Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De notulen van de raad van 2 juni 2025 worden voor goedkeuring ter inzage van de raadsleden gelegd. Er zijn geen opmerkingen geformuleerd, waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen de notulen van 2 juni 2025 goed te keuren.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
Het Vlaams pachtdecreet van 13 oktober 2023
Inzake pachtovereenkomsten met een eerste gebruiksperiode van meer dan 9 jaar is de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd om de contractvoorwaarden vast te stellen.
eerste gebruiksperiode | verhoging pachtprijs gronden | verhoging pachtprijs gebouwen |
18 jaar | 36% | 18% |
21 jaar | 42% | 21% |
24 jaar | 48% | 24% |
25 jaar of meer | 50% | 25% |
Om de pachtopbrengsten te maximaliseren is het wenselijk om bij nieuwe verpachtingen of na pachtoverdracht maximaal te opteren voor loopbaanpachten en indien dit niet mogelijk is omwille van de leeftijd van de pachter voor overeenkomsten met een eerste gebruiksperiode van minstens 18 jaar en bij voorkeur minstens 25 jaar. Loopbaanpachten worden afgesloten voor een vaste duur gelijk aan het verschil tussen het ogenblik waarop de pachter de pensioenleeftijd bereikt en de huidige leeftijd van de pachter. Bij het sluiten van de pachtovereenkomst mag de pachter niet ouder zijn dan 40 jaar.
Deze pachtovereenkomsten bieden eveneens als voordeel dat het pachtgoed bij het einde van de pacht vrijkomt (in geval van loopbaanpacht) of dat zij de verpachter de mogelijkheid bieden om zich het recht voor te behouden om tegen het einde van de pachtperiode opzegging te doen voor het geheel of een deel van de pacht om het pachtgoed geheel of gedeeltelijk te vervreemden.
Nog inzake opzegging is het wenselijk om in de pachtovereenkomst het recht te voorzien voor de verpachter om opzegging te doen wanneer de pachter bij zijn overlijden geen bevoorrechte familieleden nalaat.
Ingevolge het Vlaams pachtdecreet kan de pachtovereenkomst in een forfaitaire vergoeding voorzien voor het stro, de mest, de navette, de bij voorraad gedane bebouwing en de verbetering van de grond. Die vergoeding is niet lager dan driemaal de maximaal toegestane pachtprijs. Het is wenselijk dit bedrag als richtbedrag te hanteren.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 18 ja stemmen en 13 onthoudingen (de raadsleden Goudeseune, Six, V. Despeghel, Verkruysse, Dehollander, N. Vandamme, Bossaert, J. Despeghel, Bibuljica, Deygers, Demeyere, Louwyck en Kinoo ) tegen 1 neen stem (raadslid Bolle):
Artikel 1: Om bij nieuwe verpachtingen of na pachtoverdracht maximaal te opteren voor loopbaanpachten voor zover de leeftijd van de pachter dit toelaat (maximum 40 jaar) of voor overeenkomsten met een eerste gebruiksperiode van in elk geval minstens 18 jaar en bij voorkeur minstens 25 jaar.
Artikel 2: In dit kader zijn goedkeuring te verlenen aan de contractvoorwaarden zoals vervat in het volgende model van pachtovereenkomst:
"Tussen de ondergetekenden
1. Het O.C.M.W. Ieper, gevestigd te 8900 Ieper, Ter Waarde 1, vertegenwoordigd door mevrouw Katrien Desomer, voorzitter vast bureau en de heer Stefan Depraetere, algemeen directeur : ‘de verpachter’
En
2. ..., wonende te ..., rijksregisternummer .., KBO ..., landbouwer, hierna genoemd: ‘de pachter’
Is overeengekomen wat volgt:
Artikel 1: Voorwerp van de overeenkomst
De verpachter geeft in pacht aan de pachter, die deze pacht aanvaardt, een onroerend goed bestaande uit:
- de percelen landbouwgrond kadastraal gekend als Z...,
nr. .. met niet geïndexeerd KI ..
.....
met een gezamenlijke kadastrale oppervlakte van ...., door partijen goed gekend.
Het jacht- en visrecht blijven uitdrukkelijk voorbehouden aan de verpachter.
Artikel 2: Plaatsbeschrijving
De plaatsbeschrijving zal op kosten van elke partij voor de helft vóór de ingenottreding van de pachter worden opgemaakt door….,
die door beide partijen met deze opdracht wordt belast.
De plaatsbeschrijving wordt na opmaak als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd.
Artikel 3: Duur
Deze pachtovereenkomst wordt aangegaan:
ofwel: vaste duur gelijk aan het verschil tussen het ogenblik waarop de pachter de pensioenleeftijd bereikt en de huidige leeftijd van de pachter;
ofwel: voor een eerste gebruiksperiode van .... (minstens 18, bij voorkeur 25 jaar)
die ingaat op ...
om te eindigen op ...
Bij gebreke van geldige opzegging binnen deze periode, hetzij door de verpachter, hetzij door de pachter, loopt de pachtovereenkomst nadien verder met opeenvolgende periodes van 9 jaar.
Artikel 4: Pachtprijs en bijkomende lasten
De pachtprijs stemt overeen met maximaal toegelaten wettelijke pachtprijs, met inbegrip van de verhoging met ...... (36%, 42%, 48% of 50% naargelang de duur van de eerste gebruiksperiode) omwille van de duur van ....... (18, 21, 24, 25 of 27) jaar van de eerste gebruiksperiode.
De jaarlijkse pachtprijs wordt berekend door het totaal niet geïndexeerd kadastraal inkomen van alle percelen landbouwgrond die het voorwerp uitmaken van deze pachtovereenkomst te vermenigvuldigen met de coëfficiënt zoals driejaarlijks vastgelegd door de pachtprijzencommissie en het resultaat te verhogen met ..... %.
De pachtprijs is te betalen na verloop van ieder pachtjaar en voor de eerste maal op ... op rekening nummer BE15 0910 0092 1630 op naam van het O.C.M.W. Ieper.
De pachter zal instaan voor de kosten verbonden aan het ruimen van de grachten en van de niet-bevaarbare waterlopen die zich langs of op het verpachte goed bevinden, alsook voor de belastingverhoging wegens gebouwen, werken of aanplantingen die hij zelf op het gepachte goed heeft aangebracht.
Artikel 5: Opzegging
Naast de opzeggingsmogelijkheden door het pachtdecreet bepaald, worden de volgende mogelijkheden uitdrukkelijk door de partijen voorzien:
☒Overlijden van de pachter
à De verpachter behoudt zich het recht voor om opzegging te doen wanneer de pachter bij zijn overlijden geen bevoorrechte familieleden nalaat.
☒Vervreemding van de pachtgrond
à De verpachter behoudt zich het recht voor om opzegging te doen voor het geheel of een deel van de pacht om het pachtgoed geheel of gedeeltelijk te vervreemden.
à Deze opzegging kan enkel worden gegeven tegen het einde van de lopende pachtperiode met uitzondering van de eerste pachtperiode tenzij de eerste pachtperiode een duur heeft van minstens achttien jaar.
Artikel 6: Overdracht van pacht of onderverpachting
Pachtoverdracht en onderverpachting zijn verboden behoudens in volgende gevallen:
Artikel 7: Onderhoud van het pachtgoed
De pachter is ertoe gehouden het pachtgoed in goede staat en volgens zijn bestemming te onderhouden en het als een voorzichtig en redelijk persoon persoonlijk te gebruiken en te bebouwen.
Hij dient, overeenkomstig het artikel 1754 oud B.W., de pachtelijke herstellingen uit te voeren en overeenkomstig artikel 1756 oud B.W. de putten en sekreten te ruimen.
Hij dient hagen, wegen, struikgewas en bomen te handhaven en te onderhouden.
Artikel 8: Verplichtingen bij het einde van de pacht
☒De pachter is verplicht het gepachte goed terug te geven in een staat van wisselbouw, vruchtbaarheid en zuiverheid, gelijkwaardig aan die waarin het zich bij de ingenottreding bevindt en zoals blijkt uit de plaatsbeschrijving.
Artikel 9: Eindepachtvergoeding
☒ Op het einde van de overeenkomst wordt aan de pachter een forfaitaire vergoeding ten bedrage van drie keer de maximale toegestane pachtprijs betaald voor het stro, de mest en de navette die hij bij zijn vertrek achterlaat en voor de bebouwing die hij al heeft verricht; alsook voor de verbetering van de gronden wat hun zuiverheid betreft.
Artikel 10: Kosten van de akte
Alle kosten, registratierechten en eventuele boeten voortspruitend uit deze overeenkomst zijn ten laste van de pachter.
Opgemaakt te ………………………………. op ……..……………………..in twee/drie exemplaren, waarvan iedere partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen; het derde exemplaar is bestemd voor de registratie (schrappen indien nodig).
De verpachter, De pachter,
Voor OCMW Ieper
S. DEPRAETERE K. DESOMER
Algemeen directeur Voorzitter vast bureau
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De raad wordt gevraagd de meerjarenplanaanpassing 10 2020-2025, deel OCMW, vast te stellen. Deze meerjarenplanaanpassing bestrijkt, net als meerjarenplanaanpassing 9, ook de jaren 2026 en 2027 en bevat eveneens de aangepaste transactiekredieten voor 2025.
De meerjarenplanaanpassing van de stad Ieper en het OCMW kan als volgt worden samengevat:
Op basis van deze overwegingen stelt de raad maatschappelijk welzijn met 18 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo) tegen 11 neen stemmen (de raadsleden Goudeseune, Bolle, V. Despeghel, Verkruysse, N. Vandamme, Bossaert, J. Despeghel, Bibuljica, Deygers, Demeyere en Louwyck) de meerjarenplanaanpassing 10, wat betreft het deel OCMW, vast.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 42, § 1, 1°, a.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, in het bijzonder de artikels 29/1.
De opdrachtencentrale van Stad Brugge heeft een nieuwe raamovereenkomst met besteknummer "BRUGGE-2024-017-SVC" gelanceerd waarbij de verschillende percelen doorheen het lopende jaar worden gegund. De maximale looptijd bedraagt 6 jaar (inclusief verlengingen). De stad Brugge treedt op als aankoopcentrale voor de lokale overheden die zijn gesitueerd in het Vlaams Gewest, waardoor onze organisatie overeenkomstig artikel 47, § 2, van de wet van 17 juni 2017 vrijgesteld is van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.
Het is aangewezen om gebruik te maken van de opdrachtencentrale. De in de opdrachtencentrale voorziene ICT-infrastructuur voldoet aan de behoefte van het bestuur. Daarnaast moet de stad zelf geen gunningsprocedure voeren wat een besparing aan tijd en geld betekent. De stad is niet verplicht tot enige afname van de raamovereenkomst.
Het college van burgemeester en schepenen van de stad Brugge heeft in zitting van 3 maart 2025 Perceel 01 - Desktopapparatuur (Werkplekapparatuur) aan DUSTIN BELGIUM NV, Wingepark 5a te 3110 Rotselaar gegund. Onze organisatie dient regelmatig nieuwe desktopapparatuur aan te kopen. Afname van dit perceel laat de organisatie toe om op een efficiënte manier desktopapparatuur aan te kopen. Afnemers van het raamcontract dienen een vergoeding te betalen ter waarde van 1% van het totale factuurbedrag. Deze vergoeding wordt door DUSTIN BELGIUM NV geïnd en doorgestort aan stad Brugge. De organisatie kan rechtstreeks contact opnemen met de leverancier zonder de tussenkomst van de Stad Brugge.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen:
Artikel 1: de deelname aan de raamovereenkomst 'Stad Brugge - ICT Raamcontract 2025-2031 - 01 Werkplekapparatuur' - BRUGGE-2024-017-SVC van de stad Brugge goed te keuren voor een looptijd van drie jaar en dat drie maal een jaar verlengd kan worden.
Artikel 2: Het vast bureau wordt belast met de uitvoering.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 42, § 1, 1°, a.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, in het bijzonder de artikels 29/1.
De gemotiveerde gunningsbeslissing van het college van burgemeester en schepenen van Brugge van 8 november 2024.
De stad Brugge heeft een bestek uitgeschreven voor het ter beschikking stellen van een breed scala aan softwarelicenties: 'Stad Brugge - ICT Raamcontract 2025-2031 - 02 Licenties' met als opdrachtnummer BRUGGE-2024-017-SVC. Het gaat om licenties die niet gekoppeld zijn aan bijhorende systemen of hardware. De raamovereenkomst omvat: Het ter beschikking stellen van software volgens meerdere modaliteiten, afhankelijk van de vraag van de besteller en in functie van het licentiemodel van desbetreffende software. Aansluiten bij het raamcontract betekent voor Stad Ieper een efficiëntiewinst bij het aankopen van softwarelicenties, aangezien dit vaak abonnementsformules zijn en we via een raamcontract ontzorgd worden in de aankoopprocedure.
De lokale overheden die zich situeren in het Vlaams Gewest kunnen ook afnemen van dit raamcontract. Deze opdracht werd gegund aan Inetum RealDolmen Belgium, Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen. Deze opdracht werd gesloten op 6 december 2024.
De opdracht heeft een initiële looptijd van drie jaar te rekenen vanaf de sluiting. Aansluitend op deze initiële looptijd kan deze opdracht driemaal worden verlengd met een periode van telkens 1 jaar. De totale looptijd van deze opdracht bedraagt dus zes jaar. Er is geen afnameverplichting bij het toetreden tot het raamcontract.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen:
Artikel 1: De deelname aan de raamovereenkomst 'Stad Brugge - ICT Raamcontract 2025-2031 - 02 Licenties' - BRUGGE-2024-017-SVC van de stad Brugge goed te keuren.
Artikel 2: Het vast bureau wordt belast met de uitvoering.
Namens Raad Maatschappelijk Welzijn,
Sven Geldof
Algemeen directeur wnd.
Sarah Bouton
Voorzitter