Terug
Gepubliceerd op 01/07/2025

Notulen  Gemeenteraad

ma 02/06/2025 - 19:30 Raadzaal
Aanwezig: Sarah Bouton, Voorzitter
Katrien Desomer, Burgemeester
Emmily Talpe, Stephaan De Roo, Miguel Gheysens, Peter De Groote, Diego Desmadryl, Danny Metsu, Eva Ryde, Schepenen
Stefaan Williams, Ann-Sophie Himpe, Edouard Wallays, Jo Baert, Dimitry Soenen, Lies Sampers, Stijn Kimpe, Brecht Vangheluwe, Valentijn Despeghel, Philip Bolle, Nathalie Vandamme, Wim Vandamme, Jeroen Bossaert, Andy Verkruysse, Joke Despeghel, Elvera Bibuljica, Marianne Deygers, Gregory Demeyere, Kim Louwyck, Ives Goudeseune, Thomas Kinoo, Saskia Dehollander, Nancy Six, Raadsleden
Stefan Depraetere, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Lieven Stubbe, Raadslid
  • Goedkeuring notulen vorige zitting

    • Goedkeuring notulen van 5 mei 2025

      Juridische grond en bevoegdheden

      Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

      Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

      Feiten, context en argumentatie

      De notulen van de vergadering van 5 mei 2025 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden.  Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.

      Beschikkend gedeelte

      Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen de notulen van de zitting van 5 mei 2025 als goedgekeurd te beschouwen.

  • Openbaar

    • Bestuurlijke organisatie

      • Organisatiebeheersing Stad en OCMW Ieper - Rapportering 2024

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de algemeen directeur jaarlijks rapporteert over de organisatiebeheersing aan het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.


        Kader Organisatiebeheersing

        Het nieuwe kader organisatiebeheersing kon in 2023 afgewerkt worden en werd voorgelegd aan de GR en RMW van 5 juni 2023.  In het kader opteren we opnieuw om te werken volgens de ‘Leidraad organisatiebeheersing van Audit Vlaanderen’.  Via het kader willen we met de volledige organisatie drie doelstellingen bereiken: 1) beschikken over een kader dat gebaseerd is op een degelijk model, 2) als organisatie periodiek stil staan bij de werking, de belangrijkste verbeterpunten en risico’s en 3) regelmatig werken aan de manier waarop we organisatiebeheersing opnemen in de organisatie en dit bijsturen waar nodig.


        Interne en externe omgevingsanalyse:

        In 2024 werd sterk ingezet op de opmaak van de suggestienota.  Deze is het resultaat van een intens traject met het managementteam, met alle diensten, met interdisciplinaire werkgroepen, insteken van medewerkers, …  Kortom iedereen binnen de organisatie kon zijn inbreng doen, wat een grote meerwaarde is en draagvlak creëert. 

        • Voor de externe omgevingsanalyse werd een overzicht gemaakt van het beschikbare cijfermateriaal.  De indicatoren uit de burgerbevraging gemeente-stadsmonitor van 2023 werden in januari 2024 gepubliceerd en geanalyseerd voor Ieper.
        •  Het financieel kader geeft een beeld van de budgettaire ruimte en aandacht voor behoud van financiële evenwichten.  Om een zo getrouw mogelijk beeld te vormen waar de groep Ieper voor staat, werd een simulatie gemaakt van een meerjarenplan 2026-2031 vanuit een ‘going-concern’-principe.  Met een aantal aannames en het voorbehoud rond belangrijke subsidielijnen vanuit Vlaanderen (zie hoger) werden de exploitatie-uitgaven en -ontvangsten geëxtrapoleerd naar 2026-2031.
        • Voor het onderdeel personeel en organisatie werd cijfermateriaal verzameld in verband met personeel.  In 2024 werd ook gestart met een actualisatie van de organogrammen per dienst; dit werk zal in 2025 worden verdergezet.
        • Als laatste is er een overzicht van de uitdagingen waarmee het bestuur geconfronteerd zal worden de komende legislatuur.  De focus ligt op nieuwe projecten, ideeën, acties of zaken waar ten opzichte van de huidige werking fundamentele wijziging wordt gezien en/of gevraagd om allerlei redenen.  Hier en daar zullen zaken wel gelinkt zijn aan de dagdagelijkse werking, dat is niet te vermijden en komt dan aan bod omwille van een wijziging.  Ook zitten er zaken bij die al een begin kenden in de vorm van een beslissing, een begin van uitvoering,…. Gezien ze echter invloed hebben op de te besteden middelen, werden ze toch mee opgenomen.
        • Alle diensten kregen de kans in een dienstenfiche duiding te geven bij hun opdrachten en werking en de eventuele dienstgebonden aandachtspunten en uitdagingen. 

         

        Opstart nieuwe legislatuur:

        Bij opstart van een nieuwe legislatuur worden heel wat afspraken (her)bevestigd.  (Beslissingen gemeenteraad en raad maatschappelijk welzijn van 16 december 2024)

        • De deontologische code die op 8 mei 2023 werd aangepast en goedgekeurd; wordt behouden.
        • Het huishoudelijk reglement, met aanvullende maatregelen in verband met de werking van de raad, werd aangepast en goedgekeurd.
        • Het begrip ‘dagelijks bestuur’ moet de stad in staat stellen om, in functie van de omvang van de stad, haar bestuur en haar administratie, op eigen maat en naar eigen inzichten, nadere afspraken te maken over de taakverdeling tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen.   
        • Het uitgangspunt hierbij is dat de gemeenteraad de belangrijke richtinggevende beleidskeuzes maakt en het daarbij behorende budget goedkeurt. Het college voert deze beslissingen onder de vorm van dagelijks bestuur uit. Het is dus van belang het begrip dagelijks bestuur goed te definiëren. Het bepaalt immers de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen.
        • De bevoegdheden voor de vaststelling van de reglementen inzake personeelsaangelegenheden (d.i. rechtspositieregeling, arbeidsreglement, personeelspolicies, e.a.), het organogram en de personeelsformatie en het afsluiten van dadingen met personeelsleden die de beëindiging van het dienstverband, en meer bepaald de gevolgen daarvan, tot voorwerp hebben, worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.


        Andere audits en opvolging verbeterpunten

        We blijven opvolgen dat de verbeteracties die geprioriteerd werden door het managementteam blijvend uitgevoerd worden. Het statusrapport over deze verbeteracties geeft hierover meer duiding. De meeste acties zijn reeds geïmplementeerd en werden ingebed in de werking.  (vb onthaalbeleid nieuwe medewerkers, Topdesk, klachtenbeheer.)

         De organisatie stelde  zich daarnaast in 2020 kandidaat om als vrijwillige piloot door Audit Vlaanderen een thema-audit te laten uitvoeren over het beheer van de financiële processen die gerelateerd zijn aan het aankoopproces. Het auditrapport werd afgerond in februari 2021. Het werd voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 1 maart 2021. Het rapport gaf ons bevestiging dat de aankoopflow (inclusief goedkeurings- en betalingsflow) binnen onze organisatie op een goede manier werkt. De geformuleerde verbeteracties werden toegevoegd aan het overzicht.

        In het schepencollege van 10 mei 2021 werd beslist in te tekenen op de basisaudit ICT-veiligheid conform de raamovereenkomst van Audit Vlaanderen hierrond. Uit de audit werden een aantal kwetsbaarheden en risico's geïdentificeerd, zoals deze ook worden aangetroffen bij andere besturen.  De organisatie ging in 2024 verder aan de slag met de suggesties tot verbetering die werden gedaan.

        In 2023 was er inspectie van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid & Sociaal overleg met overwegend positief resultaat.  De aandachtspunten uit deze audit werden opgenomen in het jaaractieplan van de interne preventiedienst voor 2024 en volgende jaren. Zo werd er in 2024 een opleiding “hiërarchische lijn” voorzien voor de (nieuwe) leidinggevenden, werden hulptools aangereikt aan de diensten om in voorbereiding van de risico-analyse een inventaris op te maken van alle arbeidsmiddelen en taken.

        Op 6 maart 2024 werd door de POD MI (Programmatorische overheidsdienst voor Maatschappelijke integratie) een controle uitgevoerd met betrekking tot de aanwending van COVID-subsidies. Er waren geen opmerkingen; er waren geen “overtollige” subsidies.

        Op 2 mei 2024 heeft de RSZ-inspectie directie West-Vlaanderen bij de drie besturen (stad, OCMW en AGB) de controle van de socialezekerheidsaangifte vanaf het 1ste kwartaal 2021 tem het 4de kwartaal 2023 beëindigd. Alle vragen en verbeterpunten werden inmiddels aangepakt.

         

        Andere initiatieven rond organisatiebeheersing

        In 2024 werden heel wat initiatieven rond organisatiebeheersing genomen of verder geïmplementeerd; dit zowel naar het sensibiliseren van medewerkers, als m.b.t. procesoptimalisatie en risicobeheersing.  Hieronder een aantal voorbeelden:

        • In 2024 werd er een nieuw informatieveiligheidsplan opgesteld en goedgekeurd.  (CBS en VB 22 april 2024) De implementatie loopt tot en met 2027.
        • Het thema informatieveiligheid werd ingebed in het onthaaltraject voor nieuwe medewerkers. Tijdens de onthaaldag geeft de DPO of een collega toelichting hierrond. Er werd in 2024 een nieuwe DPO aangesteld na pensioen van vorige DPO.  De medewerker kon in 2024 de nodige opleidingen volgen.
        • Naast de invoering van New Horizon werd ook een hulpverleningskader uitgewerkt en werd deze gekoppeld aan de REMI-tool van het Thomas Moore-instituut. Met de REMI-tool kan op een objectieve wijze worden vastgesteld of de leefsituatie van een gezin voldoende menselijk waardig is. Het reikt aan maatschappelijk werkers een wetenschappelijk kader om op maat van elke cliëntsituatie een diagnose te maken van de behoeftigheid van een gezin. Daarnaast werd binnen de dienst een hulpverleningskader uitgewerkt. Dit biedt een kader aan maatschappelijk werkers om te bepalen op welke financiële ondersteuning - naast de financiële hulp ikv de federale wetgeving (onder meer leefloon) - een gezin recht geeft. Het hulpverleningskader en de REMI-tool bieden meer transparantie, zowel voor de maatschappelijk werkers en hun leidinggevenden, de cliënten en de leden van het BCSD.
        • In 2023 implementeerde de sociale dienst van het OCMW een nieuw softwarepakket, New Horizon van CEVI. Hierbij werden de bestaande processen waar nodig bijgestuurd in functie van een vlot administratief verloop binnen de nieuwe software. De toepassing maakt het mogelijk om meer overzicht te hebben mbt de verrichtingen in elk dossier. Alle processen kunnen op heden binnen één softwarepakket voorbereid worden. In functie van betalingen is er een koppeling met de boekhoudtoepassing. De sociale verslagen kunnen sinds 2024 automatisch doorstromen naar het E-notulenprogramma.
        • In 2023 werd een platform geïmplementeerd om documenten digitaal te kunnen handtekenen.  Doelstelling is minder verloop van documenten, snellere afhandeltijd, digitale briefwisseling en dossiervorming. Steeds meer documenten vinden in 2024 hun weg voor ondertekening via dit platform.  Komend jaar voorzien we dit systeem te koppelen met notulenbeheer en postregistratie.
        • Het gebruik van de software Topdesk om problemen/vragen door te geven, op te volgen en te analyseren werd in 2024 verder ingezet voor vragen voor de diensten communicatie, archief, Informatiebeheer en informatieveiligheid, alsook voor ondersteuning ivm softwaretoepassingen eNotulen, Primetime, Postbeheer en Beeldbank.
        • Het klachtenreglement werd goedgekeurd in GR en RMW van 7 maart 2022. In 2023 werd het proces voor behandeling klachten, meldingen en openbaarheid van bestuur geoptimaliseerd. In 2024 werd dit geoptimaliseerde proces verder toegepast.
        • Het ziekte-en re-integratie beleid werd verder toegepast. In gesprek met de medewerker en de leidinggevende wordt de meest geschikte piste onderzocht, waarna (gedeeltelijke) werkhervatting of een andere beslissing op basis van medisch onderzoek genomen wordt.
        Beschikkend gedeelte

        De raad neemt hiervan akte.

      • Creat Services dv (voormalig TMVS) - Goedkeuring agenda en vaststellen mandaat Algemene Vergadering van 17 juni 2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        De statuten van Creat Services dv.

        Feiten, context en argumentatie

        De stad Ieper is deelnemer van de Creat Services dv (Voormalig TMVS).

        In zitting van de gemeenteraad van 3 februari 2025 werd schepen Emmily Talpe aangeduid als vertegenwoordiger van de stad Ieper op de algemene vergaderingen van Creat Services dv (Voormalig TMVS).

        Met aangetekend schrijven van 21 maart 2025 wordt de stad uitgenodigd op de Algemene Vergadering van Creat Services dv op 17 juni 2025 om 14.30 uur.  Deze vergadering gaat door in FLANDERS EXPO, Maaltekouter 1, 9051 Gent.  Deze vergadering vindt fysiek plaats met digitale inbelmogelijkheid via ZOOM.

        De agenda van deze vergadering vermeldt:

        1. Wijziging vermogen
        2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen
        3. Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2024
        4. Verslag van de commissaris
        5. a. Goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar 2024 afgesloten per 31 december 2024
          b. Goedkeuring van de voorgestelde resultaatsverdeling over het boekjaar 2024
        6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris
        7. Aanstelling commissaris
        8. Actualisering presentievergoeding
        9. Statutaire benoemingen
          Varia


        Voorgesteld wordt de agenda en alle afzonderlijke punten van de agenda goed te keuren en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: Goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de Algemene Vergadering van Creat Services dv van 17 juni 2025 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:

        1. Wijziging vermogen
        2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen
        3. Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2024
        4. Verslag van de commissaris
        5. a. Goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar 2024 afgesloten per 31 december 2024
          b. Goedkeuring van de voorgestelde resultaatsverdeling over het boekjaar 2024
        6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris
        7. Aanstelling commissaris
        8. Actualisering presentievergoeding
        9. Statutaire benoemingen
          Varia

        Artikel 2 : De aangeduide vertegenwoordiger op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de Algemene Vergadering van Creat Services dv vastgesteld op 17 juni 2025, te onderschrijven en haar stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde Algemene Vergadering.

        Artikel 3 : Een afschrift van dit besluit zal verzonden worden aan Creat Services dv.

      • IVVO. Goedkeuring agendapunten en vaststelling van het mandaat voor de Algemene Vergadering van 17 juni 2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de Gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Statuten IVVO - artikel 31 § 2 inzake aanwezigheid om geldige beslissing te nemen.

        Feiten, context en argumentatie

        Met mail van 28 april 2025 wordt de stad Ieper uitgenodigd op de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 17 juni 2025 om 18.00 uur in de vergaderzaal Hoeve Klein Zwaanhof, Kleine Poezelstraat 6 te Ieper.

        De agenda van deze Algemene Vergadering vermeldt:

        1. Verslag van de Raad van Bestuur over het dienstjaar 2024 - akteneming
        2. Lezing van de jaarrekening per 31/12/2024
        3. Verslag van de commissaris - akteneming
        4. Goedkeuring van de jaarrekening 2024
        5. Verlenen van kwijting aan de bestuurders
        6. Verlenen van kwijting aan de commissaris en aan haar vertegenwoordigers
        7. Benoeming 1 lid raad van bestuur vanuit de vennoot intercommunales
        8. Toetreding tot dienstverlenende vereniging Creat

        In gemeenteraadszitting van 16 december 2024 werd schepen Diego Desmadryl aangeduid als vertegenwoordiger en raadslid Lies Sampers als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad Ieper in de (Buitengewone) Algemene Vergadering van IVVO.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: zijn goedkeuring te hechten aan de agenda en de voorstellen van beslissing van de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 17 juni 2025 van IVVO:

        1. Verslag van de Raad van Bestuur over het dienstjaar 2024 - akteneming
        2. Lezing van de jaarrekening per 31/12/2024
        3. Verslag van de commissaris - akteneming
        4. Goedkeuring van de jaarrekening 2024
        5. Verlenen van kwijting aan de bestuurders
        6. Verlenen van kwijting aan de commissaris en aan haar vertegenwoordigers
        7. Benoeming 1 lid raad van bestuur vanuit de vennoot intercommunales
        8. Toetreding tot dienstverlenende vereniging Creat

        Artikel 2: De vertegenwoordiger van de stad, schepen Diego Desmadryl zal deelnemen aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van IVVO op 17 juni 2025 op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten.

        Artikel 3: afschrift van deze beslissing te sturen aan de IVVO.

      • DVV Westhoek. Goedkeuring van agendapunten en vaststelling van het mandaat voor de Algemene Vergadering van 25 juni 2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en in het bijzonder artikel 432 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waardoor de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van vertegenwoordiger herhaald moet worden voor elke algemene vergadering;

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De statuten van de DVV Westhoek.

        Feiten, context en argumentatie

        Met mail van 4 april 2025 wordt de stad uitgenodigd tot de Algemene Vergadering van de DVV Westhoek op 25 juni 2025 om 18.00 uur in het Streekhuis Westhoek, Diksmuide.

        De agenda van deze algemene vergadering vermeldt:

        1. Goedkeuring verslag algemene vergadering 12 maart 2025
             Verslag
        2. Akteneming vertegenwoordiger Algemene Vergadering voor Heuvelland
             Gemeenteraadsbeslissing
        3. Akteneming voordracht leden van de raad van bestuur
        4. Benoeming leden raad van bestuur
              Ontwerpbesluit
        5. Vaststelling van de jaarrekening 2024 aan de hand van het verslag van de raad van
        bestuur en het verslag van de revisor (art. 18 statuten)
             a. Ontwerp jaarrekening 2024
             b. Ontwerp werkingsverslag 2024
        6. Goedkeuring evaluatierapport (art. 23 statuten)
              Rapport
        7. Het verlenen van kwijting aan de bestuurders en revisor (art. 18 statuten)
        8. Varia

        In de zitting van 16 december 2024 besliste de raad om schepen Miguel Gheysens af te vaardigen om de stad Ieper effectief te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Westhoek.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1. de agenda en de voorstellen van de Algemene Vergadering van 25 juni 2025 goed te keuren.

        Artikel 2. de vertegenwoordiger van de stad, schepen Miguel Gheysens zal deelnemen aan de zitting van deze algemene vergadering en wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten.

        Artikel 3 : afschrift van deze beslissing te sturen aan DVV Westhoek.

         


         

      • Fluvius West (= fusie-DNB Gaselwest en Fluvius West): Goedkeuring van agenda, vaststelling van het mandaat voor de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van 26 juni 2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De stad werd met aangetekend schrijven van 3 april 2025 opgeroepen om deel te nemen aan de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van Fluvius West die op 26 juni 2025 om 18.00 uur plaats heeft in Feestzaal Maelstede, Brugsesteenweg 455, te 8520 Kuurne.

        De documentatiestukken werd zowel per brief als per mail overgemaakt en kunnen ook elektronisch geraadpleegd worden op het Extranet van Fluvius West.

        De agenda van deze Algemene Vergadering tevens jaarvergadering vermeldt:

        1. a) Kennisneming verslagen van de Raad van Bestuur en van de commissaris van Fluvius West (voorheen Gaselwest) over het boekjaar 2024.
            b) Kennisneming verslagen van de Raad van Bestuur en van de commissaris van het voormalige Fluvius West over het boekjaar 2024.
        2. a) Goedkeuring van de jaarrekening van Gaselwest afgesloten op 31 december 2024 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
            b) Goedkeuring van de jaarrekening van Fluvius West afgesloten op 31 december 2024 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
        3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgende WVV.
        4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de Regionale Bestuurscomités en de commissaris van Gaselwest en Fluvius West met betrekking tot het boekjaar 2024.
        5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
        6. Evaluatierapport met betrekking tot de werking van de opdrachthoudende verenigingen Gaselwest en het voormalige Fluvius West tijdens de vorige 6 jaar en het ondernemingsplan Fluvius West 2025-2030.
        7. Statutaire benoemingen.
        8. Benoeming van een commissaris.
        9. Statutaire mededelingen.         

        In de zitting van 16 december 2024 besliste de raad om schepen Diego Desmadryl af te vaardigen om de stad Ieper effectief te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Westhoek.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1. de agenda en de voorstellen van de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van 26 juni 2025 goed te keuren:

        1. a) Kennisneming verslagen van de Raad van Bestuur en van de commissaris van Fluvius West (voorheen Gaselwest) over het boekjaar 2024.
            b) Kennisneming verslagen van de Raad van Bestuur en van de commissaris van het voormalige Fluvius West over het boekjaar 2024.
        2. a) Goedkeuring van de jaarrekening van Gaselwest afgesloten op 31 december 2024 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
            b) Goedkeuring van de jaarrekening van Fluvius West afgesloten op 31 december 2024 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
        3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgende WVV.
        4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de Regionale Bestuurscomités en de commissaris van Gaselwest en Fluvius West met betrekking tot het boekjaar 2024.
        5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
        6. Evaluatierapport met betrekking tot de werking van de opdrachthoudende verenigingen Gaselwest en het voormalige Fluvius West tijdens de vorige 6 jaar en het ondernemingsplan Fluvius West 2025-2030.
        7. Statutaire benoemingen.
        8. Benoeming van een commissaris.
        9. Statutaire mededelingen.

        Artikel 2. de vertegenwoordiger van de stad, schepen Diego Desmadryl zal deelnemen aan de zitting van deze Algemene Vergadering  tevens jaarvergadering en wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten.

        Artikel 3 : Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius West, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

      • De Watergroep: Algemene vergadering 13 juni 2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Feiten, context en argumentatie

        De Algemene Vergadering van de Watergroep gaat door op vrijdag 13 juni 2025 om 10 uur in De Montil, Moortelstraat 8, 1790 Affligem. 

        Agenda:

        • 10 uur - Inschrijving van de vennoten
        • 10.30 uur - Statutaire algemene vergadering
        • Jaarverslag van de raad van bestuur aan de vennoten over de geconsolideerde en statutaire jaarrekening 2024
        • Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering over de geconsolideerde en statutaire jaarrekening 2024
        • Goedkeuring van de geconsolideerde en statutaire jaarrekening 2024
        • Kwijting aan de bestuurders
        • Kwijting aan de commissaris
        • Benoeming van 4 bestuurders op voordracht van de provinciale vennotenvergaderingen

        Na het officiële gedeelte deelt Vlaamse Ombudsvrouw Myriam Parys haar aanbevelingen voor een kwaliteitsvolle publieke dienstverlening.

        De gemeenteraad heeft in zitting van 16 december 2024 de schepen Gheysens aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: Goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de Algemene Vergadering van De Watergroep van 13 juni 2025 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:

        • 10 uur - Inschrijving van de vennoten
        • 10.30 uur - Statutaire algemene vergadering
        • Jaarverslag van de raad van bestuur aan de vennoten over de geconsolideerde en statutaire jaarrekening 2024
        • Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering over de geconsolideerde en statutaire jaarrekening 2024
        • Goedkeuring van de geconsolideerde en statutaire jaarrekening 2024
        • Kwijting aan de bestuurders
        • Kwijting aan de commissaris
        • Benoeming van 4 bestuurders op voordracht van de provinciale vennotenvergaderingen

        Artikel 2 : De aangeduide vertegenwoordiger op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de Algemene Vergadering van De Watergroep vastgesteld op 13 juni 2025, te onderschrijven en haar/zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde Algemene Vergadering.

        Artikel 3 : Een afschrift van dit besluit zal verzonden worden aan De Watergroep.

      • Poolstok cv: Goedkeuring van agendapunten en vaststelling van het mandaat voor de Algemene Vergadering van 6 juni 2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en in het bijzonder artikel 432 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waardoor de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van vertegenwoordiger herhaald moet worden voor elke algemene vergadering;

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De statuten van Poolstok cv.

        Feiten, context en argumentatie

        Met mail van 14 april 2025 wordt de stad uitgenodigd tot de Algemene Vergadering van Poolstok cv op 6 juni 2025 om 11.00 uur in De Hoorn (Sluisstraat 79, 3000 Leuven).

        De agenda van deze algemene vergadering vermeldt:

        A. Algemeen

        1. Samenstelling van het bureau van de vergadering
        2. Uiteenzetting van het verslag van het bestuursorgaan en van de commissaris m.b.t. het boekjaar 2024
        3. Mogelijkheid tot het stellen van vragen aan de bestuursleden en aan de commissaris m.b.t. het boekjaar 2024 
        4. Goedkeuring van de jaarrekening voor het boekjaar 2024
        5. Bestemming van het resultaat
        6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris voor het boekjaar 2024
        7. Ontslagen en benoemingen
        8. Goedkeuring van de bezoldigingen 
                 - Indexering van de bestuurdersvergoedingen
        9.  Desgevallend: varia
        B. Strategie Poolstok 2O25-2O30
        C. Toelichting beheersreglement

        In de zitting van 16 december 2024 besliste de raad om schepen Emmily Talpe af te vaardigen om de stad Ieper effectief te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van Poolstok cv.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1. de agenda en de voorstellen van Algemene vergadering van 6 juni 2025 goed te keuren.

        Artikel 2. de vertegenwoordiger van de stad, schepen Emmily Talpe wordt afgevaardigd naar deze algemene vergadering en wordt opgedragen haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten.

        Artikel 3: afschrift van deze beslissing te sturen aan Poolstok cv.

         


         

      • EthiasCo: Aanduiden vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De gemeenteraad van Ieper dient een vertegenwoordiger aan te duiden voor de Algemene Vergadering van EthiasCO. Deze vertegenwoordiger zal de belangen van de Stad Ieper behartigen. Voorstel is dat dezelfde persoon ook namens het OCMW en AGB Vauban als vertegenwoordiger optreedt. De Stad Ieper bezit 11 aandelen, wat overeenkomt met 11 stemmen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen:

        Artikel 1: Schepen Emmily Talpe aan te duiden als vertegenwoordiger van de Stad Ieper in de Algemene Vergadering van EthiasCo

        Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing over te maken aan EthiasCo.

      • EthiasCo: Goedkeuring van agendapunten en vaststelling van het mandaat voor de Gewone Algemene Vergadering van 12 juni 2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Met schrijven van 2 mei 2025 nodigt EthiasCo uit op de digitale Gewone Algemene Vergadering op 12 juni 2025 om 10 uur.

        De
        Stad Ieper bezit 11 aandelen, wat overeenkomt met 11 stemmen.

        De agenda van deze vergadering vermeldt:

        1. Verslag van de Raad van bestuur over het boekjaar 2024
        2. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2024 en bestemming van het resultaat (inclusief de toekenning van het dividend)
        3. Kwijting aan de bestuurders
        4. Kwijting aan de commissaris
        5. Statutaire benoemingen - Client Board

        Vanaf 26 mei 2025 ontvangen de vertegenwoordigers alle praktische instructies om te stemmen: ofwel vooraf, tussen 26 mei en 11 juni, ofwel live, tijdens de Algemene Vergadering op 12 juni om 10 uur.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: De agenda en de voorstellen van de Gewone Algemene Vergadering van EthiasCo goed te keuren:

        1. Verslag van de Raad van bestuur over het boekjaar 2024
        2. Goedkeuring van de jaarrekening op 31/12/2024 en bestemming van het resultaat (inclusief
        de toekenning van het dividend)
        3. Kwijting aan de bestuurders
        4. Kwijting aan de commissaris
        5. Statutaire benoemingen - Client Board

        Artikel 2: De vertegenwoordiger van de Stad Ieper, schepen Emmily Talpe op te dragen haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten.

        Artikel 3:   Een afschrift van deze beslissing te sturen aan de EthiasCo.

      • Aanduiden vertegenwoordiger en vervanger in de algemene vergadering van OFP Prolocus

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        In de gemeenteraad, raad voor maatschappelijk welzijn en de raad van bestuur AGB Vauban van 28 maart 2022 werd de toetreding tot OFP Prolocus goedgekeurd, voor respectievelijk stad, OCMW en AGB Vauban.

        Elk lid van OFP Prolocus dient een vertegenwoordiger en afgevaardigde aan te duiden die voor de algemene vergadering uitgenodigd worden.

        De eerstvolgende algemene vergadering van OFP Prolocus vindt plaats op 17 juni 14u30 in het Concertgebouw Brugge. De Raad van Bestuur zal daar onder meer het jaarverslag 2024 van het OFP ter goedkeuring voorleggen.

         

        Op basis van de statuten van het OFP heeft elke toegetreden organisatie dan ook stemrecht in de algemene vergadering, volgens deze spelregels: 

         

        • Iedere werkgever dient een vaste stemgerechtigde vertegenwoordiger (en eventueel een plaatsvervanger) aan te duiden voor de algemene vergadering van het fonds. 
        • Deze vertegenwoordiging in de algemene vergadering van OFP Prolocus is onbezoldigd.
        • de vertegenwoordiger moet bestuurder, lid van het directiecomité, of werknemer van de entiteit zijn;
        • de vaste vertegenwoordiger kan conform Art. 15 van WIBP ook aangeduid worden uit de onderneming, instelling of entiteit die een controlebevoegdheid uitoefent over de bijdragende onderneming (dit is bijvoorbeeld het geval in de relatie gemeente – AGB, maar niet in de relatie gemeente – OCMW); 
        • conform Art. 17.2.3. van de statuten van het fonds kunnen alle leden van de algemene vergadering zich ook laten vertegenwoordigen door een ander lid van dezelfde groep mits een schriftelijke volmacht.
         

        In de praktijk is het dus mogelijk om een gemeente en een OCMW door eenzelfde persoon te laten vertegenwoordigen, wanneer deze persoon een beleidsverantwoordelijke is. Indien aangeduid vanuit de administratie dan gelden er striktere voorwaarden (er moet dan een controlebevoegdheid zijn van de ene entiteit over de andere).

        Indien er maar één persoon als vertegenwoordiger wordt afgevaardigd voor twee werkgevers dan heeft deze persoon een dubbel stemrecht in de algemene vergadering. Wanneer deze vertegenwoordiger niet kan deelnemen, dan kan er conform de statuten enkel een volmacht gegeven worden aan een ander lid van de algemene vergadering, dus niet aan iemand van de eigen organisatie. Dit is enkel mogelijk indien er minstens twee personen van de eigen organisatie als vaste vertegenwoordiger zijn aangeduid.

         

        Concreet wordt volgend voorstel gedaan (idem als bij vorige legislatuur):

        • Vertegenwoordiger = Emmily Talpe als schepen van personeel
        • Opvolger = Miguel Gheysens als schepen van financiën voor stad + OCMW en Peter De Groote als schepen en lid van RVB AGB Vauban
         

         

        Stad

        OCMW

        AGB

        Vertegenwoordiger

        Emmily Talpe

        Emmily Talpe Emmily Talpe

        Opvolger

        Miguel Gheysens

        Miguel Gheysens

        Peter De Groote

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen:

        Artikel 1: Mevrouw Emmily Talpe wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus.

        Artikel 2: De heer Miguel Gheysens wordt aangeduid als vervanger van voorgaande indien zij niet aanwezig kan zijn.

      • Agenda statutaire algemene vergadering ACCI vzw 12/06/2025 – standpuntbepaling

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Volgende punten worden op de agenda van de algemene vergadering van de vzw ACCI op 12/06/2025 om 18:30 uur geplaatst:
        1) Balans en resultaatrekening op 31/12/2024 ter goedkeuring
        2) Begroting 2025, ter goedkeuring
        3) Kwijting van de bestuurders

        Voor deze punten moet de gemeenteraad haar standpunt bepalen en de vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering opdragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten.
        De gemeenteraad heeft in zitting van 16 december 2024 de burgemeester Katrien Desomer aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: goedkeuring te verlenen aan de voorgelegde balans en resultaatrekening op 31/12/2024 en de begroting 2025.

        Artikel 2: kwijting te verlenen aan de bestuurders van de vzw ACCI op basis van de voorgelegde balans en resultaatrekening op 31/12/2024.

        Artikel 3: De vertegenwoordiger van de stad binnen de algemene vergadering op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten.

      • Agenda bijzondere algemene vergadering JOC Ieper vzw - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De volgende algemene vergadering van JOC Ieper vzw gaat door 16 juni 2025 om 19u00 in lokaal V3 het Perron. Het is een bijzondere algemene vergadering aangezien de wijziging van de statuten voorligt. 

         Op de agenda:

        - benoemingen en ontslagen

        • Benoeming vanuit de jeugdraad
        - ter info: wat doet JOC Ieper?

        - goedkeuring vorig verslag

        - jaarrekening (bestand zal later toegevoegd worden, dossier nog in behandeling bij de boekhouder)

        - Kwijting van bestuurders

        - Statuten - wijzigingen:

        • art 3. De vereniging staat tevens in voor de organisatie en uitbating van de camping op de site Kasteelwijk en de functies hieraan verbonden. --> schrappen camping als taak van JOC Ieper vzw

        • Art. 21. Het bestuursorgaan vergadert op bijeenroeping van de voorzitter of van één derde van de bestuurders en komt minstens tweemaal per jaar samen. Alle leden worden minstens acht dagen voor het bestuursorgaan bij gewone brief of mail uitgenodigd op het bestuursorgaan. --> Termijn uitnodiging Bestuursvergadering naar 15 dagen i.p.v. 8 dagen.

        • art. 36. Het bestuursorgaan bereidt de rekeningen en de begrotingen voor en legt ze samen met de opmerkingen van de commissaris(sen)-bedrijfsrevisoren voor ter goedkeuring voor aan de AV. --> samen met de opmerkingen van de commissaris(sen)-bedrijfsrevisoren schrappen. Een vennootschap of een vzw/stichting moet een bedrijfsrevisor aanstellen wanneer zij wordt geacht “groot” te zijn en daarvoor minstens twee van de drie van de volgende criteria overschrijdt: jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50; jaaromzet (exclusief btw): 11.250.000 euro; balanstotaal: 6.000.000 euro.

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: Goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de Algemene Vergadering van van JOC Ieper vzw van 16 juni 2025 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:

        • benoemingen en ontslagen

          • Benoeming vanuit de jeugdraad
           
          - ter info: wat doet JOC Ieper?

          - goedkeuring vorig verslag

          - jaarrekening (bestand zal later toegevoegd worden, dossier nog in behandeling bij de boekhouder)

          - Kwijting van bestuurders

          - Statuten - wijzigingen:

          • art 3. De vereniging staat tevens in voor de organisatie en uitbating van de camping op de site Kasteelwijk en de functies hieraan verbonden. --> schrappen camping als taak van JOC Ieper vzw

          • Art. 21. Het bestuursorgaan vergadert op bijeenroeping van de voorzitter of van één derde van de bestuurders en komt minstens tweemaal per jaar samen. Alle leden worden minstens acht dagen voor het bestuursorgaan bij gewone brief of mail uitgenodigd op het bestuursorgaan. --> Termijn uitnodiging Bestuursvergadering naar 15 dagen i.p.v. 8 dagen.

          • art. 36. Het bestuursorgaan bereidt de rekeningen en de begrotingen voor en legt ze samen met de opmerkingen van de commissaris(sen)-bedrijfsrevisoren voor ter goedkeuring voor aan de AV. --> samen met de opmerkingen van de commissaris(sen)-bedrijfsrevisoren schrappen. Een vennootschap of een vzw/stichting moet een bedrijfsrevisor aanstellen wanneer zij wordt geacht “groot” te zijn en daarvoor minstens twee van de drie van de volgende criteria overschrijdt: jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50; jaaromzet (exclusief btw): 11.250.000 euro; balanstotaal: 6.000.000 euro.

        Artikel 2 : De aangeduide vertegenwoordiger op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de Algemene Vergadering van JOC Ieper vzw vastgesteld op 16 juni 2025, te onderschrijven en haar/zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde Algemene Vergadering.

      • Woonmaatschappij Thuiswest. Goedkeuring agenda en vaststellen mandaat Algemene Vergadering van 10 juni 2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de Gemeenteraad.

        Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        De stad Ieper is aandeelhouder van de woonmaatschappij Thuiswest.

        Op 10 juni 2025 om 18.00 uur vindt de algemene vergadering plaats. Deze vergadering gaat door in in de kantoren van Woonmaatschappij Thuiswest, Groenestraat 224 te Roeselare. Aansluitend bieden zij u graag een receptie aan.

        De agenda van deze vergadering vermeldt:

        1. Geldigheid bijeenroepen vergadering
        2. Goedkeuren jaarverslag 2024
        3. Goedkeuren jaarrekening 2024
        4. Verslag van de commissaris
        5. Kwijting aan de bestuurders
        6. Kwijting aan de commissaris
        7. Kennisname uittreding aandeelhouders
        8. Melding vergoedingen aan commissaris buiten mandaat
        9. Zitpenningen bestuursleden
        10. Formalisatie aanstelling bestuurders.
        11. Varia

        Voorgesteld wordt de agenda en alle afzonderlijke punten van de agenda goed te keuren.

        In zitting van 3 feburari 2025 werd Thijs Descamps aangeduid als vertegenwoordiger voor de stad Ieper op de algemene vergaderingen van Thuiswest.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: De agenda en de voorstellen van de algemene vergadering van 10 juni 2025 goed te keuren:

        1. Geldigheid bijeenroepen vergadering
        2. Goedkeuren jaarverslag 2024
        3. Goedkeuren jaarrekening 2024
        4. Verslag van de commissaris
        5. Kwijting aan de bestuurders
        6. Kwijting aan de commissaris
        7. Kennisname uittreding aandeelhouders
        8. Melding vergoedingen aan commissaris buiten mandaat
        9. Zitpenningen bestuursleden
        10. Formalisatie aanstelling bestuurders.
        11. Varia

        Artikel 2: Thijs Descamps op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten.

        Artikel 3: een afschrift van deze beslissing over te maken aan woonmaatschappij Thuiswest.

      • Ons Onderdak: Goedkeuring agenda en vaststellen mandaat Algemene Vergadering van 13 juni 2025

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Met mail van 27 mei 2025 nodigt Ons Onderdak uit op de algemene vergadering van aandeelhouders op 13 juni 2025 om 17.30 uur in het Auris, Ieper.

        De agenda van deze vergadering vermeldt :

        1. Kennisname van het jaarverslag van de raad van bestuur over de verrichtingen van het
        boekjaar 2024 als bedoeld in art. 27 van de statuten en de klachtenrapportering.
        2. Kennisname van het verslag van de commissaris-revisor.
        3. Onderzoek en goedkeuring van de jaarrekening en toewijzing van het resultaat over het
        boekjaar 2024.
        4. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor.
        5. Ontslagen en benoemingen van bestuurders conform art. 13 collegiaal bestuursorgaan van
        de statuten;
           5.1. Benoeming 1 bestuurder namens de andere aandeelhouders dan de lokale
                  besturen van het werkingsgebied, uit volgende kandidaten:

        • Ann-Sophie Himpe
        • Sarah Bouton
        • Dimitri Soenen
        • Kjell Declercq

           5.2. Benoeming 10 bestuurders namens de stad Ieper, de gemeente Heuvelland, de
                  stad Mesen en de provincie West-Vlaanderen:
                  Voordrachten kandidaten 6 bestuursmandaten namens de stad Ieper:

        •  Jef Vanhove – Eva Ryde
        • Brecht Vangheluwe – Katrien Desomer
        • Liesbeth Pollée – Peter De Groote
        • Marcia Vanhoirelbeke – Miguel Gheysens
        • Thijs Descamps – Sara Descamps
        • Danny Metsu – Emily Talpe

                 Voordracht kandidaten 2 bestuursmandaten namens de gemeente Heuvelland:

        • Bert Doise
        • Valerie Deknock

                 Voordracht kandidaat bestuursmandaat namens de stad Mesen:

        • Sandy Evrard – Maité Hellem

        Voordracht kandidaat bestuursmandaat namens de provincie West-Vlaanderen:

        • Jurgen Vanlerberghe – Julie Vandewatere

        6. Allerlei.
        7. Slotwoord.

        Voorgesteld wordt de agenda en alle afzonderlijke punten van de agenda goed te keuren.

        In zitting van 16 december 2024 werd raadslid Jo Baert aangeduid als vertegenwoordiger voor de stad Ieper op de algemene vergaderingen van Ons Onderdak. 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: De agenda en de voorstellen van de algemene vergadering van 13 juni 2025 goed te keuren:

        1. Kennisname van het jaarverslag van de raad van bestuur over de verrichtingen van het
        boekjaar 2024 als bedoeld in art. 27 van de statuten en de klachtenrapportering.
        2. Kennisname van het verslag van de commissaris-revisor.
        3. Onderzoek en goedkeuring van de jaarrekening en toewijzing van het resultaat over het
        boekjaar 2024.
        4. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor.
        5. Ontslagen en benoemingen van bestuurders conform art. 13 collegiaal bestuursorgaan van
        de statuten;
           5.1. Benoeming 1 bestuurder namens de andere aandeelhouders dan de lokale
                  besturen van het werkingsgebied, uit volgende kandidaten:

        • Ann-Sophie Himpe
        • Sarah Bouton
        • Dimitri Soenen
        • Kjell Declercq

           5.2. Benoeming 10 bestuurders namens de stad Ieper, de gemeente Heuvelland, de
                  stad Mesen en de provincie West-Vlaanderen:
                  Voordrachten kandidaten 6 bestuursmandaten namens de stad Ieper:

        •  Jef Vanhove – Eva Ryde
        • Brecht Vangheluwe – Katrien Desomer
        • Liesbeth Pollée – Peter De Groote
        • Marcia Vanhoirelbeke – Miguel Gheysens
        • Thijs Descamps – Sara Descamps
        • Danny Metsu – Emily Talpe

                 Voordracht kandidaten 2 bestuursmandaten namens de gemeente Heuvelland:

        • Bert Doise
        • Valerie Deknock

                 Voordracht kandidaat bestuursmandaat namens de stad Mesen:

        • Sandy Evrard – Maité Hellem

        Voordracht kandidaat bestuursmandaat namens de provincie West-Vlaanderen:

        • Jurgen Vanlerberghe – Julie Vandewatere

        6. Allerlei.
        7. Slotwoord.

        Artikel 2: Raadslid Jo Baert op te dragen haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten.

        Artikel 3: een afschrift van deze beslissing over te maken aan bouwmaatschappij Ons Onderdak.

    • Cultuur

      • Projectvereniging CO7. Jaarrekening 2024 en werkingsverslag 2024

        Voorgeschiedenis

        De intergemeentelijke culturele samenwerking tussen zeven Westhoekgemeenten uit het arrondissement Ieper vond zijn oorsprong in het najaar van 2002, toen onder impuls van Ieper en Poperinge en met de steun van de Provincie West-Vlaanderen de eerste voorzichtige stappen gezet werden. De Gemeenteraad besliste in de zitting van 8 november 2004 tot de principiële goedkeuring van de oprichting van een projectvereniging voor intergemeentelijke culturele samenwerking. De definitieve goedkeuring van de statuten van de projectvereniging CO7 volgde in de zitting van de Gemeenteraad van 5 september 2005.

        De officiële oprichting van de projectvereniging CO7 geschiedde door het ondertekenen van de oprichtingsakte door de burgemeesters en secretarissen van de zeven gemeenten op 8 november 2005 te Poperinge. De projectvereniging werd oorspronkelijke opgericht voor de periode 1 november 2005 tot 31 december 2007; in 2007 werd de verlenging van de projectvereniging tot 2013 door de zeven gemeenten goedgekeurd.

        De Gemeenteraad dd. 2 september 2013 besloot akkoord te gaan met de verlenging van de projectvereniging CO7 vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 en goedkeuring te verlenen aan de financiering van de projectvereniging CO7 door de deelnemende gemeenten via een niet-geïndexeerde bijdrage van 1,65 euro per inwoner voor de periode 2014-2019, en hiertoe de nodige kredieten in te schrijven in de gemeentelijke begrotingen 2014-2019.

        Op 29 januari 2014 werd de Akte van Verlenging voor de periode 1 januari 2014 tot 31 december 2019 ondertekend door de burgemeesters en secretarissen van de CO7-regio.

        Op 7 december 2015 verleende de Gemeenteraad goedkeuring aan het onroerend erfgoedbeleidsplan van CO7 ‘Van Intergemeentelijke Archeologische Dienst (IAD) naar Intergemeentelijke Onroerenderfgoeddienst (IOED) in de zuidelijke Westhoek’.

        Op 5 december 2016 verleende de Gemeenteraad goedkeuring aan de statutenwijziging van de projectvereniging CO7 naar aanleiding van de erkenning als onroerend erfgoeddienst.

        Op 2 december 2019 ging de raad akkoord met de deelname aan het intergemeentelijke samenwerkingsverband CO7 voor de periode 2020-2025 en de statuten goed te keuren.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Zoals bepaald in de statuten van het intergemeentelijke samenwerkingsverband CO7 legt de projectvereniging jaarlijks het werkingsverslag, samen met de jaarrekening en het verslag van de accountant, ter aktename voor aan de zeven gemeenteraden.

        Deze documenten voor het jaar 2024 werden goedgekeurd door de raad van bestuur van CO7 in zitting van 27 maart 2025 en aan de stad Ieper bezorgd op 05 mei 2025.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad akte te nemen van de jaarrekening 2024 en het werkingsverslag 2024 van de projectvereniging CO7.

    • Patrimonium

      • Aankoop perceeltjes grond Boezingestraat - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        In het kader van de heraanleg van de rioleringen en wegenis van de Boezingestraat is het noodzakelijk voor de plaatsing van pompstations om enkele perceeltjes grond gelegen Boezingestraat 49-51-53 aan te kopen, deze zijn gekend als:

        - Ieper, 8e afdeling, Boezinge, sectie A, deel van perceelnummer 0569H2P0000, met nieuw perceelsidentificatienummer 569K2P0000, groot volgens meting 14m² aan te kopen, dit voor een aankoopbedrag van 350,00 EUR;

        - Ieper, 8e afdeling, Boezinge, sectie A, deel van perceelnummer 568W en volgens recent kadastraal uittreksel gekend onder sectie A, nummer 0568A2P0000, met nieuw perceelsidentificatienummer 568C2P0000, groot volgens meting 6m² aan te kopen, dit voor een aankoopbedrag van 150,00 EUR;

        - Ieper, 8e afdeling, Boezinge, sectie A, deel van perceelnummer 568R en 568Y en volgens recent kadastraal uittreksel gekend onder sectie A, nummer 0568RP0000, met nieuw perceelsidentificatienummer 568D2P0000, groot volgens meting 6m² aan te kopen, dit voor een aankoopbedrag van 150,00 EUR;

        De ontwerpakte werd opgemaakt door het notariaat Ghesquière, Breyne, De Brabandere en Degryse.

        Aan de Algemene Administratie Patrimoniumdocumentatie wordt ontslag van ambtshalve inschrijving bij de overschrijving van de akte verleend.

        Er wordt vrijstelling van registratierechten gevraagd om reden van algemeen nut.

        Aan de gemeenteraad wordt gevraagd zich akkoord te verklaren om volgende percelen grond gelegen:

        - Ieper, 8e afdeling, Boezinge, sectie A, deel van perceelnummer 0569H2P0000, met nieuw perceelsidentificatienummer 569K2P0000, groot volgens meting 14m² aan te kopen, dit voor een aankoopbedrag van 350,00 EUR;

        - Ieper, 8e afdeling, Boezinge, sectie A, deel van perceelnummer 568W en volgens recent kadastraal uittreksel gekend onder sectie A, nummer 0568A2P0000, met nieuw perceelsidentificatienummer 568C2P0000, groot volgens meting 6m² aan te kopen, dit voor een aankoopbedrag van 150,00 EUR;

        - Ieper, 8e afdeling, Boezinge, sectie A, deel van perceelnummer 568R en 568Y en volgens recent kadastraal uittreksel gekend onder sectie A, nummer 0568RP0000, met nieuw perceelsidentificatienummer 568D2P0000, groot volgens meting 6m² aan te kopen, dit voor een aankoopbedrag van 150,00 EUR;

        Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen.

        Financiële gevolgen
        Jaar Budgetartikel Budget Reeds vastgelegd Oud beschikbaar Voorgesteld Nieuw beschikbaar Datum consultatie

        2025

        ACS161/0119-3/220000  € 12.000,00  € 0,00  € 12.000,00  € 4.500,00  € 7.500,00 17/04/2025

        Voorgestelde bedrag omvat de aankoopprijs, de aktekosten en fiscale kosten die met de aankoop gepaard gaan. De aankoopkost zelf bedraagt 650 EUR en 3 koopaktes waarvan 2 met handlichting hypotheek aan rato van 1.300 EUR per akte.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen:

        Artikel 1: de aankoop van 

        - Ieper, 8e afdeling, Boezinge, sectie A, deel van perceelnummer 0569H2P0000, met nieuw perceelsidentificatienummer 569K2P0000, groot volgens meting 14m², dit voor een aankoopbedrag van 350,00 EUR;

        - Ieper, 8e afdeling, Boezinge, sectie A, deel van perceelnummer 568W en volgens recent kadastraal uittreksel gekend onder sectie A, nummer 0568A2P0000, met nieuw perceelsidentificatienummer 568C2P0000, groot volgens meting 6m², dit voor een aankoopbedrag van 150,00 EUR;

        - Ieper, 8e afdeling, Boezinge, sectie A, deel van perceelnummer 568R en 568Y en volgens recent kadastraal uittreksel gekend onder sectie A, nummer 0568RP0000, met nieuw perceelsidentificatienummer 568D2P0000, groot volgens meting 6m², dit voor een aankoopbedrag van 150,00 EUR;

        goed te keuren.

        Artikel 2: de ontwerpakte goed te keuren.

        Artikel 3: de vrijstelling van registratierechten voor reden van algemeen nut te vragen.

        Artikel 4: de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte.

        Artikel 5: de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen om de stukken met betrekking tot deze akte te ondertekenen.

    • Openbaar domein en gebouwen

      • Onderhoud en signalisatie van brandkranen (hydranten) - toetreding tot de raamovereenkomst van de Watergroep

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen.

        Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen.

        Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en latere wijzigingen.

        Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren en latere wijzigingen.

        Beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2024, vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' overeenkomstig artikel 41.10° van het decreet lokaal bestuur.

        Feiten, context en argumentatie

        Het Ministerieel rondschrijven van 14 oktober 1975 betreffende de watervoorraden voor het blussen en branden omvat o.a. de bepalingen inzake onderhoud-,  herstelwerken van de hydranten en de herkenningstekens.  Het beproeven van de goede werking dienst minstens om de twee jaar uitgevoerd.  De Ministeriële omzendbrief van 6 maart 1978 betreffende de watervoorraden voor het blussen van branden is een toelichting en aanvulling op de bepalingen van dit Ministerieel rondschrijven.  Deze principes werd bij wet van 15 juli 2018 - wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken verankerd in de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

         

        Deze diensten zijn uiteraard ook onderhavig aan de wetgeving overheidsopdrachten.  In 2018 en 2020 werd deze opdracht uitbesteed via raamovereenkomst door de stad Poperinge voor de zone Westhoek.  De laatste onderhoudsbeurt dateert van 2022, uitgevoerd door Westlandia.  Begin 2023 werd beslist om geen onderhoudsronde te voorzien, maar werk te maken van een overleg met de Watergroep in functie van de aanpak van het herstel van de hydranten op het grondgebied van de stad Ieper.  Eind 2023 werd de situatie in kaart gebracht door de Watergroep.  

         

        Het stadsbestuur is verantwoordelijk voor het onderhoud van de hydranten zodat de brandweer in noodsituaties kan vertrouwen op de goede werking ervan.  De CV Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening/ De Watergroep heeft hiertoe in 2024 een raamovereenkomst uitgeschreven voor het nazicht, onderhoud en herstelling van brandkranen en bijhorende signalisatie in het verzorgingsgebied van De Watergroep.  Deze opdracht werd voorbehouden aan sociale werkplaatsen en aan ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van mindervaliden of kansarmen tot doel heeft (artikel 15 van de wet van 17 juni 2016).  De Watergroep treedt daarbij op als aankoopcentrale in toepassing van artikel 2, 6°a en 7°a van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten.  De raamovereenkomst werd afgesloten ingevolge een openbare procedure met 1 deelnemer per perceel voor de periode van 2 jaren (2 keer verlengbaar met 1 jaar).  De opdracht bestond uit 10 percelen, waarvan perceel 1 Westhoek werd gegund aan Westlandia vzw.

         

        De raamovereenkomst omvat 2 luiken, enerzijds het onderhoud en signalisatie ten laste van de gemeente en anderzijds de herstelling van de hydrant, waarvan de Watergroep de kosten op zich neemt.

        Het luik ten laste van de gemeente omvat 3 posten :

        1 - Periodiek nazicht en controle : het controleren op aanwezigheid, bereikbaarheid en zichtbaarheid van de brandkranen, signalisatiepalen en signalisatieplaten - op jaarlijkse basis en het beproeven van de hydranten om de 2 jaar - kostprijs 22,50 euro/stuk

        2 - Aanpassen of vervangen van beschadigde identificatieplaat : 8,00 euro/stuk

        3 - Plaatsen van een nieuwe paal of het verplaatsen en/of rechtzetten van een bestaande paal en aanpassen van de plaat : 30,00 euro/stuk

        Volgens de meetstaat beschikt de stad Ieper over 3.009 hydranten, volgens de info van Westlandia over 3.071 stuks, wat resulteert in een kostprijs van ongeveer 67.500,00 euro + btw (±5% voor eventuele aanpassingen of vervanging van identificatieplaatjes en palen niet inbegrepen).

        Financiële gevolgen
        Jaar Budgetartikel Budget Reeds vastgelegd Oud beschikbaar Voorgesteld Nieuw beschikbaar Datum consultatie
        2025 ACS47/0200-0/224007  606.597,16  355.476,82  271.120,34  ± 85.850,00  226.120,34 06/05/2025

        Deze kosten werden in het verleden ingeboekt op deze budgetcode - wegen - grondwerken en verhardingen - investeringen wegen.  Er wordt voorgesteld in functie van de voortgang van het dossier dit budget aan te passen bij de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen:

        Artikel 1: Toe te treden tot de raamovereenkomst van de Watergroep voor het onderhouden en signaleren van de hydranten op het grondgebied van de stad Ieper.

        Artikel 2: De uitgave van deze prestaties te voorzien op budgetcode ACS47/0200-0/224007 en bij te passen in de eerstvolgende meerjarenplanning.

         

    • Financiën

      • OCMW Ieper. Jaarrekening 2024. Goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Besluit Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente, provincies, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd de jaarrekening 2024 deel OCMW Ieper goed te keuren.

        De jaarrekening 2024 kan als volgt worden samengevat : 

        I.Exploitatiebudget

        14.372.536 

        II.Investeringsbudget

        -14.875.923 

        IV.Financieringssaldo

        -1.273.068 

        V.Budgettair resultaat van het boekjaar

        -1.776.455 

        VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar

        68.794.840 

        VII. Gecumuleerd budgettair resultaat

        67.018.385 

        VIII. Onbeschikbare gelden

        24.440.664 

        VIII. Beschikbaar budgettair resultaat

        42.577.722 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen keurt de raad met met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo) de jaarrekening deel OCMW Ieper van het dienstjaar 2024 goed.

      • AGB Vauban - Jaarrekening 2024 - Advies

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Besluit Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente, provincies, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd de jaarrekening 2024 van AGB Vauban positief te adviseren.

        Het model J2 van de BBC-jaarrekening eindigt met een gecumuleerd budgettair resultaat van 268.272 euro eind 2024.

        Het balanstotaal volgens het model van de Nationale Bank van België bedraagt 11.497.093 euro.

        Het boekhoudkundige resultaat van het boekjaar bedraagt 59.346 euro.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen en met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo): 

        Artikel 1: geeft de gemeenteraad positief advies over de jaarrekening 2024 van AGB Vauban;

        Artikel 2: verleent de gemeenteraad kwijting aan de bestuurders.

      • Vereniging OLV Ziekenhuis. Jaarrekening 2024 - Aktename.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Besluit Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente, provincies, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd akte te nemen van de jaarrekening 2024 van OCMW Vereniging OLV Ziekenhuis.

        Deze jaarrekening 2024 kan als volgt worden samengevat :

        I.Exploitatiebudget

        0,00

        II.Investeringsbudget

        0,00

        III.Andere

        0,00

        IV.Budgettair resultaat van het boekjaar

        0,00

        V. Gecumuleerd resultaat vorig boekjaar

        0,00

        VI. Gecumuleerd resultaat

        0,00

        VII. Bestemde gelden

        0,00

        VIII. Resultaat op kasbasis

        0,00

         

        Beschikkend gedeelte

        De raad neemt akte van de jaarrekening van het dienstjaar 2024 van de Vereniging OLV Ziekenhuis.

      • AGB Musea Ieper - Jaarrekening 2024 - Advies

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Besluit Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente, provincies, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd de jaarrekening 2024 van AGB Musea Ieper positief te adviseren.

        Het model J2 van de BBC-jaarrekening eindigt met een gecumuleerd budgettair resultaat van 143.059 euro eind 2024.

        Het balanstotaal volgens het model van de Nationale Bank van België bedraagt 14.310.431 euro.

        Het boekhoudkundige resultaat van het boekjaar bedraagt 66.795,01 euro.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen en met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: geeft de gemeenteraad positief advies over de jaarrekening 2024 van AGB Musea Ieper;

        Artikel 2: verleent de gemeenteraad kwijting aan de bestuurders.

      • AGB Spie - Jaarrekening 2024 - Advies

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Besluit Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente, provincies, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd de jaarrekening van AGB Spie positief te adviseren. De raad van bestuur van het AGB heeft in zitting van 26 mei de jaarrekening vastgesteld.

        Het model J2 van de BBC-jaarrekening eindigt met een exploitatieoverschot van 321.269 euro. Dit overschot wordt aangewend ter financiering van de liquiditeitsuitgaven van 459.528 euro. Voor het verschil wordt het gecumuleerd overschot van vorig jaar aangesproken. Het budgettair resultaat van 2024 eindigt hierdoor op 361.740 euro.

        Het balanstotaal volgens het model van de Nationale Bank van België bedraagt 4.383.301 euro. De balans 2024 sluit af met een negatief netto-actief van 162.313 euro. De winst uit 2024 vermindert het overgedragen verlies van 321.422 euro tot 285.753 euro. Het kapitaal van 123.440 euro vertegenwoordigt de inbreng in natura van de niet gesloopte bestanddelen van de oude Picañol-site die later mee het voorwerp van de leasingovereenkomst met de stad Ieper hebben uitgemaakt.

        Wanneer ten gevolge van een geleden verlies het netto-actief gedaald is tot minder dan de helft van het door de stad ingebrachte kapitaal, dan moet de gemeenteraad conform artikel 37 van de laatst bijgewerkte statuten (GR 4/11/2019) bijeenkomen binnen een termijn van ten hoogste twee maanden nadat het verlies is vastgesteld om, in voorkomend geval, te beraadslagen en te besluiten over de maatregelen die de raad van bestuur voorstelt in een plan opgesteld ter sanering van de financiële toestand.

        De Raad van Bestuur oordeelt dat, ondanks de (eerdere) verliezen het vermogen aantasten, het autonoom gemeentebedrijf haar activiteiten zal verder zetten. De dubbele leasevergoeding van 2022, zoals in de lease-overeenkomst d.d. 23/09/2006 opgenomen, heeft ertoe bijgedragen dat het overgedragen verlies aanzienlijk is gereduceerd. Na het resultaat van 2024 bedraagt het netto bedrijfskapitaal nog steeds 361.740 euro. De stad betaalde in 2024 een bijdrage van 475.000 euro. Daarenboven realiseerde het AGB in de jaren van verlies een positieve cash-flow. Het zijn met andere woorden de afschrijvingen (niet-kaskosten) die hebben bij gedragen tot het boekhoudkundig verlies.

        Tussenkomsten vanuit de stad werden expliciet in de beheersovereenkomst tussen de stad en het AGB voorzien en is een concretisering van de decretale plicht van de stad om haar AGB te ondersteunen in het halen van haar doelstellingen.

        De beslissing van de Raad van Bestuur dd. 23 juni 2014 dat bovenstaande elementen aangeven dat de financiële toestand van het AGB voldoende gewaarborgd is, blijft gehandhaafd. Een bijkomend herstelplan dringt zich niet op.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen en met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: geeft de gemeenteraad positief advies over de jaarrekening 2024 van AGB Spie;

        Artikel 2: verleent de gemeenteraad kwijting aan de bestuurders.

      • Stadsbestuur Ieper. Jaarrekening 2024. Vaststelling

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Besluit Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente, provincies, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd kennis te nemen van de rekening 2024 van de stad en deze vast te stellen.

        Deze jaarrekening 2024 kan als volgt worden samengevat : 

        I.Exploitatiebudget

        14.372.536 

        II.Investeringsbudget

        -14.875.923 

        IV.Financieringssaldo

        -1.273.068 

        V.Budgettair resultaat van het boekjaar

        -1.776.455 

        VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar

        68.794.840 

        VII. Gecumuleerd budgettair resultaat

        67.018.385 

        VIII. Onbeschikbare gelden

        24.440.664 

        VIII. Beschikbaar budgettair resultaat

        42.577.722 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen stelt de raad de jaarrekening van de stad van het dienstjaar 2024 vast met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo).

    • Sport

      • WesthoekSportOverleg. Samenwerkingsovereenkomst 2025-2030 - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Sedert 2004 is er een overeenkomst betreffende een oprichting van het Westhoeksportoverleg. Dit is een samenwerkingsverband tussen verschillende gemeenten. Dit onder de vorm van een interlokale vereniging. 
        Initieel was dit tussen  Alveringem, Heuvelland, Ieper, Lo-Reninge, Poperinge, Veurne, Vleteren en Zonnebeke. Doorheen de legislaturen verlengde iedere gemeenteraad telkens de overeenkomst. Tijdens de vorige legislatuur '19-'24 sloten Langemark-Poelkapelle en Mesen aan bij het Westhoeksportoverleg.  

        De overeenkomst kan verlengd worden mits beslissing van de deelnemende gemeenten. Het inwendig reglement en de samenwerkingsovereenkomst dient aan de gemeenteraad voorgelegd te worden. 

        Tussen de verschillende gemeenten wil men deze legislatuur de bovenlokale werking evalueren. Hiervoor zijn middelen beschikbaar vanuit Sport Vlaanderen. Met deze middelen willen we de noden en behoeften, de doelstellingen en de toekomst van een bovenlokale samenwerking vorm geven.
        Dit  heroriënteringstraject zal in 2026 uitgewerkt worden vanuit de noden en behoeften om tot bovenlokale samenwerking te komen. Dit zal teruggekoppeld worden naar de lokale besturen. 

        Met het aangaan van de nieuwe overeenkomst willen de ambtenaren sport van de verschillende gemeenten een signaal geven in het geloof in bovenlokale werking sport en laten we de mogelijkheden open om het Westhoeksportoverleg te heroriënteren. 

        Financiële gevolgen

        Jaarlijkse bijdrage van 0,05 EUR per inwoner per gemeente.

        Sport Vlaanderen verleent projectsubsidie voor de eenmalige sportorganisaties die kostendekkend zijn.

        Sport Vlaanderen verleent een projectsubsidie projectvorming om het evaluatietraject vorm te geven. 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen akkoord te gaan om het lidmaatschap van het Westhoeksportoverleg deze legislatuur te verlengen zoals voorgelegd 

      • Westhoeksportoverleg jaarverslag 2024 en jaarrekening 2024

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De stad Ieper maakt samen met Alveringem, Heuvelland, Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, Mesen, Poperinge, Veurne, Vleteren en Zonnebeke deel uit van de interlokale vereniging Westhoeksportoverleg.

        De oprichtingsovereenkomst vermeldt o.a. dat het beheerscomité bestaande uit de schepenen bevoegd voor sport van de 10 aangesloten gemeenten/steden, minstens één keer per jaar moet samenkomen om o.a. het jaarverslag, de jaarrekening van het voorbije jaar en het jaarprogramma en het budget voor het volgende werkjaar goed te keuren.

        Deze vergadering vond plaats op woensdag 12 maart 2025 om 18.30 uur in het stadhuis te Langemark-Poelkapelle. In deze vergadering werd het WSO-jaarverslag 2024 en de WSO-jaarrekening 2024 goedgekeurd.

        De jaarrekening en het jaarverslag van het werkjaar 2024 moeten ook goedgekeurd worden door de gemeenteraden van de 10 aangesloten gemeenten/steden.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen keurt de raad jaarverslag 2024 en jaarrekening 2024 van de interlokale vereniging Westhoeksportoverleg goed, met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo).

    • Omgevingsvergunning

      • Uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelingsproject of groepswoningbouwproject - OMV_2023020931 - sloop bebouwing, bouwen 5 meergezinswoningen met aanleg van parking, Haiglaan 64, 66, 68, 70, 84, 84A, 86, 86A - beroep - PIV8 - zaak der wegen en goedkeuring technisch dossier

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 40,41 en 56 en 57, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Decreet houdende de gemeentewegen van 03 mei 2019.

        Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

        Besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019, vaststelling van de gemeentelijke procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en goedkeuring van het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis.

        Feiten, context en argumentatie

        Door de bouwheer ALIDES REAL ESTATE INVESTMENT AND MANAGEMENT, met als adres Foreestelaan 86 bus 201, 9000 Gent gaf opdracht aan het studiebureau BURO STIEL, Meensesteenweg 411, 8800 Roeselare om het bestek op te maken voor de uitvoering van uitrustings- en infrastructuurwerken nodig om de gronden gelegen langs de Haiglaan kadastraal gekend Ieper, 3 de afdeling, sectie E, nrs 0257S9 02, 0312M2, 0257Y9 02, 0312W7 02, 0312S2, 0310P12, 0257E10, 0257X9 2, 0257F10 02, 0312Y2, 0310N12, 0312B3, 0310B12, 0310A12 bouwrijp te maken.  Het bijzonder bestek met dossiernr. 2023/010, de raming en de plannen voor de wegen- en rioleringswerken met inbegrip van de rooilijn worden ter goedkeuring voorgelegd.

        Met het oog op de opmaak van de overeenkomst is het bestek 2-delig. Fase 1 omvat de riolering- en wegeniswerken. Fase 2 omvat de werken nodig voor de aanleg van voetpaden, opritten en groenaanleg. De totaliteit van de werken wordt geraamd op 407.650,35 EUR, btw niet inbegrepen en is integraal ten laste van de private verkavelaar.

        Het ontwerp voorziet in de realisatie van de aanleg van de infrastructuur voor de realisatie van 5 meergezinswoningen, 1 lot voor nutscabine en nieuw toekomstig openbaar domein in de vorm van een ontsluitingsweg en fietsdoorsteek. Samen met de ontwikkeling van deze meergezinswoningen dienen dus de nodige infrastructuurwerken uitgevoerd.

        Het voorliggend dossier omvat volgende werkzaamheden : 

        • Aanleg nieuwe gescheiden riolering
          • RWA-riolering, incl. huisaansluitingen (zie ook architectuurplannen).
          • DWA-riolering, incl. huisaansluitingen (zie ook architectuurplannen).
          • Aanleg infiltratiebekken (zie ook architectuurplannen).
        • Aanleg van nieuwe wegenis en groenzones
          • Aanleg toegangsweg in waterpasserende betonstraatstenen.
          • Aanleg fiets- en voetpad in waterpasserende betonstraatstenen
          • Aanleg uitwijkstroken in grasbetondallen
          • Aanleg van groenzone (zie groenplan BurO Groen)
        • Aanleg en uitbreiding bestaande nutsleidingen

        Het ontwerp en aanleg van nieuwe gescheiden riolering gebeurt conform het SB250 versie 4.1 en voldoet aan de eisen gesteld door de rioolbeheerder Ieper wat betreft infiltratie, buffer en vertraagde afvoer (zie verder). Daarnaast wordt iedere meergezinswoning voorzien van een eigen gescheiden rioolaansluiting op de nieuwe riolering. 

        Het ontwerp en aanleg van de nieuwe wegenis gebeurt conform het SB250 versie 4.1 en in overleg met Ieper. Hierbij wordt voldoende aandacht geschonken aan de toegankelijkheid voor hulpdiensten (draaistralen 11m en 15m en een minimale breedte van 4m).
        De aanleg en uitbreiding van nutsleidingen langs de nieuwe wegenis gebeurt binnen een ‘gereserveerde’ zone van minstens 1,50m waarbinnen de leidingen probleemloos aangelegd kunnen worden. De aanleg gebeurt conform de richtlijnen van de verschillende nutsmaatschappijen.

        Met het oog op de uitvoering van de infrastructuurwerken, de oplevering ervan en de inlijving in het openbaar domein dient de ontwikkelaar zich contractueel met de Stad te verbinden. Een overeenkomst dient afgesloten waarin de verplichtingen van de verkavelaar worden opgenomen overeenkomstig de procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 februari 2019.  Afdoende waarborgen dienen gesteld ter verzekering van een kwaliteitsvolle uitvoering.

        In het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag heeft de gemeenteraad van de stad Ieper op 5 februari 2024 een beslissing genomen over de zaak der wegen.

        Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 18 maart 2024 de aanvraag ingediend door ALIDES REAL ESTATE INVESTMENT AND MANAGEMENT, met als adres Foreestelaan 86 bus 201, 9000 Gent inzake het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van 5 meergezinswoningen met parking, gelegen Haiglaan 64 - 66 - 68 - 70 - 72 - 84 - 84A – 86 - 86A, 8900 Ieper vergund met voorwaarden.

         

        Mobiliteitstoets

        Bij de omgevingsvergunningsaanvraag werd een mobiliteitstoets gevoegd, opgesteld door Patrick Maes, met volgende conclusies en aanbevelingen:

        Ontsluiting en capaciteitsbeoordeling

        Het projectgebied is gelegen in ten noorden van het centrum van Ieper, langsheen de Haiglaan.

        De Haiglaan vormt de verbinding tussen de stationsomgeving en de N38 Noorderring. De Haiglaan is tevens onderdeel van de stedelijke verdeelweg en is een vrij drukke straat met meer dan 1000 pae/uur op de spitsmomenten.

        De Haiglaan is ook geselecteerd als bovenlokale fietsroute. De huidige fietsvoorzieningen (aanliggende fietsstroken) zijn echter niet conform de eisen volgens het Vlaams Fietsvademecum. Het projectgebied ligt ook dicht bij de fietsring rond Ieper en de Vrijbosroute.

        Het projectgebied is in de huidige situatie zeer goed bediend door het openbaar vervoer. Het station van Ieper ligt op wandelafstand en aan het projectgebied halteren liefst zes buslijnen, waarvan twee reguliere lijnen.

        De verkeersgeneratie van het project is beperkt tot 35 voertuigbewegingen op de piekuren (o.b.v. het Vlaams richtlijnenboek). Worden Nederlandse kencijfers gehanteerd, dan spreken we over 65 voertuigbewegingen op de piekuren. Het project ontsluit via een nieuwe toegangsweg op de Haiglaan. Enkel voor fietsers is een doorsteek mogelijk naar de achtergelegen Velodroomstraat. Er worden geen problemen verwacht ter hoogte van het nieuwe kruispunt, ook niet in het geval linksafslaand verkeer zou worden toegelaten vanuit het project. Door het voetpad te onderbreken wordt het nieuwe kruispunt duidelijk zichtbaar in het wegbeeld. Dit kan verder benadrukt worden door het fietspad ter hoogte van de toegang met een rode coating te voorzien (suggestie aan de stad).

        Er verdwijnen ook drie parkeerplaatsen langsheen de Haiglaan. Gezien de geringe parkeerdruk in de straat is dit niet problematisch.

        Er worden voldoende (ondergrondse en bovengrondse) autoparkeerplaatsen voorzien in het project voor de bewoners en bezoekers.

        Verkeersveiligheid en -leefbaarheid

        Het projectgebied wordt best ingericht als woonerf (prioriteit aan de voetganger). Dit komt zowel de verkeersveiligheid als de verkeersleefbaarheid ten goede.

        Vandaag is de oversteekbaarheid van de Haiglaan tussen de Plumerlaan en de Sportstraat niet zo goed. Ter hoogte van het kruispunt met de Plumerlaan en met de Sportstraat vormen zebrapaden wel veilige oversteekgelegenheden. Het is aan te bevelen om ter hoogte van de doorsteek tussen de Haiglaan richting Scholierenpad een bijkomend zebrapad te schilderen (suggestie aan de stad). Dit zal ook het voorliggend project ten goede komen.

        Duurzaamheidstoets

        Er worden maatregelen uitgewerkt ten gunste van duurzame vervoerswijzen zoals de fiets (voldoende ruimte voor fietsstalplaatsen). De opwaardering van bestaande bushaltes in de buurt van het project kan ook het gebruik van het openbaar vervoer promoten.

        Het zebrapad werd reeds aangebracht op de Haiglaan richting verbinding Scholierenpad. Het ontwerp van kruispuntaansluiting houdt reeds rekening met de voorgestelde onderbreking van het voetpad, met de uitstulping van het voetpad aan weerszijden van de toegangsweg om het parkeren om afstand te houden en met de rode markering van het fietspad op de Haiglaan.


        Beroep

        Tegen deze omgevingsvergunning, verleend door het college op 18 maart 2024, werd beroep aangetekend bij de deputatie van de provincie West-Vlaanderen. Dit beroep tegen de omgevingsvergunning is nog lopende. 

        Daarnaast werd bij de Vlaamse regering beroep aangetekend tegen de beslissing van de gemeenteraad van 5 februari 2024 houdende de goedkeuring van de zaak der wegen. Er werden twee beroepen ingesteld.  

        Het eerste beroep werd bij MB van 11 juni 2024 onontvankelijk verklaard. Het tweede beroep werd bij MB van 17 september 2024 voor de 3de beroepskritiek deels gevolgd. Het rooilijnplan vermeldde volgende gegevens niet :

        • De begroting van de waardevermindering van de oppervlakte binnen het rooilijnplan (aangeleverd voor deel over te dragen aan het openbaar domein, berekend op 0 euro, doch werd niet berekend voor het deel dat openbaar karakter krijgt doch niet wordt overgedragen naar het openbaar domein).
        • De nutsleidingen op het rooilijnplan (deze echter echter niet aanwezig gezien bestaande toestand integraal privaat domein is muv de afvoer N-Z die wel vermeld werd).

        De beslissing van de gemeenteraad van 5 februari 2024 tot goedkeuring van de zaak der wegen werd met dit MB vernietigd. 

        Dit betekent dat deze beslissing over de zaak der wegen door de gemeenteraad binnen de beroepsprocedure bij de deputatie hernomen dient te worden.

        De aanvrager heeft binnen de beroepsprocedure op 29 november 2024 een nieuwe projectinhoudversie PIV7 opgeladen op het omgevingsloket. Deze PIV7 werd op 2 december 2024 door de provincie aanvaard. Ten aanzien van de zaak der wegen werd de berekening van de minwaarde voor het deel dat een openbaar karakter krijgt, doch niet wordt ingelijfd in het openbaar domein (padenstructuur doorheen het park), eveneens meegenomen. 

        "Het onderwerp van de schatting betreft het gedeelte dat wordt ingenomen als openbaar domein en dat deels zal afgestaan worden als openbaar domein (2505m²) en deels gemeenteweg zal worden die niet wordt overgedragen (1072m²).
        Aansluitend op mijn bezoek van 21 november 2024 bevestig ik u de geschatte waarde van de percelen grond, gelegen langsheen de Haiglaan te 8900 Ieper. Kadastraal bekend: gemeente Ieper – 3de Afdeling, Sectie E, delen van perceelnummers 257/02 S 9, 257/02 X 9, 257/02 E 10, 257/02 F 10, 257/02 Y 9, 312 B 3, 312 M 2, 312 Y 2, 312 S 2, 312/02 W 7, 310 A 12, 310 B 12, 310 N 12 en 310 P 12.

        Algemene beschrijving

        Het onderwerp van de schatting betreft het gedeelte dat wordt ingenomen als openbaar domein en dat deels zal afgestaan worden als openbaar domein (2505m²) en deels gemeenteweg zal worden die niet wordt overgedragen (1072m²). De gronden zijn gelegen in het centrum van Ieper, deels palend aan de Haiglaan en deels aan
        het kanaal van Ieper naar Komen (ter hoogte van de Plumerlaan), op ± 1,2 km van de Grote Markt en in de nabijheid van handelszaken, ontspanningsmogelijkheden, … 

        Bereikbaarheid met de wagen is zeer gunstig en het station ligt op ± 800,00 m wandelafstand. De grond is kadastraal gekend onder de gemeente Ieper, 3de AFD, Sectie E, perceelnummers: 257/02 S 9, 257/02 X 9, 257/02 E 10, 257/02 F 10, 257/02 Y 9, 312 B 3, 312 M 2, 312 Y 2, 312 S 2, 312/02 W 7, 310 A 12, 310 B 12, 310 N 12 en 310 P 12 voor een totale oppervlakte van 1ha60a98ca waarvan een deel zal afgestaan worden als openbaar domein (2505m²) en een deel gemeenteweg zal worden die niet wordt overgedragen (1072m²). 

        De vorm van deze percelen is onregelmatig en het terrein is op een gelijkwaardig niveau gelegen t.o.v. de straat. De oriëntatie van de percelen is goed. De percelen zijn grotendeels gelegen in niet overstromingsgevoelig gebied, uitgezonderd een deeltje van perceel nr. 310 N 12 is gelegen in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied.
        Overeenkomstig het RUP ‘Maarschalk Haiglaan’ zijn deze percelen deels gelegen in zone 7 ‘zone voor lokale voorzieningen en wonen, deels in zone 10 ‘zone voor meergezinswonen in een groen kader’ en deels in zone 11 ‘zone voor wonen in een groen kader’. 

        Naast het aanleggen van wegenis wordt er ook een groenzone binnen het projectgebied voorzien. Deze groenzone zal fungeren als buffer- en infiltratiezone voor de gebouwen en het openbaar domein. 

        Waardering

        Voor de waardering werd in eerste instantie een inschatting gemaakt van de grondwaarde van de zone volgens zijn toekomstige bestemming als zone voor publiek domein. Vervolgens werden de voorgeschreven inrichtingen in kaart gebracht om een inschatting te maken van de noodzakelijke investeringen om de verplichte inrichtingen te realiseren. Deze werden van de grondwaarde afgetrokken om de marktwaarde te bekomen. Rekening houdend met de intrinsieke kenmerken en de evolutie van de vastgoedmarkt wordt de grond gewaardeerd op een marktwaarde van € 0 voor zowel het deel dat zal afgestaan worden als openbaar domein (2505m²) en het deel dat gemeenteweg zal worden die niet wordt overgedragen (1072m²). Ik zweer in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk mijn opdracht te hebben vervuld. 

        Opgemaakt te Poperinge, op 29 november 2024.
        De Landmeter – Expert, beëdigd door de Rechtbank van Eerste Aanleg van Ieper, ingeschreven op het Tableau van de Federale raden van Landmeters-Experten:
        LAN/04 0835 – uniek identificatienummer 005215230056."

         

        De deputatie heeft op 2 december 2024 aan de stad gevraagd een nieuw openbaar onderzoek te organiseren en door de gemeenteraad een nieuwe beslissing te laten nemen over de zaak der wegen. 

        De gemeenteraad heeft in zitting van 3 februari 2025 een nieuwe beslissing genomen over de zaak der wegen. 

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen, 1 onthouding (raadslid Stubbe) tegen 3 neen stemmen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1 : In functie van de bespreking kennis te hebben genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren m.b.t. de zaak van de wegen die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek in fase van beroep.

        Artikel 2 : Goedkeuring wordt verleend aan 'de zaak der wegen', met name het wegentracé, de rooilijn en het ontwerpbestek 2023/010 met plannen van omgevingsaanvraag met projectnummer OMV_2023020931 opgesteld door het studiebureau BURO STIEL, Meensesteenweg 411, 8800 Roeselare in opdracht van de bouwheer ALIDES REAL ESTATE INVESTMENT AND MANAGEMENT, met als adres Foreestelaan 86 bus 201, 9000 Gent met het oog op de uitvoering van de uitrustings- en infrastructuurwerken om de gronden langs de Haiglaan kadastraal gekend Ieper, 3 de afdeling, sectie E, nrs 0257S9 02, 0312M2, 0257Y9 02, 0312W7 02, 0312S2, 0310P12, 0257E10, 0257X9 2, 0257F10 02, 0312Y2, 0310N12, 0312B3, 0310B12, 0310A12, bouwrijp te maken, overeenkomstig het gemeentelijk reglement van 2 september 2024 en in uitvoering van artikel 31, eerste lid van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, mits volgende voorwaarden worden nageleefd:

        • Het fietspad op de Haiglaan wordt voorzien van een rode markering.
        • Ter hoogte van de start van het fietspad dient een verkeersbelemmerende maatregel voorzien te worden om te beletten dat het gemotoriseerd verkeer over het fietspad doorrijdt richting Velodroomstraat.
        • Tijdens de werf die gefaseerd wordt uitgevoerd zullen alle aanpalende eigendommen die ontsluiten via de projectsite op hoogte gebracht moeten worden van de voortgang en zal in overleg de ontsluiting gegarandeerd worden.
        • In functie van de fietser en wandelaar wordt voorgesteld om een vrijliggend fietspad te voorzien ter hoogte van de onderdoorrit bij blok A. Dit vergt de aanpassing van de doorrijbreedte van 6 m naar 8 m.
        • In functie van voldoende visibiliteit bij het uitrijden op de Haiglaan wordt het langsparkeren op voldoende afstand van de uitrit voorzien door een uitstulping in voetpadaanleg, zoals aangeduid op het grondplan.

        Artikel 3 : Voor de realisatie van deze werken wordt een overeenkomst tussen de stad Ieper en de bouwheer afgesloten en dienen afdoende waarborgen gesteld voor een gegarandeerde en kwalitatieve uitvoering.

        Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

         

        Door de aanvrager werd op 18 april 2025 een nieuwe projectinhoudversie (PIV8) opgeladen waarbij het ontwerp aangepast werd conform de beslissing van de gemeenteraad alsook conform het verslag van de POVC van 21 maart 2025. Deze PIV werd door de provincie aanvaard op 22 april 2025. De doorgevoerde wijzigingen steunen op enkele beroepsargumenten en externe adviezen.

        Volgende aanpassingen worden voorzien aan het ontwerp:

        • In de nieuwe projectinhoudversie worden er geen zelfstandige woongelegenheden in de dakverdieping meer voorzien.
        • De aanvrager heeft de dakvorm van elk van de meergezinswoningen aangepast naar een ‘hellend dak’.
        • Een onzorgvuldigheid op de bouwplannen tot aanduiding van de appartementen met een oppervlakte kleiner dan 80 m², te beschouwen als bescheiden woonlast wordt weggewerkt. 
        • De inplanting van gebouw C wordt aangepast zodat tegemoet wordt gekomen aan een aantal bezorgdheden rond inkijk richting Plumerlaan. De private buitenruimte bij elke gelijkvloerse woonentiteit van minimaal 50 m² blijft gegarandeerd en de onderlinge gebouwafstand van 15 m wordt aangehouden.
        • Het rooilijnplan werd aangepast met een extra aanzet voor een toekomstig centrale gelegen verbinding met zone 11 van het RUP. De ontworpen paden voor niet-gemotoriseerd verkeer takken zo maximaal aan op de perceelsgrens om toe te laten deze toekomstig door te trekken, één aantakking aan zuidwestzijde werd toegevoegd. De ontsluiting voor traag verkeer richting Velodroomstraat werd verlegd om groenaanplant aan de kant van de buurpercelen mogelijk te maken.
        • Er werd een motivatienota tot sloop van de bebouwing aan de Haiglaan toegevoegd.
        • Het adviesrapport van Inter vzw tot aftoetsing van de integrale publieke toegankelijkheid werd toegevoegd aan het dossier.
        • Het inplantingsplan omgevingsaanleg werd aangepast zodat duidelijk is wat het karakter is van de voorziene verharding. Dit naar aanleiding van een onduidelijkheid waar verharding aangeduid werd als grasbetondallen, type 2, openbaar terwijl deze zone op het rooilijnplan niet als openbaar stond vermeld. Dit behelst private verharding buiten de contour van het rooilijnplan, de legende werd dan ook aangepast naar grasbetondallen, type 2. Daarbij werd het engagement herbevestigd om de eigenaars van de garages op de loten Haiglaan 74, 76, 78 en 80 een persoonlijk gebruiksrecht toe te kennen.
        • De doorrijbreedte ter hoogte van de onderdoorrit gebouw A werd verbreed van 6 m naar 8 m. Ten gevolge deze aanpassing werd het opzet van gebouw A gewijzigd. Zo zal 1 centrale circulatiekern de beide verdiepingen, dus ook de desbetreffende appartementen bedienen. 
        • Er wordt verduidelijkt dat de warmtepompen volledig ingewerkt zitten in het dakvolume waardoor minder effecten te verwachten zijn. Daarbij wordt de nodige akoestische maatregelen voorzien. Meer bepaald zijn dit akoestische roosters van het type AKR 150 Merford of gelijkwaardig, met een demping van 3dB tot 10dB afhankelijk van het frequentiebereik tussen 63 Hz tot 8kHz. Tot voldoening en ter controle van het akoestisch ingenieursbureau, De Fonseca, aangesteld voor deze specifieke studie, adviesverlening en controle. Hierdoor voldoet het project zich integraal aan de vigerende drempelwaardes naar afstralingsgeluid zodat er ook geen sprake kan zijn van geluidshinder volgens de objectieve eisen die hierom gesteld zijn vanuit de regelgeving. Daarnaast wijst de aanvrager er op dat de warmtepompen reeds van een energiezuinig en geluidsarm type zijn.
        • De aanvrager licht toe dat tijdens de werken alles al worden ondernomen voor het behouden van het waardevolle groen. In dit kader verwijst aanvrager naar het boombeschermingsplan in uitvoering waarvan zal worden voorzien in een aantal boombeschermingszones en ook in stambescherming (door middel van houten planken). Tevens wijst de aanvrager op de bemaling met gesloten bouwput en heeft de aanvrager reeds in haar raming der werken voorzien in een voorafgaandelijke rondgang en plaatsbeschrijving door een European Tree Technician en houdt zij rekening met 100 uren bijstand van een European Tree Worker. Indien uit deze bijstand blijkt dat eveneens druppelirrigatie dient te worden voorzien, engageert de aanvrager zich ertoe deze uit te zullen voeren. 
        • Het dossier zaak der wegen werd aangepast conform de voorwaarden uit de gemeenteraadsbeslissing van 5 februari 2025.

        Op 23 april werd door de provincie gevraagd een nieuw openbaar onderzoek te organiseren over de gewijzigde projectinhoudversie PIV8.

         

        Resultaten openbaar onderzoek in fase van beroep nav de herneming van de beslissing over de zaak der wegen

        Niet alleen dient een toets aan de principes van het gemeentewegendecreet te gebeuren, maar ook dienen de bezwaren te worden behandeld.

        In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de voorgestelde wegenwerken en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking. Volgens de toelichting van het besluit bespreekt de gemeenteraad enkel de bezwaren die handelen over de zaak der wegen.

        Het openbaar onderzoek liep van 29 april 2025 tot en met 28 mei 2025. Daarbij werden in totaal 21 bezwaarschriften ontvangen. Een deel van de bezwaren handelt over de zaak der wegen, deze deelbezwaren die betrekking hebben op de zaak der wegen worden als volgt samengevat met voorstel van evaluatie:


        De deelbezwaren die betrekking hebben op de zaak der wegen worden onderstaand samengevat. De elementen in de bezwaren die geen betrekking hebben op de zaak der wegen, werden niet overgenomen gezien de beoordeling ervan geen bevoegdheid van de gemeenteraad is.


        Deelbezwaren met betrekking tot de zaak der wegen

        Op typeprofiel A werd een border per vergissing niet opgenomen. Hierover kan het volgende gesteld worden:

        • Dit betreft een materiële vergissing.
        • Uit de samenlezing van alle plannen blijkt duidelijk dat het weldegelijk de bedoeling is dat de border zal worden aangelegd. Deze vergissing verhindert niet dat de vergunningverlenende overheid ontegensprekelijk het dossier met kennis van zaken kon beoordelen. Ter zake kan naar vaste rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen verwezen worden:

        Niet alle onjuistheden of onvolledigheden in het aanvraagdossier dienen noodzakelijk te leiden tot de onontvankelijkheid of onvolledigheid van de aanvraag, maar wel degene die van aard zijn dat de vergunningverlenende overheid erdoor werd misleid of die haar beletten om met kennis van zaken over het dossier te oordelen.’  (RvVb, 18 januari 2024, nr. RvVb/A/2324/0362, De Weirt e.a., p.44)

         

        Deelbezwaren met betrekking tot de zaak der wegen

        Voorstel tot evaluatie

        Motivatie tot vernietiging herstelbeslissing gemeenteraad

        Het beroep vermeldt een motivatie tot vernietiging van het gemeenteraadsbesluit van 3 februari 2025 over de zaak der wegen projectinhoudversie PIV7) en verwijst daarbij naar het MB van 18 september 2024 tot vernietiging van de eerste beslissing van de gemeenteraad over de zaak der wegen.

         

         

         

         

         

         

         

        Met voorliggende beslissing wordt de beslissing van de gemeenteraad van 3 februari 2025 over projectinhoudversie PIV7 hernomen met het doel een beslissing te nemen over de zaak der wegen zoals voorgesteld in de nieuwe projectinhoudversie PIV8.

         

        De beroepindiener diende ook een vordering tot vernietiging van deze gemeenteraadsbeslissing over de zaad der wegen binnen de projectinhoudversie PIV7 in bij de Raad van State. Dit bezwaarschrift werd dan ook deels opgesteld als beroepsschrift tegen de eerdere beslissing.

         

        Dit bezwaar ten aanzien van het niet rechtsgeldig zijn van de vorige beslissing van de gemeenteraad ten aanzien van de projectinhoudversie PIV7 doet niet ter zake en is dan ook niet ontvankelijk.

         

        Rooilijnplan - waardebepaling

        Het rooilijnplan is onjuist, geen aanduiding (rooilijn staat niet op juiste plaats). De bestaande rooilijn dient aangeduid en dient opgeheven. Deze is de grens eigenlijke weg (berijdbaar deel ervan), niet de grens van het openbaar domein. Er dient een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering opgenomen overeenkomstig art. 28 gemeentewegendecreet.

         

        Daarnaast zijn er juridische bezwaren over de wijziging van wegen en rooilijnen, zoals het aanleggen van een keermuur op een rooilijn.

         

        Inbreuken op alsook onvoldoende motivatie in toepassing van het gemeentewegendecreet. (algemeen belang, waardebepaling, geen correcte rooilijnplannen)

         

        Er worden verschillende inbreuken op het decreet Gemeentewegen vastgesteld. Bijvoorbeeld, er is sprake van het niet correct vastleggen van de rooilijn, het niet naleven van de regels voor het wijzigen van de wegbreedte, en het niet correct bepalen van de feitelijke grens van de weg. Tevens waarborgen de plannen de veiligheid in het wegennet niet voldoende, vooral omdat er geen scheiding is tussen gemotoriseerd en langzaam verkeer, en dat de nieuwe wegen niet passen binnen het bestaande netwerk van trage wegen.

         

        Ter hoogte van de Residentie Waterkant wordt een toegangsweg gecreëerd waardoor een bestaande rooilijn wordt doorbroken. De nieuwe wegenis heeft zo direct toegang en doorgang tot de privé-weg van de eigenaars

        Residentie Waterkant. Het reeds goedgekeurde wegenis-dossier heeft hier geen toestemming tot.

         

        De bezwaarindiener is van oordeel dat het ‘wegenisdossier’ onvolledig zou zijn omdat het rooilijnplan betreffenede opheffing van een stuk van de rooilijn ter hoogte van het kanaal Ieper-Komen niet zou toegevoegd zijn.

        De bezwaarindiener gaat evenwel uit van een onjuist feitelijk en juridisch uitgangspunt. Anders dan wordt voorgehouden, werd er ter hoogte van het pad aan het kanaal Ieper-Komen geen rooilijn goedgekeurd, waardoor enkel de feitelijke rooilijn speelt. Gelet op het ontbreken van een rooilijnplan voor dit stuk diende geen aanvraag tot het opheffen van een stuk rooilijn te worden gevoegd.

         

        Louter voor de volledigheid kan ook worden opgemerkt dat er niet dienstig kan verwezen worden naar voorwaarden uit het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 februari 2025, aangezien deze beslissing haar rechtskracht verloren heeft ten gevolge van de devolutieve werking van het administratief beroep.

         

        Een rooilijn is de grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen. De parkeerplaatsen maken deel uit van de uitrusting van de openbare weg, en zijn om die reden ook in het rooilijnplan opgenomen.

         

        Het rooilijnplan in het aanvraagdossier bevat de nieuwe rooilijn. Deze zal door de gemeenteraad beoordeeld worden. Daarbij worden de nodige dossierstukken conform art. 16 van het gemeentewegendecreet voorgelegd.

         

        Deze nieuwe wegenis zal door de aanvrager worden aangelegd en kosteloos aan de stad worden overgedragen.

         

        De keermuur wordt plaatselijk voorzien als noodzakelijke grondkering, dit vormt op zich geen probleem.

         

        Ter hoogte van de perceelsgrens met de eigendom residentie Waterkant is er geen rooilijn, dit behelst privaat domein. Het is mogelijk om nieuw openbaar domein te ontwerpen tegen een perceelsgrens met een privaat perceel.

         

        De bezwaarindiener gaat nader in op het aspect van de waardebepaling. Hierbij maakt hij abstractie van:

         

        -          Er werd aan waardebepaling bij het wegenisdossier gevoegd;

        -          In de parlementaire voorbereiding stelt de decreetgever dat de lokale besturen zelf de principes daarover verder mogen verfijnen en aanvullen in een algemeen reglement (Parl. St. Vl. Parl. 2018-2019, stuk 1847/5, 5). Dit gebeurde in Ieper nog niet.

        -          De wegenis komt volledig op eigen terrein van de aanvrager en zal kosteloos overgedragen worden aan de stad. Dit maakt dat het nut en de doelstellingen die de decreetgever mbt een waardebepaling de facto niet van tel zijn.

        -          Het normdoel is hoe dan ook bereikt, ondanks het feit dat de waardebepaling (die op nul neerkomt) niet door een door de stad aangeduide deskundige werd opgemaakt.

        -          De gemeenteraad sluit zich aan bij de aangebrachte waardebepaling en maakt zich deze eigen.

        -          De gemeenteweg situeert zich volledig op eigen terrein van de aanvrager, waardoor de vraag rijst welk belang de bezwaarindiener bij dit argument kan doen gelden.

         

        Bezwaarindiener poneert dat het algemeen belang niet gediend zou zijn met de aanleg van de wegenis.

         

        Het gemeentewegendecreet bepaalt het volgende

         

        Artikel 3

        ‘Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

        Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

        1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

        2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.’

         

        Artikel 4

        ‘Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

        1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

        2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

        3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

        4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

        5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.’

         

        Uit bovenstaande artikelen blijkt dan ook duidelijk dat het Gemeentewegendecreet wenst in te zetten op het waarborgen en creëren van trage wegen met het oog op duurzaamheid, en het creëren van een veilig wegennet op lokaal niveau, waarbij de huidige functies van de wegenis worden afgewogen tegen de toekomstige behoeften.

         

        Volgende zaken benadrukken het algemeen belang:

         

        -          Creatie nieuwe openbare wegenis met bijkomende openbare parkeerplaatsen;

        -          Doorwaadbaarheid van het projectgebied lang meerdere punten, waardoor tal van veilige doorsteken voor de zachte weggebruiker ontstaan.

        -          Het nieuwe openbaar domein staat duidelijk ten dienste van het algemeen belang. De site wordt kwalitatief ingevuld met woongebouwen die het stedelijk weefsel aanvullen waarbij er sprake is van een grotendeels autoluw openbaar park met veel groen dat zowel ten goede komt van de reeds aanwezige buurtbewoners als de toekomstige bewoners van het nieuwe project.

         

        Beklemtoond moet worden dat de motivering van de gemeenteraadbeslissing door de minister niet in twijfel getrokken werd.

         

        Het bezwaar is ongegrond.

         

        Bestaande toegangsweg als openbare wegenis

        De goedkeuring van het nieuwe beleidsplan (BPA) bevestigt dat de bestaande toegangsweg de bestemming krijgt van openbare wegenis, waardoor deze weg openbaar karakter krijgt. Dit is in overeenstemming met de regelgeving en de bestaande plannen, zoals het BPA van 1994.

         

        Echter, het aanleggen van een nieuwe toegangsweg in het kader van de omgevingsvergunning vormt een afwijking van de regels uit het RUP Haiglaan, dat geen nieuwe openbare verbinding toestaat. De Velodroomstraat en Haiglaan hebben een openbaar karakter. Een nieuwe openbare verbinding is niet conform het ruimtelijk uitvoeringsplan.

         

         

        De bezwaarindiener meent dat de bestaande weg, op moment van schrijven, een gemeenteweg is in de zin van het Decreet Gemeentewegen zodoende er sprake is van een wijziging van de bestaande gemeenteweg en verzoekt de gemeenteraad dit karakter vast te stellen.

         

        Het BPA tekende openbare wegenis en pleinen in die in kader van een mogelijke ontwikkeling nog niet werden aangelegd, de ontwikkeling werd toen immers nog niet aangevat. Het gabariet van de zonering als openbaar domein voorzag een volwaardige inrichting met een gabariet van ca 8 m. Het BPA werd vervangen door het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan waardoor de goedkeuringsbeslissing de zonering van het openbaar domein met rooilijn ook ophief.

         

        Opzoekingswerk en een plaatsbezoek leren dat geen enkel element in die richting wijst. Enig overheidsbeslissing tot bestemming van de weg tot openbaar gebruik ligt alvast ook niet voor.

         

        De weg wordt gebuikt ter ontsluiting van de aangelanden. Zij is doodlopend en staat geen doorgaand verkeer toe. Eveneens blijkt geen straatverlichting aanwezig te zijn op de weg, noch is er wegaanduiding (verkeersborden, witte lijnen, ...) voorzien ter hoogte van de betrokken weg. De betrokken weg is niet op duurzame wijze verhard en valt niet onder het beheer van de gemeente. Daarenboven werd een verkeersbord met markering, private weg, aangetroffen.

         

        Het huidige tracé is op dit moment niet meer dan een private toegangsweg zoals ook over private kavel 312Z2 alsook 2572G9. Er is dus geen sprake van de wijziging van de Haiglaan en daartoe betrokken regelgeving en vormvereisten. De huidige ontsluiting is gelegen op een kavel die niet is opgenomen in het projectgebied. Het huidige projectgebied is gelegen aan de Haiglaan en kan op een correcte manier de ontsluiting in de vorm van een gemeenteweg, zoals bedoeld door het RUP, verwezenlijken in voorliggende aanvraag. Daarnaast niet onbelangrijk kan hiermee voldaan worden aan alle burgerrechtelijke aspecten zoals het niet verzwaren van erfdienstbaarheden andere kavels ( de bestaande ontsluiting) en andere.

         

        Daarnaast tonen de aangehaalde documenten onvoldoende aan dat er reeds dertig jaar openbaar gebruik is van de desbetreffende toegangsweg. Zo kan uit het RUP Maarschalk Haiglaan niet worden afgeleid dat de weg een openbare wegenis zou betreffen. Zij wordt niet aangeduid als zone voor lokale verbindingsweg, noch zone voor erfontsluitingsweg. De term ontsluiting impliceert geen openbaar karakter, noch impliceert het doortrekken van de nutsvoorzieningen tot aan de woningen dat de weg een openbaar karakter zou kennen. Dit sterkt enkel dat zij voorzien is ter ontsluitng van de aangelanden.  Deze weg is tot slot niet aangeduid in het gemeentelijk wegenregister van de Stad Ieper en is niet opgenomen in de atlas der buurtwegen.

         

        Er kan bijgevolg worden aangenomen dat er geen sprake is van een openbaar karakter dat deze toegangsweg zou hebben verkregen.

         

        Temeer is een expliciete gemeenteraadsbeslissing vereist teneinde een eventuele toegangsweg op te nemen in het openbaar domein. Voor deze procedure dient er minstens met de eigenaar van de bedding een overeenkomst te worden gesloten. De ontwikkelaar Alides is in het bezit van deze toegangsweg.

         

        Het bezwaar is ongegrond.

         

        Wijziging bestaande rooilijn Haiglaan - Velodroomstraat

        Wanneer een nieuwe weg aansluit op een bestaande weg met goedgekeurd rooilijnplan, moet de gemeenteraad een aparte beslissing te nemen over de opheffing van dat stuk rooilijn ter hoogte van de aansluitpunten. De aanvrager maakt voor deze opheffing een apart rooilijnplan op (per straat indien de nieuwe weg aansluit op verschillende rooilijnplannen) omdat dit deel uit maakt van die aparte beslissing die afzonderlijk aanvechtbaar is. ( Art 12 § 2 , tweede lid Gemeentewegendecreet : Als de beoogde

        wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een

        ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan

        niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring,

        vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.)

         

        Omdat de Haiglaan een vastgelegde gemeenteweg is in het RUP, vereist elke wijziging via de procedure voor het opstellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan, inclusief het opstellen van een rooilijnplan. De afwijkingsmogelijkheid onder artikel 12 §2 van het Gemeentewegendecreet wordt restrictief geïnterpreteerd en mag alleen toegepast op wegen die op het terrein van de aanvrager liggen. Aangezien de Haiglaan niet op het terrein van de projectaanvraag ligt, is de afwijkingsprocedure onwettig toegepast.

         

        De bedding van de bestaande Haiglaan moet

        beschouwd worden als dat deel van de openbare weg dat wordt ingericht om de normale doorgang van (al dan niet gemotoriseerd) vervoer te verzekeren zonder dat rekening wordt gehouden met de hoedanigheid van de weggebruiker.

         

        De bedding van de weg moet in dit geval beschouwd worden als het berijdbare gedeelte van de

        Haiglaan (en ook van de Velodroomstaat), afgebakend door de boordstenen, daar situeert zich de

        feitelijke en actuele rooilijn.

         

        Wijziging rooilijn Haiglaan binnen contour gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan betekent dat het ruimtelijk uitvoeringsplan dient herzien.

         

        De aanvraag voorziet in de verbreding van de verharding, waarbij de ruimte vanaf de rode structuur van het fietspad tot aan het begin nieuwe gemeenteweg wordt ingenomen door een berijdbaar deel van de Haiglaan.

         

        Door de grens te leggen op het einde van de volledige zone waarover een gemeente het beheer heeft,

        wordt de grens van de openbare weg uitgebreid tot de grens met het openbaar domein, wat strijdt met

        het Gemeentewegendecreet.

         

        Door de aanleg van de ingang ‘ langzaam verkeer’ in de Velodroomstraat wordt ook de Velodroomstraat is zijn

        bedding gewijzigd volgens de definitie van art 2, 12° van het GWD.

         

        Deze wijziging van de gemeentewegen Haiglaan en Velodroomstraat wordt niet als een

        uitzonderingsmaatregel gemotiveerd en is dus een inbreuk op art 4,2 ° van het GWD.

        3. Volgens art 4, 4°: wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een

        gemeentegrensoverschrijdend perspectief; zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen..

         

        Er moet worden vastgesteld dat de procedure van artikel 12, §2 Gemeentewegendecreet niet correct is gevolgd door de afwezigheid in het initiële aanvraagdossier van

        een ontwerp van rooilijnplan dat overeenkomstig de regels van het Gemeentewegendecreet is opgesteld. Nochtans vereist de uitdrukkelijke tekst van artikel 12, §2 Gemeentewegendecreet, voor de toepassing van deze afwijkingsmogelijkheid van artikel 12, §2, dat een ontwerp van rooilijnplan dat voldoet aan de voorwaarden van het Gemeentewegendecreet meteen aanwezig is in het initiële

        aanvraagdossier. Hieraan kan niet kan worden geremedieerd in graad van beroep.

         

        De wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet dienen in overeenstemming te zijn met de

        realisatie van de bestemming van de gronden;

         

        Wanneer een nieuwe weg aansluit op een bestaande weg met goedgekeurd rooilijnplan, moet de gemeenteraad een aparte beslissing te nemen over de opheffing van dat stuk rooilijn ter hoogte van de aansluitpunten. De aanvrager maakt voor deze opheffing een apart rooilijnplan op (per straat indien de nieuwe weg aansluit op verschillende rooilijnplannen) omdat dit deel uit maakt van die aparte

        beslissing die afzonderlijk aanvechtbaar is. ( Art 12 § 2 , tweede lid Gemeentewegendecreet : Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk

        uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te

        beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.)

        Dit druist bovendien in met de Bijzondere voorwaarden CBS Ieper 17/02/2025 : “Ter hoogte van de perceelsgrens met de Waterkant wordt de huidige erfsluiting hergebruikt en aangevuld met buffergroen. Alle aanpassingen aan de gemene muur

        dienen besproken in gemeen overleg.”

        Deze planaanpassing is een inbreuk op het decreet Gemeentewegen en de

        opgelegde voorwaarden in de omgevingsvergunning CBS Ieper.

         

        Voor wat betreft het onderzoek in het kader van de ontvankelijkheid en volledigheid en het indicatief tracé kan worden verwezen naar wat hoger werd uiteengezet evenals naar de beslissing van de Vlaamse Regering dien omtrent. De Haiglaan wordt niet gewijzigd. De bestaande toegangsweg is geen gemeenteweg (zie hoger).

         

        De bezwaarindiener houdt voor dat middels het voorgenomen project een verbreding van de Haiglaan zou doorgevoerd worden, maar dat hiervoor de vereiste stukken niet aan het dossier zouden toegevoegd zijn.

         

        Alvorens in te gaan op de inhoud, kan worden benadrukt dat opnieuw gewerkt wordt met een achterhaald plan.

         

        Bij lezing van de uiteenzetting van de bezwaarindiener valt het onmiddellijk op dat 2 zaken door elkaar worden gehaald, nl. enerzijds het begrip rooilijn en anderzijds het term wijziging van een gemeenteweg.  Reeds nu kan worden meegegeven dat er in casu enkel sprake is van een wijziging van de rooilijn.

         

        Verkeerdelijk past de bezwaarindiener de theorie inzake de verbreding van de gemeenteweg en de bedding van de openbare weg toe op de wijziging van de rooilijn. Evenwel staan beide los van elkaar.

        Ter verduidelijking kan worden meegegeven dat de grens van de bedding van de weg zich situeert ter hoogte van de parkeerplaatsen in de Haiglaan, terwijl de rooilijn loopt tot aan de woningen (parkeerplaatsen en voetpad inbegrepen) in de Haiglaan.

         

         

         

        De nieuwe wegenis omvat enkel de terreinen van de aanvrager. Aan de bedding van de weg van de Haiglaan worden geen wijzigingen doorgevoerd.

         

        De rooilijn van de Haiglaan wordt behouden, er is enkel sprake van de aanleg van nieuw openbaar domein met een nieuwe rooilijn waarvoor een nieuw rooilijnplan aan de aanvraag werd toegevoegd dat voldoet aan de bepalingen van art. 16 van het gemeentewegendecreet. Er is geen rooilijnplan ter hoogte van de bestaande toegangsweg vermeld in het bezwaar.

         

        Het dossier zaak der wegen moet vormelijk voldoen, zoals ook bevestigd door het Ministerieel besluit ter zake. Het ontbrekende stuk, de min- en meerwaarde berekening over het niet over te dragen gedeelte ontbrak, en werd in de PIV7 toegevoegd. In de aanvraag werd een waardebepaling opgenomen voor het deel van de aanvraag dat ingelijfd wordt in het toekomstig openbaar domein of dat een openbaar karakter krijgt.

        Het onderwerp van de schatting betreft het gedeelte dat wordt ingenomen als openbaar domein en dat deels zal afgestaan worden als openbaar domein (2.505m²) en deels gemeenteweg zal worden die niet wordt overgedragen (1.072m²).

         

        Aldus voldoet het rooilijnplan aan de vereisten uit artikel 16. Zij bevat de actuele en toekomstige rooilijn. Bij gebreke aan een rooilijnplan voor de bestaande situatie is de rooilijn conform het decreet gemeentewegen de huidige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen. Deze wordt aangeduid en blijkt te meer duidelijk uit de gele/groene  aanduiding. Verder geeft het rooilijnplan de naam van de getroffen eigenaars aan, omvat zij een berekening van de eventuele waardevermeerdering /vermindering en omvat zij de nutsleidingen die door de wijziging op private eigendom zullen liggen.

         

        Het bezwaar is ongegrond.

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

        Indicatieve aanduiding ontsluiting gemotoriseerd verkeer

        De in- en uitrit worden geïntegreerd in de groene buitenruimte en in de bouwvolumes van de hoofdgebouwen.

         

        De wegenis dient te voldoen aan het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Indicatieve ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer op het grafisch plan van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dienen gevolgd en kunnen niet vergund worden op een andere locatie.

         

        Ontsluiting gemotoriseerd verkeer ( art 16 RUP Haiglaan):

        De aanduiding is indicatief en heeft het ontsluitingsprincipe, zoals de te ontsluiten zone en

        ontsluitingsrichting weer. De erfontsluiting kan bijgevolg op enige afstand van de aanduiding gelegen zijn. Openbare verbindingen voor gemotoriseerd verkeer die niet op plan zijn aangeduid, zoals tussen erfontsluitingswegen of op verbindingswegen, zijn niet toegelaten.

        Bijkomend opzoekingswerk van verzoeker toont een overheidsbeslissing aan in het BPA Noord sector

        deel 2  (https://www.ieper.be/bpa_33011_224_00011_00004pdf) waarbij de huidige toegangsweg voor de projectzone van de omgevingsvergunningaanvraag als zone voor openbare wegenis en pleinen wordt ingekleurd.

        De zone van de huidige toegangsweg wordt door de goedkeuring van dit BPA bestemd als openbare

        Wegenis en bepaalt het openbaar karakter van deze weg.

         

        De essentiële elementen uit het RUP Haiglaan met betrekking op “de zaak der wegen” bepalen:

        - Openbare verbindingen voor gemotoriseerd verkeer die niet op plan zijn aangeduid, zoals tussen

        erfontsluitingswegen of op verbindingswegen, zijn niet toegelaten

        - De kavels worden ontsloten via de op plan aangeduide indicatieve aanduiding voor erfontsluiting

        of zone voor erfontsluitingen. Andere aansluitingen voor gemotoriseerd verkeer zijn niet

        toegelaten. Bijkomende ontsluitingen voor langzaam verkeer zijn altijd toegelaten.

        - Zo is het belangrijk om geen bijkomende ontsluitingen te voorzien op de Maarschalk Haiglaan,

        geen doorgaand verkeer te creëren in de woonwijken.

         

        Er is een duidelijke miskenning van het beleidskader die een duurzame ruimtelijke ontwikkeling voorstelt,

        door de creatie van een nieuwe openbare verbinding die niet op het verordenend grafisch plan van het

        RUP Haiglaan is voorzien.

        De Haiglaan is bestemmingsmatig vastgelegd in het RUP Haiglaan – een toepassing van de geïntegreerde procedure voor een wijziging Haiglaan is niet legitiem.

        Het indicatief tracé uit RUP Haiglaan wordt fundamenteel gewijzigd daar het ontsluitingspunt met de Haiglaan wordt verplaatst. Het indicatief tracé is geen onderdeel van het terrein van de aanvrager en wordt gewijzigd; artikel 12 § 2 kan niet toegepast worden voor wijziging weg die niet op terrein van aanvrager gelegen.

         

        Het nieuwe tracé goedgekeurd bij het bestreden gemeenteraadsbesluit verplaatst het beginpunt

        uit het RUP Haiglaan, waardoor ook een indicatieve aanduiding van een wegtracé die ontsluitingspunten wijzigt een belemmering vormt voor het wijzigen van een wegtracé via het vergunningenspoor.

        De Haiglaan is een bestemmingsmatig vastgelegd onderdeel van het RUP Haiglaan en wordt in zijn bedding verbreed, wat een wijziging inhoudt.

        Deze wijziging past niet in het kader van de bestemming van de gronden.

        De mogelijkheid, vermeld in het eerste alinea, geldt niet als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeenteweg die in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd is, of op een gemeentelijk rooilijnplan dat in een plan van aanleg of

        ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen. In dat geval gelden de procedureregels voor het opstellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.”

         

        Waarom de gemeenteraad binnen zijn volheid van bevoegdheid voor de zaak van de wegen niet zou

        vermogen een door vergunningsaanvragers voorgesteld wegenistracé eigenmachtig te beoordelen op

        grond van artikel 12 §2 , alinea 1 en 3 blijkt niet uit het bestreden gemeenteraadsbesluit.

        Integendeel verklaart het bestreden besluit dat de gemeenteraad zich aansluit bij de onbevoegdheid van

        de Vlaamse Regering en op die manier de ‘zaak der wegen‘ niet moet beoordelen.

         

        De goedkeuring van de wegenis dient de reguliere procedure van art 16 tot art 19 van het GWD te volgen. Dat bij wijziging van de Haiglaan de procedureregels voor het opstellen van een RUP moeten gevolgd worden.

         

        De bezwaarindiener houdt vol dat vol dat de aanvrager geen nieuwe ontsluitingsweg zou kunnen voorzien. Ter ondersteuning wordt ook verwezen naar (de voorschriften van) het BPA Noordsector deel 2.

         

        Op dit punt kan worden aangegeven:

         

        -          Middels goedkeuring van het RUP is het BPA Noordsector opgeheven. De stedenbouwkundige voorschriften van dit BPA kunnen dan ook niet de basis vormen voor de kwalificatie van de aard van de bestaande wegenis.

        -          De realiteit staat haaks op hetgeen de bezwaarindiener stelt. De wegenis kent een volledig privaat karakter, hetgeen ook uitdrukkelijk door verkeersborden is aangeduid. Een en ander is ook logisch, nu dit enkel de bedoeling heeft om de bewoners ter hoogte van deze wegenis te bedienen.

        -          Het voorschrift zelf ( artikel 16) is dermate duidelijk. Het betreft een indicatieve aanduiding waarbij uitdrukkelijk voorbehoud geformuleerd wordt omtrent toekomstige ontwikkelingen. In functie van toekomstige ontwikkelingen werd de vrijheid gelaten om een alternatieve ontsluitingsweg te voorzien.

         

        In het kader hiervan kan ook nog gewezen worden op het gegeven dat het vanuit het algemeen belang zeker niet aangewezen is om een project van 117 units te ontsluiten langs een private wegenis, dewelke volledig in eigendom is van een omwonende. Hierbij kan ook aangekaart worden dat:

         

        -          Het niet in het algemeen belang is om private wegenissen openbaar te maken;

        -          Het vanuit verkeersveiligheid ook niet aangewezen was om langs daar te ontsluiten, nu dit niet alleen tussen woningen gebeurt, maar dat de wegenis ook te smal is.

         

        In het RUP wordt een indicatieve ontsluiting voorzien, hetgeen onmiddellijk ook aangeeft dat deze ergens anders kan worden voorzien. De toelichting bij het artikel stelt ook uitdrukkelijk dat “het exacte ontwerp van deze ontwikkelingen is echter nog geen zekerheid. Daarom worden de ontsluitingsprincipes met een indicatieve overdruk vastgelegd.”. De ontsluiting voorziet hierbij eveneens een verkeersveilige en duidelijk zichtbare ontsluiting (zie eveneens de beantwoording van de opmerkingen in de voorgaande beslissingen van de gemeenteraad).

         

        De aanvraag is voldoende gemotiveerd en het verplaatsen van de toegangsweg is gemotiveerd in functie van de desbetreffende eigendomsrechten en/of het gemis hieraan. De huidige ontsluiting gaat momenteel ook over private kavel 312Z2 alsook 2572G9, die behoudens andersluidende berichtgeving, ook niet akkoord zouden gaan met het voorzien van een gemeenteweg op hun private kavel.

         

        De Vlaamse Regering heeft in de procedure die tot de herstelbeslissing door de gemeenteraad van 3 februari 2025 geleid, bijkomend aangegeven dat “het onderzoek van de bestaanbaarheid van de beslissing over de zogenaamde ‘zaak der wegen’ met het RUP toekomt aan de vergunningverlenende overheid in het kader van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek zoals dit geregeld wordt in het Omgevingsvergunningsdecreet. De gemeenteraad dient dit niet te onderzoeken en is niet bevoegd om daarover zelf uitspraak te doen.” De toetsing van de verenigbaarheid van de beslissing over de ‘zaak der wegen’ met de stedenbouwkundige voorschriften behoort niet tot de bevoegdheid van de gemeenteraad.

         

        Het bezwaar is ongegrond.

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

        Indicatieve aanduiding ontsluiting langzaam verkeer

        Aangezien er sprake is van een indicatieve aanduiding kan de ontsluiting voor langzaam verkeer wel wat verschoven worden t.o.v. de weergave op het grafisch plan. Wel moeten de principes, zoals de te verbinden zones en aansluitingen, gerespecteerd worden.

        In voorliggende aanvraag wordt wel een dwarse ontsluiting voor langzaam verkeer voorzien centraal binnen zone 10, maar er is geen sprake van een centraal gelegen verbinding of een aanzet voor een toekomstige centraal gelegen verbinding met zone 11 (keermuren tussen de

        zones 10 en 11).

         

        Het rooilijnplan van een bouwproject in de Velodroomstraat Ieper waarbij de gemeenteraad Ieper bij beslissing van 7/9/2020 het plan goedkeurde en de wegenis opnam in het gemeentewegenregister.

        Volgens het inplantingsplan Nieuwe Toestand – gelijkvloers plan wordt een nieuwe keermuur voorzien

        op het kruispunt van perceel 310T2 en 310 N12 die

        een niveauverschil van TAW 17.6m naar 19.04 m moet compenseren.

         

        Bijgevolg worden de voorziene basisprincipes van het gemeentelijk RUP inzake de ontsluiting niet

        gerespecteerd, zodat er een bijkomende legaliteitsbelemmering ontstaat om de aanvraag te

        kunnen vergunnen.”

        De planaanpassingen geven geen aanzet van verbinding tussen zone 10 en zone 11 zodat deze legaliteitsbelemmering blijft bestaan.

         

        Schending artikel 3 RUP – netwerk trage wegen.

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

         

        Het bouwproject Velodroomstraat, perceel 3de afdeling secte E, nr 0310T2, werd geweigerd in beroep. Dit project voorzag een fietsaansluiting op de zuidwestelijke hoek en niet de zuidoostelijke hoek waarvan sprake in het bezwaar. Ter hoogte van de zuidoostelijke hoek wordt het hoogteverschil op basis van voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag via een keermuur opgevangen. Deze keermuur beperkt zich tot deze zuidoostelijke hoek van het aanpalende perceel 3de afdeling secte E, nr 0310T2.

        Ter hoogte van de zuidwestelijke hoek, waar een fietsontsluiting voorzien was, sluit het maaiveldpeil aan. Dit is zichtbaar op het plan ‘1_opmeting_20221014 voorontwerp met onderlegger.pdf’.

         

        Gezien er nog geen vergund project is zal elk nieuwe ontwerp voor het project Velodroomstraat zich dienen te richten naar deze ontwikkeling via een fietsverbinding over de zuidwestelijke hoek. Hiervoor werd de rooilijn in dit project op de perceelsgrens gelegd.

         

        Overeenkomstig artikel 3 van het RUP dient het project te voorzien in een netwerk van trage wegen. Hierbij dient ook een dwarse ontsluiting voor langzaam verkeer centraal binnen zone 10 te worden voorzien. Naar oordeel van de bezwaarindiener zou dit er niet zijn.

         

        Opnieuw kan niet om de vaststelling heen gegaan worden dat abstractie gemaakt wordt van de inhoud van PIV 8.

         

        Anders dan wordt voorgehouden, worden meerdere doorsteken van noord naar zuid voorzien, waarbij 1 volledige dwarse:

         

         

        Het bezwaar is ongegrond.

         

        Scheiding gemotoriseerd verkeer en traag verkeer

        Er is totaal geen scheiding tussen gemotoriseerd en traag verkeer mogelijk voor de trage weggebruiker die de doorsteek wil maken tussen Haiglaan en Velodroomstraat.

         

         

         

        Het ontwerp tekent een padenstructuur die los va, de ontsluiting voor het lokale gemotoriseerde verkeer extra aantakt op de Velodroomstraat en potentieel ook toekomstig verbinding kan maken met andere verbindingen.

        Er dient fysiek verhinderd dat het gemotoriseerd verkeer kan doorrijden richting Velodroomstraat.

         

        Het bezwaar is ongegrond.

         

        Verkeersoverlast en onveiligheid.

        De Haiglaan – momenteel vaak tot zeer vaak overbelast en te druk fungeert moet niet verder belast worden. Het is een belangrijke verbindingsweg van de “binnenring”.

        Wetende dat het scholencomplex Augustijnenstraat eraan komt kunnen wij onmogelijk extra wegenis bijmaken die verbindt met de Haiglaan.

        Dit is zwaar belastend en bovendien onveilig. Levensgevaarlijk voor fietsers zal de drukke in-en

        uitrit worden van een complex met 117 entiteiten.

        Zowel jarenlang tijdens de bouwwerken zal er met tientallen levens van jonge- en oude fietsers

        gespeeld worden. Ook na het bouwproject blijft een complex van 117 wooneenheden een risicoweg die uitkomt op de al drukke weg.

         

        Aanzienlijke toename van verkeer in een reeds drukke omgeving. De geplande appartementen zullen leiden tot aanzienlijk meer verkeersbewegingen

        Extra verkeersdrukte voor de omgeving en overbelasting van de Haiglaan tijdens en na de bouw.

         

        De mobiliteit op de Haiglaan is reeds catastrofaal.

        Er zal hinder zijn door verhoogde mobiliteit, dewelke ook aanleiding zal geven tot een toename van de verkeersonveiligheid.

        Nu is de Haiglaan reeds een in- & uitvalsweg die in de spitsuren dichtslibt. Dit wordt dus alleen maar erger. En ... gesteld dat de inplanting van de St-Maartensschoolgroep ter hoogte van de Augustijnenlaan er komt, dan mogen we echt wel van een verkeersinfarct spreken !

         

        Ook zal in de Haiglaan, door de verhoogde mobiliteit door het bouwen van de appartementen verdeeld over 5 woonblokken , waarvan één aan de straatzijde, de verkeersonveiligheid toenemen.

         

        Er wordt in deze mobiliteitstudie geen rekening gehouden met de toegelaten nevenbestemmingen. Wanneer er 20% van de aanwezige vloeroppervlakte aangewend wordt door private dienstverlening (vrije beroepen) zal dit een nog een grotere impact hebben op de mobiliteit. Hiermee werd er geen rekening gehouden

         

        De voorziene 64 bovengrondse parkeerplaatsen zijn disproportioneel en niet in lijn met voorschriften, deze leiden tot teveel verharding.

         

         

        De bezwaarindiener poneert dat het voorgenomen project de principes van verkeersveiligheid niet zou garanderen.

         

        Dit standpunt gaat evenwel volledig voorbij aan de wijzigingen die middels PIV8 aan het project werden doorgevoerd:

         

        -          De wegenis werd verbreed naar 8 meter;

        -          De verbreding heeft als doel een afzonderlijke doorgang voor zachte weggebruikers te voorzien.

         

        Los hiervan worden kan ook nog het volgende meegegeven worden:

         

        -          Het zogenaamde hart van het projectgebied voorziet enkel in doorsteken voor zachte weggebruikers. De wegenis voor gemotoriseerd verkeer is enkel voorzien in het noorden van het projectgebied.

        -          De stijging van de verkeersdensiteit leidt niet tot een verkeersonveilige situatie. Een en ander blijkt ook uit het mobiliteitsonderzoek.  Gelet op het gegeven dat dit door een deskundige werd opgesteld, is het verantwoord dat de gemeenteraad dit als uitgangspunt gebruikt en hieruit citeert. Dit doet geen afbreuk aan het gegeven dat de gemeenteraad ook een eigen onderzoek uitvoert.

        -          De verwijzing naar de eerste gemeenteraadsbeslissing en de beslissing van de minister is voltrekt irrelevant, nu reeds een nieuwe gemeenteraadsbeslissing is tussengekomen en nadien nog wijzigingen aan het dossier werden toegevoegd. Het is op grond van deze wijzigingen dat een nieuwe gemeenteraadsbeslissing dient te worden genomen. De gemeenteraad zal hierbij evident geen abstractie maken van de overwegingen uit het Ministerieel besluit en zal ook de verkeersveiligheid mee in rekening nemen.

         

        De aangeleverde mobiliteitsstudie werd opgemaakt om de impact op mobiliteit in kaart te brengen. Hieruit blijkt dat er geen onaanvaardbare impact te verwachten valt. De impact van de toekomstige scholencampus werd ook mee in rekening gebracht. 

         

        De mobiliteitstoets analyseerde het aantal verkeersbewegingen op en naar de site, eveneens met in acht name van grote geplande ontwikkelingen in de nabijheid zoals de toekomstige scholencampus. Deze analyse en bijhorende conclusie werd aanvaard door de dienst mobiliteit van Ieper. Daarenboven werd de ontsluiting zoals deze voorligt met het oog op verkeersveiligheid gevraagd door de mobiliteitsdiensten van de stad Ieper.

         

        De mobiliteitsstudie werd opgemaakt, rekening houdend met de kengetallen. Er werd gewerkt met enerzijds het Vlaams richtlijnenboek MOW en anderzijds met de Nederlandse kencijfers CROW. Dit zijn objectieve cijfergegevens. In geval de bezwaarindiener deze feiten betwist, dient de bezwaarindiener dit ook concreet aannemelijk te maken. 

        De positie van de nieuwe toegangsweg houdt rekening met de voorsorteerstrook naar de stelplaats van de Lijn op de Haiglaan.

        De parkeernorm betreft een minimumaantal. Daarenboven dient een onderscheid te worden gemaakt tussen ondergrondse parkeerplaatsen (voor privaat gebruik) en bovengrondse parkeerplaatsen, deels privaat, deels openbaar. Er wordt opgemerkt dat de wijze van inrichten van de bovengrondse parkeerplaatsen vooraf besproken werd.

        De effecten van het voorliggende project werden conform vigerende regelgeving opgemaakt en beoordeeld. Zoals ook te lezen valt in de mobiliteitstoets en de MER screeningsnota.

         

        De ingediende mobiliteitstoets maakt melding van 304 verplaatsingen heen en 304 verplaatsing terug per dag. Deze inschatting is zelfs verhoogd tot 382 bewegingen heen en terug door het voorzien van bezoekers. Er zijn geen andere functies voorzien buiten wonen in het project, zoals te zien is in de aanvraag. Beide argumenten zijn dus opgenomen in de mobiliteitstoets die een verregaande beoordeling van de geplande situatie doorvoeren. Het is niet duidelijk waar de beoordeling van de mobiliteitseffecten tekort zou schieten.

         

        Het parkeeraanbod voldoet aan de parkeerkencijfers die werden meegegeven. Dit staat voor een parkeeraanbod voor bewoners en bezoekers. Deels als privaat aanbod en deels op het ontworpen openbaar domein.

         

        Een doorgedreven beoordeling van de verkeersveiligheid en overige mobiliteitseffecten werd eveneens doorgevoerd in het kader van de gemeenteraadsbeslissing van 5 februari 2024 en van 3 februari 2025, deze wordt opnieuw bijgetreden.

         

        Het bezwaar is ongegrond.

         

        Sluipverkeer – veilige fietsverbindingen

        Fietsverbinding als mogelijke sluiproute richting Velodroomstraat: Ontbreken van fysieke belemmeringen voor autoverkeer (bv. paaltjes) maakt misbruik mogelijk.

         

        Ontsluiting langzaam verkeer:

        - een aansluiting tussen de wegenis binnen het projectgebied en de bestaande

        meergezinswoningen 'residentie Waterkant'.

        - een aantakking tussen de wegenis binnen het projectgebied en de beslaande wegenis ter hoogte

        van het kanaal Ieper - Komen.

         

        Sluipverkeer zal nog meer toenemen via de Plumerlaan & Minneplein, Velodroomstraat, Schipstraat, Sportstraat,... met alle gevaren van dien. Extra druk creëren op deze onvoorziene wegen verhoogd het risico op verkeersslachtoffers. Dit zijn allemaal schoolomgevingen.

         

        De impact op de mobiliteit werd onderzocht en als aanvaardbaar beoordeeld. De vraag rijst hoe er door het voorgenomen project sluipverkeer kan ontstaan in de aanpalende straten. Het project creëert bestemmingsverkeer. Daarenboven is de site doodlopend.

         

         

         

        De impact op de mobiliteit werd onderzocht en als aanvaardbaar beoordeeld. De vraag rijst hoe er door het voorgenomen project sluipverkeer kan ontstaan in de aanpalende straten. Het project creëert bestemmingsverkeer. Daarenboven is de site doodlopend.

         

        Het onbedoeld, illegitiem, gebruik van een pad is een inbreuk van de wegcode. De breedte is een wettelijke verplichting om kruisend verkeer en fietsers en voetgangers mogelijk te maken.

         

        Het is noodzakelijk om te belemmeren dat het gemotoriseerd verkeer over het fietspad met een breedte van 2,5 m doorrijdt richting Velodroomstraat.

        Op het grondplan nieuwe toestand staat een paaltje ingetekend ter hoogte van de start van het fietspad. Deze aanduiding wordt echter niet geduid in de legende. In die zin wordt opgenomen dat er een fysieke afsluiting vereist is. Ter hoogte van de start van het fietspad dient een verkeersbelemmerende maatregel voorzien te worden om te beletten dat het gemotoriseerd verkeer over het fietspad doorrijdt richting Velodroomstraat.

         

        Bij herhaaldelijk misbruik kan de beheerder van dit pad bijkomende beveiliging/belemmering voorzien. Dit element doet geen afbreuk aan de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag. 

         

        Voor de aantakking op de eigendom de Waterkant wordt enkel de aanleg voorzien. Gezien het private statuut is een openstelling van deze verbinding gehouden aan het akkoord van de eigenaars.

         

        De ontsluiting richting kanaal behelst een aantakking op het openbaar domein.

         

        Ter hoogte van de onderdoorgang en aansluiting op de Haiglaan kunnen nog een aantal optimalisaties doorgevoerd worden in functie van het langzaam verkeer (voetganger, fietser):

        -       Afgeschuinde borduren aan de kopse zijde van de beide voetpadzones ter hoogte van de onderdoorgang, dit in functie van overrijdbaarheid voor rolstoelen en kinderwagens.

        -       Afgeschuinde borduren ter hoogte van het voetpad op de Haiglaan waar dit aansluit op de inrit, dit in functie van overrijdbaarheid voor rolstoelen en kinderwagens.

        -       Geen zebrapad, maar haaientanden dwars op de rijrichting oprit.

        -       Een onderbroken middenlijn tussen de beide rijvakken ter hoogte van de onderdoorrit.

         

        Het bezwaar is ongegrond.

         

        Openbaar onderzoek

        Inbreuk op artikel 18 van het decreet Gemeentewegen

        Het artikel 18, tweede lid, van het gemeentewegendecreet bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen iedereen die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend met een beveiligde zending op de hoogte brengt van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan.

        “Indien de reguliere procedure wordt gevolgd, een specifieke kennisgeving moet gebeuren aan “iedereen die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend”. De uitdrukkelijke bedoeling van de decreetgever om een gelijke  rechtsbescherming te garanderen, ongeacht of

        gebruik wordt gemaakt van de reguliere procedure of de afwijkingsmogelijkheid, brengt met zich mee dat in

        het laatste geval een gelijkwaardige kennisgeving moet gebeuren (RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Xe KAMER ARREST nr. 261.572 van 29 november 2024 in de zaak A. 237.642/X-18.265)

        Beroepsindiener heeft bezwaren ingediend in het kader van het openbaar onderzoek. Een kennisgeving met beveiligde zending is niet gebeurd naar aanleiding van de goedkeuring zaak der wegen in  de GEMEENTERAADSZITTING VAN MAANDAG 3 FEBRUARI 2025 )

        Artikel 2 : Goedkeuring wordt verleend aan 'de zaak der

        wegen', met name het wegentracé, de rooilijn en het ontwerpbestek 2023/010 met plannen van omgevingsaanvraag met projectnummer OMV_2023020931) .

        De bezwaarindiener laat iets ‘vallen’ over het openbaar onderzoek.

         

        De integrale aanvraag, waaronder het wegenisdossier, werd in haar totaliteit onderworpen aan het openbaar onderzoek. Eenieder, waaronder de bezwaarindiener, is gedurende 30 dagen in de mogelijkheid geweest om het gewijzigd ontwerp na te kijken en hierover opmerkingen te formuleren.

         

         

        De deelbezwaren die betrekking hebben op de zaak der wegen worden deels ontvankelijk, deels onontvankelijk en deels gegrond, deels ongegrond verklaard. 

        Volgende zaken dienen te worden nageleefd en worden opgenomen in de bijzondere voorwaarden:

        • Het fietspad op de Haiglaan wordt voorzien van een rode markering, zoals aangeduid op het grondplan.
        • Ter hoogte van de start van het fietspad dient een verkeersbelemmerende maatregel voorzien te worden om te beletten dat het gemotoriseerd verkeer over het fietspad doorrijdt richting Velodroomstraat, zoals aangeduid op het grondplan.
        • Tijdens de werf die gefaseerd wordt uitgevoerd zullen alle aanpalende eigendommen die ontsluiten via de projectsite op hoogte gebracht moeten worden van de voortgang en zal in overleg de ontsluiting gegarandeerd worden.
        • In functie van voldoende visibiliteit bij het uitrijden op de Haiglaan wordt het langsparkeren op voldoende afstand van de uitrit voorzien door een uitstulping in voetpadaanleg, zoals aangeduid op het grondplan.
        • Ter hoogte van de onderdoorgang en aansluiting op de Haiglaan kunnen nog een aantal optimalisaties doorgevoerd worden in functie van het langzaam verkeer (voetganger, fietser):
          • Afgeschuinde borduren aan de kopse zijde van de beide voetpadzones ter hoogte van de onderdoorgang, dit in functie van overrijdbaarheid voor rolstoelen en kinderwagens.
          • Afgeschuinde borduren ter hoogte van het voetpad op de Haiglaan waar dit aansluit op de inrit, dit in functie van overrijdbaarheid voor rolstoelen en kinderwagens.
          • Geen zebrapad, maar haaientanden dwars op de rijrichting oprit.
          • Een onderbroken middenlijn tussen de beide rijvakken ter hoogte van de onderdoorrit.

         

        Financiële gevolgen

        Alle kosten voor de uitrustings- en infrastructuurwerken van dit project worden gedragen door de projectontwikkelaar.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen tegen 3 neen stemmen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1 : In functie van de bespreking kennis te hebben genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren m.b.t. de zaak van de wegen die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek in fase van beroep.

        Artikel 2 : Goedkeuring wordt verleend aan 'de zaak der wegen' volgens projectinhoudversie PIV8, met name het wegentracé, de rooilijn en het ontwerpbestek 2023/010 met plannen van omgevingsaanvraag met projectnummer OMV_2023020931 opgesteld door het studiebureau BURO STIEL, Meensesteenweg 411, 8800 Roeselare in opdracht van de bouwheer ALIDES REAL ESTATE INVESTMENT AND MANAGEMENT, met als adres Foreestelaan 86 bus 201, 9000 Gent met het oog op de uitvoering van de uitrustings- en infrastructuurwerken om de gronden langs de Haiglaan kadastraal gekend Ieper, 3 de afdeling, sectie E, nrs 0257S9 02, 0312M2, 0257Y9 02, 0312W7 02, 0312S2, 0310P12, 0257E10, 0257X9 2, 0257F10 02, 0312Y2, 0310N12, 0312B3, 0310B12, 0310A12, bouwrijp te maken, overeenkomstig het gemeentelijk reglement van 2 september 2024 en in uitvoering van artikel 31, eerste lid van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Volgende zaken dienen te worden nageleefd en worden opgenomen als bijzondere voorwaarden:

        • Het fietspad op de Haiglaan wordt voorzien van een rode markering, zoals aangeduid op het grondplan.
        • Ter hoogte van de start van het fietspad dient een verkeersbelemmerende maatregel voorzien te worden om te beletten dat het gemotoriseerd verkeer over het fietspad doorrijdt richting Velodroomstraat, zoals aangeduid op het grondplan.
        • Tijdens de werf die gefaseerd wordt uitgevoerd zullen alle aanpalende eigendommen die ontsluiten via de projectsite op hoogte gebracht moeten worden van de voortgang en zal in overleg de ontsluiting gegarandeerd worden.
        • In functie van voldoende visibiliteit bij het uitrijden op de Haiglaan wordt het langsparkeren op voldoende afstand van de uitrit voorzien door een uitstulping in voetpadaanleg, zoals aangeduid op het grondplan.
        • Ter hoogte van de onderdoorgang en aansluiting op de Haiglaan kunnen nog een aantal optimalisaties doorgevoerd worden in functie van het langzaam verkeer (voetganger, fietser):
          • Afgeschuinde borduren aan de kopse zijde van de beide voetpadzones ter hoogte van de onderdoorgang, dit in functie van overrijdbaarheid voor rolstoelen en kinderwagens.
          • Afgeschuinde borduren ter hoogte van het voetpad op de Haiglaan waar dit aansluit op de inrit, dit in functie van overrijdbaarheid voor rolstoelen en kinderwagens.
          • Geen zebrapad, maar haaientanden dwars op de rijrichting oprit.
          • Een onderbroken middenlijn tussen de beide rijvakken ter hoogte van de onderdoorrit.

        Artikel 3 : Voor de realisatie van deze werken wordt een overeenkomst tussen de stad Ieper en de bouwheer afgesloten en dienen afdoende waarborgen gesteld voor een gegarandeerde en kwalitatieve uitvoering.

        Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

    • Ruimtelijke planning

      • Zaak der wegen - OMV_2024150347 - uitbreiding van het golfterrein en het uitbreiden, wijzigen en toevoegen aan de exploitatie - opheffen buurtweg

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 2, 40,41 en 56, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
        Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.
        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
        Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019

        Feiten, context en argumentatie

        Zaak der wegen

        In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking.

        Het openbaar onderzoek liep van 7 april 2025 tot en met 6 mei 2025.  Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

        Onder de zaak der wegen wordt begrepen: de aanleg van nieuwe wegenis, de wijziging van het bestaand tracé of de opheffing van wegenis. Bij onderhavige aanvraag wordt voorzien in het afschaffen van sentier 29.

        Vraag tot gedeeltelijk afschaffen sentier 29

        Er werd een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor de uitbreiding van het golfterrein. In de initiële aanvraag werd aangegeven dat de sentier 29 behouden kon blijven. Echter werd in het advies van het college van burgemeester en schepenen aangegeven dat de sentier niet behouden kon worden en dat de vraag tot afschaffing toegevoegd moest worden aan de aanvraag. In een gewijzigde projectinhoudversie werd de afschaffing van de sentier 29 toegevoegd.

        Motivatie uit de aanvraag voor de afschaffing (zie ook in bijlage toegevoegde motivatie):

        Sentier nr. 29, dat zich tussen sentier nr. 19 en chemin nr. 8 bevindt, waarvoor de opheffing wordt aangevraagd wordt al heel lang niet meer gebruikt als voetweg. De weg is met 100% zekerheid al in onbruik sinds de aanleg van het eerste golfterrein (18 holes) in de periode 1990-1991. Sentier nr. 29 ligt namelijk niet alleen in het projectgebied van voorliggende uitbreidingsaanvraag, maar ook deels in het bestaande golfterrein dat al sinds 1990 in gebruik is. Het is niet meer dan logisch dat als er een stuk van de voetweg niet meer in gebruik is, de volledige voetweg ook niet meer in gebruik is.

        Naar alle waarschijnlijkheid is de voetweg sinds WOI, die op dat moment (1914-15) quasi overeenkwam met de frontlijn, nooit meer hersteld en in gebruik genomen.

        Het is met andere woorden vrij duidelijk dat voetweg nr. 29 al een hele lange tijd in onbruik is, en eigenlijk sinds de inwerkingtreding van het nieuwe Gemeentewegendecreet (dd. 1/09/2019) al meer dan 30 jaar niet meer bestaat. Dat wil zeggen dat het gebruik van de voetweg is verjaard.
        1° Er kan dan ook onmogelijk nog sprake zijn van ‘algemeen belang’ aangezien de voetweg al jaar en dag niet meer gebruikt wordt. Sentier nr. 29 maakt al lang geen deel meer uit van het gemeentelijk wegennet en staat dus ook niet meer ten dienste van het algemeen belang.
        2° Uit de motivatie hierboven en hieronder blijkt duidelijk dat de opheffing van de gemeenteweg voldoende is gemotiveerd.
        3° Het opnieuw gebruiken van sentier nr. 29 zou ten eerste onmogelijk zijn omdat het bestaande golfterrein (dat al meer dan 30 jaar (vergund) in gebruik is) daar is ingericht en de sentier zich dwars door het onaangepaste speelterrein bevindt. Dat zouden onverantwoorde veiligheidsproblemen met zich meebrengen. Hole 13 en 15 lopen namelijk dwars door sentier nr. 29 (zie hieronder aangeduid op een luchtfoto).

        Ook de uitbreiding van het golfterrein en de inrichting daarvan doorkruisen sentier nr. 29. Het integreren van zo’n voetweg in een golfterrein is alles behalve simpel en creëert enkel maar veiligheidsrisico’s. Dit zowel voor de golfer als voor de gebruikers van de voetweg. Bovendien integreert de golf op vandaag al één voetweg en bij de uitbreiding zal nog een gemeenteweg (chemin nr. 8) worden geïntegreerd. De percelen in de omgeving worden dus nog altijd goed ontsloten.

        4° Gezien er bij de opheffing van de gemeenteweg geen gemeentegrens wordt overschreden is er geen noodzaak aan een beoordeling van de opheffing van de gemeenteweg vanuit gemeenteoverschrijdend perspectief.
        5° Gebruikers van sentier nr. 19 (Bernikkewallestraat) kunnen zich vandaag al op veilige manier dwars door de golf verplaatsen zonder dat de gebruikers van het golf daar hinder van ondervinden of omgekeerd. Ook bij de uitbreiding van de golf zal een weg (chemin nr. 8 – Waterstraatje) geïntegreerd worden in het golfterrein waardoor zacht verkeer zich kan verplaatsen.

        Wij zijn van oordeel dat er geen extra behoefte is aan nog een weg die zich integreert in het golfterrein. Bovendien zou deze weg enkel maar een verbinding zijn tussen de 2 bestaande wegen (chemin nr. 8 en sentier nr. 19). Zo’n extra verbindingsweg zou het ook onmogelijk maken om de golf uit te breiden zoals altijd al voorzien was. In het verleden werd speciaal daarvoor een aanpassing van het gewestplan goedgekeurd (1993), en werd een speciaal aangepast RUP opgemaakt (2019). Dit was altijd met de bedoeling om de golf uit te breiden tot 27 volwaardige holes. Nooit werd daar de integratie van een extra gemeenteweg in opgenomen.

        Adviezen

        dienst ruimtelijke ordening: gunstig advies

        dienst landschap: 

        Het gemeentewegendecreet (1/9/2019) heeft tot doel de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren voorziet het gemeentewegendecreet de nodige bevoegdheden aan lokale besturen met het oog op het voeren van een geïntegreerd beleid dat onder meer gericht is op:

        • de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
        • de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

        Stad Ieper beschikt (nog) niet over een goedgekeurd gemeentelijk beleidskader rond trage wegen. Bij het adviseren van dossiers rond gemeentewegen wordt binnen de diensten de ladder van Lansink als uitgangspunt toegepast. Visie hierbij is dat zoveel als mogelijk gemeentewegen behouden blijven, vervolgens verlegd en pas in allerlaatste instantie worden opgeheven. In functie van de realisatie van een fijnmazig netwerk aan zachte verbindingen met ecologische meerwaarde worden keuzes gemaakt rekening houdend met verschillende principes waaronder algemeen belang, gemeenteoverschrijdend perspectief en verkeersveiligheid.

        Sentier 29 maakt de verbinding tussen Chemin 8 (Waterstraat) en Sentier 19 (Bernikkewallestraat). Optimalisatie en herstel van deze doorsteek kan bijdragen aan de inbreiding van het lokale wandelaanbod en de realisatie van een verkeersveilig alternatief. In die zin wordt het behoud van deze Sentier door de dienst Landschap vooropgesteld. De toekomstig invulling van de directe omgeving als golfterrein maakt echter dat het veilig gebruik van deze Sentier niet gegarandeerd kan worden. Rekening houdend met dit aspect, het huidig wandelaanbod en het integraal behoud van Chemin 8 kan het afschaffen van Sentier 29 positief geadviseerd worden.

        Beschikkend gedeelte

         Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen tegen 15 neen stemmen (de raadsleden Goudeseune, Bolle, Six, V. Despeghel, Verkruysse, Dehollander, N. Vandamme, W. Vandamme, Bossaert, J. Despeghel, Bibuljica, Deygers, Demeyere, Louwyck en Kinoo):

        Artikel 1: Kennis te hebben genomen dat er geen reacties of bezwaren ingediend zijn tijdens het openbaar onderzoek met betrekking tot de zaak der wegen.

        Artikel 2: Goedkeuring te verlenen aan 'de zaak der wegen' binnen de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2024150347 - met name het afschaffen van sentier 29.

    • Welzijn

      • Herziening statuten Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK)

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) is een erkende adviesraad, in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering houdende het Lokaal Beleid Kinderopvang van 24 mei 2013. De herziening van de statuten is verplicht uiterlijk zes maanden na de start van een nieuwe bestuursperiode.

        Enkele belangrijke wijzigingen in de concrete samenstelling en bepalingen omtrent de interne werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK):

        Definiëring doelgroep LOK: 

        • Naamswijziging: Kind en Gezin veranderen naar Opgroeien
        • Gemeentelijke jeugdwerk-, sport- en vrijetijdsinitiatieven veranderen van categorie II (organisaties met een opvangfunctie) naar categorie V (lokaal bestuur)

        Wijziging functie voorzitter:

        • Indien geen voorgestelde kandidaten, zal de rol in beurtrol toegekend worden aan de leden van de stuurgroep. Als voorzitter krijg je enkel het mandaat indien er geen inhoudelijke betrokkenheid is in het dossier. Bij betrokkenheid zal het mandaat doorgegeven worden aan de volgende in het beurtrolsysteem. 
        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen:

        artikel 1: de herziene statuten Lokaal Overleg Kinderopvang goed te keuren:

        Statuten Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK). 

        Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

        Artikel 1: Oprichting

        1.1   Het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) is een erkende adviesraad, in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering houdende het Lokaal Beleid Kinderopvang van 24 mei 2013.

        1.2   Het LOK werkt autonoom, los van elke politieke, ideologische, filosofische en/of godsdienstige overtuiging.

        1.3   De zetel van het LOK is gevestigd in het administratief centrum Auris, Ter Waarde 1, 8900 Ieper.

        Artikel 2: Vertegenwoordiging

        2.1   De doelgroep van het LOK is opgesplitst in 5 categorieën:

        1° categorie I - lokale actoren kinderopvang: al wie een functie vervult in de opvang van kinderen (0-12 jaar). Concreet betreft dit voorzieningen die kinderopvang aanbieden waarbij de opvang gemeld (o.a. scholen) of erkend is door Opgroeien of door VAPH als vergunde zorgaanbieder (o.a. gezinsopvang, groepsopvang, initiatieven voor buitenschoolse opvang).

        2° categorie II - organisaties met een opvangfunctie: al wie invulling geeft aan de opvang en vrije tijd van kinderen (0-16 jaar). Concreet betreft dit jeugdwerk-, sport- en vrijetijdsinitiatieven, kinderoppasdiensten en opvang voor zieke kinderen verzorgd door organisaties, instellingen en/of mutualiteiten.

        3° categorie III - gebruikers: al wie een beroep doet of behoefte heeft aan het aanbod in categorie I en II kinderopvang of een vertegenwoordiger van een organisatie die representatief is voor de gebruikers; Concreet betreft dit een lokale afdeling van de Gezinsbond, ouderverenigingen, solidaire opvang en leerlingenraden.

        4° categorie IV - deskundigen: al wie een expertise heeft in het kader van het kinderopvangbeleid. Concreet betreft dit de intersectorale medewerker van Opgroeien en eventueel aangevuld met andere deskundigen.

        5° categorie V - het lokaal bestuur. Concreet betreft dit medewerkers van het lokaal bestuur met de verantwoordelijkheid voor de materie kinderopvang en de bevoegde schepenen. 

        Artikel 3: Doelstellingen   

        3.1   Het LOK heeft tot doel en als opdracht:

        1° Het geven van advies aan het stadsbestuur, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, inzake alle aangelegenheden die het Lokaal Overleg Kinderopvang belangrijk acht in het kader van kinderopvangbeleid o.a. uitbouw en uitbreiding van opvangvoorzieningen, subsidiëring, …

        2° Een signaalfunctie te vervullen door een vinger aan de pols te houden bij de doelgroep.

        3° Initiatieven te nemen of te faciliteren om contact, inspraak, samenwerking en overleg te bevorderen tussen alle betrokkenen bij dit beleidsthema op het grondgebied van de stad;

        4° Lokale initiatieven in uitvoering van het beleid rond kinderopvang te bevorderen, te ondersteunen en/of indien nodig en nuttig te organiseren.

        Hoofdstuk 2: Structuur en samenstelling

        Artikel 4: Algemene omschrijving

        4.1 Het LOK bestaat uit de Algemene Vergadering, stuurgroep en (tijdelijke) werkgroepen die thematisch werken.

        Artikel 5: Algemene vergadering

        5.1 De algemene vergadering vergadert minstens 2 maal per jaar op vraag van de voorzitter of wanneer 1/3de van de stemgerechtigde leden een bijeenkomst verzoekt.

        5.2 De vergaderingen zijn besloten bijeenkomsten. Enkel bovenvermelde leden (art. 2) ontvangen een uitnodiging. Er wordt wel ruimte gelaten om genodigden toe te laten voor deelname, advies of informatieverstrekking. Dit kunnen ook leden van andere adviesraden zijn. Genodigden hebben geen stemrecht.

        5.3 We streven naar een diverse, representatieve en relevante samenstelling van de Algemene Vergadering. Hoogstens 2/3de van de stemgerechtigde leden zijn van hetzelfde geslacht en bestaat uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden.

        1° Om stemgerechtigd lid te zijn moet: hij/zij behoren tot de categorieën I,II of III en geregistreerd staan als lid van de algemene vergadering en vertegenwoordigt een bepaalde dienst, organisatie of instelling. Elk lid kan 1 stem uitbrengen. Alle stemmen per categorie worden herleid volgens de vastgelegde gewichten per categorie. 

              § Categorie 1 (gewicht: 10)

        • Initiatieven buitenschoolse opvang
        • Gezinsopvang (zelfstandige onthaalouders - dienst voor onthaalouders)
        • Groepsopvang (zelfstandige kinderopvanginitiatieven - groepsopvang kinderopvang(dienst))
        • Scholen

        § Categorie 2 (gewicht: 6)

        • Jeugdwerk
        • Vrijetijdsinitiatieven
        • Sportinitiatieven
        • Kinderoppasdiensten verzorgd door organisaties, instellingen en/of mutualiteiten
        • Opvang voor zieke kinderen

        § Categorie 3 (gewicht: 4)

        • Lokale afdeling van de Gezinsbond
        • Ouderverenigingen
        • Solidaire opvang

        2° Om niet-stemgerechtigd lid te zijn moet: hij/zij  behoren tot de groepen IV of V en geregistreerd staan als lid van de algemene vergadering en vertegenwoordigt een bepaalde dienst, organisatie of instelling.

        § Categorie 4

        • Kind en Gezin
        • Experten

        § Categorie 5

        • Medewerkers lokaal bestuur
        • Bevoegde schepenen

        Artikel 6: Stuurgroep

        6.1 De stuurgroep wordt aangeduid door de Algemene Vergadering en bestaat telkens uit 1 afgevaardigde van de vastgelegde categorieën:

        1° Categorie 1: 4 afgevaardigden

        2° Categorie 2: 2 afgevaardigden

        3° Categorie 3: 1 afgevaardigde

        4° Categorie 4: 1 afgevaardigde

        5° Categorie 5: 2 afgevaardigden

        6.2 De stuurgroep staat in voor de voorbereiding en opvolging van opdrachten van de Algemene vergadering. De stuurgroep heeft geen beslissingsbevoegdheid.

        Artikel 7: Werkgroepen

        7.1 Naargelang van de noodzakelijkheid kan de Algemene Vergadering werkgroepen samenstellen die rond een bepaald thema werken of een bepaalde activiteit uitwerken.

        7.2 Deze werkgroepen kunnen opgericht worden voor een bepaalde periode en zijn samengesteld uit één of meer leden van de Algemene vergadering.

        7.3 Zij kunnen aangevuld worden met één of meerdere andere personen, die geen lid zijn van het LOK, maar die een bijzondere deskundigheid of interesse hebben voor het thema of de activiteit.

        7.4   De werkgroepen brengen verslag uit van hun werking op de Algemene Vergadering.

        Hoofdstuk 3: Mandaten

        Artikel 8: Duur

        8.1 De duur van het mandaat van de leden van de Algemene Vergadering en Stuurgroep is geldig tot uiterlijk 6 maand na de start van de nieuwe legislatuur. Mocht de samenstelling van het LOK na de start van een nieuwe legislatuur om één of andere reden worden uitgesteld, dan blijven de oude leden in functie tot de nieuwe samenstelling is goedgekeurd.  

        Artikel 9: Procedure

        9.1 Bij de opstart van het LOK en bij het begin van elke legislatuur worden alle verenigingen en organisaties die in aanmerking komen voor lidmaatschap, door het stadsbestuur aangeschreven en uitgenodigd om zich kandidaat te stellen.

        9.2 Nieuwe aanvragen voor lidmaatschap, stemgerechtigd of niet-stemgerechtigd, worden steeds behandeld op de Algemene Vergadering. De kandidatuur moet voldoen aan de voorwaarden, gesteld in artikel 2 en 5.

        9.3 De mandaten worden vrijwillig en onbezoldigd opgenomen.

        Artikel 10: Beëindiging

        10.1 Een mandaat als afgevaardigde in de Algemene Vergadering eindigt:

        1° Wanneer niet meer voldaan is aan de voorwaarden, gesteld in Artikel 2 en 5;

        2° Door het intrekken van de opdracht door de vertegenwoordigende vereniging, organisatie of instelling;

        3° Door ontslag van de betrokken afgevaardigde uit het LOK of uit de vereniging, organisatie of instelling.

        4° drie opeenvolgende niet-gemotiveerde afwezigheden.

        10.2  Dit ontslag dient door de betrokkene of door de vereniging, organisatie of instelling schriftelijk of digitaal te worden meegedeeld aan de voorzitter en secretaris van het LOK.

        10.3 Indien vervanging van het lid relevant is, dient binnen de drie maanden nadat het mandaat van het lid beëindigd is, in zijn vervanging te worden voorzien.

        Hoofdstuk 4: Beslissingen en/of besluiten

        Artikel 11: Voorwaarden

        11.1 De Algemene Vergadering kan geldig besluiten of adviezen treffen, als minimaal de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Consensus wordt actief nagestreefd als besluitvormingswijze. Er wordt beslist bij gewone meerderheid (helft+1). Indien bij een tweede bijeenroeping niet aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, beslist de vergadering ongeacht het aantal stemgerechtigde aanwezigen.

        11.2 De Algemene Vergadering zal binnen de dertig dagen na een adviesaanvraag advies uitbrengen. Indien het onmogelijk blijk om binnen de dertig dagen een volledig advies te verstrekken, zal de Algemene Vergadering toch een document opmaken met duidelijke omschrijving van de problemen. Een eventuele termijn waarbinnen dit wel kan, zal ook vermeld worden.

        11.3 De verslagen, beslissingen en adviezen kunnen opgevraagd worden bij de secretaris. De leden van het LOK hebben het recht om inzage te nemen in alle documenten en dossier die betrekking hebben op de adviesaanvraag, tenzij er wettelijke bezwaren zijn.

        Hoofdstuk 5: Functies

        Artikel 12: Voorzitter

        12.1 Bij installatie van een nieuwe Algemene Vergadering kiest de leden een voorzitter onder de voorgestelde kandidaten. Indien geen voorgestelde kandidaten, zal de rol in beurtrol toegekend worden aan de leden van de stuurgroep. Als voorzitter krijg je de enkel het mandaat indien er geen inhoudelijke betrokkenheid is in het dossier. Bij betrokkenheid zal het mandaat doorgegeven worden aan de volgende in het beurtrolsysteem.  

        12.2 De voorzitter:

        1° Leidt de vergadering in goede banen;

        2° Bewaakt het overlegproces en de besluitvorming;

        3° Superviseert de verslaggeving;

        4° Mobiliseert de lokale actoren tot samenwerking, in samenspraak met alle partners en in  nauw overleg met het lokaal bestuur;

        5° Volgt de actualiteit rond kinderopvang op.

        12.3 Bij afwezigheid van de voorzitter wordt door de aanwezige leden beslist bij de aanvang van de vergadering wie éénmalig de functie kan overnemen.

        Artikel 13: Secretaris

        13.1 De functie van secretaris wordt uitgeoefend door een lid van de Algemene Vergadering

        13.2 De secretaris staat in voor de administratieve uitwerking (o.a. verslaggeving; opvolging budget)

        13.3 Bij afwezigheid van de secretaris wordt door de aanwezige leden beslist bij de aanvang van de vergadering wie éénmalig de functie kan overnemen.

        Hoofdstuk 6: Middelen

        Artikel 14: Werkingsmiddelen

        14.2 Het LOK ontvangt van de stad Ieper jaarlijks werkingsmiddelen. Deze werkingsmiddelen zijn bestemd als ondersteuning van de algemene werking (opleidingen, activiteiten e.d.). De leden van het LOK beslissen over de aanwending van deze middelen. Elk jaar op de eerste bijeenkomst van de Algemene Vergadering wordt een financiële overzicht getoond. 

        14.1. Geen enkel lid of deelnemer aan het LOK kan aanspraak maken op het materieel of intellectueel bezit van het LOK.

        Hoofdstuk 7: Erkenning

        Artikel 15: Goedkeuring

        15.1 Het LOK wordt, na voorlegging van de herziening van de statuten van 6 december 2021, door de Gemeenteraad van Ieper erkend in de zitting van 2 juni 2025. Mogelijke latere wijzigingen aan deze statuten zullen steeds onverwijld aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

        Artikel 2: Dit besluit treedt onmiddellijk in werking onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.
        Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
        Artikel 4: De statuten zullen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop ze werden aangenomen als de datum waarop ze op de webtoepassing bekendgemaakt werden. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

    • Juridische zaken

      • Rooilijnplan Pilkemseweg - RP04_05: definitieve vaststelling.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Decreet houdende gemeentewegen van 3 mei 2019 (B.S. 12.08.2019), en latere wijzigingen

        Feiten, context en argumentatie

        Het rooilijnplan 'Pilkemseweg' (RP04_05) werd voorgelegd voor voorlopige vaststelling op de gemeenteraad in zitting van 31.03.2025. Hierna werd een openbaar onderzoek ingesteld vanaf 07.04.2025 tem. 06.05.2025.

        De percelen die geslagen worden door het rooilijnplan zijn gelegen te Pilkemseweg.

        De percelen zijn kadastraal gekend als Ieper, achtste afdeling Boezinge, sectie B, nummers 587N, 588G, 591H, 593C, 594K, 600E, 600F, 602M, 607C, 611K, 612L, 612N, 613A, 614A, 615C, 615W, 615X, 619L, 619M, 622K, 627K, 628A, 633A, 634A, 637R, 637T, 637V, 638B, 639A, 646K, 648B2, 648C2, 652C2, 652E, 652G2, 652V, 656W, 656X, 657G, 661B, 662H, 663C, 669A, 670A, 676A2, 676H, 683G, 685A, 688D, 895A, 896A, 898B, 899A, 901A, 916A, 917B, 919E, 1097B, 1128H, 1132A, 1141H, 1142D, 1143A, 1144E, 1152F, 1153H en 1203A, Ieper, zevende afdeling St-Jan, sectie A, nummers 002E en 012D en Ieper, vijfde afdeling Boezinge, sectie B, nummers 919D, 998C, 998H, 998R, 998P02, 1000F, 1000K, 1000S, 1000V, 1001G, 1058E, 1058G, 1088C, 1089E, 1090A, 1092A, 1092B, 1128D, 1131D en 1131E.

        De gemeenteraad is bevoegd om het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan, opgemaakt door landmeter-expert Harm Boutte dd. 26.02.2025, definitief vast te stellen.

        Procedure:

        • Het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan wordt onmiddellijk na de definitieve vaststelling gepubliceerd op de gemeentelijke website, en aangeplakt bij het gemeentehuis en ter plaatse, minstens aan het begin- en eindpunt van het nieuwe, gewijzigde of verplaatste wegdeel.
        • Het college van burgemeester en schepenen brengt iedereen die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend met een beveiligde zending op de hoogte van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan.
        • Het rooilijnplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan het departement en aan de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt.
        • Als de gemeente niet binnen een termijn van dertig dagen op de hoogte is gebracht van een georganiseerd administratief beroep als vermeld in artikel 24, wordt het besluit tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en gepubliceerd op de gemeentelijke website.
        • Het besluit heeft uitwerking veertien dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, tenzij het vaststellingsbesluit een ander tijdstip van inwerkingtreding bepaalt. Het vaststellingsbesluit kan in het bijzonder bepalen dat het gemeentelijk rooilijnplan pas wordt uitgevoerd vanaf een bepaalde datum of naarmate de aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of tot verkavelen worden ingediend.

        Resultaten van het openbaar onderzoek:

        Er werden geen bezwaren ingediend.

        De deputatie en het departement werden per brief dd. 01.04.2025 op de hoogte gesteld van de wijziging van het rooilijnplan Pilkemseweg RP04_05. De deputatie bezorgde advies op 05.05.2025, binnen de gestelde termijn.

        De deputatie merkt het volgende op: De Pilkemseweg maakt over een kort stuk deel uit van het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk (BFF), meer bepaald tussen de Hoge Ziekenweg en de Zwaanhofweg. Idealiter wordt bij de vaststelling van de nieuwe rooilijn voldoende plaats voorzien om de oversteek voor fietsers tussen de Hoge Ziekenweg en de Zwaanhofweg te beveiligen door het aanbrengen van één (met een stuk dubbelrichtingsfietspad) of twee middeneilanden.

        Advies van Deputatie: Het advies voor voorliggende aanvraag is voorwaardelijk gunstig. Er dient rekening te worden gehouden met de bemerkingen van de Provinciale Dienst Mobiliteit en Infrastructuur.

        Antwoord van Dienst Mobiliteit: Voor zover wij kunnen nagaan maakt het gewijzigd rooilijnplan geen deel uit van onderstaande projectzone. De selectie van het BFF op deze locatie dateert na opmaak ontwerpplannen. Middeneilanden of dergelijke zijn niet mogelijk binnen het huidige gabariet + bomen en dergelijke. Het kruispunt Zwaanhofweg x Pilkemseweg is intussen zo goed als afgewerkt cfr. het ontwerpplan. Vroeger reden de fietsers op de rand van de rijbaan, na de heraanleg op een apart fietspad. Bij het oversteken van de rijbaan (Pilkemseweg) heeft men geen voorrang. Het biedt bijgevolg weinig meerwaarde (en kan zelfs tot foute interpretatie van de voorrangsregels leiden) om hier markeringen te voorzien.

        De gemeenteraad stelt binnen de zestig dagen na einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk rooilijnplan definitief vast.

        Het rooilijnplan Pilkemseweg RP04_05, opgemaakt door landmeter-expert Harm Boutte dd. 26.02.2025, kan aldus definitief goedgekeurd worden.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen om:

        Artikel 1: vast te stellen dat er geen bezwaarschriften betreffende het rooilijnplan Pilkemseweg RP04_05 werden ontvangen tijdens het openbaar onderzoek.

        Artikel 2: vast te stellen dat er een voorwaardelijk gunstig advies werd bekomen van de deputatie en dat er zoals gevraagd rekening werd gehouden met de bemerkingen van de Provinciale Dienst Mobiliteit en Infrastructuur.

        Artikel 3: het rooilijnplan Pilkemseweg RP04_05 definitief vast te stellen.

        Artikel 4: alle voorgaande rooilijnplannen voor het projectgebied definitief op te heffen.

        Artikel 5: het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

      • Samenwerkingsovereenkomst ACCI vzw - stad Ieper - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Tussen de Stad en ACCI vzw werd onderhandeld om de samenwerkingsovereenkomst tussen beide entiteiten conform het Decreet Lokaal Bestuur in te vullen.

        Daarin komen volgende aangelegenheden aan bod:

        - in voorkomend geval de aanwending van ter beschikking gestelde personeelsleden, middelen en infrastructuur

        - het eventuele presentiegeld of andere vergoedingen voor de bestuurlijke werking

        - de wijze waarop zal voorzien worden in een systeem van organisatiebeheersing

        - de toekenning aan één of meerdere commissarissen van de controle op de financiële toestand, de jaarrekening en de regelmatigheid van de verrichtingen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om in te stemmen met de samenwerkingsovereenkomst van ACCI vzw EVAP, waarvan de tekst hier volgt:

        I. ALGEMEEN JURIDISCH EN BELEIDSKADER

        Artikel 1. Voorwerp en grondslag van deze overeenkomst

        §1. Deze overeenkomst wordt gesloten binnen het juridisch kader van het Decreet Lokaal Bestuur, de Nieuwe Gemeentewet en het oprichtingsbesluit van 2 september 2013 goedgekeurd door de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse Rand bij ministerieel besluit van 6 december 2013.

        §2. Deze overeenkomst steunt bovendien op de statuten van de vzw waarvan de gewijzigde gecoördineerde statuten werden goedgekeurd bij beslissing van de Algemene Vergadering van 16 september 2013 en door de gemeenteraad goedgekeurd werd op 2 september 2013. Ze wordt in het bijzonder gesloten ter uitvoering van artikel 3 van de statuten van ACCI vzw inzake de verplichting voor de Stad en het EVAP tot het opstellen van een samenwerkingsovereenkomst.

        §3. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten met het oog op het vastleggen en bepalen van het financieel en operationeel kader van ACCI vzw, het afstemmen van het beleid van ACCI vzw op het beleid van de Stad, alsmede met het oog op het formuleren van een duidelijke en transparante verhouding tussen de partijen in het kader van de werking van ACCI vzw dat, overeenkomstig artikel 3 van de statuten, als maatschappelijk doel heeft:

        Artikel 2. Doel, activiteiten en bevoegdheden

        §1. Met inachtneming van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact en gelet op het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid met bijbehorende uitvoeringsbesluiten heeft ACCI vzw tot doel het Cultuurcentrum dat erkend is in categorie B in staat te stellen zijn doelstellingen te realiseren, namelijk cultuurparticipatie, cultuurspreiding en gemeenschapsvorming en dit door:
        • Het realiseren van een eigen cultuuraanbod met een lokale en regionale uitstraling dat inspeelt op de vragen en behoeften van diverse bevolkingsgroepen en aandacht heeft voor een spreiding van en wisselwerking met door de Vlaamse Overheid gesubsidieerde en ondersteunde gezelschappen;
        • Actief ondersteuning te bieden aan amateurkunsten en sociaal- en culturele verenigingen;
        • In te zetten op een aangepast aanbod van kunst- en cultuureducatie in samenwerking met relevante actoren.

        §2. ACCI vzw kan hiervoor alle activiteiten ondernemen. Zij kan in die zin ook, doch slechts op bijkomstige wijze, handelsdaden stellen, enkel voor zover de opbrengst hiervan besteed wordt aan het doel waarvoor zij werd opgericht.

        §3 ACCI vzw is belast met het verwezenlijken van welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang met name de organisatie van culturele programmatie, het verlenen van diensten aan de organisatoren van activiteiten in het Cultuurcentrum.

        §4. ACCI vzw kan meer algemeen alle middelen aanwenden die tot de verwezenlijking van het doel rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen. ACCI vzw kan ter uitvoering van wat hierboven bepaald is, onder meer alle eigendommen of zakelijke rechten verwerven, in huur nemen, verhuren, rechtsgeldige overeenkomsten sluiten, fondsen inzamelen, kortom alle activiteiten uitoefenen of laten uitoefenen die haar doel rechtvaardigen. In het kader van het realiseren van haar doel, kan ACCI vzw zelfs daden van koophandel stellen.

        Deze opsomming van taken is niet limitatief. Daarbij kan ACCI vzw alle handelingen stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op haar doel.

        Tegen deze achtergrond legt de samenwerkingsovereenkomst de wederzijdse rechten en plichten van partijen vast.

        §5. De samenwerkingsovereenkomst regelt overeenkomstig de statuten van ACCI vzw minstens de volgende aangelegenheden:

        1° de concretisering van de wijze waarop ACCI vzw zijn taken moet vervullen en de concretisering van de doelstellingen van ACCI vzw;
        2° de modaliteiten van toekenning van middelen door de Stad voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van ACCI vzw;
        3° binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering, het bedrag van het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van ACCI vzw worden toegekend;
        4° de voorwaarden waaronder door ACCI vzw eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend;
        5° de wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door het bestuursorgaan vastgesteld en berekend worden;
        6° de gedragsregels inzake de publieke dienstverlening door ACCI vzw;
        7° de voorwaarden waaronder ACCI vzw andere rechtspersonen kan oprichten, erin kan deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;
        8° de wijze van informatieverstrekking en rapportering door ACCI vzw aan de Stad;
        9° de wijze waarop ACCI vzw zal voorzien in een systeem van interne en externe controle;
        10° de maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst;
        11° de omstandigheden waarin en de wijze waarop de samenwerkingsovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.

        Artikel 3. Algemene opdracht van ACCI vzw

        §1. ACCI vzw is belast met het verwezenlijken van welbepaalde beleidsuitvoerende taken van stedelijk belang met name de organisatie van culturele programmatie, het verlenen van diensten aan de organisatoren van activiteiten in het Cultuurcentrum. ACCI vzw mag hiervoor alle activiteiten ondernemen.

        Zij kan in deze zin ook, doch slechts op bijkomstige wijze, handelsdaden stellen, enkel voor zover de opbrengst hiervan uitsluitend wordt besteed aan het doel waarvoor zij werd opgericht.

        Het stedelijk beleid is ter zake gebaseerd op de volgende uitgangspunten en pijlers:

        - het ter beschikking stellen van ruimten voor activiteiten van de verschillende culturele werksoorten, organisaties, bevolkingsgroepen, ideologische en filosofische strekkingen;
        - het op eigen initiatief organiseren van culturele activiteiten waarin het kunstgebeuren een prioritaire rol vervult;
        - het bieden van ruimte voor informele ontmoeting en contact;
        - het begeleiden, het ondersteunen en het verlenen van diensten aan de organisatoren van activiteiten in het Cultureel Centrum en zo nodig het leveren van een bijdrage tot ondersteuning en coördinatie in de culturele sector en tot ruimere samenwerkingsverbanden.

        Deze opsomming van taken is niet limitatief.
        Daarbij kan ACCI vzw alle handelingen stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op haar doel.

        §2. ACCI vzw zal, binnen haar visie en missie, instaan voor het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en valorisering van zowel het eigen patrimonium als van het patrimonium behorende tot het publiek of privaat domein van de Stad dat aan ACCI vzw, op welke wijze ook, wordt toevertrouwd, bestemd voor het beheer en de uitbating van het Cultuurcentrum en zoals passend binnen haar maatschappelijke doelstelling en de taken van stedelijk belang waarmee ACCI vzw is belast en conform haar erkenning als Cultuurcentrum categorie B.

        ACCI vzw wordt door de Stad meer bepaald belast met een publiekrechtelijke opdracht tot beheer en/of exploitatie van de volgende goederen:

        Het Perron – Fochlaan 1, 8900 Ieper
        Kadastraal gekend 3 AFD E 0184 C 13

        Stadsschouwburg, Vandenpeereboomplein 55, 8900 Ieper
        Kadastraal gekend 1 AFD F 0290P, 0290L, 0290 M en 0290N

        Cultuurcentrum Vlamertinge – Poperingseweg 483 , 8908 Ieper-Vlamertinge
        Deel van sportgebouw, Kadastraal gekend 12 AFD G 0067V -5

        §3. Het beheer en de exploitatie van de bovenvermelde goederen omvat, in de mate er in deze overeenkomst niet verder wordt van afgeweken, het volgende:

        • Zijn ten laste van Stad: de eigenaarskosten, de gebruikskosten, het onderhoud, met inbegrip van alle vereiste herstellingen, om de goederen in goede staat te houden en bruikbaar te houden voor de dienstverlening of doelstelling waarvoor zij zijn bestemd. Er wordt geen huur gevraagd voor het gebruik van de stadsgebouwen aan ACCI vzw;
        • de verdere uitbouw en aanpassing van de goederen gebeuren in samenspraak met de Stad en ACCI vzw, bijvoorbeeld gericht op nieuwe noden en behoeften, gebruiksvriendelijkheid,…. en zijn ten laste van Stad;
        • de uitbating ten overstaan van derden, op welke wijze dan ook, inbegrepen doch niet beperkt tot de verhuring of de terbeschikkingstelling, met inbegrip van alle hiermee verband houdende aspecten zoals het verzorgen van een behoorlijke dienstverlening en informatieverstrekking aan de gebruikers, een nauwgezette en transparante facturatie van verstrekte diensten, etc…

        §4. De stedelijke reglementen over de ter beschikking stelling en tarifering van roerende en onroerende goederen worden door ACCI vzw en de Stad verplicht gevolgd en gerespecteerd conform het retributiereglement, behoudens afwijking tussen partijen.

        §5. In de mate het eigendomsrecht van de goederen overgaat van de Stad naar ACCI vzw, beschikt de Stad over een genotsrecht op de goederen indien zij dit wenst in zoverre dit de doelstellingen en de werking van ACCI vzw niet hypothekeert.

        §6. Het beheer en de exploitatie van andere goederen dan vermeld in deze overeenkomst kan eveneens worden overgedragen of toevertrouwd aan ACCI vzw binnen de uitvoering van het beleid en de visie van de Stad. De lijst bij deze overeenkomst kan dan ook steeds tussen partijen worden uitgebreid door middel van een convenant of naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie van onderliggende samenwerkingsovereenkomst door de gemeenteraad.

        §7. ACCI vzw kan ook zelf goederen oprichten of verwerven van derden, steeds binnen de budgettaire grenzen zoals vastgelegd met de Stad. De door ACCI vzw verworven of opgerichte goederen worden ter beschikking gesteld van derden of van de Stad zoals vermeld in dit artikel.

        Artikel 4. Engagementen in verband met de algemene werkwijze van ACCI vzw

        §1. Bij de verwezenlijking van haar doelstellingen worden de aan ACCI vzw ter beschikking gestelde middelen en goederen uitsluitend aangewend voor het bereiken van deze doelstellingen en het vervullen van de opdrachten van ACCI vzw.

        Dit geldt zowel voor de financiële toelage van de Stad, als voor middelen toegekend door andere overheden of private personen, middelen die door ACCI vzw zelf gegenereerd werden of enige andere middelen waarover ACCI vzw beschikt, alsmede alle goederen die aan ACCI vzw worden toevertrouwd.

        §2. ACCI vzw moet alle middelen en goederen, zowel haar eigen als deze van de Stad, steeds zorgvuldig en voorzichtig beheren op de wijze van een goede huisvader.

        §3. ACCI vzw verbindt zich ertoe eveneens de beginselen van behoorlijk bestuur te respecteren, zoals daar zijn het redelijkheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het transparantiebeginsel en het zuinigheidsbeginsel, motiveringsbeginsel en openbaarheid van bestuur.

        Artikel 5. Engagementen met betrekking tot interne beleidsplanning

        ACCI vzw concretiseert haar maatschappelijke opdracht, alsmede de concrete uitwerking ervan in deze overeenkomst, verder conform de wettelijke bepalingen voor vzw’s.

        Artikel 6. Financiële en niet-financiële engagementen

        §1. De Stad stelt kosteloos infrastructuur ter beschikking aan ACCI vzw om de in deze overeenkomst overeengekomen doelstellingen te realiseren.

        §2. De Stad steunt ACCI vzw onder meer op het vlak van ICT, informatiebeheer, -informatieveiligheid, communicatie, financieel beheer, facilitair beheer, administratie en juridische expertise en operationele ondersteuning.

        Het overeenkomstig beleid van stad & OCMW Ieper is op ACCI vzw van toepassing. ACCI vzw stelt de afwijkingen vast, voor zover het specifieke karakter van ACCI vzw dat verantwoordt.

        ACCI vzw wint steeds advies in van deze ondersteunende diensten. De stad garandeert de gedeelde dienstverlening bij positief advies of mits onderling akkoord.

        In dienstverleningsovereenkomsten kunnen nadere afspraken worden gemaakt tussen de partijen omtrent deze gedeelde diensten, onverminderd hetgeen reeds opgenomen is in deze overeenkomst inzake personeel en binnen de grenzen van de regelgeving zoals de wetgeving op de uitzendarbeid en het Decreet Lokaal Bestuur.

        Deze dienstverlening wordt door de Stad aan ACCI vzw verstrekt in het licht van de stedelijke verzelfstandiging van taken van stedelijke belang die met ACCI vzw wordt nagestreefd. In principe wordt deze dienstverlening dan ook kosteloos verstrekt, behoudens afwijking tussen partijen.

        De goedkeuring door de stad voor deelname/afname van raamovereenkomsten geldt automatisch ACCI vzw.

        II. SPECIFIEK BELEIDSKADER

        Artikel 7. De gedragsregels inzake dienstverlening door ACCI vzw.

        §1. ACCI vzw handelt steeds overeenkomstig de algemene gedragsregels die moeten worden nageleefd bij de dienstverlening in het algemeen binnen de Stad.

        Ze zal daartoe onder meer steeds kwalitatieve dienstverlening garanderen.

        §2. ACCI vzw zal zich, voor wat betreft de onderlinge relaties tussen bestuursorganen en personeel evenals voor wat betreft de relaties met de Stad en haar adviesorganen, steeds gedragen in overeenstemming met de gedragscode die geldt voor de Stad.

        Artikel 8. De voorwaarden waaronder ACCI vzw andere rechtspersonen kan oprichten, erin deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen.

        §1. Binnen de perken van zijn maatschappelijk doel, zoals vermeld in deze overeenkomst, kan ACCI vzw, overeenkomstig artikel 240 van het Decreet Lokaal Bestuur, andere rechtspersonen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen, voor zover dat past in zijn opdrachten.

        §2. ACCI vzw streeft met de oprichting, deelname of vertegenwoordiging geen speculatieve oogmerken na.

        §3. De oprichting, deelname of vertegenwoordiging gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en staatssteun en de voorwaarden, zoals bepaald in deze samenwerkingsovereenkomst. De beslissing tot oprichting, deelname of vertegenwoordiging toont aan dat aan deze voorwaarden is voldaan.

        §4. Behoudens toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen, draagt ACCI vzw in geen geval zijn taken van stedelijk belang, noch geheel noch gedeeltelijk, over aan andere (rechts)personen.

        III. PERSONEEL

        Artikel 9. Eigen personeel van ACCI vzw

        §1. Binnen ACCI vzw wordt geen personeel tewerkgesteld. De activiteiten van ACCI vzw gebeuren door personeelsleden van de Stad en zijn ook opgenomen binnen het organigram van de stad.

        §2. ACCI vzw heeft dan ook geen eigen personeelsstatuut. Iedereen werkzaam binnen ACCI vzw, behoort tot het stadspersoneel onder het gezag van en binnen het organigram van het stadbestuur.

        IV. FINANCIËLE AFSPRAKEN

        Artikel 10. Financiële tussenkomst door de Stad

        §1. Met het oog op de uitvoering van de in deze overeenkomst opgesomde taken en bevoegdheden stelt de Stad de nodige financiële middelen ter beschikking te stellen aan ACCI vzw onder de vorm van werkingstoelagen.

        §2. De Stad kan ook tussenkomen in het verlies van ACCI vzw indien uit het ontwerp van de jaarrekening van ACCI vzw een verlies blijkt.

        De tussenkomst in het verlies van ACCI vzw door de Stad zal maar gebeuren mits uitdrukkelijk verzoek van ACCI vzw en in de mate dat het verlies noch direct noch indirect voortvloeit uit opgelopen kosten en niet het gevolg zijn van kennelijk onredelijke beslissingen van ACCI vzw.

        De tussenkomst bedraagt maximaal het verlies zoals blijkt uit de resultatenrekening (rubriek “Te verwerken verlies van het boekjaar”). De Stad dient een beslissing te nemen voor een gehele of gedeeltelijke tussenkomst in het verlies. Op basis van de genomen beslissing engageert de Stad zich de nodige kredieten voor de tussenkomst in het verlies in haar budget of budgetwijziging in te schrijven.

        De beslissing van tussenkomst in het verlies dient te gebeuren vooraleer de jaarrekening van ACCI vzw wordt afgesloten. In onderling overleg wordt bepaald of de tussenkomst definitief verworven is dan wel als schuld tegenover de Stad wordt uitgedrukt. ACCI vzw zal daartoe tijdig het verzoek tot tussenkomst in het verlies voorleggen aan de Stad, zodat de Stad de vraag tot tussenkomst in het verlies kan voorleggen aan haar bevoegde organen en vooraleer ACCI vzw de jaarrekening ter goedkeuring voorlegt aan de gemeenteraad.

        De tussenkomst in het verlies is op geen enkele wijze te beschouwen als een tegenprestatie voor de levering van een dienst door ACCI vzw.

        Artikel 11. Presentiegeld en andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van ACCI vzw worden toegekend

        Aan de leden van het bestuursorgaan wordt geen presentiegeld toegekend.

        Artikel 12. De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend

        §1. ACCI vzw kan, binnen de perken van zijn maatschappelijk doel, eigen inkomsten verwerven evenals andere financieringen aanwenden.

        §2. Naar aanleiding van de jaarlijkse opmaak van het budget en het beleidsplan (iedere zes jaar) zal ACCI vzw concreet aangeven in welke mate van deze mogelijkheid wenst gebruik gemaakt te worden en volgens welke modaliteiten.

        De Stad en ACCI vzw zullen op dat ogenblik in onderling overleg bepalen of desgevallend een andere financieringswijze meer aangewezen is.

        §3. Elementen die niet in het budget konden voorzien worden en die het gebudgetteerde resultaat negatief beïnvloeden, moeten voorafgaand aan enige verbintenis, door de ACCI vzw aan de Stad ter goedkeuring voorgelegd worden, behoudens in gevallen van hoogdringendheid, in dit geval dient zo snel mogelijk teruggekoppeld te worden met de Stad.

        Artikel 13. Tarifering van de door ACCI vzw geleverde prestaties

        §1. De prestaties die door ACCI vzw worden geleverd, zowel aan derden als aan de Stad , worden aangerekend in de mate er voor gelijkaardige diensten tarieven zijn, vastgesteld door de Stad voor haar eigen diensten, conform de retributietarieven door de Gemeenteraad goedgekeurd.
        - in de mate er geen gelijkaardige tarieven zijn vastgesteld door de Stad voor haar eigen diensten, volgens de tarieven vastgelegd binnen ACCI vzw.
        - in de mate er geen gelijkaardige tarieven zijn vastgesteld door de Stad voor haar eigen diensten, volgens de tarieven vastgelegd binnen ACCI vzw.

        §2. Over nieuwe tarieven of wijzigingen aan bestaande tarieven, inbegrepen de eenvoudige indexering ervan, mag ACCI vzw zelfstandig beslissen op voorwaarde dat er een redelijke verhouding bestaat tussen het tarief en de kosten die betrekking hebben op de dienstverlening waarvoor het tarief geldt.

        Ingeval ACCI vzw een aanpassing wenst van meer dan 25% voor bestaande tarieven, dient eerst de goedkeuring van de gemeenteraad te worden gevraagd.

        Artikel 14. Toezicht op de financiële toestand van ACCI vzw

        §1. ACCI vzw voert een boekhouding overeenkomstig de wetgeving.

        §2. Het toezicht op de financiële toestand en op de jaarrekeningen van ACCI vzw wordt opgedragen aan een bedrijfsrevisor of erkend accountant. Deze erkende bedrijfsrevisor/accountant wordt benoemd door de Algemene Vergadering voor een hernieuwbare periode van telkens drie jaren.

        §3. De bedrijfsrevisor/accountant wordt gekozen buiten het bestuursorgaan van ACCI vzw en vervult zijn opdracht in overstemming met de wettelijke bepalingen.

        V. INFORMATIEVERSTREKKING EN RAPPORTERING, INTERNE CONTROLE

        Artikel 15. Rapportering door ACCI VZW

        §1. Met het oog op:
        • de uitoefening van het toezicht door de Stad op de naleving van deze overeenkomst;
        • de controle op de gerechtvaardigde aanwending van de middelen die door de Stad ter beschikking worden gesteld aan ACCI vzw, zoals ook bedoeld in de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de aanwending van sommige toelagen;
        • de evaluatie van de uitvoering van de opdracht van ACCI vzw door de gemeenteraad;
        • de evaluatie na de volledige vernieuwing van het bestuursorgaan door de gemeenteraad over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan stelt ACCI vzw voor de Stad een jaarverslag en een financieel verslag op met betrekking tot elk werkingsjaar.

        §2. Het jaarverslag en financieel verslag omvat:

        • een rapportering over de uitvoering van deze overeenkomst, meer in het bijzonder de mate waarin de verschillende doelstellingen en opdrachten zoals bepaald in deze overeenkomst bereikt werden. In het geval van het niet bereiken van de vooropgestelde resultaten, moeten de vermoedelijke oorzaken vermeld worden, alsook eventuele suggesties voor correctieve acties, bijsturing van de overeenkomst of bijsturing van het gevoerde beleid. Ter gelegenheid van de evaluatie wordt het jaarverslag van het voorgaande jaar uitgebreid met respectievelijk een beknopt rapport over de voorgaande werkingsjaren van de overeenkomst;
        • een beknopt overzicht van de geleverde acties, te situeren binnen de opdrachten van ACCI vzw;
        • een financieel verslag, bestaande uit de jaarrekening (balans en resultatenrekening), het verslag van het bestuursorgaan met betrekking tot de goedkeuring van de rekeningen, alsmede het verslag van de bedrijfsrevisor/erkend accountant .

        §3. Het bestuursorgaan maakt de vastgestelde rekening op, inbegrepen het jaarverslag en het financieel verslag, volgens de bepalingen van het Decreet van de Vlaamse Gemeenschap.

        §4. De bestuursorgaan maakt jaarlijks het beleidsplan en het budget op overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur en andere wettelijke en decretale bepalingen.

        §5. Uiterlijk op 31 december van ieder jaar doet ACCI vzw de nodige opnemingen, verificaties, opzoekingen en waarderingen om de inventaris op te maken van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van ACCI vzw, van welke aard ook.

        Artikel 16. Toezicht en opvolging door de Stad

        §1. Partijen komen overeen dat de gemeenteraadsleden, alsmede de betrokken dienst van de Stad, volledig inzagerecht hebben in de werkings- en financiële documenten van ACCI vzw.

        §2. De stedelijke diensten oefenen minstens jaarlijks, toezicht uit op de naleving van deze overeenkomst en de aanwending van de door de Stad ter beschikking gestelde middelen.

        §3. De stedelijke dienst stelt een beknopt opvolgingsverslag op over de uitvoering door ACCI vzw en legt dit voor aan de gemeenteraad.

        §4. ACCI vzw erkent het inlichtingenrecht van de Stad m.b.t. informatie en/of stukken die op de overeenkomst betrekking hebben.

        De Stad mag op ieder ogenblik bijkomende informatie en documenten vragen.

        §5. ACCI vzw en de Stad streven steeds naar een vlotte, snelle, correcte en eenvoudige informatie uitwisseling. Er kunnen door de Stad en ACCI vzw periodieke overlegmomenten worden voorzien.

        Artikel 17. De wijze waarop ACCI vzw zal voorzien in een systeem van interne controle

        §1. ACCI vzw heeft voorzien in een gedocumenteerd systeem van organisatiebeheersing dat onder meer de volgende elementen behelst:

        • het effectief en efficiënt beheer van risico’s binnen ACCI vzw;
        • de betrouwbaarheid van de financiële en de beheersrapportering binnen ACCI vzw;
        • de naleving van de regelgeving en de procedures binnen ACCI vzw;
        • de effectieve en efficiënte werking van de diensten van ACCI vzw;
        • de bescherming van de activa van ACCI vzw.

        VI. AFSLUITENDE BEPALINGEN

        Artikel 18. Overdracht van overeenkomsten aan ACCI vzw

        §1. ACCI vzw treedt in de rechten en plichten van de Stad die neergelegd zijn in en voortvloeien uit overeenkomsten die zijn afgesloten met betrekking tot het beheer en/of de exploitatie van de goederen die toevertrouwd zijn aan of ingebracht in ACCI vzw, behoudens andersluidende afspraak tussen partijen.

        Het gaat om de overeenkomsten zoals opgenomen als bijlage bij deze overeenkomst.

        §2. Bedoelde rechten en plichten, met inbegrip van de betreffende deze overeenkomsten hangende gedingen, worden door de Stad van rechtswege overgedragen aan ACCI vzw overeenkomstig de statuten.

        Artikel 19. Aanpassing aan wijziging van de regelgeving

        Partijen zullen deze overeenkomst aanpassen aan elke wijziging in de toepasselijke regelgeving.

        Zij zullen er dan naar streven om het evenwicht vervat in deze overeenkomst maximaal en te goeder trouw te behouden.

        Artikel 20. Uitvoeringsmodaliteiten

        §1. Met het oog op de uitvoering, vervolledigen en verfijnen van deze overeenkomst kunnen de partijen convenanten sluiten die aan deze overeenkomst zullen worden gehecht.

        §2. Op grond van een bijzondere motivering kan aan deze convenanten terugwerkende kracht worden verleend.

        Artikel 21. Verzekering

        §1. ACCI vzw heeft voor de werking van haar bestuursorganen een verzekering BA voor administratieve fouten, een verzekering objectieve aansprakelijkheid en een verzekering bestuurdersaansprakelijkheid afgesloten.

        §2. ACCI vzw heeft voor de goederen en infrastructuur van de Stad die haar werden toevertrouwd of die zij exploiteert, een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afgesloten.

        Artikel 22. Duur

        §1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 juli 2025.
        De inwerkingtreding heeft geen invloed op de geldigheid van de voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst door de Stad en ACCI vzw gestelde handelingen. Deze handelingen worden hierbij uitdrukkelijk door de Stad en ACCI vzw, voor zoveel als nodig, bekrachtigd.

        §2. Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding eindigt de samenwerkingsovereenkomst in ieder geval uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad, zijnde op 30 juni 2030.

        Partijen drukken de intentie uit om een nieuwe samenwerkingsovereenkomst te sluiten die uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad ingaat en geldt voor een periode van zes jaar.

        §3. Als bij het verstrijken van een samenwerkingsovereenkomst geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande samenwerkingsovereenkomst van rechtswege verlengd.

        §4. Als geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking is getreden binnen één jaar na de verlenging of als een samenwerkingsovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de gemeenteraad na overleg met ACCI vzw voorlopige regels vaststellen inzake de in de samenwerkingsovereenkomst bedoelde aangelegenheden. Deze voorlopige regels zullen als samenwerkingsovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking treedt.

        Artikel 23. De omstandigheden waarin en de wijze waarop de samenwerkingsovereenkomst kan worden gewijzigd, geschorst en ontbonden

        Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin ACCI vzw actief is, hetzij in de beleidsopties, de financiële organisatie, hetzij door een wijziging in de wetgeving, en deze wijzigingen de opdrachten van ACCI vzw dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de contractanten, zijn partijen verplicht hierover te onderhandelen, op initiatief van de meeste gerede partij.

        Desgevallend zal de samenwerkingsovereenkomst gewijzigd, dan wel geschorst of ontbonden worden.

        Artikel 24. De maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst

        Indien blijkt dat de Stad dan wel ACCI vzw haar verbintenissen niet naleeft, worden in overleg tussen partijen correctieve maatregelen en acties afgesproken, met inbegrip van de periode waarin deze acties moeten worden uitgevoerd en tot resultaat moeten leiden, alsook de wijze en de frequentie waarop ACCI vzw hierover moet rapporteren.

        Na deze afgesproken periode wordt de gewenste verbetering door de gemeenteraad geëvalueerd. Indien de gemeenteraad dan een blijvende niet-nakoming van de verbintenissen door ACCI vzw vaststelt, mag zij, na het horen van ACCI vzw, het gemotiveerde besluit formuleren om de overeenkomst te ontbinden.

        Artikel 25. Woonplaatskeuze, communicatie en mededelingen

        §1. Voor de Stad:
        Naam: Burgemeester Katrien Desomer
        Naam: Algemeen Directeur Stefan Depraetere
        Adres: Ter Waarde 1, 8900 Ieper

        Voor ACCI vzw:
        Naam: (Bevoegde schepen) Schepen Eva Ryde
        Naam (Dossieropvolgers): - Els Verlinde - Klaas Kindt
        Adres: Fochlaan 1, 8900 Ieper
        Telefoon (Dossieropvolger): 057 239 480
        E- mail (Dossieropvolger): els.verlinde@ieper.be

        §2. Alle correspondentie en uitwisseling van informatie of bescheiden in uitvoering van deze overeenkomst is rechtsgeldig gedaan voor zover deze persoonlijk wordt afgeleverd of via geschrift of via schriftelijk bevestigde elektronische data - communicatie gebeurt op één van de bovenvermelde coördinaten, in de mate dat er niets anders geregeld is in deze overeenkomst.

        Artikel 26. Wijzigingen

        Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd bij akkoord van de partijen.

        Artikel 27. Deelbaarheid

        §1. Indien krachtens wettelijke bepalingen van openbare orde of van dwingend recht één of meerdere bepalingen van de huidige overeenkomst nietig of niet - tegenstelbaar zouden zijn, dan zullen de artikelen die nietig of niet - tegenstelbaar zijn, als ongeschreven beschouwd worden.

        De nietigheid of niet - tegenstelbaarheid van een bepaling in deze overeenkomst zal geenszins de nietigheid of de niet - tegenstelbaarheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst of van de overeenkomst zelf met zich meebrengen.

        §2. Partijen nemen een inspanningsverbintenis op zich om, in voorkomend geval, de nietige bepaling(en) te vervangen door een werkbare en geldige bepaling met een gelijkaardig resultaat, in die zin dat ten allen tijde het voorwerp van de huidige overeenkomst in essentie dient bewaard te blijven.

        Artikel 28 Overmacht en onvoorziene omstandigheden.

        §1. Partijen zijn niet aansprakelijk ten aanzien van elkaar wanneer zij hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst niet kunnen nakomen ingevolge bewezen overmacht. Overmacht moet in de gemeenrechtelijke zin van het woord worden toegepast.

        Partijen kunnen zich slechts beroepen op overmacht voor zover deze overmacht bij aangetekend schrijven aan de andere partij wordt gemeld binnen de dertig kalenderdagen nadat zij zich heeft voorgedaan.

        In geval van overmacht zullen partijen in gemeen overleg beslissen de overeenkomst te herzien.

        Indien de overmacht gedurende meer dan twintig kalenderdagen blijft aanhouden, heeft elke partij het recht om de overeenkomst bij aangetekend schrijven op te zeggen, zonder dat hierdoor partijen tegenover elkaar kunnen gehouden zijn tot schadevergoeding. De verzending van het aangetekende schrijven heeft de beëindiging van rechtswege van de overeenkomst tot gevolg.

        §2. Indien er zich tijdens de uitvoering van de overeenkomst onvoorziene omstandigheden voordoen, kan elke partij herziening van de overeenkomst verzoeken, inbegrepen het recht voor beide partijen op een passende compensatie, als aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:

        • de omstandigheden dienen een abnormaal karakter te hebben;
        • zij konden niet redelijkerwijze worden voorzien bij het sluiten van de overeenkomst;
        • de vragende partij heeft alle nodige inspanningen geleverd om de onvoorziene omstandigheden te verhelpen of te vermijden;
        • de onvoorziene omstandigheden maken de uitvoering van de overeenkomst aanzienlijk moeilijker of kostelijker.

        §3. Indien, gelet op het specifieke karakter van de Stad en ACCI vzw als lokaal openbaar bestuur, een beslissing van een hogere overheid die de Stad of ACCI vzw niet naast zich neer kan leggen meebrengt dat de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de overeenkomst onmogelijk wordt gemaakt, wordt dit als een onvoorziene omstandigheid aanzien. Hieronder worden onder meer verstaan het nemen van beslissingen ingevolge bindende adviezen van andere overheden en het verplicht nemen of ondergaan van begrotingsmaatregelen ingevolge het verplicht financieel evenwicht voor lokale besturen.

        Artikel 29. Overdracht

        ACCI vzw kan, zonder schriftelijke toestemming van de Stad, en op straffe van ontbinding van rechtswege van deze overeenkomst lastens ACCI vzw, haar rechten en/of plichten uit deze overeenkomst noch geheel noch gedeeltelijk overdragen.

        Artikel 30. Verzaking

        De nalatigheid of vertraging van een partij bij de uitoefening van een recht of rechtsmiddel krachtens deze overeenkomst, kan in geen geval beschouwd worden als een verzaking aan dit recht of rechtsmiddel, of aan enig ander recht of rechtsmiddel waarop deze partij zich kan beroepen krachtens deze overeenkomst.

        Tenzij anders voorzien in deze overeenkomst, dient elke verzaking schriftelijk te gebeuren en geldig ondertekend te worden door de verzakende partij.

        Artikel 31. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank

        §1. Deze overeenkomst wordt beheerst door en geïnterpreteerd volgens het Belgische recht.

        §2. Elk geschil wordt tussen partijen behandeld waarbij steeds wordt gezocht naar een oplossing in der minne bij gebreke waaraan het geschil door de meest gerede partij onderworpen aan de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van West-Vlaanderen, afdeling Ieper.

         

        Artikel 2: Dit besluit treedt onmiddellijk in werking onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.

        Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

        Artikel 4: Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid voorgelegd overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake.

      • Samenwerkingsovereenkomst JOC vzw - stad Ieper - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Tussen de Stad en JOC vzw werd onderhandeld om de samenwerkingsovereenkomst tussen beide entiteiten conform het Decreet Lokaal Bestuur in te vullen.

        Daarin komen volgende aangelegenheden aan bod:

        - in voorkomend geval de aanwending van ter beschikking gestelde personeelsleden, middelen en infrastructuur

        - het eventuele presentiegeld of andere vergoedingen voor de bestuurlijke werking

        - de wijze waarop zal voorzien worden in een systeem van organisatiebeheersing

        - de toekenning aan één of meerdere commissarissen van de controle op de financiële toestand, de jaarrekening en de regelmatigheid van de verrichtingen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om in te stemmen met de Samenwerkingsovereenkomst van JOC Ieper vzw EVAP, waarvan de tekst hier volgt:

        I. ALGEMEEN JURIDISCH EN BELEIDSKADER

        Artikel 1. Voorwerp en grondslag van deze overeenkomst

        §1. Deze overeenkomst wordt gesloten binnen het juridisch kader van de Nieuwe Gemeentewet, het Decreet Lokaal Bestuur en het oprichtingsbesluit van de gemeenteraad 6 oktober 1986 goedgekeurd door de bevoegde minister bij Ministerieel Besluit.

        §2. Deze overeenkomst steunt bovendien op de statuten van de vzw’s en EVAP’s waarvan de gewijzigde gecoördineerde statuten werden goedgekeurd bij beslissing van de algemene vergadering van 25 juni 2025 en door de gemeenteraad goedgekeurd werden op 2 juni 2025.

        §3. Deze overeenkomst wordt gesloten met het oog op het vastleggen en bepalen van het financieel en operationeel kader van JOC Ieper vzw, het afstemmen van het beleid van JOC Ieper vzw op het beleid van de Stad, alsmede met het oog op het formuleren van een duidelijke en transparante verhouding tussen de partijen in het kader van de werking van JOC Ieper vzw dat, overeenkomstig de statuten, als maatschappelijk doel heeft:

        Artikel 2. Doel, activiteiten en bevoegdheden

        §1. JOC Ieper vzw heeft tot doel het welzijn binnen de vrije tijd van de jeugd in Ieper en de Ieperse regio te verzorgen en verhogen.
        Binnen deze opdracht onderhoudt de vereniging de beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende functie van het jeugdbeleid van de Stad Ieper, zoals omschreven in de toepassing van de beheers- en beleidscyclus. Bij de uitvoering van deze opdracht start JOC Ieper vzw initiatieven op, organiseert en onderhoudt deze, waarbij de uitvoering in samenwerking kan gebeuren met andere partijen.

        §2. De vereniging tracht dit omschreven doel onder meer te bereiken door het bevorderen van inspraak en participatie van jongeren; de ondersteuning van Ieperse particuliere jeugdinitiatieven; te streven naar een geïntegreerd jeugdbeleid binnen een gemeentelijk, intergemeentelijk en bovenlokaal kader; de uitbouw van een jeugdontmoetingscentrum, jeugddienstverlening en speelpleinwerking.

        §4. Het geheel van dienstverlenende activiteiten wordt ingezet ten dienste van de Ieperse jeugd en bij uitbreiding van het ganse Ieperse sociaal-culturele leven.

        De vereniging kan meer algemeen alle middelen aanwenden die tot de verwezenlijking van het doel rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen. De vereniging kan ter uitvoering van wat hierboven bepaald is, onder meer alle eigendommen of zakelijke rechten verwerven, in huur nemen, verhuren, personeel aanwerven, rechtsgeldige overeenkomsten sluiten, fondsen inzamelen, kortom alle activiteiten uitoefenen of laten uitoefenen die haar doel rechtvaardigen. In het kader van het realiseren van haar doel, kan de vereniging zelfs daden van koophandel stellen.

        Deze opsomming van taken is niet limitatief. Daarbij kan de vereniging alle handelingen stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op haar doel.
        De vereniging is hiertoe gemachtigd door de Stad overeenkomstig artikel 245 van het Decreet Lokaal Bestuur en onder de voorwaarden van het Decreet Lokaal Bestuur, zoals verder uitgewerkt in deze statuten.

        Tegen deze achtergrond legt de samenwerkingsovereenkomst de wederzijdse rechten en plichten van partijen vast.

        §5. De samenwerkingsovereenkomst regelt overeenkomstig artikel 235 van het Decreet Lokaal Bestuur en van de statuten van JOC Ieper vzw minstens de volgende aangelegenheden:

        1° de concretisering van de wijze waarop JOC Ieper vzw zijn taken moet vervullen en de concretisering van de doelstellingen van JOC Ieper vzw;
        2° de modaliteiten van toekenning van middelen door de Stad voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van JOC Ieper vzw;
        3° binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering, het bedrag van het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van JOC Ieper vzw worden toegekend;
        4° de voorwaarden waaronder door JOC Ieper vzw eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend;
        5° de wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door het bestuursorgaan vastgesteld en berekend worden;
        6° de gedragsregels inzake de publieke dienstverlening door JOC Ieper vzw;
        7° de voorwaarden waaronder JOC Ieper vzw andere rechtspersonen kan oprichten, erin kan deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;
        8° de wijze van informatieverstrekking en rapportering door JOC Ieper vzw aan de Stad;
        9° de wijze waarop JOC Ieper vzw zal voorzien in een systeem van interne en externe controle;
        10° de maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst;
        11° de omstandigheden waarin en de wijze waarop de samenwerkingsovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.

        Artikel 3. Algemene opdracht van JOC Ieper vzw

        §1. De vereniging heeft tot doel het welzijn binnen de vrije tijd van de jeugd in Ieper en de Ieperse regio te verzorgen en verhogen.
        Binnen deze opdracht onderhoudt de vereniging de beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende functie van het jeugdbeleid van de Stad Ieper.
        Bij de uitvoering van deze opdracht start JOC Ieper vzw initiatieven op, organiseert en onderhoudt deze, waarbij de uitvoering in samenwerking kan gebeuren met andere partijen.

        De vereniging mag hiervoor alle activiteiten ondernemen.

        Zij kan in deze zin ook, doch slechts op bijkomstige wijze, handelsdaden stellen, enkel voor zover de opbrengst hiervan uitsluitend wordt besteed aan het doel waarvoor zij werd opgericht.

        Het stedelijk beleid is ter zake gebaseerd op de volgende uitgangspunten en pijlers:

        Deze opsomming van taken is niet limitatief. Daarbij kan de vereniging alle handelingen stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op haar doel.

        De vereniging tracht het in lid 1 van dit artikel omschreven doel onder meer te bereiken door het bevorderen van inspraak en participatie van jongeren; de ondersteuning van Ieperse particuliere jeugdinitiatieven; te streven naar een geïntegreerd jeugdbeleid binnen een gemeentelijk, intergemeentelijk en bovenlokaal kader; de uitbouw van een jeugdontmoetingscentrum, jeugddienstverlening en speelpleinwerking.

        De vereniging is hiertoe gemachtigd door de Stad overeenkomstig artikel 245 van het Decreet Lokaal Bestuur zoals verder uitgewerkt in deze statuten.

        §2. JOC Ieper vzw zal, binnen haar visie en missie, instaan voor het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en valorisering van zowel het eigen patrimonium als van het patrimonium behorende tot het publiek of privaat domein van de Stad dat aan JOC Ieper vzw, op welke wijze ook, wordt toevertrouwd, bestemd voor het beheer en de uitbating van het Jeugd Ontmoetingscentrum en zoals passend binnen haar maatschappelijke doelstelling en de taken van stedelijk belang waarmee JOC Ieper vzw is belast.

        JOC Ieper vzw wordt door de Stad meer bepaald belast met een privaatrechtelijke opdracht tot beheer en / of exploitatie van de volgende goederen:
        • Het Jeugdontmoetingscentrum – Fochlaan 3, 8900 Ieper,
        • De Fenix, Leopold III laan 16, 8900 Ieper
        • Het domein Froidure, Leopold III laan 16, 8900 Ieper

        §3. Het beheer en de exploitatie van de bovenvermelde goederen omvat, in de mate er in deze overeenkomst niet verder wordt van afgeweken, minstens het volgende:

        • het onderhoud, met inbegrip van alle vereiste herstellingen, om de goederen in goede staat te houden en bruikbaar te houden voor de dienstverlening of doelstelling waarvoor zij zijn bestemd.

        • dat er geen huur gevraagd wordt voor het gebruik van de stadsgebouwen, dat de eigenaarskosten ten laste van de Stad Ieper zijn en dat slechts een forfaitair deel van de kosten voor de verwarming, water en elektriciteit aan de Stad moet worden terugbetaald.

        • de uitbating ten overstaan van derden, op welke wijze dan ook, inbegrepen doch niet beperkt tot de verhuring of de terbeschikkingstelling, met inbegrip van alle hiermee verband houdende aspecten zoals het verzorgen van een behoorlijke dienstverlening en informatieverstrekking aan de gebruikers, een nauwgezette en transparante facturatie van verstrekte diensten, etc…;

        • de verdere uitbouw en aanpassing van de goederen in samenspraak met de Stad, bvb. gericht op nieuwe noden en behoeften, gebruiksvriendelijkheid,….

        §4. Alle aan JOC Ieper vzw toevertrouwde goederen worden, middels tussenkomst van JOC Ieper vzw, binnen de krijtlijnen van deze overeenkomst terug ter beschikking gesteld van de Stad, de verenigingen, organisaties, ondernemingen of bevolkingsgroepen, ongeacht hun ideologische of filosofische strekking.

        §5. JOC Ieper vzw bepaalt in haar reglement en tarifering op voor het gebruik van de roerende en onroerende goederen op die JOC Ieper vzw in haar beheer heeft.

        §6. In de mate het eigendomsrecht van de goederen overgaat van de Stad naar JOC Ieper vzw, beschikt de Stad over een genotsrecht op de goederen indien zij dit wenst.

        §7. Het beheer en de exploitatie van andere goederen dan vermeld in deze samenwerkingsovereenkomst kan eveneens worden overgedragen of toevertrouwd aan JOC Ieper vzw binnen de uitvoering van het beleid en de visie van de Stad. De lijst bij deze samenwerkingsovereenkomst kan dan ook steeds tussen partijen worden uitgebreid door middel van een convenant of naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie van onderliggende samenwerkingsovereenkomst door de gemeenteraad.

        §8. JOC Ieper vzw kan ook zelf goederen oprichten of verwerven van derden, steeds binnen de budgettaire grenzen zoals vastgelegd met de Stad. De door JOC Ieper vzw verworven of opgerichte goederen worden ter beschikking gesteld van derden of van de Stad zoals vermeld in dit artikel.

        Artikel 4. Engagementen in verband met de algemene werkwijze van JOC Ieper vzw

        §1. Bij de verwezenlijking van haar doelstellingen worden de aan JOC Ieper vzw ter beschikking gestelde middelen en goederen uitsluitend aangewend voor het bereiken van deze doelstellingen en het vervullen van de opdrachten van JOC Ieper vzw.

        Dit geldt zowel voor de financiële toelage van de Stad, als voor middelen toegekend door andere overheden of private personen, middelen die door JOC Ieper vzw zelf gegenereerd werden of enige andere middelen waarover JOC Ieper vzw beschikt, alsmede alle goederen die aan JOC Ieper vzw worden toevertrouwd.

        §2. JOC Ieper vzw moet alle middelen en goederen, zowel haar eigen als deze van de Stad, steeds zorgvuldig en voorzichtig beheren op de wijze van een goede huisvader.

        §3. JOC Ieper vzw streeft bij haar werking steeds de volgende waarden en basisfilosofie na:

        De werking van JOC Ieper vzw is in hoge mate gebaseerd op in de eerste plaats een effectieve samenwerking en medewerking van jongeren binnen de verschillende diensten en organisaties zowel in voorbereiding, uitvoering als beslissingen, de jeugdraad voor wat betreft de jeugddienst, de monitoren in de speelpleinwerking en het jongerenbestuur in de jeugdhuiswerking

        §4. JOC Ieper vzw zal zich bij de uitoefening van haar bevoegdheden steeds houden aan de toepasselijke wetgeving, waaronder doch niet beperkt tot de reglementering overheidsopdrachten, de wettelijke regels inzake de formele motivering en de openbaarheid van bestuur, voor deze beide laatste zoals de regels gelden voor de Stad.

        §5. JOC Ieper vzw verbindt zich ertoe eveneens de beginselen van behoorlijk bestuur te respecteren, zoals daar zijn het redelijkheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het transparantiebeginsel en het zuinigheidsbeginsel.

        §6. JOC Ieper vzw verbindt er zich toe te goeder trouw en constructief samen te werken met alle diensten van de Stad en haar acties maximaal te coördineren met andere actoren die binnen het stedelijk beleidsveld actief zijn. Met de stedelijke diensten kunnen daartoe bijkomende werkafspraken worden gemaakt.

        Artikel 5. Engagementen met betrekking tot interne beleidsplanning

        JOC Ieper vzw concretiseert haar maatschappelijke opdracht, alsmede de concrete uitwerking ervan in deze samenwerkingsovereenkomst, verder in een begroting en een jaaractieplan, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.

        Artikel 6. Financiële en niet-financiële engagementen

        §1. De financiële engagementen van de Stad zijn verder opgenomen in deze samenwerkingsovereenkomst.

        §2. De Stad stelt kosteloos huisvesting ter beschikking aan JOC Ieper vzw om de in deze samenwerkingsovereenkomst overeengekomen doelstellingen te realiseren.

        JOC Ieper vzw sluit een afzonderlijke gebruiksovereenkomst/huurovereenkomst/ zakelijk recht met de Stad met betrekking tot deel

        • van het gebouw Fochlaan 3, Ieper,
        deel van kadastraal perceel: 3 afd. D 0184 C/13

        • de Feniks, Leopold III laan 16, Ieper,
        deel van kadastraal perceel 1 afd. C15

        • het domein Froidure, het skatepark en de gebouwen op het domein,- Leopold III laan 16; Ieper 1 Afd. C 12 en 19L


        §3 De Stad steunt JOC Ieper vzw onder meer op het vlak van HRM, ICT, informatiebeheer, Informatieveiligheid, communicatie, financieel beheer, facilitair beheer, administratie, preventie, technische ondersteuning en juridische expertise.

        Het overeenkomstig beleid van stad & OCMW Ieper is op JOC Ieper vzw van toepassing. JOC Ieper vzw stelt de afwijkingen vast, voor zover het specifieke karakter van JOC Ieper vzw dat verantwoordt.

        JOC Ieper vzw wint steeds advies in van deze ondersteunende diensten. De stad garandeert de gedeelde dienstverlening bij positief advies of mits onderling akkoord.

        In dienstverleningsovereenkomsten kunnen nadere afspraken worden gemaakt tussen de partijen omtrent deze gedeelde diensten, onverminderd hetgeen reeds opgenomen is in deze overeenkomst inzake personeel en binnen de grenzen van de regelgeving zoals de wetgeving op de uitzendarbeid en het decreet lokaal bestuur.

        Deze dienstverlening wordt door de Stad aan JOC Ieper vzw verstrekt in het licht van de stedelijke verzelfstandiging van taken van stedelijke belang die met JOC Ieper vzw wordt nagestreefd. In principe wordt deze dienstverlening dan ook kosteloos verstrekt, behoudens afwijking tussen partijen.

        De goedkeuring door de stad voor deelname/afname van raamovereenkomsten geldt automatisch voor JOC Ieper vzw.

        II. SPECIFIEK BELEIDSKADER

        Artikel 7. De gedragsregels inzake dienstverlening door JOC Ieper vzw

        §1. JOC Ieper vzw handelt steeds overeenkomstig de algemene gedragsregels die moeten worden nageleefd bij de dienstverlening in het algemeen binnen de Stad.

        Ze zal daartoe onder meer steeds een kwalitatieve dienstverlening evenals toegankelijkheid garanderen.

        §2. In samenspraak met de Stad kan een systeem van klachtenbehandeling worden opgezet voor JOC Ieper vzw.

        §3. JOC Ieper vzw zal zich, voor wat betreft de onderlinge relaties tussen bestuursorganen en personeel evenals voor wat betreft de relaties met de Stad en haar adviesorganen, steeds gedragen in overeenstemming met de deontologische code die geldt voor de Stad.

        Artikel 8. De voorwaarden waaronder JOC Ieper vzw andere rechtspersonen kan oprichten, erin deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen

        §1. Binnen de perken van zijn maatschappelijk doel, zoals vermeld in deze samenwerkingsovereenkomst, kan JOC Ieper vzw, overeenkomstig artikel 240 van het Decreet Lokaal Bestuur, andere rechtspersonen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen, voor zover dat past in zijn opdrachten.

        §2. JOC Ieper vzw streeft met de oprichting, deelname of vertegenwoordiging geen speculatieve oogmerken na.
        De oprichting, deelname of vertegenwoordiging gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en staatssteun en de voorwaarden, zoals bepaald in deze samenwerkingsovereenkomst. De beslissing tot oprichting, deelname of vertegenwoordiging toont aan dat aan deze voorwaarden is voldaan.

        §3. Behoudens toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen, draagt JOC Ieper vzw in geen geval zijn taken van stedelijk belang, noch geheel noch gedeeltelijk, over aan andere (rechts)personen.

        III. PERSONEEL

        Artikel 9. Eigen personeel van JOC Ieper vzw.

        §1. Het personeel van JOC Ieper vzw kan in contractueel dienstverband worden aangesteld.

        §2. Het bestuursorgaan beslist principieel over het aanwerven van personeel en stelt hun personeelsstatuut telkens vast.

        §3. Het voeren van de aanwervingsprocedure kan worden gedelegeerd aan het dagelijks bestuur die dit verder kan doordelegeren aan een personeelslid van JOC Ieper vzw.
        Beslissingen over aanwervingen, ontslagen en bevorderingen blijven een bevoegdheid van het bestuursorgaan, behoudens bij delegatie. Wanneer de aanwerving rechtstreeks door stad Ieper gefinancierd wordt gebeuren beslissingen over aanwervingen, ontslagen en bevorderingen door de algemeen directeur of het college van burgemeester en schepenen conform de aanwervingen op andere diensten.

        §4. De overeenstemmende rechtspositieregeling van de Stad is van toepassing op het personeel van JOC Ieper vzw.

        JOC Ieper vzw stelt de afwijkingen op deze rechtspositieregeling vast, voor zover het specifieke karakter van JOC Ieper vzw dat verantwoordt.

        JOC Ieper vzw bepaalt de rechtspositieregeling van de betrekkingen die niet bestaan binnen de Stad.

        Artikel 10. Personeelsinzet door middel van dienstverlening door de Stad

        §1. Binnen de grenzen van de regelgeving, inbegrepen de wetgeving op de uitzendarbeid, de Nieuwe Gemeentewet en het Decreet Lokaal Bestuur, zal JOC Ieper vzw met de Stad dienstverleningsovereenkomsten kunnen sluiten waarbij de uitvoering van bepaalde taken of opdrachten aan de Stad wordt toevertrouwd, waaronder:

        - het ondersteunen van de dagelijkse werking van JOC Ieper vzw;
        - de administratieve ondersteuning inzake documentenbeheer;
        - het beheer van de rekeningen;
        - de archivering van documenten;
        - ICT;
        - de operationele ondersteuning bij het beheer of exploitatie van goederen;

        Artikel 11. Welzijn op het werk

        JOC Ieper vzw staat, voor het personeel dat bij haar, op welke wijze ook, wordt tewerkgesteld in voor de toepassing van de wetgeving inzake de reglementering en de bescherming van de arbeid die gelden op de plaats van het werk, behoudens andersluidende afspraken tussen partijen voor wat betreft het personeel dat wordt ter beschikking gesteld of wordt ingezet op basis van een dienstverleningsovereenkomst.

        Artikel 12. Beroep op derden

        JOC Ieper vzw kan steeds een beroep doen op derden, overeenkomstig de ter zake geldende wettelijke bepalingen.

        IV. FINANCIELE AFSPRAKEN

        Artikel 13. Financiële tussenkomst door de Stad

        §1. Met het oog op de uitvoering van de in deze samenwerkingsovereenkomst opgesomde taken en bevoegdheden stelt de Stad de nodige financiële middelen ter beschikking te stellen aan JOC Ieper vzw.

        §2. Naar aanleiding van de jaarlijkse opmaak van een jaaractieplan en het budget van JOC Ieper vzw zal telkens voorafgaandelijk overleg plaatsvinden tussen het college van burgemeester en schepenen van de Stad en het dagelijks bestuur van JOC Ieper vzw, teneinde overeenstemming te bereiken over de concrete financieringsmodaliteiten. De afspraken die in dit verband tussen partijen worden gemaakt, worden opgenomen in het budget en het meerjarenplan van de Stad en de begroting van JOC Ieper vzw.

        §3. De Stad kan ook tussenkomen in het verlies van JOC Ieper vzw indien uit het ontwerp van de jaarrekening van JOC Ieper vzw een verlies blijkt.

        De tussenkomst in het verlies van JOC Ieper vzw door de Stad zal maar gebeuren mits uitdrukkelijk verzoek van JOC Ieper vzw en in de mate dat het verlies noch direct noch indirect voortvloeit uit opgelopen kosten en niet het gevolg zijn van kennelijk onredelijke beslissingen van JOC Ieper vzw.

        De tussenkomst bedraagt maximaal het verlies zoals blijkt uit de resultatenrekening (rubriek “Te verwerken verlies van het boekjaar”). De Stad dient een beslissing te nemen voor een gehele of gedeeltelijke tussenkomst in het verlies. Op basis van de genomen beslissing engageert de Stad zich de nodige kredieten voor de tussenkomst in het verlies in haar budget of budgetwijziging in te schrijven.

        De beslissing van tussenkomst in het verlies dient te gebeuren vooraleer de jaarrekening van JOC Ieper vzw wordt afgesloten. In onderling overleg wordt bepaald of de tussenkomst definitief verworven is dan wel als schuld t.o.v. de Stad wordt uitgedrukt. JOC Ieper vzw zal daartoe tijdig het verzoek tot tussenkomst in het verlies voorleggen aan de Stad, zodat de Stad de vraag tot tussenkomst in het verlies kan voorleggen aan haar bevoegde organen en vooraleer JOC Ieper vzw de jaarrekening ter goedkeuring voorlegt aan de gemeenteraad.

        De tussenkomst in het verlies is op geen enkele wijze te beschouwen als een tegenprestatie voor de levering van een dienst door JOC Ieper vzw.

        Artikel 14. Presentiegeld en andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van JOC Ieper vzw worden toegekend.

        Aan de leden van het bestuursorgaan en het dagelijks bestuur wordt geen presentiegeld toegekend in toepassing van artikel 17 van de statuten van JOC Ieper vzw.

        Artikel 15. De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend

        §1. JOC Ieper vzw kan, binnen de perken van zijn maatschappelijk doel eigen inkomsten verwerven evenals andere financieringen aanwenden.

        §2. Naar aanleiding van de jaarlijkse opmaak van de begroting en het jaaractieplan zal JOC Ieper vzw concreet aangeven in welke mate deze van deze mogelijkheid wenst gebruik gemaakt te worden en volgens welke modaliteiten.

        De Stad en JOC Ieper vzw zullen op dat ogenblik in onderling overleg bepalen of desgevallend een andere financieringswijze meer aangewezen is.

        §3. Elementen die niet in het budget konden voorzien worden en die het gebudgetteerde resultaat negatief beïnvloeden, moeten voorafgaand aan enige verbintenis, door de vzw JOC aan de Stad ter goedkeuring voorgelegd worden, behoudens in gevallen van hoogdringendheid in dit geval dient zo snel mogelijk teruggekoppeld te worden met de Stad.

        Artikel 16. Tarifering van de door JOC Ieper vzw geleverde prestaties

        §1. De prestaties die door JOC Ieper vzw worden geleverd, zowel aan derden als aan de Stad, worden aangerekend:

        - in de mate er voor gelijkaardige diensten tarieven zijn vastgesteld door de Stad voor haar eigen diensten, in overeenstemming met deze tarieven;

        §2. De tarieven dienen zo te worden vastgelegd door JOC Ieper vzw dat zij tegemoetkomen aan de werkelijke kost voor JOC Ieper vzw om de dienst te leveren, onverminderd de mogelijkheid voor JOC Ieper vzw om, gelet op de opdracht van gemeentelijk belang en al dan niet in overleg met de Stad, in de publieke dienstverlening gunsttarieven of kortingen toe te staan hetzij op de werkelijke kostprijs een toeslag aan te rekenen met het oog op het opbouwen van reserves binnen JOC Ieper vzw voor een verdere optimalisering van de publieke dienstverlening in het algemeen.

        §3. Over nieuwe tarieven of wijzigingen aan bestaande tarieven, inbegrepen de eenvoudige indexering ervan, mag JOC Ieper vzw zelfstandig beslissen op voorwaarde dat er een redelijke verhouding bestaat tussen het tarief en de kosten die betrekking hebben op de dienstverlening waarvoor het tarief geldt.

        Artikel 17. Toezicht op de financiële toestand van JOC Ieper vzw

        §1. JOC Ieper vzw werkt overeenkomstig de rechtspersonenbelasting, overeenkomstig de wetgeving en het Gemeentedecreet.

        In de gevallen voorzien in deze overeenkomst, kan de stad kosten aanrekenen aan JOC Ieper vzw. De stad raamt deze kosten, indien mogelijk, voor de uitvoering van de prestaties in een offerte die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan JOC Ieper vzw.

        V. INFORMATIEVERSTREKKING EN RAPPORTERING, INTERNE CONTROLE


        Artikel 18. Rapportering door JOC Ieper vzw

        §1. Met het oog op de

        - uitoefening van het toezicht door de stad op de naleving van deze overeenkomst;
        - de controle op de gerechtvaardigde aanwending van de middelen die door de Stad ter beschikking worden gesteld aan JOC Ieper vzw, zoals ook bedoeld in de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de aanwending van sommige toelagen;
        - de evaluatie van de uitvoering van de opdracht van JOC Ieper vzw door de gemeenteraad;
        - de evaluatie na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad door de gemeenteraad over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan;

        stelt JOC Ieper vzw voor de stad een jaarverslag en een financieel verslag op met betrekking tot elk werkingsjaar.

        §2. Het jaarverslag en financieel verslag omvat:

        - een rapportering over de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst, meer in het bijzonder de mate waarin de verschillende doelstellingen en opdrachten zoals bepaald in deze overeenkomst bereikt werden. In het geval van het niet bereiken van de vooropgestelde resultaten, moeten de vermoedelijke oorzaken vermeld worden, alsook eventuele suggesties voor correctieve acties, bijsturing van de samenwerkingsovereenkomst of bijsturing van het gevoerde beleid. Ter gelegenheid van de evaluatie wordt het jaarverslag van het voorgaande jaar uitgebreid met respectievelijk een beknopt rapport over de voorgaande werkingsjaren van de samenwerkingsovereenkomst;

        - een beknopt overzicht van de geleverde acties, te situeren binnen de opdrachten van JOC Ieper vzw;

        - een financieel verslag, bestaande uit de jaarrekening (balans en resultatenrekening), het verslag van het bestuursorgaan met betrekking tot de goedkeuring van de rekeningen.

        §3. Het bestuursorgaan maakt de vastgestelde rekening, inbegrepen het jaarverslag en het financieel verslag conform de vigerende wetgeving.

        §4. Het bestuursorgaan maakt jaarlijks het actieplan op en de begroting op overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.

        §5. Uiterlijk op 31 december van ieder jaar doet JOC Ieper vzw de nodige opnemingen, verificaties, opzoekingen en waarderingen om de inventaris op te maken van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van het vzw, van welke aard ook.

        Artikel 19. Toezicht en opvolging door de stad

        §1. Partijen komen overeen dat de gemeenteraadsleden, alsmede de betrokken personeelsleden van de stad, volledig inzagerecht hebben in de werkings- en financiële documenten van JOC Ieper vzw.

        §2. De stedelijke dienst oefent minstens jaarlijks, op eigen stukken, toezicht uit op de naleving van de onderhavige samenwerkingsovereenkomst en de aanwending van de door de stad ter beschikking gestelde middelen.

        §3. De stedelijke dienst maakt ter gelegenheid van de evaluatie van deze samenwerkingsovereenkomst zelf een beknopt opvolgingsverslag over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst door JOC Ieper vzw ten aanzien van de gemeenteraad. Hierbij baseert de dienst zich op de rapporteringsdocumenten van JOC Ieper vzw, en op door JOC Ieper vzw en door toezichthouders eventueel verstrekte inlichtingen.

        Het opvolgingsverslag heeft tot doel de stad te informeren over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst, eventuele gevolgen voor de nieuwe samenwerkingsovereenkomst en de aanwending van de door de stad aan JOC Ieper vzw ter beschikking gestelde middelen.

        §4. JOC Ieper vzw erkent het inlichtingenrecht van de stad m.b.t. informatie en/of stukken die op de samenwerkingsovereenkomst betrekking hebben.

        De stad mag op ieder ogenblik bijkomende informatie en documenten vragen.

        §5. JOC Ieper vzw en de stad streven steeds naar een vlotte, snelle, correcte en eenvoudige informatie – uitwisseling. Er kunnen door de stad en JOC Ieper vzw periodieke overlegmomenten worden voorzien.

        Artikel 20. De wijze waarop JOC Ieper vzw zal voorzien in een systeem van interne controle

        §1. JOC Ieper vzw voorziet in een gedocumenteerd systeem van organisatiebeheersing dat onder meer de volgende elementen behelst:

        - het effectief en efficiënt beheer van risico’s binnen JOC Ieper vzw;
        - de betrouwbaarheid van de financiële en de beheersrapportering binnen JOC Ieper vzw;
        - de naleving van de regelgeving en de procedures binnen JOC Ieper vzw;
        - de effectieve en efficiënte werking van de diensten van JOC Ieper vzw;
        - de bescherming van de activa van JOC Ieper vzw.

        VI. AFSLUITENDE BEPALINGEN

        Artikel 21. Overdracht van overeenkomsten aan JOC Ieper vzw

        §1. JOC Ieper vzw treedt in de rechten en plichten van de stad die neergelegd zijn in en voortvloeien uit beheersovereenkomsten die zijn afgesloten met betrekking tot het beheer en/of de exploitatie van de goederen die volgens deze samenwerkingsovereenkomst zijn toevertrouwd aan of ingebracht in JOC Ieper vzw, behoudens andersluidende afspraak tussen partijen.

        Het gaat om de overeenkomsten zoals opgenomen als bijlage bij deze samenwerkingsovereenkomst.

        §2. Bedoelde rechten en plichten, met inbegrip van de betreffende deze overeenkomsten hangende gedingen, worden door de Stad van rechtswege overgedragen aan JOC Ieper vzw overeenkomstig de statuten.

        Artikel 22. Aanpassing aan wijziging van de regelgeving

        Partijen zullen deze overeenkomst aanpassen aan elke wijziging in de toepasselijke regelgeving.

        Zij zullen er dan naar streven om het evenwicht vervat in deze overeenkomst maximaal en te goeder trouw te behouden.

        Artikel 23. Uitvoeringsmodaliteiten

        §1. Met het oog op de uitvoering, vervolledigen en verfijnen van deze overeenkomst kunnen de partijen convenanten sluiten die aan deze overeenkomst zullen worden gehecht.

        §2. Op grond van een bijzondere motivering kan aan deze convenanten terugwerkende kracht worden verleend.

        Artikel 24. Verzekering

        §1. JOC Ieper vzw zal voor de werking van haar bestuursorganen een verzekering BA voor administratieve fouten en een verzekering bestuurdersaansprakelijkheid afsluiten.

        §2. JOC Ieper vzw zal voor de goederen en infrastructuur van de Stad die haar worden toevertrouwd of die zij zal exploiteren, een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afsluiten minstens de bestaande verzekeringspolis van de stad overnemen.

        Artikel 25. Duur

        §1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 juli 2025.

        De inwerkingtreding heeft geen invloed op de geldigheid van de voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst door de stad en de vzw gestelde handelingen. Deze handelingen worden hierbij uitdrukkelijk door de stad en JOC Ieper vzw, voor zoveel als nodig, bekrachtigd.

        §2. Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding eindigt de samenwerkingsovereenkomst in ieder geval uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad, zijnde 30 juni 2030.

        Partijen drukken de intentie uit om een nieuwe samenwerkingsovereenkomst te sluiten die uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad ingaat en geldt voor een periode van zes jaar.

        §3. Als bij het verstrijken van een samenwerkingsovereenkomst geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande samenwerkingsovereenkomst van rechtswege verlengd.

        §4. Als geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking is getreden binnen één jaar na de verlenging of als een samenwerkingsovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de gemeenteraad na overleg met JOC Ieper vzw voorlopige regels vaststellen inzake de in de samenwerkingsovereenkomst bedoelde aangelegenheden. Deze voorlopige regels zullen als samenwerkingsovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking treedt.

        Artikel 26. De omstandigheden waarin en de wijze waarop de samenwerkingsovereenkomst kan worden gewijzigd, geschorst en ontbonden.

        Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin JOC Ieper vzw actief is, hetzij in de beleidsopties, de financiële organisatie, hetzij door een wijziging in de wetgeving, en deze wijzigingen de opdrachten van JOC Ieper vzw dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de contractanten, zijn partijen verplicht hierover te onderhandelen, op initiatief van de meeste gerede partij.

        Desgevallend zal de samenwerkingsovereenkomst gewijzigd, dan wel geschorst of ontbonden worden.

        Artikel 27. De maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst

        Indien blijkt dat de stad dan wel JOC Ieper vzw haar verbintenissen niet naleeft, worden in overleg tussen partijen correctieve maatregelen en acties afgesproken, met inbegrip van de periode waarin deze acties moeten worden uitgevoerd en tot resultaat moeten leiden, alsook de wijze en de frequentie waarop JOC Ieper vzw hierover moet rapporteren.

        Na deze afgesproken periode wordt de gewenste verbetering door de gemeenteraad geëvalueerd. Indien de gemeenteraad dan een blijvende niet-nakoming van de verbintenissen door JOC Ieper vzw vaststelt, mag zij, na het horen van JOC Ieper vzw, het gemotiveerde besluit formuleren om de overeenkomst te ontbinden.

        Artikel 28. Woonplaatskeuze, communicatie en mededelingen

        §1. Voor de stad:

        Naam Burgemeester Katrien Desomer
        Naam Algemeen directeur Stefan Depraetere
        Adres Dossieropvolger: Grote Markt 34, 8900 Ieper

        Voor het vzw:
        Naam (bevoegde schepen): Schepen Miguel Gheysens
        Naam dossieropvolger Eva Parmentier
        Functie: Verantwoordelijke
        Adres: Fochlaan 3, 8900 Ieper
        Telefoon: 057 239 564
        E-mail: eva.parmentier@ieper.be

        §2. Alle correspondentie en uitwisseling van informatie of bescheiden in uitvoering van deze overeenkomst is rechtsgeldig gedaan voor zover deze persoonlijk wordt afgeleverd of via geschrift of via schriftelijk bevestigde elektronische data - communicatie gebeurt op één van de bovenvermelde coördinaten, in de mate dat er niets anders geregeld is in deze overeenkomst.

        Artikel 29. Wijzigingen

        Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd bij akkoord van de partijen.

        Artikel 30. Deelbaarheid

        §1. Indien krachtens wettelijke bepalingen van openbare orde of van dwingend recht één of meerdere bepalingen van de huidige overeenkomst nietig of niet-tegenstelbaar zouden zijn, dan zullen de artikelen die nietig of niet-tegenstelbaar zijn, als ongeschreven beschouwd worden.

        De nietigheid of niet-tegenstelbaarheid van een bepaling in deze overeenkomst zal geenszins de nietigheid of de niet-tegenstelbaarheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst of van de overeenkomst zelf met zich meebrengen.

        §2. Partijen nemen een inspanningsverbintenis op zich om, in voorkomend geval, de nietige bepaling(en) te vervangen door een werkbare en geldige bepaling met een gelijkaardig resultaat, in die zin dat ten allen tijde het voorwerp van de huidige overeenkomst in essentie dient bewaard te blijven.

        Artikel 31. Overmacht en onvoorziene omstandigheden.

        §1. Partijen zijn niet aansprakelijk ten aanzien van elkaar wanneer zij hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst niet kunnen nakomen ingevolge bewezen overmacht. Overmacht moet in de gemeenrechtelijke zin van het woord worden toegepast.

        Partijen kunnen zich slechts beroepen op overmacht voor zover deze overmacht bij aangetekend schrijven aan de andere partij wordt gemeld binnen de dertig kalenderdagen nadat zij zich heeft voorgedaan.

        In geval van overmacht zullen partijen in gemeen overleg beslissen de overeenkomst te herzien.

        Indien de overmacht gedurende meer dan twintig kalenderdagen blijft aanhouden, heeft elke partij het recht om de overeenkomst bij aangetekend schrijven op te zeggen, zonder dat hierdoor partijen tegenover elkaar kunnen gehouden zijn tot schadevergoeding. De verzending van het aangetekende schrijven heeft de beëindiging van rechtswege van de overeenkomst tot gevolg.

        §2. Indien er zich tijdens de uitvoering van de overeenkomst onvoorziene omstandigheden voordoen, kan elke partij herziening van de overeenkomst verzoeken, inbegrepen het recht voor beide partijen op een passende compensatie, als aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:

        - de omstandigheden dienen een abnormaal karakter te hebben;
        - zij konden niet redelijkerwijze worden voorzien bij het sluiten van de overeenkomst;
        - de vragende partij heeft alle nodige inspanningen geleverd om de onvoorziene omstandigheden te verhelpen of te vermijden;
        - de onvoorziene omstandigheden maken de uitvoering van de overeenkomst aanzienlijk moeilijker of kostelijker.


        §3. Indien, gelet op het specifieke karakter van de stad en JOC Ieper vzw als lokaal openbaar bestuur, een beslissing van een hogere overheid die de stad of JOC Ieper vzw niet naast zich neer kan leggen meebrengt dat de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de overeenkomst onmogelijk wordt gemaakt, wordt dit als een onvoorziene omstandigheid aanzien. Hieronder worden ondermeer verstaan het nemen van beslissingen ingevolge bindende adviezen van andere overheden en het verplicht nemen of ondergaan van begrotingsmaatregelen ingevolge het verplicht financieel evenwicht voor lokale besturen.

        Artikel 32. Overdracht

        JOC Ieper vzw kan, zonder schriftelijke toestemming van de stad, en op straffe van ontbinding van rechtswege van deze overeenkomst lastens JOC Ieper vzw, haar rechten en/of plichten uit deze overeenkomst noch geheel noch gedeeltelijk overdragen.

        Artikel 33. Verzaking

        De nalatigheid of vertraging van een partij bij de uitoefening van een recht of rechtsmiddel krachtens deze overeenkomst, kan in geen geval beschouwd worden als een verzaking aan dit recht of rechtsmiddel, of aan enig ander recht of rechtsmiddel waarop deze partij zich kan beroepen krachtens deze overeenkomst.

        Tenzij anders voorzien in deze overeenkomst, dient elke verzaking schriftelijk te gebeuren en geldig ondertekend te worden door de verzakende partij.

        Artikel 34. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank

        §1. Deze overeenkomst wordt beheerst door en geïnterpreteerd volgens het Belgische recht.

        §2. Elk geschil wordt tussen Partijen behandeld waarbij steeds wordt gezocht naar een oplossing in der minne bij gebreke waaraan het geschil door de meest gerede Partij onderworpen aan de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van West-Vlaanderen afdeling Ieper.

        Artikel 2: Dit besluit treedt onmiddellijk in werking onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.

        Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

        Artikel 4: Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid voorgelegd overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake.

      • Beheersovereenkomst AGB Vauban - stad Ieper - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Tussen de Stad en AGB Vauban werd onderhandeld om de beheersovereenkomst tussen beide entiteiten conform het Decreet Lokaal Bestuur in te vullen.

        Daarin komen volgende aangelegenheden aan bod:

        - de opdrachten van het bedrijf, incl. de onroerende en roerende goederen noodzakelijk voor de opdracht van het bedrijf;
        - de gedragsregels rond de dienstverlening;
        - de werking van de organen van het bedrijf;
        - ondersteuning door de diensten van de Stad Ieper;
        - de financiële bepalingen;
        - de bepalingen inzake personeel;
        - afspraken rond informatieverstrekking, rapportering en organisatiebeheersing;
        - diverse andere bepalingen.- in voorkomend geval de aanwending van ter beschikking gestelde personeelsleden, middelen en infrastructuur.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om in te stemmen met de beheersovereenkomst van AGB Vauban, waarvan de tekst hier volgt:

        I. ALGEMEEN JURIDISCH EN BELEIDSKADER

        Artikel 1. Voorwerp en grondslag van deze overeenkomst

        §1. Deze overeenkomst wordt gesloten binnen het juridisch kader van de Nieuwe Gemeentewet, het Decreet Lokaal Bestuur en het oprichtingsbesluit van de gemeenteraad van 6 juni 2005, goedgekeurd door de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse Rand bij ministerieel besluit.

        §2. Deze overeenkomst steunt bovendien op de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Vauban conform de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur bij gemeenteraadsbeslissingen van 4 november 2013 waarvan de gewijzigde gecoördineerde statuten werden goedgekeurd bij beslissing van de raad van bestuur van 18 november 2013. Ze wordt in het bijzonder gesloten ter uitvoering van artikel 7 van de statuten van AGB Vauban inzake de verplichting voor de Stad en AGB Vauban tot het opstellen van een beheersovereenkomst.

        §3. Deze overeenkomst wordt gesloten met het oog op het vastleggen en bepalen van het financieel en operationeel kader van AGB Vauban, het afstemmen van het beleid van AGB Vauban op het beleid van de Stad, alsmede met het oog op het formuleren van een duidelijke en transparante verhouding tussen de partijen in het kader van de werking van AGB Vauban dat, overeenkomstig artikel 3 van de statuten, als maatschappelijk doel heeft:

        Artikel 2. Doel, activiteiten en bevoegdheden

        §1. Het bedrijf heeft als doel het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en de valorisering van het patrimonium behorend tot het openbaar en privaat domein waarvan het eigenaar is of waarop, ongeacht de rechtstechniek, door de stad een beheers- of gebruiksrecht wordt toegekend, evenals de exploitatie van deze infrastructuren, bestemd voor stadsontwikkeling en het beheer van het stedelijk patrimonium;

        §2. Ter realisering van de in §1 vermelde doelstellingen, werd het bedrijf opgericht voor de activiteiten bedoeld in artikel 4, 7, 8 en 15 van het Koninklijk Besluit van 10 april 1995 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten, laatst gewijzigd bij Koninklijk Besluit:

        (4°) de exploitatie van parkeergelegenheden, opslagplaatsen of kampeerterreinen;

        (7°) de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning, onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke of verzorgende activiteiten;

        (8°) het verwerven van onroerende goederen, de vorming van zakelijke onroerende rechten, de bouw, de renovatie, de verbouwing, het verhuren of de financieringshuur van onroerende goederen met het oog op de verkoop, de verhuur, de financieringshuur of andere juridische handelingen betreffende deze onroerende goederen, en

        (15°) het beheer van het onroerend vermogen van de stad.

        §3. Het bedrijf mag, binnen de grenzen van zijn doel, vrij beslissen over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van zijn lichamelijke en onlichamelijke goederen, de vestiging of de opheffing van de zakelijke rechten op die goederen, alsook over de uitvoering van dergelijke beslissingen en over hun financiering.

        Het mag ook gebruik maken van alle rechtstechnieken, waaronder de vestiging en de opheffing van zakelijke en persoonlijke rechten, de verlening en de beëindiging van concessies, en het uitgeven en verhandelen van vastgoedcertificaten, obligaties en andere effecten en andere wettelijke mogelijkheden van alternatieve financiering. Onverminderd artikel 7, is het bevoegd voor de affectaties en de desaffectaties van alle goederen waarvan het eigenaar of beheerder is, en dit rekening houdend met hetgeen hieromtrent bepaald wordt in de laatste paragraaf van artikel 7 van deze statuten.

        Binnen de grenzen van zijn doel kan het bedrijf met betrekking tot de eigen goederen en de goederen van de stad optreden als bemiddelaar met het oog op de verkoop, aankoop, ruil, verhuring of afstand van onroerende goederen, en roerende rechten of handelsfondsen, instaan voor het beheer van onroerende goederen of van onroerende rechten, en het syndicaatschap van onroerende goederen in mede-eigendom uitoefenen; het bedrijf, de leden van zijn organen, zijn personeel en zijn andere vertegenwoordigers zijn daarbij niet onderworpen aan de regelgeving tot bescherming van de beroepstitel en de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar.

        Tegen deze achtergrond legt de beheersovereenkomst de wederzijdse rechten en plichten van partijen vast.

        §4. De beheersovereenkomst regelt overeenkomstig artikel 234 van het Decreet Lokaal Bestuur en artikel 3 van de statuten van AGB Vauban minstens de volgende aangelegenheden:

        1° de concretisering van de wijze waarop AGB Vauban zijn taken moet vervullen en de concretisering van de doelstellingen van AGB Vauban;
        2° de modaliteiten van toekenning van middelen door de Stad voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van AGB Vauban;
        3° binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering, het bedrag van het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van AGB Vauban worden toegekend;
        4° de voorwaarden waaronder door AGB Vauban eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend;
        5° de wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door het bestuursorgaan vastgesteld en berekend worden;
        6° de gedragsregels inzake de publieke dienstverlening door AGB Vauban;
        7° de voorwaarden waaronder AGB Vauban andere rechtspersonen kan oprichten, erin kan deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;
        8° de wijze van informatieverstrekking en rapportering door AGB Vauban aan de Stad;
        9° de wijze waarop AGB Vauban zal voorzien in een systeem van interne en externe controle;
        10° de maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst;
        11° de omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.

        Artikel 3. Algemene publiekrechtelijke opdracht van AGB Vauban

        §1. Het bedrijf kan voor lokale PPS-projecten, op voorwaarde van bijzondere en omstandige motivering, zakelijke rechten vestigen op de onroerende goederen die behoren tot het openbaar domein, voor zover de gevestigde zakelijke rechten niet kennelijk onverenigbaar zijn met de bestemming van deze goederen.

        Het bedrijf kan rechtstreeks of onrechtstreeks participeren in publiek- of privaatrechtelijke ondernemingen, verenigingen en instellingen, waarvan het maatschappelijk doel verenigbaar is met het doel van het bedrijf.

        De beperkende maatregelen van dit artikel gelden echter niet wanneer door of krachtens de wet of het decreet een bijzondere afwijkende regeling is ingesteld.

        §2. AGB Vauban schakelt zich integraal en zonder voorbehoud in, in het stedelijk beleid inzake het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en de valorisering van het patrimonium behorend tot het openbaar en privaat domein waarvan het eigenaar is of waarop, ongeacht de rechtstechniek, door de stad een beheers- of gebruiksrecht wordt toegekend, evenals de exploitatie van deze infrastructuren bestemd voor stadsontwikkeling en het beheer van het stedelijk patrimonium waarvan het verder de uitvoering beoogt en nastreeft.

        §3. AGB Vauban zal, binnen haar visie en missie, instaan voor het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en valorisering van zowel het eigen patrimonium als van het patrimonium behorende tot het publiek of privaat domein van de Stad dat aan AGB Vauban, op welke wijze ook, wordt toevertrouwd, en zoals passend binnen haar maatschappelijke doelstelling en de taken van stedelijk belang waarmee AGB Vauban is belast.

        AGB Vauban wordt door de Stad meer bepaald belast met een publiekrechtelijke opdracht tot beheer en/of exploitatie van de volgende goederen:

        (4°) de exploitatie van parkeergelegenheden, opslagplaatsen of kampeerterreinen;

        (7°) de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning, onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke of verzorgende activiteiten;

        (8°) het verwerven van onroerende goederen, de vorming van zakelijke onroerende rechten, de bouw, de renovatie, de verbouwing, het verhuren of de financieringshuur van onroerende goederen met het oog op de verkoop, de verhuur, de financieringshuur of andere juridische handelingen betreffende deze onroerende goederen, en

        (15°) het beheer van het onroerend vermogen van de stad.

        §4. Het beheer en de exploitatie van de bovenvermelde goederen omvat, in de mate er in deze overeenkomst niet verder wordt van afgeweken, minstens het volgende:

        • het onderhoud, met inbegrip van alle vereiste herstellingen, om de goederen in goede staat te houden en bruikbaar te houden voor de dienstverlening of doelstelling waarvoor zij zijn bestemd,
        • de uitbating ten overstaan van derden, op welke wijze dan ook, inbegrepen doch niet beperkt tot de verhuring of de terbeschikkingstelling, met inbegrip van alle hiermee verband houdende aspecten zoals het verzorgen van een behoorlijke dienstverlening en informatieverstrekking aan de gebruikers, een nauwgezette en transparante facturatie van verstrekte diensten, etc…;
        • de verdere uitbouw en aanpassing van de goederen in samenspraak met de Stad, bvb. gericht op nieuwe noden en behoeften, gebruiksvriendelijkheid,….

        §5. Alle aan AGB Vauban toevertrouwde goederen worden, middels tussenkomst van AGB Vauban, binnen de krijtlijnen van deze overeenkomst terug ter beschikking gesteld van de Stad, de verenigingen, organisaties, ondernemingen of bevolkingsgroepen, ongeacht hun ideologische of filosofische strekking.

        §6. AGB Vauban volgt verplicht, behoudens afwijking tussen partijen, de stedelijke reglementen over de ter beschikking stelling en tarifering van goederen.

        §7. In de mate het eigendomsrecht van de goederen overgaat van de Stad naar AGB Vauban, beschikt de Stad over een genotsrecht op de goederen indien zij dit wenst.

        §8. Het beheer en de exploitatie van andere goederen dan vermeld in deze overeenkomst kan eveneens worden overgedragen of toevertrouwd aan AGB Vauban binnen de uitvoering van het beleid en de visie van de Stad. De lijst bij deze overeenkomst kan dan ook steeds tussen partijen worden uitgebreid door middel van een convenant of naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie van onderliggende beheersovereenkomst door de gemeenteraad.

        §9. AGB Vauban kan ook zelf goederen oprichten of verwerven van derden, steeds binnen de budgettaire grenzen zoals vastgelegd met de Stad. De door AGB Vauban verworven of opgerichte goederen worden ter beschikking gesteld van derden of van de Stad zoals vermeld in dit artikel.

        Artikel 4. Engagementen in verband met de algemene werkwijze van AGB Vauban

        §1. Bij de verwezenlijking van haar doelstellingen worden de aan AGB Vauban ter beschikking gestelde middelen en goederen uitsluitend aangewend voor het bereiken van deze doelstellingen en het vervullen van de opdrachten van AGB Vauban.

        Dit geldt zowel voor een mogelijke financiële toelage van de Stad, als voor middelen toegekend door andere overheden of private personen, middelen die door AGB Vauban zelf gegenereerd werden of enige andere middelen waarover AGB Vauban beschikt, alsmede alle goederen die aan AGB Vauban worden toevertrouwd.

        §2. AGB Vauban moet alle middelen en goederen, zowel haar eigen als deze van de Stad, steeds zorgvuldig en voorzichtig beheren op de wijze van een goede huisvader.

        §3. AGB Vauban streeft bij haar werking steeds de volgende waarden en basisfilosofie na: zodat dit AGB de stad toelaat om haar patrimoniumbeheer en exploitatie, voor wat de sport-, cultuur-, recreatie- en ontspanningsinfrastructuur betreft, op een transparante en gestroomlijnde wijze te voeren;

        §4. AGB Vauban zal zich bij de uitoefening van haar bevoegdheden steeds houden aan de toepasselijke wetgeving, waaronder doch niet beperkt tot de reglementering overheidsopdrachten, de wettelijke regels inzake de formele motivering en de openbaarheid van bestuur, voor deze beide laatste zoals de regels gelden voor de Stad.

        §5. AGB Vauban verbindt zich ertoe eveneens de beginselen van behoorlijk bestuur te respecteren, zoals daar zijn het redelijkheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het transparantiebeginsel en het zuinigheidsbeginsel, motiveringsbeginsel en openbaarheid van bestuur.

        §6. AGB Vauban verbindt er zich toe te goeder trouw en constructief samen te werken met alle diensten van de Stad en haar acties maximaal te coördineren met andere actoren die binnen het stedelijk beleidsveld actief zijn. Met de stedelijke diensten kunnen daartoe bijkomende werkafspraken worden gemaakt.

        §7. Vanuit haar opdracht is AGB Vauban, met betrekking tot haar opdrachten, de belangrijkste adviseur van de Stad.

        Artikel 5. Engagementen met betrekking tot interne beleidsplanning

        AGB Vauban concretiseert haar maatschappelijke opdracht, alsmede de concrete uitwerking ervan in deze overeenkomst, verder in een meerjarige beleidsplanning die zij opmaakt overeenkomstig de beheers- en beleidscyclus, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.

        Artikel 6. Financiële en niet-financiële engagementen

        §1. De financiële engagement van de Stad zijn verder opgenomen in deze overeenkomst.

        §2. De Stad stelt kosteloos huisvesting ter beschikking aan AGB Vauban om de in deze overeenkomst overeengekomen doelstellingen te realiseren:

        AGB Vauban sluit dit zakelijk recht met de Stad met betrekking tot het gebouw Sporthallen, gelegen Leopold III laan 18, 8900 Ieper, de Sporthal, gelegen Poperingseweg 483, 8908 Ieper-Vlamertinge en de Sporthal, gelegen Minneplein, 8900 Ieper

        §3. De Stad steunt AGB Vauban onder meer op het vlak van HRM, ICT, informatiebeheer, informatieveiligheid, communicatie, financieel beheer, facilitair beheer, administratie en juridische expertise.

        Het overeenkomstig beleid van stad & OCMW Ieper is op AGB Vauban van toepassing. AGB Vauban stelt de afwijkingen vast, voor zover het specifieke karakter van AGB Vauban dat verantwoordt.

        AGB Vauban wint steeds advies in van deze ondersteunende diensten. De stad garandeert de gedeelde dienstverlening bij positief advies of mits onderling akkoord.

        In dienstverleningsovereenkomsten kunnen nadere afspraken worden gemaakt tussen de partijen omtrent deze gedeelde diensten, onverminderd hetgeen reeds opgenomen is in deze overeenkomst inzake personeel en binnen de grenzen van de regelgeving zoals de wetgeving op de uitzendarbeid en het Decreet Lokaal Bestuur.

        Deze dienstverlening wordt door de Stad aan AGB Vauban verstrekt in het licht van de stedelijke verzelfstandiging van taken van stedelijke belang die met AGB Vauban wordt nagestreefd. In principe wordt deze dienstverlening dan ook kosteloos verstrekt, behoudens afwijking tussen partijen.

        De goedkeuring door de stad voor deelname/afname van raamovereenkomsten geldt automatisch AGB Vauban.

        II. SPECIFIEK BELEIDSKADER

        Artikel 7. De gedragsregels inzake dienstverlening door AGB Vauban

        §1. AGB Vauban handelt steeds overeenkomstig de algemene gedragsregels die moeten worden nageleefd bij de dienstverlening in het algemeen binnen de Stad.

        Ze zal daartoe onder meer steeds een kwalitatieve dienstverlening evenals toegankelijkheid garanderen.

        §2. AGB Vauban zal zich, voor wat betreft de onderlinge relaties tussen bestuursorganen en personeel evenals voor wat betreft de relaties met de Stad en haar adviesorganen, steeds gedragen in overeenstemming met de gedragscode die geldt voor de Stad.

        Artikel 8. De voorwaarden waaronder AGB Vauban andere rechtspersonen kan oprichten, erin deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen

        §1. Binnen de perken van zijn maatschappelijk doel, zoals vermeld in deze overeenkomst, kan AGB Vauban, overeenkomstig artikel 240, §5 van het Decreet Lokaal Bestuur, andere rechtspersonen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen, voor zover dat past in zijn opdrachten.

        §2. AGB Vauban streeft met de oprichting, deelname of vertegenwoordiging geen speculatieve oogmerken na.

        De oprichting, deelname of vertegenwoordiging gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en staatssteun en de voorwaarden, zoals bepaald in deze beheersovereenkomst. De beslissing tot oprichting, deelname of vertegenwoordiging toont aan dat aan deze voorwaarden is voldaan.

        §3. Behoudens toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen, draagt AGB Vauban in geen geval zijn taken van stedelijk belang, noch geheel noch gedeeltelijk, over aan andere rechtspersonen.

        III. PERSONEEL

        Artikel 9. Eigen personeel van AGB Vauban

        §1. Het personeel van AGB Vauban kan in statutair of contractueel dienstverband worden aangesteld volgens de statuten van AGB Vauban.

        §2. Het bestuursorgaan beslist principieel over het aanwerven van personeel en stelt hun personeelsstatuut telkens vast volgens de statuten van AGB Vauban.

        §3. Het voeren van de aanwervingsprocedure kan worden gedelegeerd aan het directiecomité, die dit verder kan doordelegeren aan een personeelslid van AGB Vauban.

        §4. De overeenstemmende rechtspositieregeling van de Stad is van toepassing op het personeel van AGB Vauban. Bij overname van personeel van de Stad worden alle rechten en plichten opgebouwd binnen de Stad overgenomen.

        AGB Vauban stelt de afwijkingen op deze rechtspositieregeling vast, voor zover het specifieke karakter van AGB Vauban dat verantwoordt.

        AGB Vauban bepaalt de rechtspositieregeling van de betrekkingen die niet bestaan binnen de Stad.

        Artikel 10. Personeelsinzet door middel van dienstverlening door de Stad.

        §1. Binnen de grenzen van de regelgeving, inbegrepen de wetgeving op de uitzendarbeid, de Nieuwe Gemeentewet en het Decreet Lokaal Bestuur, zal AGB Vauban met de Stad dienstverleningsovereenkomsten kunnen sluiten waarbij de uitvoering van bepaalde taken of opdrachten aan de Stad wordt toevertrouwd, waaronder:

        • het ondersteunen van de dagelijkse werking van AGB Vauban;
        • de administratieve ondersteuning inzake documentenbeheer;
        • het beheer van de rekeningen;
        • de archivering van documenten;
        • ICT;
        • de operationele ondersteuning bij het beheer of exploitatie van goederen;

        §2. De Stad zal deze taken uitvoeren met haar eigen personeel, hetzij ze hiervoor een beroep kunnen doen op derden.

        §3. Deze dienstverlening wordt door de Stad aan AGB Vauban verstrekt in het licht van de stedelijke verzelfstandiging van taken van stedelijke belang die met AGB Vauban wordt nagestreefd. In principe wordt deze dienstverlening dan ook kosteloos verstrekt, behoudens afwijking tussen partijen.

        §4. De inzet van personeel van de Stad door middel van dienstverleningsafspraken gebeurt steeds mits de ter zake geldende rechtspositieregeling nageleefd wordt.

        §5. Partijen verklaren uitdrukkelijk dat zij in dit geval op zelfstandige basis met elkaar willen en zullen samenwerken, dat de Stad in volledige vrijheid zijn werk uitvoert en zijn werktijd indeelt, en dat er geen hiërarchische controle door AGB Vauban zal worden uitgeoefend op de Stad. De Stad, noch haar werknemers en/of haar aangestelden, zullen zich gedragen of beschouwen als een werknemer, gezien hun relatie met AGB Vauban niet gebaseerd is op een arbeidsovereenkomst.

        §6. De Stad verbindt er zich alsdan uitdrukkelijk toe AGB Vauban te vrijwaren en/of schadeloos te stellen ongeacht het ogenblik waarop de gevolgen of mogelijke gevolgen zich voor AGB Vauban uiten, voor alle eisen, schade, verliezen en kosten die voortvloeien uit of het gevolg zijn van de foutieve of slordige uitvoering van de onderhavige overeenkomst.

        §7. De Stad verbindt er zich alsdan ook toe AGB Vauban te vrijwaren voor elke vordering of schadevergoeding die zouden voortvloeien uit of betrekking hebben op het sluiten, uitvoeren en/of beëindigingen van onderhavige overeenkomst en die zouden worden veroorzaakt door een fout vanwege de Stad bij het verlenen van de diensten. De verplichting tot schadeloosstelling is in het bijzonder van toepassing in geval van niet-naleving van een verbintenis van welke aard ook in verband met belastingen of sociale zekerheid.

        Artikel 11. Terbeschikkingstelling van personeelsleden door de Stad

        Mits de ter zake geldende rechtspositieregeling van het personeel van de Stad in deze mogelijkheid voorziet, kan de Stad aan AGB Vauban statutair tewerkgesteld personeel ter beschikking stellen. Dit betekent dat het personeelslid van de Stad functioneel onder het gezag van het bestuur en de directie van AGB Vauban valt.

        De Stad blijft de juridische werkgever van het personeelslid.

        Het personeelsstatuut van de Stad blijft in dat geval dus van toepassing.

        Voor het ter beschikking stellen van personeel kan een vergoeding worden aangerekend.

        Artikel 12. Welzijn op het werk

        AGB Vauban staat, voor het personeel dat bij haar, op welke wijze ook, wordt tewerkgesteld in voor de toepassing van de wetgeving inzake de reglementering en de bescherming van de arbeid die gelden op de plaats van het werk, behoudens andersluidende afspraken tussen partijen voor wat betreft het personeel dat wordt ter beschikking gesteld of wordt ingezet op basis van een dienstverleningsovereenkomst.

        Artikel 13. Beroep op derden

        AGB Vauban kan steeds een beroep doen op derden, overeenkomstig de ter zake geldende wettelijke bepalingen.

        IV. FINANCIËLE AFSPRAKEN

        Artikel 14. Autonomie

        AGB Vauban ontvangt de inkomsten van de uitoefening van zijn activiteiten; het kan vergoedingen en prijzen van alle aard innen, vaststellen en overeenkomen en door de stad ter beschikking gestelde of doorgestorte middelen ontvangen. De tarieven en de tariefstructuren voor het gebruik van de infrastructuur worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
        AGB Vauban draagt de lasten van zijn activiteiten.
        AGB Vauban beslist vrij over de omvang, de technieken en de voorwaarden van zijn externe financiering. Het kan onder meer toelagen, giften en legaten ontvangen en leningen aangaan.

        Artikel 15. Financiële tussenkomst door de Stad

        §1. Om de werking en de uitvoering van de doelstellingen van het autonoom gemeentebedrijf te waarborgen en met het oog op de uitvoering van de in deze overeenkomst opgesomde taken en bevoegdheden, voorziet de Stad in de nodige middelen ter financiering van de werking van het autonoom gemeentebedrijf.
        Wat het exploitatiebudget betreft, kan de financiële ondersteuning bestaan uit bijzondere werkingstoelagen en terbeschikkingstellingen van stedelijke infrastructuur. Daarnaast kan de Stad ook een periodieke algemene werkingstoelage voorzien om de algemene werkingskosten van AGB Vauban te financieren.

        §2. Wat het investeringsbudget betreft, kan de ondersteuning diverse vormen aannemen, afhankelijk van de aard van de investering: een kapitaalsubsidie, een doorgeeflening, een renteloze lening, een bijdrage in de aflossing van een lening,…

        §3. De Stad kan ook tussenkomen in het verlies van AGB Vauban indien uit het ontwerp van de jaarrekening van AGB Vauban een verlies blijkt.

        De Stad zal minstens tussenkomen in het tekort op het budgettair resultaat van het boekjaar dat blijkt uit het ontwerp van de jaarrekening (model J5 van BBC-besluit Vlaamse regering dd. 25/06/2010 en MB 1/10/2010 en latere aanpassingen).

        De tussenkomst door de Stad zal maar gebeuren mits uitdrukkelijk verzoek van het AGB en in de mate dat het opgelopen tekort niet het gevolg is van kennelijk onredelijke beslissingen van het AGB.

        De Stad beslist binnen deze krijtlijnen over de grootte van haar tussenkomst en engageert zich de nodige kredieten voor de tussenkomst in haar budget of budgetwijziging in te schrijven.

        De beslissing van tussenkomst dient te gebeuren vooraleer de jaarrekening van het AGB wordt afgesloten. In onderling overleg wordt bepaald of de tussenkomst definitief verworven is. Het AGB zal daartoe tijdig het verzoek tot tussenkomst voorleggen aan de Stad, zodat de Stad de vraag tot tussenkomst kan voorleggen aan haar bevoegde organen en vooraleer het AGB de jaarrekening ter goedkeuring voorlegt aan de gemeenteraad.

        De tussenkomst is op geen enkele wijze te beschouwen als een tegenprestatie voor de levering van een dienst door het AGB.

        Artikel 16. Presentiegeld en andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van AGB Vauban worden toegekend

        §1. Aan de leden van het bestuursorgaan en het directiecomité wordt geen presentiegeld of andere vergoedingen toegekend.

        Artikel 17. De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend

        §1. AGB Vauban kan, binnen de perken van zijn maatschappelijk doel eigen inkomsten verwerven evenals andere financieringen aanwenden.

        §2. Naar aanleiding van de jaarlijkse opmaak van het budget en het meerjarenplan zal AGB Vauban concreet aangeven in welke mate van deze mogelijkheid wenst gebruik gemaakt te worden en volgens welke modaliteiten.

        De Stad en AGB Vauban zullen op dat ogenblik in onderling overleg bepalen of desgevallend een andere financieringswijze meer aangewezen is.

        §3. AGB Vauban dient, voorafgaand aan transacties die een wijziging in negatieve zin in het budget van AGB Vauban betekenen, deze ter goedkeuring voor te leggen aan de Stad, behoudens in gevallen van hoogdringendheid waarbij zo snel mogelijk dient teruggekoppeld te worden met de Stad.

        Artikel 18. Tarifering van de door AGB Vauban geleverde prestaties

        §1. Het bedrijf ontvangt de inkomsten van de uitoefening van zijn activiteiten; het kan vergoedingen en prijzen van alle aard innen, vaststellen en overeenkomen en door de stad ter beschikking gestelde of doorgestorte middelen ontvangen. De tarieven en de tariefstructuren voor het gebruik van de infrastructuur worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

        §2. De tarieven dienen zo te worden vastgelegd door AGB Vauban dat zij tegemoetkomen aan de werkelijke kost voor het ABG om de dienst te leveren, onverminderd de mogelijkheid voor AGB Vauban om, gelet op de opdracht van stedelijk belang en al dan niet in overleg met de Stad, in de publieke dienstverlening gunsttarieven of kortingen toe te staan hetzij op de werkelijke kostprijs een toeslag aan te rekenen met het oog op het opbouwen van reserves binnen AGB Vauban voor een verdere optimalisering van de publieke dienstverlening in het algemeen.

        §3. Over nieuwe tarieven of wijzigingen aan bestaande tarieven, inbegrepen de eenvoudige indexering ervan, mag AGB Vauban zelfstandig beslissen op voorwaarde dat er een redelijke verhouding bestaat tussen het tarief en de kosten die betrekking hebben op de dienstverlening waarvoor het tarief geldt.

        Ingeval AGB Vauban een aanpassing wenst van meer dan 25% voor bestaande tarieven, dient eerst de goedkeuring van de gemeenteraad te worden gevraagd.

        Artikel 19. Toezicht op de financiële toestand van AGB Vauban

        §1. AGB Vauban voert haar boekhouding overeenkomstig de Beheers- en Beleidscyclus en, indien van toepassing, overeenkomstig de vennootschapsboekhoudwetgeving. De Vlaamse Regering, bij delegatie de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, staat in voor het goedkeuringstoezicht.

        Artikel 20. Andere bepalingen met betrekking tot financiële aangelegenheden

        In de gevallen voorzien in artikel 10 en 11 van deze overeenkomst, kan de Stad kosten aanrekenen aan AGB Vauban. De Stad raamt deze kosten, indien mogelijk, voor de uitvoering van de prestaties in een offerte die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan AGB Vauban.

        V. INFORMATIEVERSTREKKING EN RAPPORTERING, INTERNE CONTROLE

        Artikel 21. Rapportering door AGB Vauban

        §1. Met het oog op:

        • de uitoefening van het toezicht door de Stad op de naleving van deze overeenkomst;
        • de controle op de gerechtvaardigde aanwending van de middelen die door de Stad ter beschikking worden gesteld aan AGB Vauban, zoals ook bedoeld in de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de aanwending van sommige toelagen;
        • de evaluatie van de uitvoering van de opdracht van AGB Vauban door de gemeenteraad;
        • de evaluatie na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad door de gemeenteraad over de uitvoering van de beheersovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan;

        stelt AGB Vauban voor de Stad een jaarverslag en een financieel verslag op met betrekking tot elk werkingsjaar.

        §2. Het jaarverslag en financieel verslag omvat:

        • een rapportering over de uitvoering van deze overeenkomst, meer in het bijzonder de mate waarin de verschillende doelstellingen en opdrachten zoals bepaald in deze overeenkomst bereikt werden. In het geval van het niet bereiken van de vooropgestelde resultaten, moeten de vermoedelijke oorzaken vermeld worden, alsook eventuele suggesties voor correctieve acties, bijsturing van de overeenkomst of bijsturing van het gevoerde beleid. Ter gelegenheid van de evaluatie wordt het jaarverslag van het voorgaande jaar uitgebreid met respectievelijk een beknopt rapport over de voorgaande werkingsjaren van de overeenkomst;

        • een beknopt overzicht van de geleverde acties, te situeren binnen de opdrachten van AGB Vauban;

        • een financieel verslag, bestaande uit de jaarrekening (balans en resultatenrekening), het verslag van het bestuursorgaan met betrekking tot de goedkeuring van de rekeningen, alsmede het verslag van de bedrijfsrevisor en de sociale balans.

        §3. Het bestuursorgaan stelt de jaarrekening vast conform de vigerende wetgeving.

        Er wordt verder gehandeld overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.

        §4. Het bestuursorgaan maakt jaarlijks een beleidsplan op en het budget op overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.

        §5. Uiterlijk op 31 december van ieder jaar doet AGB Vauban de nodige opnemingen, verificaties, opzoekingen en waarderingen om de inventaris op te maken van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van het bedrijf, van welke aard ook.

        Artikel 22. Toezicht en opvolging door de Stad

        §1. Partijen komen overeen dat de gemeenteraadsleden, alsmede de betrokken personeelsleden van de Stad, volledig inzagerecht hebben in de werkings- en financiële documenten van AGB Vauban.

        §2. De stedelijke dienst oefent minstens jaarlijks, op eigen stukken, toezicht uit op de naleving van de onderhavige overeenkomst en de aanwending van de door de Stad ter beschikking gestelde middelen.

        §3. De stedelijke dienst maakt ter gelegenheid van de evaluatie van deze overeenkomst zelf een beknopt opvolgingsverslag over de uitvoering van de overeenkomst door AGB Vauban ten aanzien van de gemeenteraad. Hierbij baseert de dienst zich op de rapporteringsdocumenten van AGB Vauban, en op door AGB Vauban en door toezichthouders eventueel verstrekte inlichtingen.

        Het opvolgingsverslag heeft tot doel de Stad te informeren over de uitvoering van de overeenkomst, eventuele gevolgen voor de nieuwe overeenkomst en de aanwending van de door de Stad aan AGB Vauban ter beschikking gestelde middelen.

        §4. AGB Vauban erkent het inlichtingenrecht van de Stad m.b.t. informatie en/of stukken die op de overeenkomst betrekking hebben.

        De Stad mag op ieder ogenblik bijkomende informatie en documenten vragen.

        §5. AGB Vauban en de Stad streven steeds naar een vlotte, snelle, correcte en eenvoudige informatieuitwisseling. Er kunnen door de Stad en AGB Vauban periodieke overlegmomenten worden voorzien.

        Artikel 23. De wijze waarop AGB Vauban zal voorzien in een systeem van interne controle

        AGB Vauban voorziet in een gedocumenteerd systeem van organisatiebeheersing dat onder meer de volgende elementen behelst:

        • het effectief en efficiënt beheer van risico’s binnen AGB Vauban;
        • de betrouwbaarheid van de financiële en de beheersrapportering binnen AGB Vauban;
        • de naleving van de regelgeving en de procedures binnen AGB Vauban;
        • de effectieve en efficiënte werking van de diensten van AGB Vauban;
        • de bescherming van de activa van AGB Vauban.

        VI. AFSLUITENDE BEPALINGEN

        Artikel 24. Overdracht van overeenkomsten aan AGB Vauban

        §1. AGB Vauban treedt in de rechten en plichten van de Stad die neergelegd zijn in en voortvloeien uit overeenkomsten die zijn afgesloten met betrekking tot het beheer en/of de exploitatie van de goederen die in deze overeenkomst zijn toevertrouwd aan of ingebracht in AGB Vauban, behoudens andersluidende afspraak tussen partijen.

        Het gaat om de overeenkomsten zoals opgenomen als bijlage bij deze overeenkomst.

        §2. Bedoelde rechten en plichten, met inbegrip van de betreffende deze overeenkomsten hangende gedingen, worden door de Stad van rechtswege overgedragen aan AGB Vauban overeenkomstig de statuten.

        Artikel 25. Aanpassing aan wijziging van de regelgeving

        Partijen zullen deze overeenkomst aanpassen aan elke wijziging in de toepasselijke regelgeving.

        Zij zullen er dan naar streven om het evenwicht vervat in deze overeenkomst maximaal en te goeder trouw te behouden.

        Artikel 26. Uitvoeringsmodaliteiten

        §1. Met het oog op de uitvoering, vervolledigen en verfijnen van deze overeenkomst kunnen de partijen convenanten sluiten die aan deze overeenkomst zullen worden gehecht.

        §2. Op grond van een bijzondere motivering kan aan deze convenanten terugwerkende kracht worden verleend.

        Artikel 27. Verzekering

        §1. AGB Vauban heeft, voor de werking van haar bestuursorganen een verzekering BA voor administratieve fouten en een verzekering bestuurdersaansprakelijkheid afgesloten.

        §2. AGB Vauban heeft, voor de goederen en infrastructuur van de Stad die haar werd toevertrouwd of die zij exploiteert, een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afgesloten.

        Artikel 28. Duur

        §1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 juli 2025.

        De inwerkingtreding heeft geen invloed op de geldigheid van de voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst door de Stad en het bedrijf gestelde handelingen. Deze handelingen worden hierbij uitdrukkelijk door de Stad en AGB Vauban, voor zoveel als nodig, bekrachtigd.

        §2. Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding eindigt de beheersovereenkomst in ieder geval uiterlijk zes maanden na de dag van de volledige vernieuwing van de gemeenteraad, zijnde 30 juni 2030.

        Partijen drukken de intentie uit om een nieuwe beheersovereenkomst te sluiten die uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad ingaat en geldt voor een periode van zes jaar.

        §3. Als bij het verstrijken van een beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande beheersovereenkomst van rechtswege verlengd.

        §4. Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen één jaar na de verlenging of als een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de gemeenteraad na overleg met AGB Vauban voorlopige regels vaststellen inzake de in de beheersovereenkomst bedoelde aangelegenheden. Deze voorlopige regels zullen als beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.

        Artikel 29. De omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan worden gewijzigd, geschorst en ontbonden

        Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin AGB Vauban actief is, hetzij in de beleidsopties, de financiële organisatie, hetzij door een wijziging in de wetgeving, en deze wijzigingen de opdrachten van AGB Vauban dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de contractanten, zijn partijen verplicht hierover te onderhandelen, op initiatief van de meeste gerede partij.

        Desgevallend zal de beheersovereenkomst gewijzigd, dan wel geschorst of ontbonden worden.

        Artikel 30. De maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst

        Indien blijkt dat de Stad dan wel AGB Vauban haar verbintenissen niet naleeft, worden in overleg tussen partijen correctieve maatregelen en acties afgesproken, met inbegrip van de periode waarin deze acties moeten worden uitgevoerd en tot resultaat moeten leiden, alsook de wijze en de frequentie waarop AGB Vauban hierover moet rapporteren.

        Na deze afgesproken periode wordt de gewenste verbetering door de gemeenteraad geëvalueerd. Indien de gemeenteraad dan een blijvende niet-nakoming van de verbintenissen door AGB Vauban vaststelt, mag zij, na het horen van AGB Vauban, het gemotiveerde besluit formuleren om de overeenkomst te ontbinden.

        Artikel 31. Woonplaatskeuze, communicatie en mededelingen

        §1. Voor de Stad:

        Naam: Katrien Desomer Stefan Depraetere
        Functie: Burgemeester Algemeen Directeur
        Adres: Grote Markt 34, 8900 Ieper

        Voor het bedrijf: AGB Vauban
        Naam: Bevoegde Schepen Peter Degroote
        Naam: Dossieropvolger Tom Nelissen
        Adres: Leopold III laan 18, Ieper
        Telefoon: 057 239 401
        E-mail: sportdienst@ieper.be

        §2. Alle correspondentie en uitwisseling van informatie of bescheiden in uitvoering van deze overeenkomst is rechtsgeldig gedaan voor zover deze persoonlijk wordt afgeleverd of via geschrift of via schriftelijk bevestigde elektronische data - communicatie gebeurt op één van de bovenvermelde coördinaten, in de mate dat er niets anders geregeld is in deze overeenkomst.

        Artikel 32. Wijzigingen

        Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd bij akkoord van de partijen.

        Artikel 33. Deelbaarheid

        §1. Indien krachtens wettelijke bepalingen van openbare orde of van dwingend recht één of meerdere bepalingen van de huidige overeenkomst nietig of niet - tegenstelbaar zouden zijn, dan zullen de artikelen die nietig of niet-tegenstelbaar zijn, als ongeschreven beschouwd worden.

        De nietigheid of niet - tegenstelbaarheid van een bepaling in deze overeenkomst zal geenszins de nietigheid of de niet - tegenstelbaarheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst of van de overeenkomst zelf met zich meebrengen.

        §2. Partijen nemen een inspanningsverbintenis op zich om, in voorkomend geval, de nietige bepaling(en) te vervangen door een werkbare en geldige bepaling met een gelijkaardig resultaat, in die zin dat ten allen tijde het voorwerp van de huidige overeenkomst in essentie dient bewaard te blijven.

        Artikel 34. Overmacht en onvoorziene omstandigheden.

        §1. Partijen zijn niet aansprakelijk ten aanzien van elkaar wanneer zij hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst niet kunnen nakomen ingevolge bewezen overmacht. Overmacht moet in de gemeenrechtelijke zin van het woord worden toegepast.

        Partijen kunnen zich slechts beroepen op overmacht voor zover deze overmacht bij aangetekend schrijven aan de andere partij wordt gemeld binnen de dertig kalenderdagen nadat zij zich heeft voorgedaan.

        In geval van overmacht zullen partijen in gemeen overleg beslissen de overeenkomst te herzien.

        Indien de overmacht gedurende meer dan twintig kalenderdagen blijft aanhouden, heeft elke partij het recht om de overeenkomst bij aangetekend schrijven op te zeggen, zonder dat hierdoor partijen tegenover elkaar kunnen gehouden zijn tot schadevergoeding. De verzending van het aangetekend schrijven heeft de beëindiging van rechtswege van de overeenkomst tot gevolg.

        §2. Indien er zich tijdens de uitvoering van de overeenkomst onvoorziene omstandigheden voordoen, kan elke partij herziening van de overeenkomst verzoeken, inbegrepen het recht voor beide partijen op een passende compensatie, als aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:

        • de omstandigheden dienen een abnormaal karakter te hebben;
        • zij konden niet redelijkerwijze worden voorzien bij het sluiten van de overeenkomst;
        • de vragende partij heeft alle nodige inspanningen geleverd om de onvoorziene omstandigheden te verhelpen of te vermijden;
        • de onvoorziene omstandigheden maken de uitvoering van de overeenkomst aanzienlijk moeilijker of kostelijker.

        §3. Indien, gelet op het specifieke karakter van de Stad en AGB Vauban als lokaal openbaar bestuur, een beslissing van een hogere overheid die de Stad of AGB Vauban niet naast zich neer kan leggen meebrengt dat de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de overeenkomst onmogelijk wordt gemaakt, wordt dit als een onvoorziene omstandigheid aanzien. Hieronder worden ondermeer verstaan het nemen van beslissingen ingevolge bindende adviezen van andere overheden en het verplicht nemen of ondergaan van begrotingsmaatregelen ingevolge het verplicht financieel evenwicht voor lokale besturen.

        Artikel 35. Overdracht

        AGB Vauban kan, zonder schriftelijke toestemming van de Stad, en op straffe van ontbinding van rechtswege van deze overeenkomst lastens AGB Vauban, haar rechten en/of plichten uit deze overeenkomst noch geheel noch gedeeltelijk overdragen.

        Artikel 36. Verzaking

        De nalatigheid of vertraging van een partij bij de uitoefening van een recht of rechtsmiddel krachtens deze overeenkomst, kan in geen geval beschouwd worden als een verzaking aan dit recht of rechtsmiddel, of aan enig ander recht of rechtsmiddel waarop deze partij zich kan beroepen krachtens deze overeenkomst.

        Tenzij anders voorzien in deze overeenkomst, dient elke verzaking schriftelijk te gebeuren en geldig ondertekend te worden door de verzakende partij.

        Artikel 37. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank

        §1. Deze overeenkomst wordt beheerst door en geïnterpreteerd volgens het Belgische recht.

        §2. Elk geschil wordt tussen partijen behandeld waarbij steeds wordt gezocht naar een oplossing in der minne bij gebreke waaraan het geschil door de meest gerede partij onderworpen aan de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van West-Vlaanderen, afdeling Ieper.

         

        Artikel 2: Dit besluit treedt onmiddellijk in werking onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.

        Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

        Artikel 4: Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid voorgelegd overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake.

         

      • Statuten AGB Vauban - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De stad Ieper heeft in het verleden geopteerd voor de oprichting van 3 AGB's en 2 externe verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm. AGB VAUBAN is er hier een van. 

        De aanpassing behelst het aanstellen van personeel.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om in te stemmen met de statuten voor AGB VAUBAN, waar van de tekst hier volgt:

        HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN
        Artikel 1. Rechtsvorm en naam
        AGB Vauban is een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de stad IEPER van 6 juni 2005. Het wordt verder “het bedrijf” genoemd.
        Artikel 2. Zetel
        De zetel van het bedrijf is gevestigd in het stadhuis, Grote Markt 34, van de stad IEPER.
        Artikel 3. Doel, activiteiten en bevoegdheden
        §1. Het bedrijf heeft als doel het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en de valorisering van het patrimonium behorend tot het openbaar en privaat domein waarvan het eigenaar is of waarop, ongeacht de rechtstechniek, door de stad een beheers -of gebruiksrecht wordt toegekend, evenals de exploitatie van deze infrastructuren, bestemd voor sport, cultuur, toerisme, ontspanning, onderwijs of voor sociale, wetenschappelijke en verzorgende activiteiten.
        §2. Ter realisering van de in §1 vermelde doelstellingen, wordt het bedrijf opgericht voor de activiteiten bedoeld in artikel 4°, 7°, 8° en 15° van het Koninklijk Besluit van 10 april 1995 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten, laatst gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 9 maart 1999, te weten:
        (4°) de exploitatie van parkeergelegenheden, opslagplaatsen of kampeerterreinen;
        (7°) de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning, onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke of verzorgende activiteiten;
        (8°) het verwerven van onroerende goederen, de vorming van zakelijke onroerende rechten, de bouw, de renovatie, de verbouwing, het verhuren of de financieringshuur van onroerende goederen met het oog op de verkoop, de verhuur, de financieringshuur of andere juridische handelingen betreffende deze onroerende goederen, en
        (15°) het beheer van het onroerend vermogen van de stad.
        §3. Het bedrijf mag, binnen de grenzen van zijn doel, vrij beslissen over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van zijn lichamelijke en onlichamelijke goederen, de vestiging of de opheffing van de zakelijke rechten op die goederen, alsook over de uitvoering van dergelijke beslissingen en over hun financiering.
        Het mag ook gebruik maken van alle rechtstechnieken, waaronder de vestiging en de opheffing van zakelijke en persoonlijke rechten, de verlening en de beëindiging van concessies, en het uitgeven en verhandelen van vastgoedcertificaten, obligaties en andere effecten en andere wettelijke mogelijkheden van alternatieve financiering. Onverminderd artikel 7, is het bevoegd voor de affectaties en de desaffectaties van alle goederen waarvan het eigenaar of beheerder is, en dit rekening houdend met hetgeen hieromtrent bepaald wordt in de laatste paragraaf van artikel 7 van deze statuten.
        Binnen de grenzen van zijn doel kan het bedrijf met betrekking tot de eigen goederen en de goederen van de stad optreden als bemiddelaar met het oog op de verkoop, aankoop, ruil, verhuring of afstand van onroerende goederen, en roerende rechten of handelsfondsen, instaan voor het beheer van onroerende goederen of van onroerende rechten, en het syndicaatschap van onroerende goederen in mede-eigendom uitoefenen; het bedrijf, de leden van zijn organen, zijn personeel en zijn andere vertegenwoordigers zijn daarbij niet onderworpen aan de regelgeving tot bescherming van de beroepstitel en de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar.
        Artikel 4. Maatschappelijk kapitaal
        Door de stad Ieper wordt een 500.000 EUR ingebracht in AGB Vauban als kapitaal in de zin van artikel 184, WIB 92.
        Behoudens in het kader van een ontbinding van het AGB kan het kapitaal noch geheel noch gedeeltelijk, op welke wijze dan ook, worden vervreemd, uitgekeerd of overgedragen.
        Een vermindering van het kapitaal is enkel mogelijk om exploitatieverliezen, minderwaarden of (duurzame) waardeverminderingen te compenseren.
        Artikel 5. PPS en Participaties
        Het bedrijf, en zijn filialen, kan voor lokale PPS–projecten in de zin van het decreet betreffende publiek-private samenwerking van 18 juli 2003, op voorwaarde van bijzondere en omstandige motivering, zakelijke rechten vestigen op de onroerende goederen die behoren tot het openbaar domein, voor zover de gevestigde zakelijke rechten niet kennelijk onverenigbaar zijn met de bestemming van deze goederen.
        Het bedrijf kan rechtstreeks of onrechtstreeks participeren in publiek- of privaatrechtelijke ondernemingen, verenigingen en instellingen, hierna genoemd de filialen, waarvan het maatschappelijk doel verenigbaar is met het doel van het bedrijf.
        Ongeacht de grootte van de inbreng van de verschillende partijen in het maatschappelijk kapitaal, moet het bedrijf over de meerderheid der stemmen beschikken en het voorzitterschap waarnemen in de organen van de filialen. Deze voorwaarde geldt niet wanneer het filiaal de realisatie van lokale PPS-projecten in de zin van het decreet betreffende publiek-private samenwerking van 18 juli 2003, als uitsluitende doelstelling heeft.
        De beperkende maatregelen van dit artikel gelden echter niet wanneer door of krachtens de wet of het decreet een bijzondere afwijkende regeling is ingesteld.
        Artikel 6. Duur
        Het bedrijf heeft rechtspersoonlijkheid sedert de dag waarop de goedkeuring van het oprichtingsbesluit is verleend of geacht wordt te zijn verleend. Het bedrijf is opgericht voor onbepaalde duur.
        HOOFDSTUK II. EXTERNE VERHOUDINGEN
        Artikel 7. Bevoegdheid van het bedrijf
        Het bedrijf is verantwoordelijk voor de externe aspecten van zijn activiteiten in de ruimste zin van het woord.
        Binnen de grenzen van het in artikel 5 omschreven doel onderhoudt het bedrijf contacten, pleegt het overleg, voert het onderhandelingen, regelt het de samenwerking, maakt het afspraken en sluit het overeenkomsten met andere natuurlijke personen en met publiek- zowel als privaatrechtelijke rechtspersonen.
        Artikel 8. Overeenkomsten met de stad IEPER
        Tussen het bedrijf en de stad wordt een beheersovereenkomst conform artikel 234 Decreet Lokaal Bestuur na onderhandeling afgesloten. Het bedrijf en de stad kunnen één of meer concessie-, beleids-, beheers-, samenwerkings- of andere overeenkomsten of convenanten sluiten met betrekking tot het onderling afstemmen van het beleid van de stad en dat van het bedrijf in de relevante beleidsdomeinen en de ermee verbonden activiteiten. Omtrent het beheer van onroerende goederen kunnen het bedrijf en de stad één of meer lastgevingsovereenkomsten sluiten.
        In aanvulling van de in de oprichting van het bedrijf gesloten eenzijdige bevoegdheidsopdrachten, kan het bedrijf van de stad rechten op roerende en onroerende goederen verwerven, middels alle rechtstechnieken, en kan het ook in verhouding tot de stad gebruik maken van alle bevoegdheden omschreven in artikel 5.
        Behoudens uitdrukkelijke andersluidende overeenkomst, is het bedrijf bevoegd voor alle rechtshandelingen, inbegrepen desaffectaties en daden van beschikking betreffende de goederen waarvan het de eigendom van de stad heeft verworven. Overeenkomstig het Verslag aan de Koning bij het Koninklijk Besluit van 9 maart 1999 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 10 april 1995 bedoeld in artikel 5, §2, en behoudens uitdrukkelijke andersluidende overeenkomst, is het bedrijf eveneens bevoegd voor alle rechtshandelingen, inbegrepen daden van beschikking, wat betreft de niet in eigendom overgedragen goederen van de stad die het beheert; goederen van de stad die deel uitmaken van het openbaar domein kunnen slechts door het bedrijf worden vervreemd of belast met zakelijke rechten nadat de stad het betrokken goed uitdrukkelijk heeft gedesaffecteerd.
        Artikel 9. Onderhandelingen en overeenkomsten met andere instanties
        Het bedrijf onderhandelt met alle bevoegde instanties zowel op internationaal, Europees, federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal, stedelijk niveau over investeringen, financiële tussenkomsten en alle andere aangelegenheden die zijn doelstelling raken.
        Het bedrijf kan met deze instanties over voormelde materies overeenkomsten sluiten op voorwaarde dat deze niet in strijd zijn met zijn doel of met de overeenkomsten die zijn gesloten met de stad Ieper.
        HOOFDSTUK III. ORGANEN
        AFDELING I INLEIDENDE BEPALINGEN
        Artikel 10. Structuur en openbaarheid
        Het bedrijf wordt beheerd door een bestuursorgaan en een directiecomité.
        De vergaderingen van het bestuursorgaan en het directiecomité zijn niet openbaar.
        De gedetailleerde notulen en alle documenten waar in de notulen naar wordt verwezen, liggen ter inzage van de gemeenteraadsleden van de stad IEPER op het secretariaat van het bedrijf, onverminderd de regelgeving inzake de openbaarheid van bestuur, en behoudens andersluidende regeling in de beheersovereenkomst en worden elektronisch ter beschikking gesteld op vraag van een gemeenteraadslid.
        AFDELING II HET BESTUURSORGAAN
        Artikel 11. Samenstelling
        Het bestuursorgaan is samengesteld uit 12 leden, die door de gemeenteraad worden benoemd. De meerderheid van de leden van het bestuursorgaan zijn gemeenteraadsleden. Elke fractie in de gemeenteraad is in het bestuursorgaan vertegenwoordigd. Ten hoogste twee derde van de leden van het bestuursorgaan is van hetzelfde geslacht.
        Het bestuursorgaan is bevoegd voor alles wat niet uitdrukkelijk bij decreet, in de statuten of in de beheersovereenkomst aan de gemeenteraad is voorbehouden (artikel 235 van het Decreet Lokaal Bestuur). Benevens de gemeenteraadsleden kunnen tevens deskundigen worden benoemd in het bestuursorgaan.
        Artikel 12. Bestuurders-gemeenteraadsleden
        Elke fractie, vertegenwoordigd in de gemeenteraad, draagt zelf zijn kandida(a)t(en)-raadslid voor. De leden van het bestuursorgaan kunnen te allen tijde door de gemeenteraad worden ontslagen; Wanneer een uit de gemeenteraad verkozen lid van het bestuursorgaan zijn hoedanigheid van gemeenteraadslid voortijdig verliest, wordt voormeld lid geacht onmiddellijk en zonder enige formaliteit ontslagnemend te zijn, ook voor eventuele mandaten uitgeoefend namens het bedrijf.
        Door de gemeenteraad wordt op voordracht van de fractie waartoe het uittredend lid behoorde, een vervanger aangesteld. De leden van de gemeenteraad die als lid zetelen in de organen van het bedrijf, mogen geen enkel bezoldigd mandaat vervullen noch enige bezoldigde activiteit uitoefenen in een filiaal van het bedrijf.
        Artikel 13. Regeling bij gemeenteraadsverkiezingen
        Bij de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad benoemt deze raad onverwijld een nieuw bestuursorgaan, overeenkomstig artikel 11 van de statuten. Uittredende leden zijn herbenoembaar. De leden van het bestuursorgaan blijven in functie tot de gemeenteraad in hun vervanging heeft voorzien. Binnen de maand na de benoeming wordt het bestuursorgaan van het bedrijf samengeroepen. Op de datum van deze eerste vergadering van het bestuursorgaan, worden alle mandaten in de organen van het bedrijf beëindigd.
        Artikel 14. Voorzitterschap
        Het bestuursorgaan kiest onder zijn leden een voorzitter.
        De voorzitter moet deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente.
        Artikel 15. Vergaderingen
        Het bestuursorgaan vergadert op uitnodiging van de voorzitter. Indien de voorzitter is verhinderd, wordt het bestuursorgaan uitgenodigd door een lid die door de voorzitter daartoe wordt aangeduid. Bij gebreke van de aanduiding van een vervangende voorzitter, zal het oudste in jaren lid het bestuursorgaan uitnodigen.
        De raad vergadert minimum twee (2) keer per jaar, en telkens wanneer het belang van het bedrijf dit vereist. Op gemotiveerde aanvraag van meer dan de helft van de leden van het bestuursorgaan is de voorzitter ertoe gehouden de raad binnen de 14 dagen na de aanvraag bijeen te roepen.
        De uitnodigingen vermelden de agenda, de plaats, de datum en het uur van de bijeenkomst; de bijhorende documenten worden erbij gevoegd. Dit kan per brief of mail.
        De bijeenkomsten worden gehouden in de zetel van het bedrijf of in enige andere in de uitnodiging vermelde plaats.
        De regelmatigheid van de bijeenroeping kan niet worden betwist indien twee derde van de leden aanwezig of regelmatig vertegenwoordigd zijn.
        Artikel 16. Aanwezigheid
        Het bestuursorgaan kan slechts geldig beraadslagen en beslissen, wanneer de eenvoudige meerderheid (de helft plus één) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Ieder lid mag één van zijn collega’s in de raad ertoe volmacht verlenen om hem op een welbepaalde vergadering van de raad te vertegenwoordigen en in zijn plaats te stemmen; de machtiging of het volmacht kan worden gegeven bij geschrift, per mail of door andere door het bestuursorgaan goedgekeurde communicatiemiddelen. Een lid mag evenwel niet meer dan één (1) volmacht uitoefenen. Een lid - gemeenteraadslid mag enkel worden vertegenwoordigd door een andere lid - gemeenteraadslid.
        In geval het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden van de raad ontoereikend is om geldig te beraadslagen of te beslissen, dan vergadert hij binnen de veertien (14) dagen opnieuw met dezelfde agenda; slechts dan kan hij geldig beraadslagen en beslissen, welk ook het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden zij, voor zover tenminste twee (2) leden - gemeenteraadslid aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
        Artikel 17. Stemming
        Een beslissing van het bestuursorgaan is slechts geldig wanneer zij genomen wordt met de vereiste meerderheid van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Blanco en ongeldige stemmen worden niet bij de uitgebrachte stemmen geteld.
        De vereiste meerderheid is de eenvoudige meerderheid (helft plus één), uitgezonderd voor het geval de wet of de statuten er een andere voorzien.
        Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend; bij geheime stemming evenwel wordt de beslissing verworpen.
        Over punten die niet op de agenda werden vermeld, kan de raad slechts geldig beslissen bij aanwezigheid van twee derde van het bestuursorgaan.
        Artikel 18. Niet-binding en aansprakelijkheid van de leden van het bestuursorgaan.
        De leden van het bestuursorgaan zijn door de verbintenissen van het bedrijf niet persoonlijk verbonden.
        De leden van het bestuursorgaan zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur.
        Artikel 19. Strijdigheid van belangen
        Overeenkomstig het Wetboek der Vennootschappen en artikel 235 § 4 van het Decreet Lokaal Bestuur, moet, indien een lid rechtstreeks of onrechtstreeks een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van het bestuursorgaan, hij dit meedelen aan de andere leden voor het bestuursorgaan een besluit neemt.
        Zijn verklaring, alsook de rechtvaardigingsgronden betreffende voornoemd strijdig belang, moeten worden opgenomen in de notulen van het bestuursorgaan die de beslissing moet nemen. Het betrokken lid moet tevens de commissaris van het tegenstrijdig belang op de hoogte brengen.
        Met het oog op de publicatie ervan in het verslag bedoeld in het Wetboek van Vennootschappen, omschrijft het bestuursorgaan in de notulen de aard van de in het eerste lid bedoelde beslissing of verrichting en verantwoordt het genomen besluit. Ook de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor het bedrijf moeten in de notulen worden vermeld. In het verslag moeten voornoemde notulen in hun geheel worden opgenomen.
        Het in het Wetboek van Vennootschappen bedoelde verslag van de commissaris moet een afzonderlijke omschrijving bevatten van de vermogensrechtelijke gevolgen voor het bedrijf van de besluiten van het bestuursorgaan, ten aanzien waarvan een strijdig belang in de zin van het eerste lid bestaat.
        Onverminderd de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen, zijn de leden-bestuurders persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schade geleden door het bedrijf of door derden ten gevolge van beslissingen of verrichtingen die hebben plaatsgevonden met inachtneming van dit artikel, indien de beslissing of verrichting aan hen of aan één van hen een onrechtmatig financieel voordeel heeft bezorgd ten nadele van het bedrijf.
        Voornoemde regeling is niet van toepassing in het geval wanneer de beslissingen van het bestuursorgaan betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.
        Dit artikel doet geen afbreuk aan de gelding van andere bepalingen betreffende de belangenvermenging in hoofde van bestuurders en met openbare diensten belaste personen, zoals onder meer artikel 245 van het Strafwetboek.
        Een bestuurder mag dus niet:
        1° aanwezig zijn bij de bespreking of stemming over aangelegenheden waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot of zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dit verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het (oud) Burgerlijk Wetboek, hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;
        2° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten behoudens in geval van een schenking aan het autonoom gemeentebedrijf of de gemeente, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van het autonoom gemeentebedrijf of de gemeente, behoudens in de gevallen waarbij de bestuurder een beroep doet op een door het autonoom gemeentebedrijf of de gemeente aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
        3° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werkzaam zijn in geschillen ten behoeve van het bedrijf. Dit verbod geldt met name ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de bestuurder werken;
        4° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werkzaam zijn in geschillen ten behoeve van de tegenpartij van het bedrijf of ten behoeve van een personeelslid van het bedrijf aangaande beslissingen in verband met de tewerkstelling binnen het bedrijf. Dit verbod geldt met name ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de bestuurder werken.
        Artikel 20. Notulen
        De beraadslagingen en de beslissingen van het bestuursorgaan worden door de secretaris genotuleerd. Deze notulen worden tijdens de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd, in een register op de zetel van het bedrijf opgenomen en door de voorzitter, de secretaris en één lid van de raad ondertekend. Bij afwezigheid of verhindering van dit lid wordt zijn handtekening vervangen door die van twee (2) leden.
        De volmachten worden aan de notulen gehecht. De kopieën of uittreksels die bij een rechtspleging of in andere gevallen moeten worden voorgelegd, worden ondertekend door de voorzitter of een lid van de raad. Bij afwezigheid of verhindering van dit lid wordt zijn handtekening vervangen door die van twee (2) andere leden.
        Het register wordt bewaard onder de verantwoordelijkheid van de secretaris.
        Artikel 21. Ondertekening van akten
        Tenzij het bestuursorgaan een bijzondere lastgeving verstrekt, en behoudens andere regeling in het reglement van inwendige orde, worden de akten, die het bedrijf verbinden tegenover derden vreemd aan het bedrijf, ondertekend door de voorzitter en een lid. Bij afwezigheid of verhindering van dit lid wordt zijn handtekening vervangen door die van twee (2) andere leden.
        Artikel 22. Bevoegdheden
        Het bestuursorgaan heeft de meest uitgebreide bevoegdheden om alle nuttige of noodzakelijke handelingen te verrichten om het doel van het bedrijf te verwezenlijken.
        Hij beschikt over de volheid van bevoegdheid.
        Het bedrijf wordt in al zijn handelingen, met inbegrip van de vertegenwoordiging in rechte, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuursorgaan die geen bewijs van een voorafgaand besluit van het bestuursorgaan moet leveren. Wanneer het belang van het bedrijf zulks vereist, beslist de voorzitter of, bij diens afwezigheid, een door de voorzitter aangeduid lid, rechtsgeldig en zonder verdere formaliteit over het instellen van rechtsvorderingen en over het treffen van alle maatregelen tot bewaring van recht in de meest ruime zin van het woord, in en buiten gerechtelijke procedures; van de instelling van rechtsvordering wordt mededeling gedaan aan het eerstvolgende bestuursorgaan.
        Het bestuursorgaan oefent controle uit op het directiecomité.
        Telkens wanneer de gemeenteraad van de stad IEPER hem daartoe verzoekt, brengt het bestuursorgaan verslag uit over alle of sommige activiteiten van het bedrijf.
        Het bestuursorgaan stelt het meerjarenplan op dat start in het tweede jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen en ten einde loopt in het jaar na de volgende gemeenteraadsverkiezingen.. Het bestuursorgaan legt jaarlijks de beleidsnota en het budget voor overeenkomstig de regels die krachtens het Decreet Lokaal Bestuur gelden voor het meerjarenplan en het budget van de gemeente.
        De boekhouding wordt gevoerd onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van het bestuursorgaan.
        Het bestuursorgaan legt jaarlijks de beleidsnota en het budget vast en legt ze samen met het beleidsplan ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor.
        Artikel 23. Delegaties
        Het bestuursorgaan kan de uitoefening van bepaalde bevoegdheden delegeren aan het directiecomité, doch niet inzake:
        - het sluiten van beleids-, beheers- en samenwerkingsovereenkomsten met de stad bedoeld in artikel 7;
        - het sluiten van beleids-, beheers- en samenwerkingsovereenkomsten met andere publiekrechtelijke overheden; het oprichten van of het participeren in filialen; het vaststellen van het ondernemingsplan en het activiteitenverslag; het vaststellen van het reglement van inwendige orde; het vaststellen van de loons- en arbeidsvoorwaarden van het personeel en de organisatie van het syndicaal overleg; het stellen van daden van beschikking en desaffectatie met betrekking tot openbare domeingoederen.
        Dit delegatieverbod belet niet dat het directiecomité kan worden belast met het nader uitwerken van detailaspecten en technische aspecten van de door het bestuursorgaan getroffen beslissingen.
        Het bestuursorgaan kan in geen geval afstand doen van zijn bevoegdheden de leden van het directiecomité aan te stellen en het directiecomité te controleren.
        Artikel 24. Personeel
        Het bestuursorgaan beslist over het aanwerven van personeel en stelt hun personeelsstatuut vast. Het personeelsstatuut wordt opgesteld overeenkomstig artikel 239 van het Decreet Lokaal Bestuur. Binnen dezelfde grenzen kan het bestuursorgaan eveneens met de stad IEPER of met derden, natuurlijke of rechtspersonen dienstverleningsovereenkomsten sluiten waarbij de uitvoering van bepaalde taken of opdrachten aan de stad of voormelde derden wordt toevertrouwd.

        Het bestuursorgaan van het AGB kan een volgende bevoegdheden delegeren aan het directiecomité of de gedelegeerd bestuurder:
        • Het dagelijks personeelsbeheer, inclusief het aanstellen en ontslaan van personeel, en de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel;
        • Het dagelijkse bestuur;
        • De vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur;
        De voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.
        Het directiecomité of de gedelegeerd bestuurder kan de aan hen toevertrouwde bevoegdheden verder delegeren aan personeelsleden van het autonoom gemeentebedrijf.”

        Artikel 25. Vergoedingen

        De leden van het bestuursorgaan oefenen hun mandaat bezoldigd of onbezoldigd uit.
        De eventuele bezoldiging van de leden van het bestuursorgaan wordt vastgesteld door het bestuursorgaan. Deze bezoldiging mag niet hoger zijn dan het wettelijk bepaald maximumbedrag van het presentiegeld van een gemeenteraadslid in de gemeenteraad.
        Artikel 26. Reglement van inwendige orde
        Het bestuursorgaan kan de regelen in verband met zijn werking en zijn secretariaat nader regelen in een reglement van inwendige orde; daarin kunnen onder meer regelingen worden opgenomen i.v.m. de schriftelijke besluitvorming.
        AFDELING III. HET DIRECTIECOMITE
        Artikel 27. Samenstelling
        Het directiecomité is samengesteld uit een voorzitter van het directiecomité en maximum vier (4) leden, aangesteld door het bestuursorgaan.
        Het bestuursorgaan bepaalt de vergoeding van de leden van het directiecomité. Deze vergoeding mag niet hoger zijn dan het wettelijk bepaald maximumbedrag van het presentiegeld van een gemeenteraadslid in de gemeenteraad.
        Artikel 28. Regeling bij gemeenteraadsverkiezingen
        Na de gemeenteraadsverkiezingen worden de mandaten in het directiecomité beëindigd overeenkomstig artikel 12 van deze statuten.
        Artikel 29. Bevoegdheden
        Het directiecomité is belast met het dagelijkse bestuur, met de vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur, en met de uitvoering van de beslissingen van het bestuursorgaan.
        Het bedrijf wordt in al zijn handelingen van het dagelijkse bestuur, met inbegrip van de vertegenwoordiging in rechte, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het directiecomité die geen bewijs van een voorafgaand besluit tot machtiging moet leveren.
        Het directiecomité brengt regelmatig verslag uit aan het bestuursorgaan en minstens wanneer het bestuursorgaan hierom vraagt.
        Artikel 30. Beraadslaging en stemming
        De voorzitter van het directiecomité zit de vergaderingen van het directiecomité voor.
        Indien de voorzitter van het directiecomité is verhinderd, wordt het directiecomité voorgezeten door een lid die door de voorzitter van het directiecomité daartoe wordt aangeduid. Bij gebreke aan de aanduiding van een vervangende voorzitter door de voorzitter van het directiecomité , zal het oudste in jaren aanwezig directiecomité-lid de vergadering voorzitten.
        De besluiten van het directiecomité worden bij eenvoudige meerderheid (helft plus één) van de uitgebrachte stemmen genomen. Blanco en ongeldige stemmen worden niet bij de uitgebrachte stemmen geteld.
        In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter van het directiecomité doorslaggevend.
        Artikel 31. Notulen
        De beraadslagingen en de beslissingen van het directiecomité worden genotuleerd.
        De notulen worden tijdens de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd, in een op de zetel bewaard register opgenomen en ondertekend door de voorzitter van het directiecomité. Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter van het directiecomité wordt zijn handtekening vervangen door die van 2 directiecomité-leden.
        Artikel 32. Reglement van inwendige orde
        Het directiecomité kan de nadere werkingsregels, onder meer op het vlak van de volmachten, regelen in een reglement van inwendige orde, dat door het bestuursorgaan wordt goedgekeurd.
        Artikel 33. Niet-binding en aansprakelijkheid van de leden van het directiecomité
        De leden van het directiecomité zijn door de verbintenissen van het bedrijf niet persoonlijk verbonden.
        De leden van het directiecomité zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur.
        HOOFDSTUK IV. FINANCIEN
        Artikel 34. Inkomsten en uitgaven
        Het bedrijf ontvangt de inkomsten van de uitoefening van zijn activiteiten; het kan vergoedingen en prijzen van alle aard innen, vaststellen en overeenkomen en door de stad ter beschikking gestelde of doorgestorte middelen ontvangen. De tarieven en de tariefstructuren voor het gebruik van de infrastructuur worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
        Het bedrijf draagt de lasten van zijn activiteiten.
        Het bedrijf beslist vrij over de omvang, de technieken en de voorwaarden van zijn externe financiering. Het kan onder meer toelagen, giften en legaten ontvangen en leningen aangaan.
        Artikel 35. Boekhouding
        Het bedrijf is onderworpen aan de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, zoals gewijzigd of vervangen.
        Artikel 36. Boekjaar
        Het financieel boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar.
        Artikel 37. Jaarrekening
        Het bestuursorgaan maakt een ontwerp van jaarrekening over aan de commissaris, verder vermeld, die binnen de vier (4) weken bij het bestuursorgaan zijn verslag indient.
        Het bestuursorgaan stelt de jaarrekening vast en maakt deze vooraf over aan het college van burgemeester en schepenen, om te worden voorgelegd aan de gemeenteraad vóór 30 juni. De gemeenteraad moet kwijting verlenen.
        In toepassing van het Decreet Lokaal Bestuur is de Beleids- en Beheerscyclus van op toepassing op het bedrijf. Het bedrijf stelt een budget en een beleidsplan op volgens de regels die van toepassing zijn voor de gemeenten.
        Artikel 38. Resultaatsbestemming
        Met inachtname van de eventueel ter zake gesloten beleidsovereenkomsten, nadat, primo, minstens tien procent van de nettowinst werd gereserveerd en, secundo, nadat minstens tien procent werd doorgestort naar de gemeentekas, beslist het bestuursorgaan over de bestemming van het resultaat van het bedrijf.
        Artikel 39. Ondernemingsplan en activiteitenverslag
        Het bestuursorgaan stelt jaarlijks een strategische nota/plan op dat de doelstellingen en de strategie van het bedrijf op middellange termijn vastlegt, evenals een activiteitenverslag van het voorbije boekjaar.
        Het beleidsplan wordt voor 15 oktober overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen, om te worden goedgekeurd door de gemeenteraad uiterlijk op 31 oktober.
        Het activiteitenverslag alsook het verslag van het commissaris, worden telkens na het afsluiten van het betrokken boekjaar, en vóór 15 juni, overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen, om te worden meegedeeld aan de gemeenteraad.
        Artikel 40. Sanering
        Wanneer ten gevolge van een geleden verlies het netto-actief gedaald is tot minder dan de helft van het door de stad IEPER ingebrachte kapitaal, dan moet de gemeenteraad bijeenkomen binnen een termijn van ten hoogste twee (2) maanden nadat het verlies is vastgesteld om, in voorkomend geval, te beraadslagen en te besluiten over de maatregelen die het bestuursorgaan voorstelt in een plan opgesteld ter sanering van de financiële toestand.
        Artikel 41. Ontbinding en vereffening
        De gemeenteraad kan steeds beslissen om tot ontbinding en vereffening van het bedrijf over te gaan.
        In geval van ontbinding en vereffening van het bedrijf, wordt een algemene inventaris opgemaakt en tevens een eindrekening, omvattende de balans en de resultatenrekening.
        Behoudens andersluidende beslissing van de gemeenteraad, komen de rechten en verplichtingen van het bedrijf, met inbegrip van alle eigendomsrechten en beschikbare gelden, toe aan de stad IEPER. De door de stad IEPER aan het bedrijf overgedragen personeelsleden komen, met behoud van statuut, automatisch terug naar de stad IEPER.
        HOOFDSTUK V. CONTROLE
        Artikel. 42. Commissaris
        Het toezicht op de financiële toestand en op de jaarrekening wordt opgedragen aan een commissaris die door de gemeenteraad wordt gekozen buiten het bestuursorgaan.
        De commissaris wordt aangesteld conform de vigerende regelgeving in het bijzonder het Decreet Lokaal Bestuur en de vennootschapswetgeving.
        Indien de vigerende regelgeving de aanstelling van een commissaris-bedrijfsrevisor oplegt dan zal de bezoldiging van de commissaris-bedrijfsrevisor bestaan uit een vast bedrag vastgesteld overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en zal de commissaris-bedrijfsrevisor wordt benoemd voor een hernieuwbare termijn van één (1) jaar.
        Op straffe van schadevergoeding kan de commissaris(-bedrijfsrevisor, niet verplicht) tijdens zijn opdracht alleen om wettige reden door de gemeenteraad worden ontslagen, mits eerbiediging van de dan vigerende procedure omschreven in het Wetboek van vennootschappen.
        Artikel 43. Controlebevoegdheden van de commissarissen
        De commissaris heeft een onbeperkt recht van controle over alle verrichtingen van het bedrijf. Hij mag ter plaatse inzage nemen van de boeken, de briefwisseling, de notulen in het algemeen van alle geschriften van het bedrijf.
        De commissaris kan zich bij de uitoefening van zijn taak, op zijn kosten, doen bijstaan door aangestelde(n) of andere personen voor wie hij instaat.
        De commissaris of zijn afgevaardigde moet aanwezig zijn op de gemeenteraadszitting waarop zijn verslag wordt meegedeeld.
        Artikel 44. Beëindiging van het mandaat van de commissaris
        Ingeval het mandaat van de commissaris een einde neemt tijdens de drie (3) laatste respectievelijk drie (3) eerste maanden van het boekjaar, zal deze nog dienen in te staan voor het opstellen van de rapporten, verslagen en plannen die hij in zijn hoedanigheid van commissaris dient op te stellen overeenkomstig de wet en de huidige statuten en die betrekking hebben op het lopende respectievelijk vorig boekjaar.
        HOOFDSTUK VI. RECHTSOPVOLGING
        Artikel 45. Overdracht van rechten en plichten en rechtsopvolging
        De stad IEPER kan aan het bedrijf bij of na de oprichting rechten en plichten overdragen, waaronder het eigendomsrecht of de exploitatierechten op roerende en onroerende goederen. Deze overdracht zal van rechtswege geschieden voor de overeenkomsten, eigendommen, en andere rechten en plichten die de gemeenteraad aanduidt. Deze rechtsopvolging van rechtswege berust op de wettelijke en reglementaire bepalingen en volgt uit de overdracht van de betrokken activiteiten door de stad aan het bedrijf. Van deze rechtsopvolging van rechtswege wordt door de stad bij aangetekende brief kennis gegeven aan het bedrijf en mogelijke andere belanghebbende partijen. De overdracht en de rechtsopvolging zijn evenwel voltrokken door het enkele gemeenteraadsbesluit. Het bedrijf en de stad, kunnen de door de gemeenteraad besliste overdracht van de eigendom van onroerende goederen zo nodig met bijkomende middelen tegenstelbaar aan derden maken.
        De overdracht van andere overeenkomsten, rechten en plichten door de stad aan het bedrijf geschiedt op basis van de desbetreffende overeenkomsten of het gemeen recht ter zake.
        Bij of na de oprichting van het bedrijf kan de gemeente goederen aan het bedrijf verkopen of ter beschikking stellen onder nader overeen te komen voorwaarden.
        Het bedrijf kan bij of na zijn oprichting rechten en plichten van andere publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen overnemen. Het bedrijf heeft de meest uitgebreide bevoegdheden om te dien einde regelingen te treffen.
        Bestuursrechtelijk:
        Onverminderd wat hierboven werd uiteengezet nopens de tegenstelbaarheid en de behoorlijke kennisgeving, Het bedrijf neemt van rechtswege alle rechten en verplichtingen over van de stad die voortvloeien uit de wetten, de decreten, de besluiten en de tussen de stad en de Belgische federale overheid of Vlaamse gewest geldende overeenkomsten, die de uitoefening regelen van de bestuurlijke bevoegdheden van het bedrijf, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortkomen uit hangende en toekomstige gerechtelijke procedures.
        T.a.v. publiek-en privaatrechtelijke personen:
        Onverminderd wat hierboven werd uiteengezet nopens de tegenstelbaarheid en de behoorlijke kennisgeving, neemt het bedrijf eveneens de andere rechten en verplichtingen van de stad over die voortvloeien uit bestaande rechtsverhoudingen die verband houden met de uitoefening van de bestuurlijke bevoegdheden van het bedrijf, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortkomen uit hangende en toekomstige gerechtelijke procedures.

        Artikel 2: Dit besluit treedt onmiddellijk in werking onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.
        Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
        Artikel 4: Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid voorgelegd.

      • Beheersovereenkomst AGB SPIE - stad Ieper - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Tussen de Stad en AGB SPIE werd onderhandeld om de beheersovereenkomst tussen beide entiteiten conform het Decreet Lokaal Bestuur in te vullen.

        Daarin komen volgende aangelegenheden aan bod:

        - de opdrachten van het bedrijf, incl. de onroerende en roerende goederen noodzakelijk voor de opdracht van het bedrijf;
        - de gedragsregels rond de dienstverlening;
        - de werking van de organen van het bedrijf;
        - ondersteuning door de diensten van de Stad Ieper;
        - de financiële bepalingen;
        - de bepalingen inzake personeel;
        - afspraken rond informatieverstrekking, rapportering en organisatiebeheersing;
        - diverse andere bepalingen.- in voorkomend geval de aanwending van ter beschikking gestelde personeelsleden, middelen en infrastructuur

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om in te stemmen met de beheersovereenkomst van AGB SPIE, waarvan de tekst hier volgt:

        I. ALGEMEEN JURIDISCH EN BELEIDSKADER

        Artikel 1. Voorwerp en grondslag van deze overeenkomst

        §1. Deze overeenkomst wordt gesloten binnen het juridisch kader van de Nieuwe Gemeentewet, het Decreet Lokaal Bestuur en het oprichtingsbesluit van de gemeenteraad van 5 september 2005, goedgekeurd door de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse Rand bij ministerieel besluit.

        §2. Deze overeenkomst steunt bovendien op de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf dat werd omgevormd tot een AGB conform de bepalingen van het toen toepasselijke gemeentedecreet bij gemeenteraadsbeslissing van dd. 4 november 2013 waarvan de gewijzigde gecoördineerde statuten werden goedgekeurd bij beslissing van de raad van bestuur van 5 december 2013. Ze wordt in het bijzonder gesloten ter uitvoering van artikel 7 van de statuten van het AGB inzake de verplichting voor de Stad en het AGB tot het opstellen van een beheersovereenkomst.

        §3. Deze overeenkomst wordt gesloten met het oog op het vastleggen en bepalen van het financieel en operationeel kader van het AGB, het afstemmen van het beleid van het AGB op het beleid van de Stad, alsmede met het oog op het formuleren van een duidelijke en transparante verhouding tussen de partijen in het kader van de werking van het AGB dat, overeenkomstig artikel 3 van de statuten, als maatschappelijk doel heeft:

        Artikel 2. Doel, activiteiten en bevoegdheden

        §1. Het bedrijf heeft als doel het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en de valorisering van het patrimonium behorend tot het openbaar en privaat domein waarvan het eigenaar is of waarop, ongeacht de rechtstechniek, door de stad een beheers- of gebruiksrecht wordt toegekend, evenals de exploitatie van deze infrastructuren, bestemd voor stadsontwikkeling en het beheer van het stedelijk patrimonium;

        §2. Ter realisering van de in §1 vermelde doelstellingen, werd het bedrijf opgericht voor de activiteiten bedoeld in artikel 4, 7, 8 en 15 van het Koninklijk Besluit van 10 april 1995 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten, laatst gewijzigd bij Koninklijk Besluit:

        (4°) de exploitatie van parkeergelegenheden, opslagplaatsen of kampeerterreinen;

        (7°) de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning, onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke of verzorgende activiteiten;

        (8°) het verwerven van onroerende goederen, de vorming van zakelijke onroerende rechten, de bouw, de renovatie, de verbouwing, het verhuren of de financieringshuur van onroerende goederen met het oog op de verkoop, de verhuur, de financieringshuur of andere juridische handelingen betreffende deze onroerende goederen, en

        (15°) het beheer van het onroerend vermogen van de stad.

        §3. Het bedrijf mag, binnen de grenzen van zijn doel, vrij beslissen over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van zijn lichamelijke en onlichamelijke goederen, de vestiging of de opheffing van de zakelijke rechten op die goederen, alsook over de uitvoering van dergelijke beslissingen en over hun financiering.

        Het mag ook gebruik maken van alle rechtstechnieken, waaronder de vestiging en de opheffing van zakelijke en persoonlijke rechten, de verlening en de beëindiging van concessies, en het uitgeven en verhandelen van vastgoedcertificaten, obligaties en andere effecten en andere wettelijke mogelijkheden van alternatieve financiering. Onverminderd artikel 7, is het bevoegd voor de affectaties en de desaffectaties van alle goederen waarvan het eigenaar of beheerder is, en dit rekening houdend met hetgeen hieromtrent bepaald wordt in de laatste paragraaf van artikel 7 van deze statuten.

        Binnen de grenzen van zijn doel kan het bedrijf met betrekking tot de eigen goederen en de goederen van de stad optreden als bemiddelaar met het oog op de verkoop, aankoop, ruil, verhuring of afstand van onroerende goederen, en roerende rechten of handelsfondsen, instaan voor het beheer van onroerende goederen of van onroerende rechten, en het syndicaatschap van onroerende goederen in mede-eigendom uitoefenen; het bedrijf, de leden van zijn organen, zijn personeel en zijn andere vertegenwoordigers zijn daarbij niet onderworpen aan de regelgeving tot bescherming van de beroepstitel en de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar.

        Tegen deze achtergrond legt de beheersovereenkomst de wederzijdse rechten en plichten van partijen vast.

        §4. De beheersovereenkomst regelt overeenkomstig artikel 234 Decreet Lokaal Bestuur en artikel 3 van de statuten van het AGB minstens de volgende aangelegenheden:

        1° de concretisering van de wijze waarop het AGB zijn taken moet vervullen en de concretisering van de doelstellingen van het AGB;
        2° de modaliteiten van toekenning van middelen door de Stad voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van het AGB;
        3° binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering, het bedrag van het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van het AGB worden toegekend;
        4° de voorwaarden waaronder door het AGB eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend;
        5° de wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door het bestuursorgaan vastgesteld en berekend worden;
        6° de gedragsregels inzake de publieke dienstverlening door het AGB;
        7° de voorwaarden waaronder het AGB andere rechtspersonen kan oprichten, erin kan deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;
        8° de wijze van informatieverstrekking en rapportering door het AGB aan de Stad;
        9° de wijze waarop het AGB zal voorzien in een systeem van interne en externe controle;
        10° de maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst;
        11° de omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.

        Artikel 3. Algemene publiekrechtelijke opdracht van het AGB

        §1. Het AGB kan voor lokale PPS-projecten op voorwaarde van bijzondere en omstandige motivering, zakelijke rechten vestigen op de onroerende goederen die behoren tot het openbaar domein, voor zover de gevestigde zakelijke rechten niet kennelijk onverenigbaar zijn met de bestemming van deze goederen.

        De beperkende maatregelen van dit artikel gelden echter niet wanneer door of krachtens de wet of het decreet een bijzondere afwijkende regeling is ingesteld.

        §2. Het AGB schakelt zich integraal en zonder voorbehoud in, in het stedelijk beleid inzake het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en de valorisering van het patrimonium behorend tot het openbaar en privaat domein waarvan het eigenaar is of waarop, ongeacht de rechtstechniek, door de stad een beheers- of gebruiksrecht wordt toegekend, evenals de exploitatie van deze infrastructuren bestemd voor stadsontwikkeling en het beheer van het stedelijk patrimonium; waarvan het verder de uitvoering beoogt en nastreeft.

        §3. Het AGB zal, binnen haar visie en missie, instaan voor het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en valorisering van zowel het eigen patrimonium als van het patrimonium behorende tot het publiek of privaat domein van de Stad dat aan het AGB, op welke wijze ook, wordt toevertrouwd, en zoals passend binnen haar maatschappelijke doelstelling en de taken van stedelijk belang waarmee het AGB is belast.

        Het AGB wordt door de Stad meer bepaald belast met een publiekrechtelijke opdracht tot beheer en/of exploitatie van de volgende goederen:

        • (4°) de exploitatie van parkeergelegenheden, opslagplaatsen of kampeerterreinen;

        • (7°) de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning, onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke of verzorgende activiteiten;

        • (8°) het verwerven van onroerende goederen, de vorming van zakelijke onroerende rechten, de bouw, de renovatie, de verbouwing, het verhuren of de financieringshuur van onroerende goederen met het oog op de verkoop, de verhuur, de financieringshuur of andere juridische handelingen betreffende deze onroerende goederen; en

        • (15°) het beheer van het onroerend vermogen van de stad.

        §4. Het beheer en de exploitatie van de bovenvermelde goederen omvat, in de mate er in deze overeenkomst niet verder wordt van afgeweken, minstens het volgende:

        • het onderhoud, met inbegrip van alle vereiste herstellingen, om de goederen in goede staat te houden en bruikbaar te houden voor de dienstverlening of doelstelling waarvoor zij zijn bestemd;

        • de uitbating ten overstaan van derden, op welke wijze dan ook, inbegrepen doch niet beperkt tot de verhuring of de terbeschikkingstelling, met inbegrip van alle hiermee verband houdende aspecten zoals het verzorgen van een behoorlijke dienstverlening en informatieverstrekking aan de gebruikers, een nauwgezette en transparante facturatie van verstrekte diensten, etc…;

        • de verdere uitbouw en aanpassing van de goederen in samenspraak met de Stad, bvb. gericht op nieuwe noden en behoeften, gebruiksvriendelijkheid,….

        §5. Alle aan het AGB toevertrouwde goederen worden, middels tussenkomst van het AGB, binnen de krijtlijnen van deze overeenkomst terug ter beschikking gesteld van de Stad, de verenigingen, organisaties, ondernemingen of bevolkingsgroepen, ongeacht hun ideologische of filosofische strekking.

        §6. Het AGB volgt verplicht, behoudens afwijking tussen partijen, de stedelijke reglementen over de ter beschikking stelling en tarifering van goederen.

        §7. In de mate het eigendomsrecht van de goederen overgaat van de Stad naar het AGB, beschikt de AGB over een genotsrecht op de goederen indien zij dit wenst.

        §8. Het beheer en de exploitatie van andere goederen dan vermeld in deze overeenkomst kan eveneens worden overgedragen of toevertrouwd aan het AGB binnen de uitvoering van het beleid en de visie van de Stad. De lijst bij deze overeenkomst kan dan ook steeds tussen partijen worden uitgebreid door middel van een convenant of naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie van onderliggende beheersovereenkomst door de gemeenteraad.

        §9. Het AGB kan ook zelf goederen oprichten of verwerven van derden, steeds binnen de budgettaire grenzen zoals vastgelegd met de Stad. De door het AGB verworven of opgerichte goederen worden ter beschikking gesteld van derden of van de Stad zoals vermeld in dit artikel.

        Artikel 4. Engagementen in verband met de algemene werkwijze van het AGB

        §1. Bij de verwezenlijking van haar doelstellingen worden de aan het AGB ter beschikking gestelde middelen en goederen uitsluitend aangewend voor het bereiken van deze doelstellingen en het vervullen van de opdrachten van het AGB.

        Dit geldt zowel voor een mogelijke financiële toelage van de Stad, als voor middelen toegekend door andere overheden of private personen, middelen die door het AGB zelf gegenereerd werden of enige andere middelen waarover het AGB beschikt, alsmede alle goederen die aan het AGB worden toevertrouwd.

        §2. Het AGB moet alle middelen en goederen, zowel haar eigen als deze van de Stad, steeds zorgvuldig en voorzichtig beheren op de wijze van een goede huisvader.

        §3. Het AGB streeft bij haar werking steeds de waarden en basisfilosofie na zodat dit AGB de Stad toelaat om haar patrimoniumbeheer en exploitatie op een transparante en gestroomlijnde wijze te voeren;

        §4. Het AGB zal zich bij de uitoefening van haar bevoegdheden steeds houden aan de toepasselijke wetgeving, waaronder doch niet beperkt tot de reglementering overheidsopdrachten, de wettelijke regels inzake de formele motivering en de openbaarheid van bestuur, voor deze beide laatste zoals de regels gelden voor de Stad.

        §5. Het AGB verbindt zich ertoe eveneens de beginselen van behoorlijk bestuur te respecteren, zoals daar zijn het redelijkheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het transparantiebeginsel en het zuinigheidsbeginsel.

        §6. Het AGB verbindt er zich toe te goeder trouw en constructief samen te werken met alle diensten van de Stad en haar acties maximaal te coördineren met andere actoren die binnen het stedelijk beleidsveld actief zijn. Met de gemeentelijke diensten kunnen daartoe bijkomende werkafspraken worden gemaakt.

        §7. Vanuit haar opdracht is het AGB, met betrekking tot haar opdrachten, de belangrijkste adviseur van de Stad.

        Artikel 5. Engagementen met betrekking tot interne beleidsplanning

        Het AGB concretiseert haar maatschappelijke opdracht, alsmede de concrete uitwerking ervan in deze overeenkomst, verder in een meerjarige beleidsplanning die zij opmaakt overeenkomstig de beheers – en beleidscyclus, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.

        Artikel 6. Financiële en niet-financiële engagementen

        §1. De financiële engagementen van de Stad zijn verder opgenomen in deze overeenkomst.

        §2. De Stad stelt kosteloos huisvesting ter beschikking aan het AGB om de in deze overeenkomst overeengekomen doelstellingen te realiseren.

        § 3. De Stad steunt het AGB onder meer op het vlak van HRM, ICT, informatiebeheer, informatieveiligheid, communicatie, financieel beheer, facilitair beheer, administratie en juridische expertise.

        Het overeenkomstig beleid van stad & OCMW Ieper is op het AGB van toepassing. Het AGB stelt de afwijkingen vast, voor zover het specifieke karakter van het AGB dat verantwoordt.

        Het AGB wint steeds advies in van deze ondersteunende diensten. De stad garandeert de gedeelde dienstverlening bij positief advies of mits onderling akkoord.

        In dienstverleningsovereenkomsten kunnen nadere afspraken worden gemaakt tussen de partijen omtrent deze gedeelde diensten, onverminderd hetgeen reeds opgenomen is in deze overeenkomst inzake personeel en binnen de grenzen van de regelgeving zoals de wetgeving op de uitzendarbeid en het Decreet Lokaal Bestuur.

        Deze dienstverlening wordt door de Stad aan het AGB verstrekt in het licht van de stedelijke verzelfstandiging van taken van stedelijke belang die met AGB SPIE wordt nagestreefd. In principe wordt deze dienstverlening dan ook kosteloos verstrekt, behoudens afwijking tussen partijen.

        De goedkeuring door de stad voor deelname/afname van raamovereenkomsten geldt automatisch voor het AGB.

        II. SPECIFIEK BELEIDSKADER

        Artikel 7. De gedragsregels inzake dienstverlening door het AGB

        §1. Het AGB handelt steeds overeenkomstig de algemene gedragsregels die moeten worden nageleefd bij de dienstverlening in het algemeen binnen de Stad.

        §2. Het AGB zal zich, voor wat betreft de onderlinge relaties tussen bestuursorganen en personeel evenals voor wat betreft de relaties met de Stad en haar adviesorganen, steeds gedragen in overeenstemming met de gedragscode die geldt voor de Stad.

        Artikel 8. De voorwaarden waaronder het AGB andere rechtspersonen kan oprichten, erin deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen

        §1. Binnen de perken van zijn maatschappelijk doel, zoals vermeld in deze overeenkomst, kan het AGB, overeenkomstig artikel 240, §5 van het Decreet Lokaal Bestuur, andere rechtspersonen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen, voor zover dat past in zijn opdrachten.

        §2. Het AGB streeft met de oprichting, deelname of vertegenwoordiging geen speculatieve oogmerken na.

        De oprichting, deelname of vertegenwoordiging gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en staatssteun en de voorwaarden, zoals bepaald in deze beheersovereenkomst. De beslissing tot oprichting, deelname of vertegenwoordiging toont aan dat aan deze voorwaarden is voldaan.

        §3. Behoudens toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen, draagt het AGB in geen geval zijn taken van stedelijk belang, noch geheel noch gedeeltelijk, over aan andere rechtspersonen.

        III. PERSONEEL

        Artikel 9. Eigen personeel van het AGB

        §1. Het personeel van het AGB kan in statutair of contractueel dienstverband worden aangesteld volgens de statuten van het AGB.

        §2. Het bestuursorgaan beslist principieel over het aanwerven van personeel en stelt hun personeelsstatuut telkens vast volgens de statuten van het AGB. Zij kan deze bevoegdheid delegeren zoals bepaald in de statuten.

        §3. Het voeren van de aanwervingsprocedure kan worden gedelegeerd aan de gedelegeerd bestuurder, die dit verder kan doordelegeren aan een personeelslid van het AGB.

        §4. De overeenstemmende rechtspositieregeling van de Stad is van toepassing op het personeel van het AGB. Bij overname van personeel van de Stad worden alle rechten en plichten opgebouwd binnen de Stad overgenomen.

        Het AGB stelt de afwijkingen op deze rechtspositieregeling vast, voor zover het specifieke karakter van het AGB dat verantwoordt.

        Het AGB bepaalt de rechtspositieregeling van de betrekkingen die niet bestaan binnen de Stad.

        Artikel 10. Personeelsinzet door middel van dienstverlening door de Stad

        §1. Binnen de grenzen van de regelgeving, inbegrepen de wetgeving op de uitzendarbeid, de Nieuwe Gemeentewet en het Decreet Lokaal Bestuur, zal het AGB met de Stad dienstverleningsovereenkomsten kunnen sluiten waarbij de uitvoering van bepaalde taken of opdrachten aan de Stad wordt toevertrouwd, waaronder:

        • het ondersteunen van de dagelijkse werking van het AGB;
        • de administratieve ondersteuning inzake documentenbeheer;
        • het beheer van de rekeningen;
        • de archivering van documenten;
        • ICT;
        • de operationele ondersteuning bij het beheer of exploitatie van goederen;

        §2. De Stad zal deze taken uitvoeren met haar eigen personeel, hetzij ze hiervoor een beroep kunnen doen op derden.

        §3. Deze dienstverlening wordt door de Stad aan het AGB verstrekt in het licht van de stedelijke verzelfstandiging van taken van stedelijk belang die met het AGB wordt nagestreefd. In principe wordt deze dienstverlening dan ook kosteloos verstrekt, behoudens afwijking tussen partijen.

        §4. De inzet van personeel van de Stad door middel van dienstverleningsafspraken gebeurt steeds mits de ter zake geldende rechtspositieregeling nageleefd wordt.

        §5. Partijen verklaren uitdrukkelijk dat zij in dit geval op zelfstandige basis met elkaar willen en zullen samenwerken, dat de Stad in volledige vrijheid zijn werk uitvoert en zijn werktijd indeelt, en dat er geen hiërarchische controle door het AGB zal worden uitgeoefend op de Stad. De Stad, noch haar werknemers en/of haar aangestelden, zullen zich gedragen of beschouwen als een werknemer, gezien hun relatie met het AGB niet gebaseerd is op een arbeidsovereenkomst.

        §6. De Stad verbindt er zich alsdan uitdrukkelijk toe het AGB te vrijwaren en/of schadeloos te stellen ongeacht het ogenblik waarop de gevolgen of mogelijke gevolgen zich voor het AGB uiten, voor alle eisen, schade, verliezen en kosten die voortvloeien uit of het gevolg zijn van de foutieve of slordige uitvoering van de onderhavige overeenkomst.

        §7 De Stad verbindt er zich alsdan ook toe het AGB te vrijwaren voor elke vordering of schadevergoeding die zouden voortvloeien uit of betrekking hebben op het sluiten, uitvoeren en/of beëindigingen van onderhavige overeenkomst en die zouden worden veroorzaakt door een fout vanwege de Stad bij het verlenen van de diensten. De verplichting tot schadeloosstelling is in het bijzonder van toepassing in geval van niet-naleving van een verbintenis van welke aard ook in verband met belastingen of sociale zekerheid.

        Artikel 11. Terbeschikkingstelling van statutaire personeelsleden door de Stad

        Mits de ter zake geldende rechtspositieregeling van het personeel van de Stad in deze mogelijkheid voorziet, kan de Stad aan het AGB statutair tewerkgesteld personeel ter beschikking stellen. Dit betekent dat het personeelslid van de Stad functioneel onder het gezag van het bestuur en de directie van het AGB valt.

        De Stad blijft de juridische werkgever van het personeelslid.

        Het personeelsstatuut van de Stad blijft in dat geval dus van toepassing.

        Voor het ter beschikking stellen van personeel kan een vergoeding worden aangerekend.

        Artikel 12. Welzijn op het werk

        Het AGB staat, voor het personeel dat bij haar, op welke wijze ook, wordt tewerkgesteld in voor de toepassing van de wetgeving inzake de reglementering en de bescherming van de arbeid die gelden op de plaats van het werk, behoudens andersluidende afspraken tussen partijen voor wat betreft het personeel dat wordt ter beschikking gesteld of wordt ingezet op basis van een dienstverleningsovereenkomst.

        Artikel 13. Beroep op derden

        Het AGB kan steeds een beroep doen op derden, overeenkomstig de ter zake geldende wettelijke bepalingen.

        IV. FINANCIELE AFSPRAKEN

        Artikel 14. Autonomie

        Het bedrijf ontvangt de inkomsten van de uitoefening van zijn activiteiten; het kan vergoedingen en prijzen van alle aard innen, vaststellen en overeenkomen en door de Stad ter beschikking gestelde of doorgestorte middelen ontvangen. De tarieven en de tariefstructuren voor het gebruik van de infrastructuur worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
        Het bedrijf draagt de lasten van zijn activiteiten.
        Het bedrijf beslist vrij over de omvang, de technieken en de voorwaarden van zijn externe financiering. Het kan onder meer toelagen, giften en legaten ontvangen en leningen aangaan.

        Artikel 15. Financiële tussenkomst door de Stad

        §1. Met het oog op de uitvoering van de in deze overeenkomst opgesomde taken en bevoegdheden stelt de Stad de nodige financiële middelen ter beschikking aan het AGB.

        Wat het exploitatiebudget betreft, kan de financiële ondersteuning bestaan uit bijzondere werkingstoelagen of resultaatgerichte prijssubsidies op inkomgelden en terbeschikkingstellingen van stedelijke infrastructuur. Daarnaast kan de Stad ook een periodieke algemene werkingstoelage voorzien om de algemene werkingskosten van het AGB te financieren.

        Wat het investeringsbudget betreft, kan de ondersteuning diverse vormen aannemen, afhankelijk van de aard van de investering: een kapitaalsubsidie, een doorgeeflening, een renteloze lening, een bijdrage in de aflossing van een lening,…

        §2. Naar aanleiding van de jaarlijkse opmaak van het beleidsplan en het budget van het AGB zal telkens voorafgaandelijk overleg plaatsvinden tussen het college van burgemeester en schepenen van de Stad en de gedelegeerd bestuurder van het AGB, teneinde overeenstemming te bereiken over de concrete financieringsmodaliteiten. De afspraken die in dit verband tussen partijen worden gemaakt, worden opgenomen in het budget en het meerjarenplan van de Stad en het AGB.

        §3. De Stad kan ook tussenkomen in het verlies van het AGB indien uit het ontwerp van de jaarrekening van het AGB een verlies blijkt.

        De Stad zal minstens tussenkomen in het tekort op het budgettair resultaat van het boekjaar dat blijkt uit het ontwerp van de jaarrekening (model J5 van BBC-besluit Vlaamse regering dd. 25/06/2010 en MB 1/10/2010 en latere aanpassingen).

        De tussenkomst door de Stad zal maar gebeuren mits uitdrukkelijk verzoek van het AGB en het opgelopen tekort niet het gevolg is van kennelijk onredelijke beslissingen van het AGB.

        De Stad beslist binnen deze krijtlijnen over de grootte van haar tussenkomst en engageert zich de nodige kredieten voor de tussenkomst in haar budget of budgetwijziging in te schrijven.

        De beslissing van tussenkomst dient te gebeuren vooraleer de jaarrekening van het AGB wordt afgesloten. In onderling overleg wordt bepaald of de tussenkomst definitief verworven is. Het AGB zal daartoe tijdig het verzoek tot tussenkomst voorleggen aan de Stad, zodat de Stad de vraag tot tussenkomst kan voorleggen aan haar bevoegde organen en vooraleer het AGB de jaarrekening ter vaststelling voorlegt aan de gemeenteraad.

        De tussenkomst in het verlies is op geen enkele wijze te beschouwen als een tegenprestatie voor de levering van een dienst door het AGB.

        Artikel 16. Presentiegeld en andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van het AGB worden toegekend

        §1. Aan de leden van het bestuursorgaan en de gedelegeerd bestuurder wordt geen presentiegeld of andere vergoedingen toegekend.

        Artikel 17. De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend

        §1. Het AGB kan, binnen de perken van zijn maatschappelijk doel eigen inkomsten verwerven evenals andere financieringen aanwenden.

        §2. Naar aanleiding van de jaarlijkse opmaak van het budget en het meerjarenplan zal het AGB concreet aangeven in welke mate van deze mogelijkheid wenst gebruik gemaakt te worden en volgens welke modaliteiten.

        De Stad en het AGB zullen op dat ogenblik in onderling overleg bepalen of desgevallend een andere financieringswijze meer aangewezen is.

        §3. Het AGB dient, voorafgaand aan transacties die een wijziging in negatieve zin in het budget van het AGB betekenen, deze ter goedkeuring voor te leggen aan de Stad, behoudens in gevallen van hoogdringendheid waarbij zo snel mogelijk dient teruggekoppeld te worden met de Stad.

        Artikel 18. Tarifering van de door het AGB geleverde prestaties

        §1. Het bedrijf ontvangt de inkomsten van de uitoefening van zijn activiteiten; het kan vergoedingen en prijzen van alle aard innen, vaststellen en overeenkomen en door de stad ter beschikking gestelde of doorgestorte middelen ontvangen. De tarieven en de tariefstructuren voor het gebruik van de infrastructuur worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

        §2. De tarieven dienen zo te worden vastgelegd door het AGB dat zij tegemoetkomen aan de werkelijke kost voor het ABG om de dienst te leveren, onverminderd de mogelijkheid voor het AGB om, gelet op de opdracht van stedelijk belang en al dan niet in overleg met de Stad, in de publieke dienstverlening gunsttarieven of kortingen toe te staan hetzij op de werkelijke kostprijs een toeslag aan te rekenen met het oog op het opbouwen van reserves binnen het AGB voor een verdere optimalisering van de publieke dienstverlening in het algemeen.

        §3. Over nieuwe tarieven of wijzigingen aan bestaande tarieven, inbegrepen de eenvoudige indexering ervan, mag het AGB zelfstandig beslissen op voorwaarde dat er een redelijke verhouding bestaat tussen het tarief en de kosten die betrekking hebben op de dienstverlening waarvoor het tarief geldt.

        Ingeval het AGB een aanpassing wenst van meer dan 25% voor bestaande tarieven, dient eerst de goedkeuring van de gemeenteraad te worden gevraagd.

        Artikel 19. Toezicht op de financiële toestand van het AGB

        §1. Het AGB voert de boekhouding overeenkomstig de Beheers –en Beleidscyclus en, indien van toepassing, overeenkomstig de Boekhoudwetgeving van 17 juli 1975. De Vlaamse Regering, bij delegatie de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, staat in voor het goedkeuringstoezicht.

        Artikel 20. Andere bepalingen met betrekking tot financiële aangelegenheden

        In de gevallen voorzien in artikel 10 en 11 van deze overeenkomst, kan de Stad kosten aanrekenen aan het AGB. De Stad raamt deze kosten, indien mogelijk, voor de uitvoering van de prestaties in een offerte die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het AGB.

        V. INFORMATIEVERSTREKKING EN RAPPORTERING, INTERNE CONTROLE

        Artikel 21. Rapportering door het AGB

        §1. Met het oog op:

        • de uitoefening van het toezicht door de Stad op de naleving van deze overeenkomst;

        • de controle op de gerechtvaardigde aanwending van de middelen die door de Stad ter beschikking worden gesteld aan het AGB, zoals ook bedoeld in de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de aanwending van sommige toelagen;

        • de evaluatie van de uitvoering van de opdracht van het AGB door de gemeenteraad;

        • de evaluatie na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad door de gemeenteraad over de uitvoering van de beheersovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan;

        • stelt het AGB voor de Stad een jaarverslag en een financieel verslag op met betrekking tot elk werkingsjaar.

        §2. Het jaarverslag en financieel verslag omvat:

        - een rapportering over de uitvoering van deze overeenkomst, meer in het bijzonder de mate waarin de verschillende doelstellingen en opdrachten zoals bepaald in deze overeenkomst bereikt werden.
        - In het geval van het niet bereiken van de vooropgestelde resultaten, moeten de vermoedelijke oorzaken vermeld worden, alsook eventuele suggesties voor correctieve acties, bijsturing van de overeenkomst of bijsturing van het gevoerde beleid. Ter gelegenheid van de evaluatie wordt het jaarverslag van het voorgaande jaar uitgebreid met respectievelijk een beknopt rapport over de voorgaande werkingsjaren van de overeenkomst;

        - een beknopt overzicht van de geleverde acties, te situeren binnen de opdrachten van het AGB;

        - een financieel verslag, bestaande uit de jaarrekening (balans en resultatenrekening), het verslag van het bestuursorgaan met betrekking tot de goedkeuring van de rekeningen, alsmede het verslag van de bedrijfsrevisor en de sociale balans.

        §3. Het bestuursorgaan stelt tevens de jaarrekening vast conform de vigerende wetgeving.

        Er wordt verder gehandeld overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.

        §4. Het bestuursorgaan maakt jaarlijks een beleidsplan op en het budget op overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.

        §5. Uiterlijk op 31 december van ieder jaar doet het AGB de nodige opnemingen, verificaties, opzoekingen en waarderingen om de inventaris op te maken van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van het bedrijf, van welke aard ook.

        Artikel 22. Toezicht en opvolging door de Stad

        §1. Partijen komen overeen dat de gemeenteraadsleden, alsmede de bevoegde dienst van de Stad, volledig inzagerecht hebben in de werkings- en financiële documenten van het AGB.

        §2. De bevoegde stedelijke dienst oefent minstens jaarlijks, op eigen stukken, toezicht uit op de naleving van de onderhavige overeenkomst en de aanwending van de door de Stad ter beschikking gestelde middelen.

        §3. De bevoegde stedelijke dienst maakt ter gelegenheid van de evaluatie van deze overeenkomst zelf een beknopt opvolgingsverslag over de uitvoering van de overeenkomst door het AGB ten aanzien van de gemeenteraad. Hierbij baseert de dienst zich op de rapporteringsdocumenten van het AGB, en op door het AGB en door toezichthouders eventueel verstrekte inlichtingen.

        Het opvolgingsverslag heeft tot doel de Stad te informeren over de uitvoering van de overeenkomst, eventuele gevolgen voor de nieuwe overeenkomst en de aanwending van de door de Stad aan het AGB ter beschikking gestelde middelen.

        §4. Het AGB erkent het inlichtingenrecht van de Stad m.b.t. informatie en/of stukken die op de overeenkomst betrekking hebben.

        De Stad mag op ieder ogenblik bijkomende informatie en documenten vragen.

        §5. Het AGB en de Stad streven steeds naar een vlotte, snelle, correcte en eenvoudige informatie uitwisseling. Er kunnen door de Stad en het AGB periodieke overlegmomenten worden voorzien.

        Artikel 23. De wijze waarop het AGB zal voorzien in een systeem van interne controle

        §1. Het AGB voorziet in een gedocumenteerd systeem van organisatiebeheersing dat onder meer de volgende elementen behelst:

        • het effectief en efficiënt beheer van risico’s binnen het AGB;
        • de betrouwbaarheid van de financiële en de beheersrapportering binnen het AGB;
        • de naleving van de regelgeving en de procedures binnen het AGB;
        • de effectieve en efficiënte werking van de diensten van het AGB;
        • de bescherming van de activa van het AGB.

        VI. AFSLUITENDE BEPALINGEN

        Artikel 24. Overdracht van overeenkomsten aan het AGB

        §1. Het AGB treedt in de rechten en plichten van de Stad die neergelegd zijn in en voortvloeien uit overeenkomsten die zijn afgesloten met betrekking tot het beheer en/of de exploitatie van de goederen die in deze overeenkomst zijn toevertrouwd aan of ingebracht in het AGB, behoudens andersluidende afspraak tussen partijen.

        Het gaat om de overeenkomsten zoals opgenomen als bijlage bij deze overeenkomst.

        §2. Bedoelde rechten en plichten, met inbegrip van de betreffende deze overeenkomsten hangende gedingen, worden door de Stad van rechtswege overgedragen aan het AGB overeenkomstig de statuten.

        Artikel 25. Aanpassing aan wijziging van de regelgeving

        Partijen zullen deze overeenkomst aanpassen aan elke wijziging in de toepasselijke regelgeving.

        Zij zullen er dan naar streven om het evenwicht vervat in deze overeenkomst maximaal en te goeder trouw te behouden.

        Artikel 26. Uitvoeringsmodaliteiten

        §1. Met het oog op de uitvoering, vervolledigen en verfijning van deze overeenkomst kunnen de partijen convenanten sluiten die aan deze overeenkomst zullen worden gehecht.

        §2. Op grond van een bijzondere motivering kan aan deze convenanten terugwerkende kracht worden verleend.

        Artikel 27. Verzekering

        §1. Het AGB heeft voor de werking van haar bestuursorganen een verzekering BA voor administratieve fouten en een verzekering bestuurdersaansprakelijkheid afgesloten.

        §2. Het AGB heeft voor de goederen en infrastructuur van de Stad die haar werd toevertrouwd of die zij zal exploiteert, een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afgesloten.

        Artikel 28. Duur

        §1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 juli 2025.

        De inwerkingtreding heeft geen invloed op de geldigheid van de voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst door de Stad en het bedrijf gestelde handelingen. Deze handelingen worden hierbij uitdrukkelijk door de Stad en het AGB, voor zoveel als nodig, bekrachtigd.

        §2. Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding eindigt de beheersovereenkomst in ieder geval uiterlijk zes maanden na de dag van de volledige vernieuwing van de gemeenteraad, zijnde 30 juni 2030.

        Partijen drukken de intentie uit om een nieuwe beheersovereenkomst te sluiten die uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad ingaat en geldt voor een periode van zes jaar.

        §3. Als bij het verstrijken van een beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande beheersovereenkomst van rechtswege verlengd.

        §4. Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen één jaar na de verlenging of als een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de gemeenteraad na overleg met het AGB voorlopige regels vaststellen inzake de in de beheersovereenkomst bedoelde aangelegenheden. Deze voorlopige regels zullen als beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.

        Artikel 29. De omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan worden gewijzigd, geschorst en ontbonden

        Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin het AGB actief is, hetzij in de beleidsopties, de financiële organisatie, hetzij door een wijziging in de wetgeving, en deze wijzigingen de opdrachten van het AGB dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de contractanten, zijn partijen verplicht hierover te onderhandelen, op initiatief van de meeste gerede partij.

        Desgevallend zal de beheersovereenkomst gewijzigd, dan wel geschorst of ontbonden worden.

        Artikel 30. De maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst

        Indien blijkt dat de Stad dan wel het AGB haar verbintenissen niet naleeft, worden in overleg tussen partijen correctieve maatregelen en acties afgesproken, met inbegrip van de periode waarin deze acties moeten worden uitgevoerd en tot resultaat moeten leiden, alsook de wijze en de frequentie waarop het AGB hierover moet rapporteren.

        Na deze afgesproken periode wordt de gewenste verbetering door de gemeenteraad geëvalueerd. Indien de gemeenteraad dan een blijvende niet-nakoming van de verbintenissen door het AGB vaststelt, mag zij, na het horen van het AGB, het gemotiveerde besluit formuleren om de overeenkomst te ontbinden.

        Artikel 31. Woonplaatskeuze, communicatie en mededelingen

        §1. Voor de stad:
        Naam: Katrien Desomer Stefan Depraetere
        Functie: Burgemeester Algemeen Directeur
        Adres: Grote Markt 34, 8900 Ieper
        Voor het bedrijf:
        Naam: Voorzitter Emmily Talpe
        Naam : Gedelegeerd bestuurder Stefan Depraetere
        Adres: (Dossieropvolger: Grote Markt 34, 8900 Ieper
        Telefoon: (Dossieropvolger) 057 451 811
        E-mail: (Dossieropvolger) stefan.depraetere@ieper.be

        §2. Alle correspondentie en uitwisseling van informatie of bescheiden in uitvoering van deze overeenkomst is rechtsgeldig gedaan voor zover deze persoonlijk wordt afgeleverd of via geschrift of via schriftelijk bevestigde elektronische data-communicatie gebeurt op één van de bovenvermelde coördinaten, in de mate dat er niets anders geregeld is in deze overeenkomst.

        Artikel 32. Wijzigingen

        Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd bij akkoord van de partijen.

        Artikel 33. Deelbaarheid

        §1. Indien krachtens wettelijke bepalingen van openbare orde of van dwingend recht één of meerdere bepalingen van de huidige overeenkomst nietig of niet-tegenstelbaar zouden zijn, dan zullen de artikelen die nietig of niet-tegenstelbaar zijn, als ongeschreven beschouwd worden.

        De nietigheid of niet-tegenstelbaarheid van een bepaling in deze overeenkomst zal geenszins de nietigheid of de niet-tegenstelbaarheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst of van de overeenkomst zelf met zich meebrengen.

        §2. Partijen nemen een inspanningsverbintenis op zich om, in voorkomend geval, de nietige bepaling(en) te vervangen door een werkbare en geldige bepaling met een gelijkaardig resultaat, in die zin dat ten allen tijde het voorwerp van de huidige overeenkomst in essentie dient bewaard te blijven.

        Artikel 34. Overmacht en onvoorziene omstandigheden.

        §1. Partijen zijn niet aansprakelijk ten aanzien van elkaar wanneer zij hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst niet kunnen nakomen ingevolge bewezen overmacht. Overmacht moet in de gemeenrechtelijke zin van het woord worden toegepast.

        Partijen kunnen zich slechts beroepen op overmacht voor zover deze overmacht bij aangetekend schrijven aan de andere partij wordt gemeld binnen de dertig kalenderdagen nadat zij zich heeft voorgedaan.

        In geval van overmacht zullen partijen in gemeen overleg beslissen de overeenkomst te herzien.

        Indien de overmacht gedurende meer dan twintig kalenderdagen blijft aanhouden, heeft elke partij het recht om de overeenkomst bij aangetekend schrijven op te zeggen, zonder dat hierdoor partijen tegenover elkaar kunnen gehouden zijn tot schadevergoeding. De verzending van het aangetekend schrijven heeft de beëindiging van rechtswege van de overeenkomst tot gevolg.

        §2. Indien er zich tijdens de uitvoering van de overeenkomst onvoorziene omstandigheden voordoen, kan elke partij herziening van de overeenkomst verzoeken, inbegrepen het recht voor beide partijen op een passende compensatie, als aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:

        • de omstandigheden dienen een abnormaal karakter te hebben;
        • zij konden niet redelijkerwijze worden voorzien bij het sluiten van de overeenkomst;
        • de vragende partij heeft alle nodige inspanningen geleverd om de onvoorziene omstandigheden te verhelpen of te vermijden;
        • de onvoorziene omstandigheden maken de uitvoering van de overeenkomst aanzienlijk moeilijker of kostelijker.

        §3. Indien, gelet op het specifieke karakter van de Stad en het AGB als lokaal openbaar bestuur, een beslissing van een hogere overheid die de Stad of het AGB niet naast zich neer kan leggen meebrengt dat de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de overeenkomst onmogelijk wordt gemaakt, wordt dit als een onvoorziene omstandigheid aanzien. Hieronder worden ondermeer verstaan het nemen van beslissingen ingevolge bindende adviezen van andere overheden en het verplicht nemen of ondergaan van begrotingsmaatregelen ingevolge het verplicht financieel evenwicht voor lokale besturen.

        Artikel 35. Overdracht

        Het AGB kan, zonder schriftelijke toestemming van de Stad, en op straffe van ontbinding van rechtswege van deze overeenkomst lastens het AGB, haar rechten en/of plichten uit deze overeenkomst noch geheel noch gedeeltelijk overdragen.

        Artikel 36. Verzaking

        De nalatigheid of vertraging van een partij bij de uitoefening van een recht of rechtsmiddel krachtens deze overeenkomst, kan in geen geval beschouwd worden als een verzaking aan dit recht of rechtsmiddel, of aan enig ander recht of rechtsmiddel waarop deze partij zich kan beroepen krachtens deze overeenkomst.

        Tenzij anders voorzien in deze overeenkomst, dient elke verzaking schriftelijk te gebeuren en geldig ondertekend te worden door de verzakende partij.

        Artikel 37. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank

        §1. Deze overeenkomst wordt beheerst door en geïnterpreteerd volgens het Belgische recht.

        §2. Elk geschil wordt tussen partijen behandeld waarbij steeds wordt gezocht naar een oplossing in der minne bij gebreke waaraan het geschil door de meest gerede partij onderworpen aan de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van West-Vlaanderen, afdeling Ieper.

         

        Artikel 2: Dit besluit treedt onmiddellijk in werking onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.

        Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

        Artikel 4: Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid voorgelegd overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake.

      • Beheersovereenkomst AGB MUSEA Ieper - stad Ieper - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Tussen de Stad en AGB Musea Ieper werd onderhandeld om de beheersovereenkomst tussen beide entiteiten conform het Decreet Lokaal Bestuur in te vullen.
        In deze beheersovereenkomst komen volgende aangelegenheden aan bod:
        - de opdrachten van het bedrijf, incl. de onroerende en roerende goederen noodzakelijk voor de opdracht van het bedrijf;
        - de gedragsregels rond de dienstverlening;
        - de werking van de organen van het bedrijf;
        - ondersteuning door de diensten van de Stad Ieper;
        - de financiële bepalingen;
        - de bepalingen inzake personeel;
        - afspraken rond informatieverstrekking, rapportering en organisatiebeheersing;
        - diverse andere bepalingen.

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen om:

        Art. 1: in te stemmen met de beheersovereenkomst van AGB Musea, waarvan de tekst hier volgt:
        I. Algemene bepalingen
        Artikel 1 Ondertekenende partijen
        Tussen de Stad Ieper, met zetel te 8900 Ieper, AC Auris, Ter Waarde 1, vertegenwoordigd door haar college van burgemeester en schepenen, voor wie hier ondertekenen mevrouw Katrien Desomer, burgemeester, en de heer Stefan Depraetere, Algemeen Directeur, in toepassing van art. art 232 van het Decreet Lokaal Bestuur en in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 2 maart 2020, hierna de Stad genoemd;
        En
        Het AGB Musea Ieper, autonoom gemeentebedrijf, opgericht bij gemeenteraadsbesluit van 2 maart 2020, met zetel te 8900 Ieper, Lakenhallen, Grote Markt 34, hierbij vertegenwoordigd door Emmily Talpe, voorzitter handelend overeenkomstig artikel 21 van de statuten, hierna het bedrijf genoemd;
        Artikel 2 Voorafgaande uiteenzetting
        Bij gemeenteraadsbesluit van 2 maart 2020 werd door de gemeenteraad van Ieper besloten tot de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf AGB Musea Ieper.
        Het AGB Musea Ieper omvat de volgende Ieperse musea & depot:
        - het In Flanders Fields Museum
        - het Yper Museum
        - het Merghelynck Museum
        - Erfgoeddepot Depotyze
        Overeenkomstig artikel 234 van het Decreet Lokaal Bestuur dient tussen de Stad en het bedrijf na onderhandeling een beheersovereenkomst afgesloten te worden. Partijen zijn aldus het volgende overeengekomen.
        Artikel 3 Duur
        Deze overeenkomst neemt een aanvang op 7 december 2020. 
        Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van de beheersovereenkomst, wordt die gesloten voor een periode die eindigt uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad.
        De beheersovereenkomst en de uitvoering ervan worden jaarlijks geëvalueerd door de gemeenteraad.
        Als bij het verstrijken van de beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd.
        Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen één jaar na de in het derde lid bedoelde verlenging, of als een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de gemeenteraad na overleg met het autonoom gemeentebedrijf voorlopige regels vaststellen met betrekking tot de in de beheersovereenkomst bedoelde aangelegenheden. Die voorlopige regels zullen als beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.
        II. Opdrachten
        Artikel 4. Algemene publiekrechtelijke opdracht van het bedrijf
        §1. Het bedrijf kan voor lokale PPS-projecten, op voorwaarde van bijzondere en omstandige motivering, zakelijke rechten vestigen op de onroerende goederen die behoren tot het openbaar domein, voor zover de gevestigde zakelijke rechten niet kennelijk onverenigbaar zijn met de bestemming van deze goederen.
        Het bedrijf kan rechtstreeks of onrechtstreeks participeren in publiek- of privaatrechtelijke ondernemingen, verenigingen en instellingen, waarvan het maatschappelijk doel verenigbaar is met het doel van het bedrijf.
        De beperkende maatregelen van dit artikel gelden echter niet wanneer door of krachtens de wet of het decreet een bijzondere afwijkende regeling is ingesteld.
        §2. Het bedrijf schakelt zich integraal en zonder voorbehoud in, in het stedelijk beleid inzake het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en de valorisering van het patrimonium behorend tot het openbaar en privaat domein waarvan het eigenaar is of waarop, ongeacht de rechtstechniek, door de stad een beheers- of gebruiksrecht wordt toegekend, evenals de exploitatie van deze infrastructuren bestemd voor stadsontwikkeling en het beheer van het stedelijk patrimonium waarvan het verder de uitvoering beoogt en nastreeft.
        §3. Het bedrijf zal, binnen haar visie en missie, instaan voor het beheer, de exploitatie, de rentabilisering en valorisering van zowel het eigen patrimonium als van het patrimonium behorende tot het publiek of privaat domein van de Stad dat aan het bedrijf, op welke wijze ook, wordt toevertrouwd, en zoals passend binnen haar maatschappelijke doelstelling en de taken van stedelijk belang waarmee het bedrijf is belast.
        §4. Het beheer en de exploitatie van het bovenvermeld patrimonium en in het bijzonder de goederen onder artikel 6 omvat, in de mate er in deze overeenkomst niet verder wordt van afgeweken, minstens het volgende:
        • het onderhoud, met inbegrip van alle vereiste herstellingen, om de goederen in goede staat te houden en bruikbaar te houden voor de dienstverlening of doelstelling waarvoor zij zijn bestemd,
        • de uitbating ten overstaan van derden, op welke wijze dan ook, inbegrepen doch niet beperkt tot de verhuring of de terbeschikkingstelling, met inbegrip van alle hiermee verband houdende aspecten zoals het verzorgen van een behoorlijke dienstverlening en informatieverstrekking aan de gebruikers, een nauwgezette en transparante facturatie van verstrekte diensten, etc…;
        • de verdere uitbouw en aanpassing van de goederen in samenspraak met de Stad, bvb. gericht op nieuwe noden en behoeften, gebruiksvriendelijkheid,….
        §5. Alle aan het bedrijf toevertrouwde goederen worden, middels tussenkomst van het bedrijf, binnen de krijtlijnen van deze overeenkomst terug ter beschikking gesteld van de Stad, de verenigingen, organisaties, ondernemingen of bevolkingsgroepen, ongeacht hun ideologische of filosofische strekking.
        §6. In de mate het eigendomsrecht van de goederen overgaat van de Stad naar het bedrijf, beschikt de Stad over een gebruiksrecht op de goederen indien zij dit wenst.
        §7. Het beheer en de exploitatie van andere goederen dan vermeld in deze overeenkomst kan eveneens worden overgedragen of toevertrouwd aan het bedrijf binnen de uitvoering van het beleid en de visie van de Stad.
        §8. Het bedrijf kan ook zelf goederen oprichten of verwerven van derden, steeds binnen de budgettaire grenzen zoals vastgelegd met de Stad. De door het bedrijf verworven of opgerichte goederen worden ter beschikking gesteld van derden of van de Stad zoals vermeld in dit artikel.
        Artikel 5 Bijzondere opdrachten van het bedrijf
        De hierna vermelde opdrachten van het bedrijf kaderen in de doelstellingen van de Stad. Het uitbouwen van de samenwerking binnen de cultureel erfgoedgemeenschap, met het oog op de publiekswerking, het onderzoek, het behoud en het beheer van het materiële en immateriële erfgoed. Hierbij wordt rekening gehouden met de functies conform het Cultureel-erfgoeddecreet, m.n. herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden, participeren.
        Het bedrijf engageert zich om deze doelstellingen en opdrachten te realiseren en zal zich steeds aligneren op de doelstellingen van de Stad. Indien deze doelstellingen zouden wijzigen of aangepast worden, zal op vraag van de Stad een addendum bij deze beheersovereenkomst worden opgesteld.
        Het bedrijf heeft volgende opdrachten:
        • Voor wat het In Flanders Fields Museum betreft:
        Het beheer, de begeleiding, ontwikkeling en promotie van het museum, in de ruimste zin, als de referentieplek in Vlaanderen en België over de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog in België en de wereld. De hoofdtaken bestaan uit het wetenschappelijk uitbouwen en ontwikkelen van de permanente en tijdelijke tentoonstellingen en aanverwante activiteiten en acties als collectiebeherende instelling en kenniscentrum, alsook uit het verzorgen van het zakelijke beheer van het museum als cultuur toeristische attractie. Dit alles in overeenstemming met de bepalingen van onderhavige beheersovereenkomst en deze vastgelegd in de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en het In Flanders Fields Museum over de werking als landelijk ingedeeld museum. Het voert zijn basisfuncties, zoals bepaald in de ICOM definitie, op een performante en duurzame wijze uit voor een brede internationale erfgoedgemeenschap. Het museum houdt hierbij o.m. rekening met de functies conform het Cultureel-erfgoeddecreet, m.n. herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden, participeren.
        • Voor wat het Yper Museum betreft:
        Het beheer, de begeleiding, ontwikkeling en promotie van het museum, in de ruimste zin, als open erfgoedhuis over en voor Ieper en de Westhoek waar de geschiedenis van de stad in haar streek van bij het begin, over het middeleeuwse Ieper als Europese topstad, tot op heden verteld wordt. De hoofdtaken bestaan uit het wetenschappelijk uitbouwen en ontwikkelen van de permanente en tijdelijke tentoonstellingen, aanverwante activiteiten en acties als collectiebeherende instelling, alsook uit het zakelijk beheer van het museum. Dit alles in overeenstemming met de bepalingen van onderhavige beheersovereenkomst en met de voorwaarden van de Vlaamse Gemeenschap voor het ontvangen van een werkingssubsidie als regionaal ingedeeld museum. Het voert zijn basisfuncties, zoals bepaald in de ICOM definitie, op een performante en duurzame wijze uit voor de inwoners, gebruikers en (internationale) bezoekers. Het museum houdt hierbij o.m. rekening met de functies conform het Cultureel-erfgoeddecreet, m.n. herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden, participeren.
        * Voor wat het Merghelynck Museum betreft:
        Onder de vleugels van het Yper Museum het beheer, de begeleiding en de promotie van het museum als uniek huismuseum met een waardevolle 18de eeuwse collectie. De hoofdtaken bestaan uit het wetenschappelijk uitbouwen en ontwikkelen van de permanente en tijdelijke tentoonstellingen en aanverwante activiteiten en acties als collectiebeherende instelling. Dit alles in overeenstemming met de bepalingen van onderhavige beheersovereenkomst en met de voorwaarden van de Vlaamse Gemeenschap voor het ontvangen van een werkingssubsidie als regionaal ingedeeld museum. Het voert zijn basisfuncties, zoals bepaald in de ICOM definitie, op een performante en duurzame wijze uit voor de inwoners, gebruikers en (internationale) bezoekers. Het museum houdt hierbij o.m. rekening met de functies conform het Cultureel-erfgoeddecreet, m.n. herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden, participeren.
        • Voor wat het Erfgoeddepot Depotyze betreft:
        Het beheer van het erfgoeddepot DEPOTYZE als bewaarplaats voor alle collectiestukken die niet permanent of tijdelijk tentoongesteld worden. De hoofdtaken bestaan uit het verantwoord en duurzaam bewaren van de objecten gebaseerd op de principes van preventieve conservatie, digitalisatie en (standplaats)registratie van de verschillende collecties, het bruikleenverkeer bewerkstelligen en onderzoek faciliteren. Het erfgoeddepot speelt een cruciale rol bij het voldoen aan verschillende van de functies conform het Cultureel-erfgoeddecreet.

        • Het bedrijf is bereid op eenvoudig verzoek van de Stad Ieper bepaalde beperkte taken in het kader van het toeristisch aanbod van de stad op te nemen.
        Het bedrijf engageert zich om zijn opdrachten, zoals ze in de statuten en deze overeenkomst werden opgenomen, te realiseren. Het bestuursorgaan van het bedrijf is verantwoordelijk voor de algemene beleidsuitvoering van het bedrijf en volgt hierbij de beleidslijnen uitgetekend door de Stad.
        Het bedrijf voert de in de statuten en in deze beheersovereenkomst omschreven opdrachten autonoom uit, binnen de gestelde contouren.
        Elk van de drie musea en het depot behouden hun inhoudelijke en creatieve eigenheid. De taakvervulling dient in overeenstemming te zijn met het Decreet Lokaal Bestuur en met het door de Stad gevoerde cultuurbeleid. Partijen kunnen, in onderling overleg, afspraken maken om de werking bij te sturen, dit met het oog op een betere realisatie van de beleidsdoelstellingen en het beter vervullen van de opdrachten.
        Artikel 6 Onroerende- en roerende goederen noodzakelijk voor de opdracht van het bedrijf.
        Artikel 6.1 Gebouwen
        Opdat het bedrijf het doel zou kunnen halen waarvoor het werd opgericht, zal tussen de Stad en het bedrijf een zakelijk recht worden gevestigd op de Lakenhallen, kadastraal gekend afdeling 33011 sectie F met perceelnr. 0252.
        Voor het Mergelynckgebouw, kadastraal gekend onder afdeling 33011 sectie H met perceelnr. 0253 en het depot Depotyze kadastraal gekend onder afdeling 33302 sectie B met perceelnr. 0280 zal de stad als erfpachthouder het bedrijf laten optreden als rechtsopvolger. De stad zal dit in overeenkomst met de erfpachtgevers, respectievelijk de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België (BE0408.512.332) en Provincie West-Vlaanderen (BE0207.725.696), doen.
        Artikel 6.2 Overige onroerende- en roerende goederen
        De overige onroerende- en roerende goederen (permanente tentoonstellingen, (kantoor)meubilair, uitrusting, (educatief) materiaal, voertuig, … ), met uitzondering van de collecties (cfr. artikel 12), zullen door de Stad in het bedrijf worden ingebracht.
        De goederen worden ingebracht in de staat waarin ze zich bevinden.
        Artikel 6.3 Museumcollectie
        De museumcollecties, eigendom van de Stad, blijven te allen tijde eigendom van de Stad. Het betreft zowel de collecties aanwezig in de musea als de museumstukken in het depot Depotyze. Ze worden kosteloos ter beschikking gesteld van het bedrijf. Zo ook de collectiestukken die de stad van een derde partij in bruikleen heeft.
        De goederen worden ter beschikking gesteld in de staat waarin ze zich bevinden.
        De collectiestukken die door het bedrijf worden aangekocht, al dan niet met subsidies, of die zij bij schenking of bij legaat krijgen, blijven eigendom van het bedrijf.
        De Stad wint het advies in van het bestuursorgaan van het bedrijf alvorens schenkingen en legaten aan de Stad ten behoeve van het bedrijf te aanvaarden.
        Bruiklening van stukken uit de museumcollectie door derden dient steeds voorgelegd te worden aan het directiecomité. Beslissingen tot restauratie van bepaalde stukken uit de museumcollectie worden genomen door het directiecomité of het bestuursorgaan conform de bepalingen van het huishoudelijke reglement.
        Artikel 6.4 Verplichtingen inzake gebruik
        1. Tussen de Stad en het bedrijf zal een afzonderlijke overeenkomst worden afgesloten voor het gebruik van (kantoor)ruimte en (vergader)zalen door de Stad.
        2. Behoudens voorafgaande schriftelijke toelating van de Stad is het bedrijf verboden de bestemming van voornoemde goederen te wijzigen of de rechten en verplichtingen opgenomen in deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen. Het is het bedrijf wel toegestaan voor de uitvoering van deze rechten en verplichtingen contracten met derden af te sluiten
        III. Gedragsregels dienstverlening
        Artikel 7 Algemene Principes en gedragsregels inzake dienstverlening en personeelsbeleid
        Het bedrijf zal inzake dienstverlening rekening houden met de algemene principes die richting geven aan het beleid en de uitvoering ervan zoals het gelijkheidsbeginsel, de continuïteit van dienstverlening, vertrouwelijkheid van informatie, informatieplicht, transparantie...enz.
        Artikel 8 Deontologische Code
        Het bedrijf houdt zich aan de principes van de deontologische code voor het museumberoep zoals vastgelegd door de Internationale Museumraad (ICOM). Verder volgt het bedrijf de deontologische code voor politici en ambtenaren van de Stad Ieper.
        Artikel 9 Klachtenmanagement
        Het bedrijf verbindt er zich toe inzake ‘klachtenmanagement’ steeds het reglement van de Stad te volgen zoals goedgekeurd door de gemeenteraad.
        IV. Werking organen
        Artikel 10 Werking organen van het bedrijf
        Het bedrijf streeft ernaar de beslissingen steeds te laten nemen door het meest geschikte orgaan ten einde tot een zo efficiënt mogelijke operationele werking te komen. Het directiecomité is belast met het dagelijks, operationeel bestuur, met de vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur en met de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van het bestuursorgaan.
        Het directiecomité is daarenboven bevoegd voor alle materies die door het bestuursorgaan worden gedelegeerd, voor zover dit valt binnen de bepalingen hieromtrent in het Decreet Lokaal Bestuur. Over deze delegatie zal worden beslist door het bestuursorgaan in afzonderlijke besluitvorming en vastgelegd in een huishoudelijk reglement.
        Deze delegatie kan volgende items omvatten
        (niet limitatieve opsomming)
        - aankopen, binnen de grenzen bepaald door het bestuursorgaan;
        - fondsenwerving;
        - eigendomsoverdracht, binnen de grenzen bepaald door het berstuursorgaan;
        - uitvoering publiekswerking;
        - uitvoering tentoonstellingen en andere publieksactiviteiten;
        - collectiebeheer,
        - merchandising;
        - voorstellen personeelsbehoeften;
        - investeringen in infrastructuur, binnen de grenzen bepaald door het bestuursorgaan;
        De inhoudelijke visie en de inhoudelijk beleidsvoorbereiding van ieder afzonderlijk museum, worden op het niveau van het museum uitgewerkt, vooraleer aan het bestuursorgaan ter goedkeuring te worden voorgelegd.
        De uitvoering van het museumbeleid wordt in afspraak met het directiecomité per museum uitgezet.
        Artikel 11 Commissie van Advies – Cultuurpact
        Het bestuursorgaan wordt bijgestaan door een vaste commissie van advies, waarin alle vertegenwoordigende verenigingen van de gebruikers en alle filosofische en ideologische strekkingen opgenomen zijn. Deze commissie van advies heeft recht op een volledige doorlichting over de handelingen van het bestuursorgaan, dit alles conform artikel 9, a) van het Decreet betreffende het Cultuurpact. Het bestuursorgaan van het bedrijf stelt deze commissie in en regelt de werking ervan bij huishoudelijk reglement.
        V. Ondersteunende diensten en instanties
        Artikel 12 Ondersteuning Stad Ieper
        De Stad steunt het bedrijf onder meer op het vlak van HRM, ICT, informatiebeheer, informatieveiligheid, communicatie, financieel beheer, technische en logistiek beheer, facilitair beheer, administratie en juridische expertise.
        Het overeenkomstig beleid van stad & OCMW Ieper is op het bedrijf van toepassing. Het bedrijf stelt de afwijkingen vast, voor zover het specifieke karakter van het bedrijf dat verantwoordt.
        Het bedrijf wint steeds advies in van deze ondersteunende diensten. De stad garandeert de gedeelde dienstverlening bij positief advies of mits onderling akkoord.
        In dienstverleningsovereenkomsten kunnen nadere afspraken worden gemaakt tussen de partijen omtrent o.a. bovenvermelde gedeelde diensten, onverminderd hetgeen reeds opgenomen is in deze overeenkomst inzake personeel en binnen de grenzen van de regelgeving zoals de wetgeving op de uitzendarbeid en het Decreet Lokaal Bestuur.
        Deze dienstverlening wordt door de Stad aan het bedrijf verstrekt in het licht van de stedelijke verzelfstandiging van taken van stedelijke belang die met het bedrijf wordt nagestreefd. In principe wordt deze dienstverlening dan ook kosteloos verstrekt, behoudens afwijking tussen partijen.
        In het bijzonder omtrent de inzet van museumpersoneel komen partijen overeen dat beroep zal worden gedaan op de diensten van de stad ter vrijwaring van de beleidsdoelstellingen die door de stad aan het bedrijf zijn opgedragen. De stad verzekert steeds een volwaardig en voldoende gekwalificeerd team te voorzien. Het bedrijf heeft de mogelijkheid de stad hierbij te adviseren.
        De stad kan hiervoor een vergoeding aan het bedrijf aanrekenen.
        De goedkeuring door de stad voor deelname/afname van raamovereenkomsten geldt automatisch voor het bedrijf.
        VI Financiële bepalingen
        Artikel 13. Autonomie
        Het bedrijf ontvangt de inkomsten van de uitoefening van zijn activiteiten. Het kan vergoedingen en prijzen van alle aard innen, vaststellen en overeenkomen en door de stad ter beschikking gestelde of doorgestorte middelen ontvangen. De tarieven en de tariefstructuren die de uiteindelijke prijs van de dienstverlening uitmaken, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
        Het bedrijf draagt de lasten van zijn activiteiten.
        Het bedrijf beslist vrij over de omvang, de technieken en de voorwaarden van zijn externe financiering. Het kan onder meer toelagen, giften en legaten ontvangen en leningen aangaan.
        Het bedrijf zal voor elk van zijn musea de nodige acties en maatregelen nemen om optimaal beroep te kunnen doen op mogelijke toelagen van eender welke partij. Zij zal dit met bijzondere aandacht doen voor de subsidiëring vanuit de Vlaamse Overheid in het kader van haar erkenning als landelijk of regionaal museum. Indien de subsidiërende partij dit vereist, zal zij een erkend accountant of bedrijfsrevisor aanstellen in functie van de rapportage die de subsidie moet verantwoorden.
        Artikel 14. Financiële tussenkomst door de Stad
        §1. Om de werking en de uitvoering van de doelstellingen van het autonoom gemeentebedrijf te waarborgen en met het oog op de uitvoering van de in deze overeenkomst opgesomde taken en bevoegdheden, voorziet de Stad in de nodige middelen ter financiering van de werking van het autonoom gemeentebedrijf.
        Wat het exploitatiebudget betreft, kan de financiële ondersteuning bestaan uit werkingstoelagen van eender welke aard en terbeschikkingstellingen van stedelijke infrastructuur en/of personeel en diensten.
        §2. Wat het investeringsbudget betreft, kan de ondersteuning diverse vormen aannemen, afhankelijk van de aard van de investering: een kapitaalsubsidie, een doorgeeflening, een renteloze lening, een bijdrage in de aflossing van een lening,…
        §3. De Stad kan ook tussenkomen in het verlies van het bedrijf indien uit het ontwerp van de jaarrekening van het bedrijf een verlies blijkt.
        De Stad zal minstens tussenkomen in het tekort op het budgettair resultaat van het boekjaar dat blijkt uit het ontwerp van de jaarrekening (model J5 van BBC-besluit Vlaamse regering dd. 25/06/2010 en MB 1/10/2010 en latere aanpassingen).
        De tussenkomst door de Stad zal maar gebeuren mits uitdrukkelijk verzoek van het AGB en in de mate dat het opgelopen tekort niet het gevolg is van kennelijk onredelijke beslissingen van het AGB.
        De Stad beslist binnen deze krijtlijnen over de grootte van haar tussenkomst en engageert zich de nodige kredieten voor de tussenkomst in haar meerjarenplan of meerjarenplanaanpassing in te schrijven.
        De beslissing van tussenkomst dient te gebeuren vooraleer de jaarrekening van het AGB wordt afgesloten. In onderling overleg wordt bepaald of de tussenkomst definitief verworven is. Het AGB zal daartoe tijdig het verzoek tot tussenkomst voorleggen aan de Stad, zodat de Stad de vraag tot tussenkomst kan voorleggen aan haar bevoegde organen en vooraleer het AGB de jaarrekening voor advies voorlegt aan de gemeenteraad.
        De tussenkomst is op geen enkele wijze te beschouwen als een tegenprestatie voor de levering van een dienst door het AGB.
        Artikel 15. Presentiegeld en andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van het bedrijf worden toegekend
        Aan de leden van het bestuursorgaan en het directiecomité wordt geen presentiegeld of andere vergoedingen toegekend.
        Artikel 16. De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend
        §1. Het bedrijf kan, binnen de perken van zijn maatschappelijk doel eigen inkomsten verwerven evenals andere financieringen aanwenden.
        §2. Naar aanleiding van de opmaak van het meerjarenplan en zijn aanpassingen, zal het bedrijf concreet aangeven in welke mate van deze mogelijkheid wenst gebruik gemaakt te worden en volgens welke modaliteiten.
        De Stad en het bedrijf zullen op dat ogenblik in onderling overleg bepalen of desgevallend een andere financieringswijze meer aangewezen is.
        §3. Het bedrijf dient, voorafgaand aan transacties die een wijziging in negatieve zin in het meerjarenplan van het bedrijf betekenen, deze ter goedkeuring voor te leggen aan de Stad, behoudens in gevallen van hoogdringendheid waarbij zo snel mogelijk dient teruggekoppeld te worden met de Stad.
        Artikel 17. Prijs en tarifering van de door het bedrijf geleverde prestaties
        §1. Het bedrijf ontvangt de inkomsten van de uitoefening van zijn activiteiten; het kan vergoedingen en prijzen van alle aard innen, vaststellen en overeenkomen en door de stad ter beschikking gestelde of doorgestorte middelen ontvangen. De financieel directeur en een expert financiën worden als adviseurs uitgenodigd op de vergaderingen van het directiecomité en het bestuursorgaan.
        §2. Het bedrijf stelt de prijs van haar dienstverlening vast. Zij zorgt er voor dat de prijs minstens tegemoet komt aan de werkelijke kost voor het AGB om de dienst te leveren, onverminderd de mogelijkheid voor het bedrijf om, gelet op de opdracht van stedelijk belang en al dan niet in overleg met de Stad, in de publieke dienstverlening gunsttarieven of kortingen toe te staan hetzij op de werkelijke kostprijs een toeslag aan te rekenen.
        De prijs van de dienstverlening wordt enerzijds, op basis van de tarieven en tariefstructuren, van de klant gevorderd, anderzijds kan de stad in deze prijs tussenkomen door het toekennen van prijssubsidies als een vorm van werkingstoelage.
        De prijssubsidiefactoren die op de tarieven worden toegepast en zo de prijssubsidies bepalen, worden vastgelegd door het bedrijf. De raming van de prijssubsidies dienen steeds te passen binnen de middelen die door de stad in haar meerjarenplan ten gunste van het bedrijf werden opgenomen.
        §3. Het bedrijf zal de huidige tarieven van toepassing binnen de stad en de vzw IFFM, respectievelijk voor het Yper Museum, Merghelynck Museum, Erfgoeddepot Depotyze en het In Flanders Fields Museum, hanteren.
        Over nieuwe tarieven of wijzigingen aan bestaande tarieven, inbegrepen de eenvoudige indexering ervan, mag het bedrijf zelfstandig beslissen op voorwaarde dat de aanpassing past binnen de onder artikel 17, §2 omschreven modaliteiten. Ingeval het bedrijf een aanpassing wenst van meer dan 25% voor bestaande tarieven, dient eerst de goedkeuring van de gemeenteraad te worden gevraagd.
        Artikel 18. Toezicht op de financiële toestand van het bedrijf
        Het bedrijf voert haar boekhouding overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur. De Vlaamse Regering, bij delegatie de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, staat in voor het goedkeuringstoezicht.
        Artikel 19. Aanwending middelen uit vereffening vzw IFFM
        De middelen die conform artikel 26 van de statuten dd. 12 december 2019 van de vzw IFFM uit de vereffening van de vzw aan de stad werden overgedragen, zullen door de stad ingezet worden voor de ondersteuning van de financiering van het In Flanders Fields Museum binnen het bedrijf.
        Artikel 20. Andere bepalingen met betrekking tot financiële aangelegenheden
        In de gevallen voorzien in artikel 22 en 23 van deze overeenkomst, kan de Stad kosten aanrekenen aan het bedrijf.
        VII Personeel
        Artikel 21 Algemene bepalingen inzake personeel
        §1. Het personeel van het bedrijf kan in statutair of contractueel dienstverband worden aangesteld volgens de statuten van het bedrijf.
        §2. Het bestuursorgaan beslist principieel over het aanwerven van personeel en stelt hun personeelsstatuut telkens vast volgens de statuten van het bedrijf.
        §3. Het voeren van de aanwervingsprocedure kan worden gedelegeerd aan het directiecomité, die dit verder kan doordelegeren aan een personeelslid van het bedrijf.
        §4. De overeenstemmende rechtspositieregeling van de Stad is van toepassing op het personeel van het bedrijf. Bij overname van personeel van de Stad worden alle rechten en plichten opgebouwd binnen de Stad overgenomen.
        Het bedrijf stelt de afwijkingen op deze rechtspositieregeling vast, voor zover het specifieke karakter van het bedrijf dat verantwoordt.
        Het bedrijf bepaalt de rechtspositieregeling van de betrekkingen die niet bestaan binnen de Stad.
        Artikel 22. Personeelsinzet door middel van dienstverlening door de Stad
        §1. Binnen de grenzen van de regelgeving, inbegrepen de wetgeving op de uitzendarbeid, de Nieuwe Gemeentewet en het Decreet Lokaal Bestuur, zal het bedrijf met de Stad dienstverleningsovereenkomsten kunnen sluiten waarbij de uitvoering van bepaalde taken of opdrachten aan de Stad wordt toevertrouwd, waaronder:
        • het ondersteunen van de dagelijkse werking van het bedrijf;
        • de operationele ondersteuning bij het beheer of exploitatie van goederen;
        • HRM;
        • ICT;
        • informatiebeheer;
        • informatieveiligheid;
        • communicatie;
        • financieel beheer;
        • technisch en logistiek beheer;
        • facilitair beheer;
        • administratie en juridische expertise
        §2. De Stad zal deze taken uitvoeren met haar eigen personeel, hetzij ze hiervoor een beroep kunnen doen op derden.
        §3. Deze dienstverlening wordt door de Stad aan het bedrijf verstrekt in het licht van de stedelijke verzelfstandiging van taken van stedelijke belang die met het bedrijf wordt nagestreefd. In principe wordt deze dienstverlening dan ook kosteloos verstrekt, behoudens afwijking tussen partijen.
        §4. Zoals vermeld onder artikel 12 komen partijen overeen dat de stad haar museumpersoneel structureel zal inzetten. Hiervoor kan de stad een vergoeding aanrekenen.
        §5. De inzet van personeel van de Stad door middel van dienstverleningsafspraken gebeurt steeds mits de ter zake geldende rechtspositieregeling nageleefd wordt.
        §6. Partijen verklaren uitdrukkelijk dat zij in dit geval op zelfstandige basis met elkaar willen en zullen samenwerken, dat de Stad in volledige vrijheid zijn werk uitvoert en zijn werktijd indeelt, en dat er geen hiërarchische controle door het bedrijf zal worden uitgeoefend op de Stad. De Stad, noch haar werknemers en/of haar aangestelden, zullen zich gedragen of beschouwen als een werknemer, gezien hun relatie met het bedrijf niet gebaseerd is op een arbeidsovereenkomst.
        §7. De Stad verbindt er zich alsdan uitdrukkelijk toe het bedrijf te vrijwaren en/of schadeloos te stellen ongeacht het ogenblik waarop de gevolgen of mogelijke gevolgen zich voor het bedrijf uiten, voor alle eisen, schade, verliezen en kosten die voortvloeien uit of het gevolg zijn van de foutieve of slordige uitvoering van de onderhavige overeenkomst.
        §8. De Stad verbindt er zich alsdan ook toe het bedrijf te vrijwaren voor elke vordering of schadevergoeding die zouden voortvloeien uit of betrekking hebben op het sluiten, uitvoeren en/of beëindigingen van onderhavige overeenkomst en die zouden worden veroorzaakt door een fout vanwege de Stad bij het verlenen van de diensten. De verplichting tot schadeloosstelling is in het bijzonder van toepassing in geval van niet-naleving van een verbintenis van welke aard ook in verband met belastingen of sociale zekerheid.
        Artikel 23. Terbeschikkingstelling van personeelsleden door de Stad
        Mits de ter zake geldende rechtspositieregeling van het personeel van de Stad in deze mogelijkheid voorziet, kan de Stad aan het bedrijf, conform de geldende regelgeving, personeel ter beschikking stellen. Dit betekent dat het personeelslid van de Stad functioneel onder het gezag van het bestuur en de directie van het bedrijf valt.
        De Stad blijft de juridische werkgever van het personeelslid. Het personeelslid komt onder de functionele leiding van het directiecomité van het bedrijf.
        Het personeelsstatuut van de Stad blijft in dat geval dus van toepassing.
        Voor het ter beschikking stellen van personeel kan een vergoeding worden aangerekend.
        Artikel 24. Welzijn op het werk
        Het bedrijf staat, voor het personeel dat bij haar, op welke wijze ook wordt tewerkgesteld, in voor de toepassing van de wetgeving inzake de reglementering en de bescherming van de arbeid die gelden op de plaats van het werk.
        Voor het personeel van de Stad Ieper dat wordt ingezet op basis van een dienstverleningsovereenkomst zal het bedrijf voor de toepassing van de wetgeving inzake de reglementering en de bescherming van de arbeid die gelden op de plaats van het werk, beroep doen op de preventiedienst van de stad en zich schikken naar de in de stad toepasselijke maatregelen.
        Artikel 25. Beroep op derden
        Het bedrijf kan steeds een beroep doen op derden, overeenkomstig de ter zake geldende wettelijke bepalingen.
        VIII. INFORMATIEVERSTREKKING, RAPPORTERING EN ORGANISATIEBEHEERSING
        Artikel 26. Rapportering door het bedrijf
        §1. Met het oog op:
        • de uitoefening van het toezicht door de Stad op de naleving van deze overeenkomst;
        • de controle op de gerechtvaardigde aanwending van de middelen die door de Stad ter beschikking worden gesteld aan het bedrijf;
        • de evaluatie van de uitvoering van de opdracht van het bedrijf door de gemeenteraad;
        • de evaluatie na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad door de gemeenteraad over de uitvoering van de beheersovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan;
        stelt het bedrijf voor de Stad een verslag op met betrekking tot elk werkingsjaar.
        §2. Het verslag omvat:
        • de jaarrekening opgesteld overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur. De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.
        • in het geval van het niet bereiken van de vooropgestelde doelstellingen, een toelichting van de vermoedelijke oorzaken, alsook eventuele suggesties voor correctieve acties, bijsturing van de overeenkomst of bijsturing van het gevoerde beleid.
        §3. Het bestuursorgaan stelt de jaarrekening vast conform de vigerende wetgeving.
        Er wordt verder gehandeld overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
        Artikel 27. Toezicht en opvolging door de Stad
        §1. Partijen komen overeen dat de gemeenteraadsleden, alsmede de betrokken personeelsleden van de Stad, volledig inzagerecht hebben in de werkings- en financiële documenten van het bedrijf.
        §2. De stedelijke administratie oefent minstens jaarlijks, op eigen stukken, toezicht uit op de naleving van de onderhavige overeenkomst en de aanwending van de door de Stad ter beschikking gestelde middelen.
        §3. De stedelijke administratie maakt ter gelegenheid van de evaluatie van deze overeenkomst zelf een beknopt opvolgingsverslag over de uitvoering van de overeenkomst door het bedrijf ten aanzien van de gemeenteraad. Hierbij baseert de dienst zich op de rapporteringsdocumenten van het bedrijf, en op door het bedrijf en door toezichthouders eventueel verstrekte inlichtingen.
        Het opvolgingsverslag heeft tot doel de Stad te informeren over de uitvoering van de overeenkomst, eventuele gevolgen voor de nieuwe overeenkomst en de aanwending van de door de Stad aan het bedrijf ter beschikking gestelde middelen.
        §4. Het bedrijf erkent het inlichtingenrecht van de Stad m.b.t. informatie en/of stukken die op de overeenkomst betrekking hebben.
        De Stad mag op ieder ogenblik bijkomende informatie en documenten vragen.
        §5. Het bedrijf en de Stad streven steeds naar een vlotte, snelle, correcte en eenvoudige informatie-uitwisseling. Er kunnen door de Stad en het bedrijf periodieke overlegmomenten worden voorzien.
        Artikel 28. De wijze waarop het bedrijf zal voorzien in een systeem van organisatiebeheersing/interne controle
        §1 Het bedrijf voorziet in een gedocumenteerd systeem van organisatiebeheersing dat onder meer de volgende elementen behelst:
        • het effectief en efficiënt beheer van risico’s binnen het bedrijf;
        • de betrouwbaarheid van de financiële en de beheersrapportering binnen het bedrijf;
        • de naleving van de regelgeving en de procedures binnen het bedrijf;
        • de effectieve en efficiënte werking van de diensten van het bedrijf;
        • de bescherming van de activa van het bedrijf.
        §2 Het bedrijf zal eigen regels vaststellen voor het aangaan van verbintenissen, de kredietbewaking, de wetmatigheidcontrole en de ondertekening van de girale betalingsorders. Hierbij zal zij gebruik maken van de mogelijkheid die artikel 234 §2 van het Decreet lokaal Bestuur hiertoe biedt.
        IX Diverse bepalingen
        Artikel 29 Regelgeving
        Het bedrijf verbindt er zich toe te waken over de strikte naleving van de regelgeving, in het bijzonder de regelgeving die toepasselijk is op openbare besturen en hun bedrijven. Dit betreft onder andere: de wetgeving op de overheidsopdrachten, deze inzake openbaarheid van bestuur, de taalwetgeving, de formele motiveringsplicht.....enz.
        Artikel 30 Participaties
        Het bedrijf kan geen andere rechtspersonen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen zonder uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van de Stad. De modaliteiten van dergelijke oprichting, deelname of vertegenwoordiging dienen goedgekeurd te worden door het college van burgemeester en schepenen van de Stad.
        §1. Binnen de perken van zijn maatschappelijk doel, zoals vermeld in deze overeenkomst, kan het bedrijf, overeenkomstig artikel 240, §5 van het Decreet Lokaal Bestuur, andere rechtspersonen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen, voor zover dat past in zijn opdrachten.
        §2. Het bedrijf streeft met de oprichting, deelname of vertegenwoordiging geen speculatieve oogmerken na.
        De oprichting, deelname of vertegenwoordiging gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en staatssteun en de voorwaarden, zoals bepaald in deze beheersovereenkomst. De beslissing tot oprichting, deelname of vertegenwoordiging toont aan dat aan deze voorwaarden is voldaan.
        §3. Behoudens toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen, draagt het bedrijf in geen geval zijn taken van stedelijk belang, noch geheel noch gedeeltelijk, over aan andere rechtspersonen.
        Artikel 31 Evaluatie beheersovereenkomst
        Op basis van hoger vernoemde rapporteringen kunnen partijen steeds beslissen om de overeenkomst tussentijds te evalueren.
        Overeenkomstig art. 227 Decreet Lokaal Bestuur legt het bedrijf in de loop van het eerste jaar na de volledige hernieuwing van de gemeenteraad een evaluatieverslag voor aan de gemeenteraad over de uitvoering van de beheersovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan. Dit verslag omvat ook een evaluatie van de verzelfstandiging, waarover de gemeenteraad zich binnen de drie maanden uitspreekt.
        Artikel 32 Inzage stukken
        De oprichtingsbeslissing, de statuten en de notulen van het bestuursorgaan en het directiecomité worden ter inzage neergelegd op het secretariaat van de Stad.
        Artikel 33 Geschillenregeling
        De partijen verbinden er zich toe om betwistingen over de toepassing van deze beheersovereenkomst in eerste instantie via overleg op te lossen. Wanneer het conflict niet is opgelost zullen in gezamenlijk overleg één of meer bemiddelaars worden aangesteld. Indien het geschil na bemiddeling blijft bestaan zal dit het voorwerp uitmaken van een arbitrageprocedure.
        Indien blijkt dat de Stad dan wel het bedrijf haar verbintenissen niet naleeft, worden in overleg tussen partijen correctieve maatregelen en acties afgesproken, met inbegrip van de periode waarin deze acties moeten worden uitgevoerd en tot resultaat moeten leiden, alsook de wijze en de frequentie waarop het bedrijf hierover moet rapporteren.
        Na deze afgesproken periode wordt de gewenste verbetering door de gemeenteraad geëvalueerd. Indien de gemeenteraad dan een blijvende niet-nakoming van de verbintenissen door het bedrijf vaststelt, mag zij, na het horen van het bedrijf, het gemotiveerde besluit formuleren om de overeenkomst te ontbinden.
        Artikel 34 Schorsing en ontbinding
        Deze overeenkomst kan enkel worden geschorst indien beide partijen dit uitdrukkelijk overeenkomen. Hierbij wordt duidelijk bepaald welke de reden van schorsing is en hoe lang deze schorsing zal duren. Indien een van de partijen in gebreke blijft de hem bij huidige overeenkomst opgelegde verplichtingen na te leven, kan de andere partij hem in gebreke stellen bij een met redenen omklede aangetekende brief. Blijft de partij dan nog in gebreke zijn verplichtingen na te komen binnen de termijn, bepaald in voornoemde brief, dan kan de andere partij de overeenkomst ontbinden mits de inachtneming van de nodige redelijkheid en proportionaliteit, onverminderd het recht van de andere partij op schadevergoeding.
        Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin het bedrijf actief is, hetzij in de beleidsopties, de financiële organisatie, hetzij door een wijziging in de wetgeving, en deze wijzigingen de opdrachten van het bedrijf dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de contractanten, zijn partijen verplicht hierover te onderhandelen, op initiatief van de meeste gerede partij.
        Desgevallend zal de beheersovereenkomst gewijzigd, dan wel geschorst of ontbonden worden.
        Artikel 35 Overname personeel –rechten en verplichtingen bij ontbinding.
        Ingeval van ontbinding van het bedrijf zal de Stad het statutair en contractueel personeel van het bedrijf overnemen. De Stad waarborgt de rechten die het bedrijf op het ogenblik van ontbinding voor het overgenomen personeel had vastgesteld.
        De rechten en verplichtingen van het ontbonden bedrijf worden overgenomen door de Stad. In afwijking van het hiervoor vermelde kan de gemeenteraad in het ontbindingsbesluit de personeelsleden, die daarmee moeten instemmen, en de rechten en verplichtingen aanwijzen die overgenomen worden door de overnemer of de overnemers van de activiteiten van het bedrijf.
        Artikel 36 Beheers- en samenwerkingsovereenkomsten
        Deze beheersovereenkomst vervangt integraal alle vorige beheers- en/of samenwerkingsovereenkomsten die tussen de Stad en betreffende musea zouden afgesloten zijn, behoudens daar waar er specifieke afspraken gemaakt zijn in het kader van de vereffening van de VZW IFFM.


        Art. 2: Dit besluit treedt onmiddellijk in werking onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.
        Art. 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
        Art. 4: Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid voorgelegd overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake.

    • Mobiliteit

      • Samenwerkingsovereenkomst tussen het Jan Ypermanziekenhuis en stad Ieper betreffende de realisatie van een Hoppinpunt

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het decreet basisbereikbaarheid van 12 juni 2019 (B.S. 22.07.2019)

        Feiten, context en argumentatie

        Met het decreet basisbereikbaarheid maakte de Vlaamse overheid in 2019 haar vernieuwde mobiliteitsvisie concreet. Met deze vernieuwde visie zet Vlaanderen in op efficiënter, duurzamer en flexibeler openbaar vervoer, afgestemd op het fiets- en wegennetwerk. Combimobiliteit staat hierbij centraal. Dat wil zeggen dat er verschillende vervoersmiddelen gecombineerd worden om de bestemming te bereiken. Vlot overstappen van het ene op het andere vervoersmiddel doet men aan een Hoppinpunt, dit is een knooppunt waar verschillende vervoersmiddelen samen komen, zoals de bus, deelsystemen en flexvervoer. 

        De bushalte aan het Jan Ypermanziekenhuis is geselecteerd als lokaal Hoppinpunt. Hiertoe dient de bushalte te worden aangepast conform de unieke verantwoordingsnota. Concreet gaat het om een Hoppinzuil, de verplaatsing van het schuilhuisje, het voorzien van tactiele begeleiding voor slechtzienden en het voorzien van een toegankelijk busperron (met aanrijdbare boordsteen, toegankelijk voor rolstoelgebruikers, kinderwagens,...).

        De kosten voor de aanleg van het Hoppinpunt kunnen gesubsidieerd worden door de Vlaamse Overheid. Eén van de voorwaarden is dat de stad beheerder is van het Hoppinpunt. Hiertoe wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen het ziekenhuis en de stad. 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen:

        Artikel 1: De samenwerkingsovereenkomst goed te keuren. 

        Artikel 2: De uitvoering van dit project te delegeren naar het college. 

  • Interpellaties

    • Stand van zaken legerkazerne (Interpellatie van raadslid Six)

      Feiten, context en argumentatie

      Net zoals in de vorige legislatuur stelde ik ook dit jaar al enkele vragen over de legerkazerne/ asielcentrum/ Strategische Spie en dat tijdens de zittingen van 24 februari en 31 maart. De antwoorden die ik toen kreeg waren allesbehalve geruststellend. Daarom dat ik over dat onderwerp zal blijven interpelleren.

      Eind maart kregen we hier te horen dat er een overleg ingepland zou worden in samenspraak met de Provincie, de WVI, Stad Ieper en Defensie. Vlaams Belang hoopt en rekent erop dat dit geen loze woorden waren en dat er daadwerkelijk al een concrete datum is voor het toch wel belangrijke overleg.

      En hoe zit het nu feitelijk met het asielcentrum? Van “de in principe 2 jaar” blijven nog maar een zestal maanden over. “Tegen de zomer zou er toch al duidelijkheid moeten zijn”, hoorde ik hier zeggen. Wel de zomer staat voor deur dus burgemeester Desomer hoe zit het nu: ga je wachten tot er een beslissing valt of neem jezelf het roer in eigen handen en maak je duidelijk dat 2 jaar genoeg is geweest en Fedasil en het Rode Kruis maar beter beginnen uitkjijken naar een andere locatie?

      Schepen Ryde
      De zomer start pas later, er is inderdaad overleg gepland in de komende weken. Hopen op een duidelijk antwoord. Maar nu nog niet te geven. 

      Raadslid Six
      Nog niks concreet dus, niks verder. Straks zomerreces dan weer stil. Willen duidelijkheid! Blijft nu bij plannen.

      Schepen Ryde
      Bezorgdheid om mensen die daar wonen, mooi zo.
      Maar wij ook afhankelijk en was gepland voor de zomer, dus komt nog. Woensdag overleg gepland.

      Raadslid Six
      Even met fractieleiders stand van zaken geven? En meer duidelijkheid.

      Raadslid Bolle
      Directeur zou ontslag hebben ingediend? Wat is hier dan het gevolg? En quid gesprekken?

      Schepen Ryde
      Rode kruis volgt op ook bovenlokaal, die verder de zaak begeleidt. Goed vertrouwen hier in. Donderdag overleg.
      Ook wij willen die duidelijkheid.

      Raadslid Six
      Nu wel concrete dagen daarnet niet gezegd.

      Schepen Ryde
      Er is al regelmatig overleg geweest maar nog geen duidelijkheid. Een wellicht zullen er nog volgen.
      De beslissing is het belangrijkste.

      Raadslid Six
      Hoopt dat dan onmiddellijk op de hoogte wordt gebracht.

  • Vragen en antwoorden

    • De teloorgang van de burcht (Vraag van raadslid Bolle)

      Feiten, context en argumentatie

      Mevr. De burgemeester, laat mij beginnen met twee citaten van Vlaams minister voor Erfgoed Weyts: “Ik heb mijn enthousiasme over deze vondst inderdaad niet onder stoelen of banken gestoken. Het is iets zeldzaam moois, dat perfect aansluit bij ‘Het verhaal van Vlaanderen’, in dezen vrijwel letterlijk, met de referentie naar het graafschap Vlaanderen en de middeleeuwse motte, de verblijfplaats van de graven van Vlaanderen.”
      Dat was zijn historische appreciatie van wat er in Ieper gevonden is tijdens de bouwwerken aan de Carrefour, of bij de voorbereiding ervan. Daarnaast gaf hij aan: “Ik ben ook bereid om een eenmalige kost mee te dragen, maar de exploitatie doen we natuurlijk niet vanuit Onroerend Erfgoed. Wij ondersteunen wel de aanschaf. Dat willen we absoluut onder ogen zien, en we weten dat je dan wel over enkele miljoenen spreekt, maar in onze afweging is deze vondst dat wel waard.”

      Ondertussen weten we wat die woorden waard zijn collega’s. Er is zogenaamd geen geld, maar dat blijkt dan toch alleen maar te zijn voor dossiers die buiten het grote politieke blikveld vallen. De duizendjarige burcht, het tastbaarste en meest spectaculaire bewijs van de ontstaansgeschiedenis van de stad Ieper, zal opnieuw worden begraven. Na de euforie van de ontdekking, na de verbluffende opgravingswerken, de duizenden enthousiaste bezoekers en steunschriften, en na de initiële beloftes om dit archeologisch monument niet alleen te bewaren, maar ook te ontsluiten, wordt op de beslissing teruggekomen. Deze unieke vondst kan nochtans veel betekenen voor het Vlaamse erfgoed en voor de verdere toeristische ontplooiing van Ieper als middeleeuwse stad.

      De snelheid waarmee het hele project wordt afgevoerd, zonder dat opties voor een alternatieve financiering ook maar een kans krijgen, zonder enig maatschappelijk debat of burgerinspraak, Is onaanvaardbaar. Ook medefinanciering vanuit de provincie wordt in deze volledig buiten schot gelaten. De bevoegde NV-A gedeputeerde Mevr. Kelly Detavernier hult zich in een pijnlijk stilzwijgen.

      Vandaar de insteek van mijn vraag: conform de vaste rechtspraak van de Raad van State kan de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed een beschermingsbesluit uitvaardigen, ook al werd er reeds een definitief geworden bouwvergunning verleend. Een dergelijke beschermingsbeslissing overrulet de afgeleverde vergunning, en verhindert de verdere uitvoering van de werken. Het volstaat om een dergelijk beschermingsbesluit uit te spreken om een initieel uitvoerbare vergunning onuitvoerbaar te maken. Niet alleen zou dat de verdere uitvoering van de bouwvergunning verhinderen, maar er zou ook extra tijd mee gekocht worden om ook met andere stakeholders dan de eigenaar rond de tafel te gaan zitten. Dus niet enkel met het Agentschap Onroerend Erfgoed, maar ook Toerisme Vlaanderen, provincie West-Vlaanderen en Westtoer, Herita, Koning Boudewijnstichting, Participatie Maatschappij Vlaanderen e.a. En er is nog altijd de piste om middelen in te zamelen in de private sector, bij mogelijke sponsors en, waarom niet, bij het grote publiek, via een ruime crowdfunding.
      Koop dus tijd burgemeester om prijsonderhandelingen met de eigenaar te voeren binnen aanvaardbare en meer marktconforme grenzen. En als de gesprekken mislukken, vaardig zo nodig een onteigeningsbesluit uit.

      Hebt u deze piste om een beschermingsbesluit uit te vaardigen bepleit bij de minister en zoniet, bent u bereid om met overtuiging voor deze piste te gaan burgemeester?

      Want wij hebben dan wel een NV-A parlementair in ons midden, mij lijkt het dat vanuit die hoek geen heil te verwachten valt. Meer zelfs, onze parlementair liet zelfs na om de minister in deze te bevragen in het Vlaams parlement en liet GROEN, Vlaams Belang en VOORRUIT de kastanjes uit het vuur halen. Ik lees nochtans op uw website collega Ryde dat u met veel goesting klaar staat om uw tanden te zetten in tal van dossiers. “Houd het hoofd koel en het hart warm” is daarbij uw favoriete leuze. Maar met alle respect mevrouw, in dit dossier profileert u zich als een boekhouder die het hart van duizenden mensen doet bloeden.

      Graag uw antwoord burgemeester.

      Burgemeester Katrien Desomer
      Het klopt dat de minister met een bescherming een afgeleverde omgevingsvergunning kan doorkruisen. Dit
      kwam ook op tafel. Echter, sinds vele jaren zijn de opeenvolgende bevoegde ministers heel terughoudend om
      afgeleverde omgevingsvergunningen te doorkruisen met een bescherming.
      Ik citeer:
      Het getuigt namelijk niet van goed bestuur om een vergunning afgeleverd door een lokaal bestuur te
      doorkruisen. Het tast de rechtszekerheid van de rechtsonderhorige aan. Een bescherming vraagt ook tijd, terwijl
      we hier weinig tijd hebben. Het dossier kan pas opgemaakt worden nadat het archeologierapport wordt
      opgeleverd, twee maanden na het afsluiten van het veldwerk. Er zijn nog enkele onderzoeksstappen nodig om
      een dossier op te maken, met name om de afbakening van de bescherming precies te bepalen: Het is dus niet
      mogelijk om op korte termijn een voorlopig beschermingsbesluit te laten tekenen. De procedure is daarmee nog
      niet afgelopen. De adviesronde, waaraan vanwege hoogdringendheid werd voorbijgegaan voor de voorlopige
      bescherming, moet doorlopen worden. Vervolgens moet de gemeente een openbaar onderzoek over de
      voorlopige bescherming organiseren. Ten slotte beslist de minister over de ondertekening van de definitieve
      bescherming. De bescherming kan vervolgens nog gedurende 60 dagen voor de Raad van State worden
      aangevochten.
      Ook bij een bescherming is er nog geen oplossing voorhanden voor de resten van de burchtmuur. Indien er
      finaal geen overeenstemming wordt gevonden na de bescherming, eindigen we potentieel met een site waar
      niets mee gebeurt. Dat is ernstig, want het verval van de muurresten zal dan heel snel intreden. Dan zitten we
      op de piste van handhaving.
      Er werd dus geconcludeerd dat de beste garantie op bewaring op lange termijn net is om de muurresten terug
      te begraven. Dit is in het voordeel van het erfgoed. De volgende stap is om de site te beschermen. Minister
      Weyts heeft te kennen gegeven dat hij in de nabije toekomst bereid is dit te doen. Bij bouwprojecten in de
      omgeving zal als gevolg van de bescherming in de toekomst terdege met de grafelijke burcht rekening moeten
      worden gehouden. Zoals reeds eerder gezegd wordt dan op basis van die bescherming het voorkooprecht
      onderzocht vanuit de stad.
      Voor de site was er morgen een overleg gepland in Brussel op het kabinet van de minister samen met de
      bouwheer. Dit is uitgesteld naar volgende week. Dit overleg gaat over de vrijwaring van de muur bij de
      bouwwerken. We spreken enkel daarvoor al over een substantieel bedrag. U zal dit trouwens zien staan in de
      meerjarenplanaanpassing die volgende maand in deze raad wordt voorgelegd.
      U geeft ook de snelheid aan waarmee dit dossier werd behandeld. Dat wil ik ten stelligste ontkennen. Al het
      onderzoek dat kon gevoerd worden werd gevoerd. Ook onze betrokken diensten deden daarin hun deel met
      kostprijsramingen, stedenbouwkundig onderzoek en zelfs met schetsen over hoe de site zou kunnen worden
      ontsloten. En ja, er was ook informeel contact met andere kabinetten. De bereidheid tot cofinanciering als die er
      al was, was heel gering.
      Dat we finaal, voor wat Ieper betreft, op onze financiële grenzen zijn gestoten is een eerlijk gegeven. We waren
      bereid om ver mee te gaan maar niet ten koste van andere broodnodige investeringen die onze inwoners
      verdienen.

      Raadslid Bolle
      Dank voor uitgebreid antwoord.
      Uitzonderlijke zaken vergen uitzonderlijke maatregelen.
      Maatregel aanvragen om tijd te kopen.
      Er is 10 mio extra maar men wil de werken snel laten verderzetten.
      Men kijkt meer vooral door een koopmansbril. Onaanvaardbaar.

    • Zaterdagmarkt (Vraag van raadslid Bolle)

      Feiten, context en argumentatie

      De openbare markt collega’s, is een eeuwenoud vast gegeven in het straatbeeld van onze steden en gemeenten en al sinds de middeleeuwen gaat er wekelijks een openbare markt door in vele van onze Vlaamse steden.

      En dat openbare markten de tand des tijds hebben doorstaan, mag geen verrassing zijn, want al sinds hun ontstaan spelen ze een belangrijke economische en sociale rol. De aanwezigheid van een wekelijkse markt zorgde voor inkomsten voor de stadskas, trok handelaars aan. De markt was een ontmoetingsplaats en vaak het paradepaardje van een stad. De wekelijkse markt als een vorm van ‘citymarketing’ avant la lettre.

      Doorheen hun bestaan werden de markten geconfronteerd met verschillende economische
      verwikkelingen, maar de laatste tien jaar is het vooral de toename van digitale technologie,
      e-commerce en winkelketens die ervoor zorgen dat het algemene winkellandschap en dat van de openbare markt grondig wijzigen.

      Studies zoals deze van de provincie Oost-Vlaanderen uit 2019 tonen aan dat marktkramers parkeergelegenheid in deze context als belangrijkste criterium zien. Hun tweede belangrijkste criterium is meer verkoop of veel passage en het derde is bereikbaarheid voor de marktbezoeker.
      Naast bereikbaarheid en locatie speelt ook het moment van de markt een belangrijk rol. De zaterdagvoormiddag is duidelijk favoriet en meer dan de helft van de marktkramers geeft aan dat beleving in en rond de markt een meerwaarde kan zijn.

      Maar welke aspecten van de openbare markt vinden de bezoekers nu het belangrijkste? Met stip op één staan versheid en kwaliteit. Op plaats twee vinden we beleving terug en tenslotte de locatie van de markt. Het centrum van een gemeente krijgt de absolute voorkeur (91%).

      In het onderzoek werd nagegaan of marktbezoekers hun marktbezoek combineren met een bezoek aan de lokale detailhandel en/of horeca. Uit de bevraging blijkt dat 21,3% hun marktbezoek altijd combineert met een bezoek aan de lokale handelaars. En 54,8% doet dit soms, wat erop wijst dat er kruisbestuiving is tussen beide. Een zeer groot deel van de ondervraagden geeft aan dat ze de markt als ontspanning en/of daguitstap beschouwen (meer dan 80%). De markt is voor deze bezoekers dus meer dan een boodschappenronde.

      Om de eeuwenoude traditie van openbare markten ook in de toekomst te verzekeren, geven de onderzoekers aanbevelingen mee voor lokale besturen, met op stip: de locatie van markt herzien in functie van bereikbaarheid en complementariteit van detailhandels- en horeca-aanbod. Stabiliteit en herkenbaarheid zijn belangrijk voor zowel de marktbezoekers als de marktkramers. Het is dus belangrijk dat de markt niet te vaak wordt verplaatst voor evenementen.

      Wat mij uiteindelijk bij de kern van mijn vraag brengt.
      Bij onbeschikbaarheid van ons marktplein als marktplaats, wordt gewoontegetrouw uitgeweken naar de Esplanade. Een alternatief, maar heel zeker niet de beste locatie uit hoofde van wat de verwachtingen zijn van zowel marktkramer als bezoeker. Ondertussen zijn de werken aan de Leet en het Sint-Maartensplein beëindigd en werden de omgevingswerken voltooid.
      VOORUIT is ervan overtuigd dat deze locaties zonder twijfel veel beter geschikt zijn om het marktgebeuren te laten plaatsvinden dan de steriele omgeving van de Esplanade. Een sfeervolle buurt die de relatie winkelbeleving, een ruim aanbod aan horeca en het marktgebeuren versterkt. Voeg daar solide randparkings als de Esplanade en het Minneplein aan toe, alsook wat randanimatie en je krijgt een instant succes. Althans, daar zijn wij van overtuigd. Maar we zijn vooral benieuwd of u daar ook van ook van overtuigd bent en dit voorstel een kans wil geven.

      Schepen Peter De Groote
      Dat de zaterdagmarkt zoveel als mogelijk op de Grote Markt hoort door te gaan is iets waarover zowel de stad, de
      marktkramers, bezoekers en omliggende horeca uitbaters het helemaal over eens zijn.
      Het is nu zo dat er eenmaal heel wat evenementen in onze stad doorgaan, wat alleen maar positief is voor de
      leperling. Echter is het zo dat heel wat van die evenementen graag ook op de Grote Markt hun plaatsje willen. Om
      die reden werd in 2022 het marktplan compacter gemaakt. Alle kramen die nog op de wandelzone stonden kregen
      een plaatsje op de parkeerzone. Zo kwam het overgrote deel van de wandelzone vrij zodat er reeds van de vrijdag
      af een en ander al kon opgebouwd worden en de markt dus niet hoefde te verhuizen naar de Esplanade. Er zijn
      natuurlijk een aantal gelegenheden waarbij het nog steeds niet anders kan dan dat de markt moet uitwijken.
      Het gaat hier over volgende activiteiten:
      1. De Kattenfoor: twee zaterdagen
      2. Gent-Wevelgem: met de start in Ieper
      3. De Dolle dagen
      4. De Rally
      5. De Thuyndagfoor: twee zaterdagen
      Tijdens de Tooghedagen kunnen ze normaal gezien wel in het centrum blijven. Dit werd vorig jaar uitgetest en goed
      bevonden. Normaal blijft dit in de toekomst ook zo. De verhuis naar de Esplanade is dus in vergelijking met een 10-
      tal jaren geleden enorm teruggeschroefd.
      Het feit dat de Esplanade door sommigen als minder beschouwd wordt heeft te maken met minder
      horeca, maar ook met parkeergelegenheid, alhoewel er heel wat parking in de buurt is. Eilandje - Colaertplein -
      stationsplein en parking Tufpen aan. Klanten willen vaak de afstand niet afleggen en zo dicht mogelijk
      parkeren. Verder houden een deel van de marktkramers die ‘negatieve bevinding’ van de Esplanade zelf
      ook in stand. Ze laten hun klanten op voorhand al weten dat ze niet naar de Esplanade zullen gaan zodat
      er al een deel klanten afhaakt. Dit ten nadele van hun collega's die wet de moeite nemen om er te staan.
      De marktkramers werden hier al meermaals op gewezen maar het verandert de mentaliteit duidelijk niet.
      Omwille van deze hele situatie werd er in de vorige legislatuur nagedacht over de mogelijkheid om op de
      Leet/Vandepeerenboomplein de markt in te plannen zodat ze toch in het centrum kunnen blijven tijdens hele grote
      evenementen.
      Een eerste plan werd eens uitgetekend. Van aan de Coomanstraat tot aan de
      Boezingepoortstraat/Elverdingestraat. Hier bleek dat dit eigenlijk te krap was, ook omwille van de
      aanpassingen die daar gebeurd zijn. Heelwat verkeerspalen, boompjes, bankjes, fontein, … Na overleg met de
      kerkfabriek bleek ook dat de ingang van de kathedraal vrij moest blijven. Dit plan leek dus niet
      haalbaar.
      Een nieuwe piste werd bekeken en opgemeten.
      Coomanstraat, deeltje Leet tot op 15m van de ingang kathedraal (om deze vrij te houden), St.Maartens -
      plein tot en met de groene parking achter de kathedraal. Hier bleek dat we te weinig meters hadden om
      iedereen een werkbare plaats te geven. Na het optellen van alle fronten van de kramen kwamen we bijna
      de helft te kort. Ook hier weer eenzelfde probleem zoals de Leet en VDB-plein, heel wat hindernissen die
      een vloeiende opstelling in de weg staan. Er moet ook met heel veel zaken rekening gehouden worden bij
      de opstelling van een markt. Aan welke kant gaat het luik open, heeft de marktkramer een zijdeur die open
      moet kunnen, een dissel aan winkelwagens, de bestelwagen die nodig is achter het kraam, ed...
      Maar met de restauratiewerken aan de achterkant van de Lakenhallen is dit sowieso nog geen optie. In onze laatste
      vergadering met het marktcomité werd dan ook geopperd om deze plannen voorlopig te laten varen, gezien de
      verhuis naar de Esplanade miniem geworden is. Het gaat om 7 zaterdagen van de 52wat heel goed meevalt.
      Het neemt niet weg dat- als er in de toekomst wat minder kramen zouden zijn - dit eventueel wel nog een
      mogelijkheid kan zijn. Maar weet dan dat er heel wat parkeergelegenheid in het centrum wegvalt door het
      grote evenement op de markt en de wekelijkse markt op de parking St -Maartens plein en groenparking!

      Raadslid Bolle
      Ook uitvoerig antwoord, dank.
      Geen discussie over m², ook vorige legislatuur studie gemaakt. En werken zijn inderdaad nog bezig;
      Wel overtuigd dat het wel mogelijk moet zijn om een markt op te stellen op het St-Maartensplein. Graag toch een kans geven, in overleg met de marktkramers.
      Kan toch als proefproject.

    • Blauw op straat (Vraag van raadslid Six)

      Feiten, context en argumentatie

      Berichten uit de pers laten weinig aan de verbeelding over: in het merendeel van de politiezones is er een tekort aan manschappen. Dit heeft een rechtstreeks gevolg voor de veiligheid.

      Vragen:
      1. Is de politie in Ieper voldoende bemand om de openbare veiligheid op alle plaatsen te garanderen? Zo nee, welke stappen zal de burgemeester zetten in het politiecollege om dit op te lossen?

      2. Is de burgemeester bereid om private beveiligingsagenten gericht in te zetten op bepaalde plekken om de overlast in te perken, bijvoorbeeld bij evenementen? Zo ja, welk budget zal hiervoor worden voorzien en wanneer zal dit ingaan? Zo nee, waarom niet?

      Burgemeester Katrien Desomer
      Het klopt dat in vele politiezones een tekort aan operationele personeelsleden bestaat. Voor PZ Arro Ieper is
      dit niet anders: het aantal niet ingevulde plaatsen draait gemiddeld rond de 20 of een percentage van 9%.
      Echter worden alle taken en opdrachten die voorzien zijn bij wet/KB/omzendbrief nog steeds ten volle
      voorzien en volgens de vastgelegde normen. Dit impliceert dat er systematisch wel overuren gepresteerd
      worden door verschillende personeelsleden en dat een aantal extra’s niet altijd even makkelijk gerealiseerd
      kunnen worden.
      Het personeelstekort zorgde anderzijds en ten dele ook voor een meer efficiënte inzet van personeel bij
      ordediensten, evenementen en andere aangelegenheden. Naast de dagelijkse inzet van interventie-, regio- en
      verkeersploegen wordt systematisch ook voorzien in één of meerdere overlast- of fenomeenploegen
      teneinde allerlei vormen van overlast aan te pakken.
      Concreet betekent het bovenstaande dat de openbare veiligheid over de ganse politiezone nog steeds op
      een professionele en kwalitatieve manier kan gegarandeerd worden. Bij uitbreiding, en specifiek voor stad
      Ieper (als één van de 3 regio’s binnen de politiezone) geldt dezelfde stelling. Het zou inderdaad wenselijk
      zijn een volledig personeelskader te kunnen vastleggen, en het politiecollege doet hier samen met de
      politiezone al het mogelijke om alle plaatsen maximaal vacant te stellen en onder de aandacht te brengen.
      De komende maanden vervoegen wel een 8-tal nieuwe personeelsleden de politiezone waarbij we hopen
      dat deze positieve tendens zich verderzet. 4 andere kandidaten hebben in de loop van de maand juni nog
      een selectiegesprek in de politiezone en zullen in positief geval ook op heel korte termijn kunnen starten op
      hun nieuwe werkplek.
      De modaliteiten en mogelijkheden van private beveiligingsagenten zijn bij wet geregeld. De verplichting tot
      inzet bij evenementen wordt bepaald in de zonale verordening ‘openbare orde’, i.f.v. van locatie en omvang.

      Raadslid Six
      Dank.
      Hoopgevend dat aantal plaatsen ingevuld worden, hopelijk kan daarmee algemene veiligheid gevrijwaard worden.

    • Volkstuinen (Vraag van raadslid V. Despeghel)

      Feiten, context en argumentatie

      Volkstuinen hebben doorheen de geschiedenis een belangrijke rol gespeeld in het stedelijk weefsel van middeleeuwse steden. Ze boden niet alleen voedselvoorziening, maar fungeerden ook als sociale ontmoetingsplaatsen en groene longen. Ook Ieper kende een rijke volkstuintraditie, met tuintjes op en rond de vestingen. In de twintigste eeuw kwamen daar nieuwe locaties bij, zoals aan La Brique Military en later in het Hoornwerkpark. Het moestuinproject aan ’t Hofland speelt nog steeds in op de groeiende vraag naar lokaal en duurzaam voedsel.

      Door bevolkingsgroei en compacter bouwen beschikken steeds minder gezinnen over een eigen tuin. Tegelijk groeit de interesse in zelfvoorzienend tuinieren. Steeds meer inwoners willen zelf groenten, fruit en kruiden kweken, gedreven door ecologische, gezondheids- en gemeenschapsmotieven. Ook voedselbossen – waar voedselproductie samengaat met biodiversiteit en klimaatrobuustheid – winnen aan populariteit.

      Momenteel staan in Ieper een vijftiental mensen al meerdere jaren op de wachtlijst voor een volkstuintje, wat de nood aan dergelijke initiatieven aantoont. Tijdens de vorige legislatuur speelde het stadsbestuur hierop in met investeringen in het Hoornwerkpark en de opstart van twee nieuwe projecten: het voedselbos in het Jan Ypermanpark en een nieuw volkstuincomplex in de Tybaertstraat.

      Het voedselbos in het Jan Ypermanpark ging in 2024 van start met de eerste aanplantingen. Het project focust op voedselproductie, educatie, biodiversiteit en gemeenschapsvorming. Een groeiend aantal vrijwilligers helpt mee met de verdere inrichting van het terrein, waar ook nog poelen, een centrale zitruimte, watervoorziening, enz. gepland zijn. Daarnaast wordt gedacht aan de herbestemming van de oude ast als workshop- en opslagruimte.

      Voor het volkstuincomplex aan de Tybaertstraat zijn er al concrete plannen. Er zouden zestien tuintjes van elk ca. 70 m² komen, omzoomd door hagen, met centraal een picknickzone en extensief maaibeheer. Een gedeelde bergruimte aan de stadsserres moet individuele berghokken vermijden. Dankzij regenopvang in de serres is er voldoende water beschikbaar om te tuinieren. De serres en aanpalende weide blijven dienen als winterlocatie voor de stadsschapen. De uitvoering werd gekoppeld aan een nieuwe subsidieoproep van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM).

      Eind mei kregen we bericht dat er opnieuw een oproep is gelanceerd door de VLM. De nadruk ligt op gemeenschapsontwikkeling en sociale verbinding: volkstuinen als warme plekken waar mensen elkaar ontmoeten, samenwerken en buurten versterken. Geselecteerde projecten kunnen tot 75% steun krijgen, met een maximum van 20.000 euro. Indiening is mogelijk tot en met 19 september 2025.

      Hieromtrent heb ik de volgende vragen:
      - Zal de stad het volkstuincomplex in de Tybaertstraat effectief realiseren?
      - Zal de stad een subsidieaanvraag indienen bij de VLM voor de resterende werken in het Jan Yperman-voedselbos en het nieuwe volkstuincomplex in de Tybaertstraat?

      Schepen Miguel Gheysens
      Bedankt voor de vraag collega Despeghel, en ja deze oproep zal hoogstwaarschijnlijk positief beantwoord
      worden. Echter werd dit gelanceerd op 24/5 en heb ik nog de tijd niet gehad om te bespreken met de dienst
      landschap. We zijn nog niet 19 september, en een totaal bedrag van max 20.000 is ook niet veel om een
      nieuwe site te ontwikkelen.
      Morgen in mijn tweewekelijks overleg, zullen we alle opties bespreken, gaande van opwaardering van de site
      Briekestraat, over bijkomende financiering voor de boomgaard in Jan-Ypermanpark, tot aan een nieuwe
      ontwikkeling van de Tybaertsite.
      In het verleden zijn de volkstuintjes in de Briekestraat, reeds benaderd geweest voor opwaardering, maar op
      felle tegenstand van de gebruikers gebotst. Redenen te meer om werk van te maken. De site Tybaerstraat,
      nabij de serres, is reeds uitvoerig uitgewerkt, maar nog niet afgetoetst met de visie binnen de groendienst
      over het gebruik van de serres. Een overleg met alle partners binnen het totale project, waaronder ook
      Regionaal Landschap, als cofinancierder van de omgevingswerken moet uitsluitsel brengen. Lokale
      moestuinverenigingen zoals VELT of Tuinhier, kunnen een trekkersrol spelen.
      Je ziet, we zijn aan het werk om mensen laagdrempelig via tuinieren samen te brengen en een mooi
      voorbeeld van wat levendige volkstuinen kunnen zijn, is de Citadellaan. Enkele jaren terug opgewaardeerd
      met bloemenstroken, hakhoutwerk, fruitbomen, kastanjeafrastering en een heraanleg van het toegangspad.
      Ondertussen 5 van de 14 wachtenden, willen hier een tuintje. 6 personen wensen in de Briekestraat te
      tuinieren, en 4 hebben geen voorkeur, wat bevestigd dat de locatie er wel toe doet.
      Hopelijk hiermee een antwoord te hebben geboden en we blijven werken aan een divers, groen, robuust en
      sociaal Iepers landschap!

      Raadslid Despeghel
      Dank voor positief antwoord. Tevreden dat er subsidiedossier(s) wordt/worden ingediend.
      Tybaertsite: er is al een plan en kostenraming.
      Dank om dit verder te bekijken.

  • Mededelingen

    • Mededelingen.

Namens Gemeenteraad,

Stefan Depraetere
Algemeen directeur

Sarah Bouton
Voorzitter