Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De notulen van de raad van 30 mei 2022 worden voor goedkeuring ter inzage van de raadsleden gelegd. Er zijn geen opmerkingen geformuleerd, waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad de notulen van 30 mei 2022 goed te keuren met 19 ja stemmen en 8 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens en Dehaerne).
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering
Wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021, en in het bijzonder de artikelen 2 en 3.
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering vermeldt twee doelstellingen:
De wet komt in artikel 4 tegemoet aan de eerste doelstelling door tussenkomsten in personeelskosten toe te kennen aan de OCMW’s zodat zij bemiddelingsdiensten kunnen opzetten.
Artikel 6 komt tegemoet aan de tweede doelstelling via twee soorten maatregelen: enerzijds het toekennen van tegemoetkomingen inzake niet-betaalde rekeningen, anderzijds de mogelijkheid om maatregelen te nemen in het kader van een preventief sociaal energiebeleid. Binnen het kader van de middelen die worden toegekend, beslist het OCMW autonoom aan welke in artikel 6 vermelde maatregel voorrang wordt gegeven.
Voor 2022 werden aan OCMW Ieper de volgende middelen toegekend vanuit het Energiefonds.
Jaar | Budgetartikel | Budget | Reeds vastgelegd | Oud beschikbaar | Voorgesteld | Nieuw beschikbaar | Datum consultatie |
2022 | ACO090002/0900/648222 | €63.481 | € | € | € | € | 05/07/2022 |
De toegekende steun in kader van dit reglement wordt jaarlijks meegenomen in de verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds. Voor 2022 is er nog een overdracht van 19.303,76 EUR te besteden in 2022
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen onderstaand reglement goed te keuren:
Reglement ten laste name energieschulden
Artikel 1. Doelgroep
Iedere persoon die gevestigd is op het grondgebied van de stad Ieper, waarvoor het O.C.M.W. Ieper bevoegd is en die aan de voorwaarden voldoet.
Artikel 2. Voorwaarden
Elke aanvraag tot financiële steun in dit kader wordt gevolgd door een sociaal onderzoek. Op basis hiervan beslist het bijzonder comité voor de sociale dienst autonoom over de éénmalige toekenning.
Aan de volgende voorwaarden moet voldaan worden:
Bijkomende voorwaarden
Artikel 3. Financiële steun: bedrag tussenkomst
Het O.C.M.W. komt tussen in 50% van de opgebouwde schuld bij de energieleveranciers met een maximum van 1000 EUR. Voor de resterende schuld, wordt een afbetaalplan afgesproken binnen schuldhulpverlening of de collectieve schuldenregeling.
Dit bedrag wordt rechtstreeks overgemaakt aan de schuldeiser en wordt niet teruggevorderd.
Betrokkene wordt aangemeld voor de uitvoering van een energiescan in functie van rationeel energieverbruik.
Artikel 4. Aanvraag
Aanvragen gebeuren na afspraak met de dienst Welzijn.
4.1. Dossierbeheerder schuldhulpverlening
Indien betrokkene in schuldhulpverlening is bij de dienst welzijn, voert een medewerker van team schuldhulpverlening het sociaal onderzoek. Als blijkt dat betrokkene openstaande schulden heeft bij een commerciële of sociale leverancier, kan een vraag tot tussenkomst ten bedrage van 50% (met maximum van 1000 EUR) worden voorgelegd aan het BCSD dat hierin autonoom een beslissing neemt.
4.2. De beheerder van de collectieve schuldenregeling kan contact opnemen met de dienst Welzijn indien zijn cliënt openstaande schulden heeft bij een commerciële of sociale leverancier. Een vraag tot tussenkomst ten bedrage van 50% (met maximum van 1000 EUR) zal worden voorgelegd aan het BCSD dat hierin autonoom een beslissing neemt.
Artikel 5. Betaling
Het O.C.M.W. maakt dit bedrag rechtsreeks over aan de energieleverancier of schuldbemiddelaar.
Artikel 6: Energiefonds
De tussenkomst in energieschulden wordt meegenomen in de jaarlijkse verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds.
Artikel 7: Beschikbare middelen/budget
De uitbetaling van deze toelage geschiedt binnen de perken van het begrotingskrediet.
Artikel 8. Inwerkingtreding
Dit reglement wordt bekendgemaakt op de website van de stad Ieper en treedt in werking na 10 dagen te rekenen vanaf de publicatie.
Artikel 9 : Bekendmaking
Het reglement zal bekendgemaakt worden op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering
Wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021, en in het bijzonder de artikelen 2 en 3.
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.
De wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021.
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering vermeldt twee doelstellingen:
De wet komt in artikel 4 tegemoet aan de eerste doelstelling door tussenkomsten in personeelskosten toe te kennen aan de OCMW’s zodat zij bemiddelingsdiensten kunnen opzetten.
Artikel 6 komt van zijn kant tegemoet aan de tweede doelstelling via twee soorten maatregelen: enerzijds het toekennen van tegemoetkomingen inzake niet-betaalde rekeningen, anderzijds de mogelijkheid om maatregelen te nemen in het kader van een preventief sociaal energiebeleid. Binnen het kader van de middelen die worden toegekend, beslist het OCMW autonoom aan welke in artikel 6 vermelde maatregel voorrang wordt gegeven.
Voor 2022 werd het OCMW volgende middelen toegekend vanuit het Energiefonds.
Jaar | Budgetartikel | Budget | Reeds vastgelegd | Oud beschikbaar | Voorgesteld | Nieuw beschikbaar | Datum consultatie |
2022 | ACO090002/0900/648222 | €63.481 | € | € | € | € | 05/07/2022 |
De toegekende steun in kader van dit reglement wordt jaarlijks meegenomen in de verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds. Voor 2022 is er nog een overdracht van 19.303,76 EUR te besteden in 2022. Deze bijkomende middelen dienen expliciet ingezet te worden voor deze tijdelijke maatregel.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen onderstaand reglement goed te keuren :
Tijdelijk reglement Extra energietoelage 2022
Artikel 1: Doelgroep
De volgende categorieën van inwoners van het grondgebied van de stad Ieper komen in aanmerking op voorwaarde dat zij op moment van de aanvraag geen aanspraak kunnen maken op het sociaal tarief én betalingsmoeilijkheden hebben wat betreft gas- en/of elektriciteitsfacturen:
Artikel 2: Bijkomende voorwaarden
Opdat een aanvrager de éénmalige tussenkomst kan genieten is vereist:
Artikel 3: Bedrag tussenkomst
Aan alle gezinnen / personen die behoren tot één van de in artikel 1 vermelde categorieën wordt tussengekomen in de eindafrekening van 2021-2022. Dit voor 1/3 van het totale gas – of elektriciteitsverbruik in functie van verwarming met een maximum van € 500.
Betrokkene wordt aangemeld voor de uitvoer van een energiescan in functie van rationeel energieverbruik.
Artikel 4: Aanvraag
Aanvragen gebeuren na afspraak met de dienst Welzijn.
De eindafrekening 2021-2022 en het laatste aanslagbiljet personenbelasting dient betrokkene voor te leggen.
Indien het gezinsinkomen het afgelopen jaar is gedaald, dient dit te worden gestaafd door middel van rekeninguittreksels van de laatste 3 maanden.
Artikel 5: Betaling
De betaling wordt overgemaakt aan:
Artikel 6: Energiefonds
Deze eenmalige energietoelage wordt meegenomen in de verantwoording voor de besteding van de extra middelen uit het Energiefonds voor het jaar 2022.
Artikel 7: Beschikbare middelen/budget
De uitbetaling van deze toelage geschiedt binnen de perken van het begrotingskrediet.
Artikel 8: Inwerkingtreding en duur
Dit reglement wordt bekendgemaakt op de website van de stad Ieper en treedt in werking na 10 dagen te rekenen vanaf de publicatie en loopt tot en met 31.12.2022.
Artikel 9 : Bekendmaking
Het reglement zal bekendgemaakt worden op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 77 en 78 84, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering
Wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021, en in het bijzonder de artikelen 2 en 3.
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering vermeldt twee doelstellingen:
De wet komt in artikel 4 tegemoet aan de eerste doelstelling door tussenkomsten in personeelskosten toe te kennen aan de OCMW’s zodat zij bemiddelingsdiensten kunnen opzetten.
Artikel 6 komt van zijn kant tegemoet aan de tweede doelstelling via twee soorten maatregelen: enerzijds het toekennen van tegemoetkomingen inzake niet-betaalde rekeningen, anderzijds de mogelijkheid om maatregelen te nemen in het kader van een preventief sociaal energiebeleid. Binnen het kader van de middelen die worden toegekend, beslist het OCMW autonoom aan welke in artikel 6 vermelde maatregel voorrang wordt gegeven.
Voor 2022 werd het OCMW volgende middelen toegekend vanuit het Energiefonds.
Het OCMW Ieper past reeds meerdere jaren het systeem van minimale levering aardgas van de Vlaamse overheid jaarlijks toe, dit tijdens iedere winterperiode van 1 november tem 31 maart. De kost voor de minimale levering aardgas wordt teruggevorderd bij de aardgasnetbeheerder (70%), de resterende 30% wordt bekostigd met de middelen van het energiefonds POD MI. Dit reglement voorziet in de mogelijkheid om ook minimale levering elektriciteit te voorzien voor personen die uitsluitend verwarmen op elektriciteit. De kosten voor de minimale levering elektriciteit worden gefinancierd met de middelen van het energiefonds van de POD MI.
Jaar | Budgetartikel | Budget | Reeds vastgelegd | Oud beschikbaar | Voorgesteld | Nieuw beschikbaar | Datum consultatie |
2022 | ACO090002/0900/648222 | €63.481 | € | € | € | € | 05/07/2022 |
De toegekende steun in kader van dit reglement wordt jaarlijks meegenomen in de verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds. Voor 2022 is er nog een overdracht van 19.303,76 EUR te besteden in 2022
De kost voor de minimale levering aardgas wordt teruggevorderd bij de aardgasnetbeheerder (70%), de resterende 30% wordt bekostigd met de middelen van het energiefonds POD MI.
De kosten voor de minimale levering elektriciteit zijn 100% ten laste van het energiefonds van de POD MI.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen onderstaand reglement goed te keuren :
Reglement minimale levering aardgas en elektriciteit
Artikel 1: Doelgroep
Artikel 2: Bijkomende voorwaarden
Elke aanvraag tot financiële steun in dit kader wordt gevolgd door een sociaal onderzoek. Op basis hiervan beslist het bijzonder comité voor de sociale dienst autonoom over de toekenning.
Er is automatische toekenning indien de aanvrager actieve openstaande energieschulden heeft die maandelijks ononderbroken worden afbetaald in de budgetmeter of digitale meter.
Bijkomende voorwaarden
Artikel 3: Bedrag tussenkomst
De door de Vlaamse overheid voorziene bedragen voor de halfmaandelijkse opladingen worden toegepast.
Deze bedragen worden halfmaandelijks opgeladen op de budgetmeter of digitale meter in de periode november tot en met maart.
Indien betrokkene ononderbroken maandelijkse zomeropladingen (april tem oktober) kan aantonen op het moment van aanvraag, volgt een extra halfmaandelijkse oplading in de maand december.
Artikel 4: Aanvraag
Aanvragen gebeuren na afspraak met de dienst Welzijn.
Ieder jaar worden de inwoners met een budgetmeter woonachtig in Ieper geïnformeerd over de mogelijkheid om gebruik te maken van de minimale levering aardgas / elektriciteit.
Artikel 5: Betaling
De opladingen gebeuren halfmaandelijks rechtstreeks op de budgetmeter of digitale meter van betrokkene.
Artikel 6: Energiefonds
De kosten voor de minimale levering aardgas worden voor 70% teruggevorderd bij de aardgasnetbeheerder, de resterende 30% wordt meegenomen in de jaarlijkse verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds.
De kosten voor de minimale levering elektriciteit wordt 100% meegenomen in de jaarlijkse verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds.
Artikel 7: Beschikbare middelen/budget
De uitbetaling van deze toelage geschiedt binnen de perken van het begrotingskrediet.
Artikel 8: Inwerkingtreding en duur
Dit reglement wordt bekendgemaakt op de website van de stad Ieper en treedt in werking na 10 dagen te rekenen vanaf de publicatie.
Artikel 9 : Bekendmaking
Het reglement zal bekendgemaakt worden op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).
De toelage ter bevordering van de participatie en sociale activering van OCMW-gebruikers richt zich tot de gebruiker van het OCMW in de ruime zin, met name de persoon die gebruik maakt van gelijk welke vorm van openbare dienstverlening die behoort tot de opdrachten van het OCMW.
Binnen het algemene kader van participatie en sociale activering zijn er drie beleidsprioriteiten:
Dit reglement heeft betrekking op de beleidsprioriteit 1, het bevorderen van de maatschappelijke participatie.
Jaarlijks worden aan de OCMW's middelen toegekend in kader van socio-culturele participatie op basis van de volgende verdeelsleutel:
Deze verdeelsleutel is evolutief in de tijd — parameter wordt gemeten op 1 januari van het voorgaande jaar — en volgt de werkelijkheid op de voet. De verdeelsleutel vertrekt van een objectief criterium dat een aanwijzing vormt voor de armoedegraad in een bepaalde stad of gemeente en voor de werklast van het OCMW.
In de maand juli wordt zoals jaarlijks het geval is het Koninklijk besluit gepubliceerd en worden de OCMW's in kennis gesteld van het subsidiebedrag.
Jaar | Budgetartikel | Budget | Reeds vastgelegd | Oud beschikbaar | Voorgesteld | Nieuw beschikbaar | Datum consultatie |
2022 | ACO090002/0900/648250 | €35.000 | € 0 | € 35.000 | € | € | 04/07/2022 |
Dit bedrag wordt jaarlijks voor een groot deel gesubsidieerd door POD MI (jaarlijks bepaald via Koninklijk besluit, bvb in 2021: 27.753 EUR). Daarbovenop is er een eigen bijdrage voor zover nodig vanuit het OCMW. De toegekende individuele steun steun in kader van dit reglement wordt jaarlijks meegenomen in de verantwoording voor de besteding van de middelen socio-culturele participatie (POD MI)
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen onderstaand reglement goed te keuren :
Reglement betreffende ondersteunende maatregelen ter bevordering van de participatie en de sociale, culturele en sportieve ontplooiing
Artikel 1: Doelgroep
Volgende personen openen automatisch recht op tussenkomst in kader van socio-culturele participatie:
Volgende personen kunnen aanspraak maken op individuele tussenkomst na sociaal onderzoek en bij beslissing van het BCSD:
Onder socio-culturele participatie worden kosten begrepen voor :
Artikel 2: Bijkomende voorwaarden
Artikel 3: Bedrag tussenkomst
De tussenkomst bedraagt 80% van de ingediende kost én maximaal € 100 per jaar voor volwassenen en € 200 per jaar voor kinderen jonger dan 18 jaar.
Artikel 4: Beperkingen en uitsluitingen
Artikel 4: Aanvraag
Aanvragen gebeuren na telefonische afspraak met een medewerker van de dienst Welzijn.
Artikel 5: Energiefonds
De tussenkomsten socio-culturele participatie worden meegenomen in de verantwoording voor de besteding van de middelen socio-culturele participatie (POD MI) waar het O.C.M.W. Ieper jaarlijks aanspraak op maakt.
Artikel 6: Beschikbare middelen/budget
De uitbetaling van deze toelage geschiedt binnen de perken van het begrotingskrediet.
Artikel 7: Inwerkingtreding en duur
Dit reglement treedt in werking 10 dagen te rekenen vanaf de publicatie.
Artikel 8 : Bekendmaking
Het reglement zal bekendgemaakt worden op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De raad wordt gevraagd de meerjarenplanaanpassing 5 2020-2025, deel OCMW, vast te stellen en goed te keuren.
De meerjarenplanaanpassing van de stad Ieper en het OCMW kan als volgt worden samengevat:
Op basis van deze overwegingen stelt de raad maatschappelijk welzijn met 16 ja stemmen en 11 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens Dehaerne, Dehollander, Sabels en Vancayseele) de meerjarenplanaanpassing 5 2020 - 2025, wat het deel OCMW betreft, vast en wordt deze goedgekeurd.
Namens Raad Maatschappelijk Welzijn,
Stefan Depraetere
Algemeen directeur
Ann-Sophie Himpe
Voorzitter