Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De notulen van de raad van 4 september 2023 worden voor goedkeuring ter inzage van de raadsleden gelegd. Er zijn geen opmerkingen geformuleerd, waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 21 ja stemmen en 9 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys en Dehaerne) de notulen van 4 september 2023 goed te keuren
In zitting van 16.01.2023 ging het vast bureau principieel akkoord met de openbare verkoop van de percelen grond kadastraal gekend als Ieper, 16e afdeling, Zillebeke, sectie A, nrs. 121m en 121n met een totale kadastrale oppervlakte van 38a 52ca, rekening houdend met alle bestaande erfdienstbaarheden.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).
Het Bosdecreet van 13.06.1990.
Het ministerieel besluit van 13.05.2019 houdende definitieve bescherming als archeologische site van het eerste wereldoorlog-slagveld van Bellewaerde Ridge in Ieper.
Het O.C.M.W. is eigenaar van een perceel bosgrond met toegangsweg in het Begijnenbos in Zillebeke. Het perceel is gekend bij kadaster Ieper, 16°afdeling, Zillebeke, sectie A, nrs. 121m en 121n, groot in totaal 38a 52ca. Dit perceel is gelegen in de historisch waardevolle site van Bellewaerde Ridge en is als archeologische site beschermd door het M.B. van 13 mei 2019.
Centraal op het perceel bevindt zich een klein voormalig tramstel, rudimentair ingericht als jachthut. Deze is niet vergund en kan niet als vergund worden geacht gezien niet achterhaald kan worden dat de hut er stond vóór 1979.
Het perceel is planologisch ingekleurd als bosgebied. Ecologisch is het een interessant perceel met een diverse bomensamenstelling.
Verschillende bomen (oa ratelpopulier) zullen binnen een periode van een vijftal jaar kaprijp zijn.
Het is niet zinvol het perceel in te richten als uitkijkpunt of rustpunt.
Verkoop van het perceel inclusief de toegangsweg, waarop een erfdienstbaarheid van toegang rust, is de te verkiezen optie.
In zijn schattingsverslag van 24.04.2023 schat landmeter Pieter Callewaert de venale waarde van het te verkopen onroerend goed op 40.000,00 EUR.
De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie dient te worden ontslagen van zijn verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte.
Op voordracht van het vast bureau.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 17 ja stemmen en 11 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Dehaerne, Six en Dehollander) tegen 2 neen stemmen (de raadsleden Vancayseele en Vandenbilcke) :
Artikel 1: Akkoord te gaan met de verkoop via COVAST van de percelen grond kadastraal gekend als Ieper, 16e afdeling, Zillebeke, sectie A, nrs. 121m en 121n met een totale kadastrale oppervlakte van 38a 52ca inclusief de erop staande voormalige jachthut, rekening houdend met alle bestaande erfdienstbaarheden, voor de minimale prijs van 40.000,00 EUR.
Artikel 2: Conform de beurtrol een notaris aan te stellen met het oog op de samenstelling van het dossier en het afhandelen van de verkoop.
Artikel 3: Het vast bureau te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
Artikel 4: De algemeen directeur en de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn te machtigen alle stukken aangaande de verkoop te ondertekenen.
Artikel 5: De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan van zijn verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte.
"In Ieper hoeft niemand buiten te slapen." Dat waren uw woorden schepen Ryde in de raad voor maatschappelijk welzijn van oktober 2021. Toch was er midden september opnieuw heel wat te doen rond dakloosheid in onze stad.
Jongvolwassenen zijn een groeiende groep onder daklozen, een probleem dat een aangepaste hulpverlening vraagt. Vooral omdat onzichtbare dakloosheid veel vaker voorkomt bij jongeren, waar onze wetgeving nog niet volledig aan is aangepast. Dat maakt hun situatie niet minder kritiek. Vaak zitten deze jongeren in situaties die ze willen of moeten ontvluchten. Door het feit dat zij vaak minder zichtbaar zijn, worden ze gedwongen in oplossingen voor korte termijn. Het gevolg is dat ze wegzakken op de verschillende wachtlijsten, omdat ze zogezegd niet meer dakloos zijn. Het wordt dan heel moeilijk om aan te tonen dat er nog een woonnood is. Ook een ondertekende verklaring is hierin geen ideale oplossing.
Voor een deel van de jongeren kan cohousen een oplossing vormen. Helaas bestaat hiervoor momenteel geen specifieke wetgeving die het recht op maatschappelijke integratie waarborgt. Hierdoor kan het zijn dat de persoon in kwestie in een afhankelijkheidspositie wordt gedwongen en zelf in armoede belandt.
Daarom heb ik volgende vragen:
- Is er intussen al meer zicht op het aantal daklozen in Ieper?
- Ieper heeft zelf een aantal doorgangswoningen, wat is hiervan het kostenplaatje en welk deel is voor de cliënt en welk deel wordt door de gemeente ten laste genomen?
- Hoe zit het met de bezetting van de noodwoningen? Zijn deze constant bezet of zijn er periodes van leegstand?
- Voorziet de gemeente Ieper extra premies om mensen uit de dakloosheid te helpen buiten de Vlaams voorziene installatiepremie? (Vooral aangezien deze maar eenmalig kan toegekend worden)
- Hoe vaak werd de installatiepremie in het afgelopen jaar toegekend?
- Wat is de attitude van dit bestuur naar cohousen? Worden deze mensen als samenwonend beschouwd of als alleenstaand?
- Met welke organisaties werkt het OCMW Ieper samen om de specifieke problematiek van jongerendakloosheid aan te pakken en is er een mogelijkheid om die samenwerkingen verder uit te bouwen?
- Wat is de gemiddelde caseload van de maatschappelijk werkers in Ieper? Hebben zij voldoende tijd om al hun cliënten de ondersteuning te geven die zij nodig hebben en verdienen?
Namens Raad Maatschappelijk Welzijn,
Stefan Depraetere
Algemeen directeur
Ann-Sophie Himpe
Voorzitter