zou 30 EUR per dossier worden gevraagd. Dit is de berekende kostprijs die in de andere samenwerkingsovereenkomsten werd bepaald. 

        De gemeenteraad van de stad Poperinge keurt deze samenwerkingsovereenkomst normaliter goed in haar zitting van 19 december 2022.

        Onder meer onderstaande overtredingen vallen onder GAS parkeren:
        - Parkeren in woonerven buiten de afgebakende parkeervakken;
        - Onrechtmatig parkeren op een plaats voorbehouden voor mindervaliden
        - Stilstaan en parkeren op verhoogde inrichtingen;
        - Hinderlijk stilstaan en parkeren;
        - Stilstaan en parkeren op verkeersgeleiders, verdrijvingsvakken, witte markeringen of dambordmarkeringen
        - Hinderlijk stilstaan of parkeren (trottoirs, fietspaden, zebrapaden, tunnels, hellingen,…)

        Op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 22 ja stemmen en 4 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander, Sabels en Vancayseele) en 1 niet gestemd (raadslid Desomer) om de samenwerkingsovereenkomst betreffende de gemeentelijke administratieve sancties GAS 4 met stad Poperinge goed te keuren.

  • Interpellaties

    • Stad Ieper versus Ieperse zelfstandige fotografen. (Interpellatie van raadslid Six)

      Feiten, context en argumentatie

      IEPER2030 heeft vernomen dat er nogal ongerustheid en wrevel is ontstaan bij de Ieperse zelfstandige fotografen.

      De reden daarvan is dat er eventueel (of is het wellicht?) op termijn pasfoto’s zullen gemaakt kunnen worden in het stadhuis en dat terwijl in Ieper meerdere fotografen zijn die dit in hun winkel doen. 

      Met het eventuele argument dat het een extra service is voor wie naar de balie komt voor één of ander document en daarvoor een nieuwe pasfoto nodig heeft, nemen wij alvast geen genoegen. Pasfoto’s maken behoort volgens ons niet tot één van de kerntaken van een stad. 

      Voor IEPER2030 kan het niet dat het stadsbestuur aan dergelijke concurrentie zou doen met de lokale fotografen. Voor ons neigt dit naar broodroof wetende dat die sector het sedert oa de digitale fotografie en de crisis moeilijk heeft. Dat Stad Ieper nu ook nog eens een deel van hun werk zou afsnoepen, is pijnlijk.  

      Het is hypocriet om als stadsbestuur het lokaal kopen te promoten maar terwijl zou gaan

      concurreren met kleinhandelaars en in dit geval met de fotografen.    

      Er zou tot op heden nog geen communicatie geweest zijn met de Ieperse fotografen en op het schrijven dit voorjaar van één van de betrokkenen (en dit in naam van alle Ieperse fotografen) kwam er 0,0% respons. Enkele weken geleden werd er opnieuw een mail gestuurd naar de burgemeester waarop er bij het opmaken van dit agendapunt nog steeds geen antwoord is gekomen. Wat is de reden hiervoor? 

      De fotografen en IEPER2030 willen graag weten wat het standpunt nu feitelijk is van Stad Ieper: gaan ze concurrentiestrijd aan of blijft alles zoals het is? 

      Mevrouw de burgemeester, politici moeten niet enkel recht in de spiegel kunnen kijken, ze moeten er ook voor zorgen dat ze recht in de lens kunnen kijken en in dit geval in de lens van de beroepsfotografen.

  • Vragen en antwoorden

    • Vredesmolens. (Vraag van raadslid Desomer)

      Feiten, context en argumentatie

      Wat is de visie van het huidige bestuur over het project van de Vredesmolens.  Welk toekomstgericht plan is er vanuit de stad voor bijkomende aanvragen.

    • "Vredesmolens" zorgen voor onvrede.... (Vraag van raadslid Six)

      Feiten, context en argumentatie

      Ik wil beginnen met te zeggen dat we de benaming “Vredesmolens” een beetje belachelijk vinden. Bij Luminus gaan ze gedacht hebben van: “we gaan die vier windmolens Vredesmolens noemen want dat zal als zoete broodjes verkopen in “de Vredesstad”…Het lijkt erop dat het voorvoegsel “Vrede” een dekmantel is. Denk maar aan de Vredesloop die een verdoken PVDA-evenement is en zelfs probleemloos het stadslogo mag gebruiken op hun publicaties. Want jah…het is een Vredesloop in de Vredesstad….Maar soit, dit ter zijde. 

      Dat Luminus in volle energiecrisis komt aandraven met het voorstel van die vier windmolens en benadrukt hoeveel groene energie geproduceerd zou kunnen worden, dat hiermee Stad Ieper geholpen zou zijn om de klimaatdoelstellingen van 40% minder CO2-uitstoot te behalen, dat de energiefacturen van bv de scholen verlaagd kunnen worden, enz…zijn pogingen om de Ieperlingen over de streep te trekken. Als de vos de passie preekt, boer let op je ganzen….. 

      Bij ons pakt dat niet: IEPER2030 sprak zich eerder al uit tegen de aanvraag voor de 2 molens op het einde van de A19, doet dit vandaag ook tegen de aanvraag van de 4 molens van Luminus en zal dat ook doen bij nog volgende aanvragen.  

      Het her en der zetten van windmolens zou een verkrachting zijn van het landschap, de skyline, van onze stad. Dat willen we niet… Dergelijke gedrochten horen thuis op de industriezone al dan niet ter vervanging van de bestaande windmolens… 

      Mijn concrete vragen zijn:

      1/ Wat is de houding van het Schepencollege: zal men die aanvraag al dan niet gunstig adviseren en waarom wel of niet? 

      2/ Is er al formeel overleg geweest met Luminus? 

    • Windmolens in Ieper : waar is het plan van het bestuur ? (Vraag van raadslid Sabels)

      Feiten, context en argumentatie

      Op WTV mochten we als fractie met verbazing horen dat er weer protest is vanuit het bestuur tegen een plan om windmolens de zetten, deze keer van Luminus.

      Om de lokale klimaatdoelen te halen zijn er volgens de West-Vlaamse windregisseur 8 bijkomende windturbines van 4.5MW nodig.

      Het stadsbestuur wil enkel de huidige locatie vernieuwen, maar voor ons is dat niet voldoende, want de huidige windmolens (20.7MW) vervangen wat ± 4 extra molens is. Deze kunnen bovendien nog jaren mee. 

      2 door Aspiravi langs A19, 4 door Luminus langs Noorderring, 2 aan Auris: allemaal geen optie? Waarom eigenlijk? 

      We roepen het stadsbestuur om zelf de schop te nemen. Maak een plan en richt een burgercoöperatie op.

      Voor ons dus deze vragen?

      - Wat is het plan van het bestuur op vlak van windmolens?
      - Waarom is er tegenwind tegen de huidige plannen van Luminus?

  • Mededelingen

    • Mededelingen.

      Feiten, context en argumentatie
      • Gaselwest.  Halfjaarlijks syntheseverslag 2022.
      • Agenda bestuur 2023

Namens Gemeenteraad,

Stefan Depraetere
Algemeen directeur

Ann-Sophie Himpe
Voorzitter