Terug
Gepubliceerd op 31/03/2022

Notulen  Gemeenteraad

ma 07/03/2022 - 19:30 Raadzaal
Aanwezig: Ann-Sophie Himpe, Voorzitter
Emmily Talpe, Burgemeester
Philip Bolle, Patrick Benoot, Ives Goudeseune, Valentijn Despeghel, Diego Desmadryl, Dimitry Soenen, Eva Ryde, Schepenen
Thijs Descamps, Sarah Bouton, Gaetan Dumoulin, Isabelle Duquesne, Edouard Wallays, Andy Verkruysse, Jan Delie, Katrien Desomer, Jo Baert, Jan Breyne, Peter De Groote, Stephaan De Roo, Miet Durnez, Jan Laurens, Stefaan Williams, Jordy Sabels, Sam Vancayseele, Nancy Six, Saskia Dehollander, Hans Feys, Miguel Gheysens, Raadsleden
Stefan Depraetere, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Evelyn Bouchaert, Raadslid
  • Goedkeuring notulen vorige zitting

    • Goedkeuring notulen van 7 februari 2022.

      Juridische grond en bevoegdheden

      Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

      Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

      Feiten, context en argumentatie

      De notulen van de vergadering van 7 februari 2022 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden.  Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.

      Beschikkend gedeelte

      Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 20 ja stemmen en 10 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens en Feys) de notulen van de zitting van 7 februari 2022 als goedgekeurd te beschouwen.

  • Openbaar

    • Openbaar domein en gebouwen

      • Uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelingsproject of groepswoningbouwproject Private verkaveling Dikkebusseweg - Ieper - zaak der wegen en goedkeuring technisch dosssier

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 40,41 en 56, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.

        Decreet houdende de gemeentewegen van 03 mei 2019.

        Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

        Besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019, vaststelling van de gemeentelijke procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en goedkeuring van het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis.

        Feiten, context en argumentatie

        Door de bouwheer Driemo is het studiebureau Berkein architecten - Andy Malengier - Bureau Demey  aangesteld om het bestek op te maken voor de uitvoering van uitrustings- en infrastructuurwerken nodig om de gronden gelegen langs de Dikkebusseweg kadastraal gekend Ieper, 3 AFD/Ieper, de afdeling, sectie  E, nrs  0007Z - 0006A - 0057F - 0058B - 0010P bouwrijp te maken.  Het bijzonder bestek met dossiernr. 20.17, de raming en de plannen voor de wegen- en rioleringswerken met inbegrip van de rooilijn worden ter goedkeuring voorgelegd.
        Met het oog op de opmaak van de overeenkomst is het bestek 2-delig. Fase 1 omvat de riolering- en wegeniswerken voor lot 1 t.e.m. lot 35 en de aanleg van infiltratie- en bufferbekkens. Fase 2 omvat d de riolerings- en wegeniswerken en de werken nodig voor de aanleg van voetpaden, opritten en groenaanleg. De totaliteit van de werken wordt geraamd op € 1.177.003,50 EUR btw niet inbegrepen, waarvan € 1.001.571,00 EUR btw niet inbegrepen voor werken over te dragen in het openbaar domein en is integraal ten laste van de private verkavelaar.

        Het ontwerp voorziet in de realisatie van de aanleg van de infrastructuur voor het verkavelen van gronden en het uitvoeren van infrastructuurwerken ten behoeve van het aanleggen van de verkaveling Dikkebusseweg, gelegen op het grondgebied van de stad Ieper. De verkaveling bestaat uit 16 loten voor stapelwoningen en 47 loten voor ééngezinswoningen. In het totaal gaat het over 79 wooneenheden. Het voorliggend dossier omvat volgende werkzaamheden: 

        - Rioleringswerken:
        Het regenwater dat op de rijweg terecht komt, stroomt via de rioleringsbuizen onder de rijweg naar de open buffer- en infiltratiebekkens. De betonnen rioleringsbuizen beschikken over een diameter tussen 300mm en 500mm. In de open bekkens krijgt het hemelwater steeds zoveel mogelijk de kans om te infiltreren. De bekkens zijn maximaal 1,38m diep en dit enkel over een zone die als noodzakelijk wordt geacht om de riolen over voldoende dekking te doen beschikken. Het overige, en grootste deel van de bekkens, is slechts 1m (of minder) diep. Er bevinden zich in totaal drie overstortconstructies in de bekkens, waarvan twee constructies uitgevoerd worden met knijpopening. De knijpopeningen voor vertraagde afvoer, bevinden zich respectievelijk op -0,41m en - 0,45m van het maaiveld. De diepste delen van de buffers worden bekleed met een kleilaag, hierdoor kan het grondwater niet draineren, maar ook geen hemelwater infiltreren. Deze diepere delen zijn echter noodzakelijk om voldoende dekking bovenop de rioleringen te garanderen. De wadi's waarin zich speelelementen bevinden, maken geen deel uit van het infiltratiesysteem om een zo droog mogelijke speelruimte voor jonge kinderen te voorzien. 

        - Wegeniswerken:

        Openbare wegenis
        De rijweg binnen de nieuwe verkaveling zal worden aangelegd in een beige uitgewassen cementbeton van 20 cm dik op 25 cm steenslagmateriaal en een onderfundering type II. Dit met uitzondering van de pijpenkop richting loten 23 en 24 waar de rijweg zal worden aangelegd in grijze rechthoekige betonstraatstenen 220x110x100mm. Naast de rijweg zal een watergreppel 300x200 cm worden aangegoten. De parkeerplaatsen binnen het verkavelingsproject zullen worden aangelegd in grasbetontegels, 600x400x120mm, op een waterdoorlatende steenslagfundering. De grasbetontegels zullen worden ingezaaid met een grasmengsel. De opritten en toegangen naar de nieuwe woningen gelegen langs het openbaar domein zullen worden aangelegd in een verharding van grijze vierkante betonstraatstenen 220x220x80 mm op 3 cm zandcement en 15 cm schraal beton. Het fietspad dat zal worden aangelegd in de centrale groenzones zal ook bestaan uit een beige uitgewassen cementbeton van 18cm dikte op 20 cm steenslag. Ter hoogte van de bestaande bomen en struiken (aan de achterzijde van loten 48 tem 47), zal een pad van verstevigd gazon worden aangelegd om het bestaande groen te kunnen waarborgen.

        Private wegenis
        De private rijweg en parkeerplaatsen binnen de nieuwe verkaveling zullen bestaan uit grindmatten 400x600x40mm, opgevuld met zwarte basalt steenslag 8/11 op 5cm split 2/5 en 36 cm waterdoorlatende steenslagfundering. De trottoir voor de woningen, en de verharding van de parkeergarages/carports zal bestaan uit grijze vierkante betonstraatstenen 220x220x80mm op 3cm zandcement en 15cm schraal beton. De kruiwagenpaden aan de achtergrens van de percelen zal worden aangelegd in een dolomietverharding (10cm) op 15 cm steenslagmaterialen.

        - Parkeerbehoefte:
        In totaal zullen er 158 parkeerplaatsen ter beschikking zijn. Dit is gelijk aan 2 wagens per woongelegenheid. Daarnaast beschikken ook nog 26 woningen over een inpandige garage.

        - Omgevingswerken:
        Doorheen de verkaveling werd overal waar mogelijk groene bermen langsheen de rijweg ontworpen. Ook de aangelegde parkings in grasbetontegels zullen mee bijdragen tot de groene uitstraling van de verkaveling. Daarnaast bevinden zich doorheen de verkaveling veel groenzones met talrijke bomen en gazon. Het wandel- en fietspad loopt volledig doorheen deze groenzones waardoor het aangenaam vertoeven is voor de zwakke weggebruiker. Doorheen de verscheidene groenzones zullen zitbanken en vuilnisbakken worden voorzien.
        Er dient 50 m² collectieve groenvoorziening aanwezig te zijn per woongelegenheid. Hiervoor worden volgende zones ingerekend:
        • de centrale groenzones
        • de grote fiets- en wandelassen die bijdragen tot de collectieve voorzieningen binnen de openbare ruimte
        • ondiepe wadi’s waarin de speeltoestellen voorzien zijn. Deze wadi's zijn te beschouwen als een plaatselijke verlaging van het maaiveldpeil.
        Wegbermen en diepe waterbuffervoorzieningen worden niet meegeteld in de berekening.

        Met het oog op de uitvoering van de infrastructuurwerken, de oplevering ervan en de inlijving in het openbaar domein dient de verkavelaar zich contractueel met de Stad te verbinden. Een overeenkomst dient afgesloten waarin de verplichtingen van de verkavelaar worden opgenomen overeenkomstig de procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 februari 2019.  Afdoende waarborgen dienen gesteld ter verzekering van een kwaliteitsvolle uitvoering.

        Resultaten openbaar onderzoek:

        In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de voorgestelde wegenwerken en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking. Volgens de toelichting van het besluit bespreekt de gemeenteraad enkel de bezwaren die handelen over de zaak der wegen

        Het openbaar onderzoek liep van 5 november 2021 tot en met 4 december 2021. Daarbij werden 6 bezwaarschrift(en) ontvangen.
        De deelbezwaren die betrekking hebben op de zaak der wegen, dit is specifiek tav de wegenis- en rioleringsaanleg alsook tav de omgevingsaanvraag (groen, waterbuffering) kunnen als volgt samengevat en geëvalueerd worden:

        B02

        Samenvatting B02

        -       De voorbouwlijn en het rooilijnplan zoals aangeduid op het inplantingsplan en het verkavelingsplan kan niet doorgetrokken worden op de aanpalende eigendom: Dikkebusseweg 232B en kan niet leiden tot grondverwerving. De huidige bouwlijn dient ter hoogte van de Dikkebusseweg 232B aangehouden te worden.

        Voorstel van evaluatie B02:

        -       Tijdens de lopende procedure van de omgevingsvergunningsaanvraag werd de op het plan doorgetrokken ontworpen rooilijn en voorbouwlijn ter hoogte van de bebouwing Dikkebusseweg 232B op de percelen 3de afdeling, sectie E, nr 0359A en 0359D geschrapt. Binnen het proces tot verwerving van de strook private eigendom in functie van de verlegging van de baangracht Dikkebusseweg in opdracht van Agentschap Wegen en Verkeer werd hiermee rekening gehouden en wordt de inname enkel onderhandeld ten oosten van de westelijke perceelsgrens van perceel 3de afdeling, sectie E, nr 0359D. Ter hoogte van de Dikkebusseweg 232B met westelijk aanpalende tuin op perceel 3de afdeling, sectie E, nr 0359D blijft bijgevolg de rooilijn met voorbouwlijn behouden volgens ligging huidige rooilijn.

        B03

        Samenvatting B03

        -       Het behoud van de bomen leidt tot een hogere CO2 opslag en hogere natuurwaarde.

        -       De historische gracht dient behouden.

        -       Zijn de waterbuffervolumes binnen de toekomstige omgevingsaanleg voldoende ruim gedimensioneerd?

        -       Vrees voor wateroverlast bewoners Reinaartstraat door ophoging tuinen nieuwe woningen.

        Voorstel van evaluatie B03:

        -       Aan de hand van een plaatsbezoek (20 januari 2022) werd de inventarisatie alsook het voorstel tot rooien van de bomen ter plaatse met de deskundigheid van de stedelijke Groendienst en stedelijke dienst Landschap beoordeeld. Als conclusie werd het behoud van meer bomen voorgesteld, hiervoor werd het verharde pad aan westzijde geschrapt en vervangen door een graspad op natuurlijke maaiveldhoogte. Hierdoor kan ook de historische grachtstructuur op deze zijde worden behouden.

        -       Met betrekking tot het verlies aan waterbergende functie kan worden verwezen naar de evaluatie van B01. Hier wordt de deskundigheid water van de Provinciale Technische Dienst Waterlopen bij de beoordeling van onderhavige omgevingsvergunningsaanvraag gevolgd.

        -       De terreinhoogte kan nergens hoger aangelegd worden dan het peil van het dichtst aanleunend aanpalende peil van de private eigendommen ter hoogte van de perceelsgrenzen. Dit wordt zo aangegeven in de omgevingsvergunningsaanvraag (terreinprofielen) en wordt herhaald bij de bijzondere voorwaarden van onderhavige omgevingsvergunning.

        B04

        Samenvatting B04

        -       Vrees voor toename verkeer in de Reinaartstraat waar veel jonge gezinnen met kinderen wonen. Er wordt nu reeds te snel gereden in de Reinaartstraat.

        -       Er zijn tal van spelende kinderen op de rijweg van de Koning Nobelstraat, er wordt gevreesd voor toenemende onveiligheid. Het profiel van deze weg is ook smal zodat een kruisende rijbeweging in combinatie met parkeren niet haalbaar is. Deze straat zou autoluw moeten zijn door de plaatsing van paaltjes. De volledige ontwikkeling zou moeten ontsluiten op de Frezenbergstraat.

        Voorstel van evaluatie B04:

        -       Het bewaken van de verkeersleefbaarheid en -veiligheid van de omliggende woonwijk dient meegenomen in de beoordeling van de aanvraag.

        De ontworpen wegenis voorziet een dubbele ontsluiting waarbij een deel van de ontwikkeling ontsluit op de Koning Nobelstraat, een beperkter deel (12 woningen) neemt toegang via de Frezenbergstraat. Er is geen doorgaand verkeer mogelijk vanwege de verkeersknip in de nieuwe ontwikkeling. Dit garandeert een spreiding van ontsluiting. Het BPA voorziet de ontsluiting via de Reinaartstraat.

        De voorziene wegenis van de Reinaartstraat / Koning Nobelstraat hield maw reeds rekening met de toekomstige ontsluiting van deze ontwikkeling.

        B05

        Samenvatting B05

        -       Er wordt gevraagd om meer bomen ter hoogte van de groene zone aan de achterzijde woningen Tiendenlaan te behouden.

        Voorstel van evaluatie B05:

        -       Aan de hand van een plaatsbezoek (20 januari 2022) werd de inventarisatie alsook het voorstel tot rooien van de bomen ter plaatse met de deskundigheid van de stedelijke Groendienst en stedelijke dienst Landschap beoordeeld. Als conclusie werd het behoud van meer bomen voorgesteld, hiervoor werd het verharde pad aan westzijde geschrapt en vervangen door een graspad op natuurlijke maaiveldhoogte. Hierdoor kan ook de historische grachtstructuur op deze zijde worden behouden.

        B06

        Samenvatting B06

        -       Bezwaar tegen de toegang via de Frezenbergstaat, deze is gevaarlijk voor zowel autobestuurders als voor zwakke weggebruikers door enerzijds de beperkte breedte van de Frezenbergstraat waardoor het in- en uitrijden van voertuigen beurtelings moet gebeuren waardoor het oprijden uit de richting van de Dikkebusseweg kan vertragen met stilstaande wagens op de Dikkebusseweg. Ook belemmert de bocht in de Dikkebusseweg de zichtbaarheid in beide richtingen. Met de toename van verkeer wordt de capaciteit van dit kruispunt in vraag gesteld.

        Voorstel:

        1/ Een verbinding te voorzien die de bestaande wijk en de nieuw te bouwen wijk met elkaar verbindt.

        -2/ Een rechtstreekse uitgang van de verkaveling te voorzien op de Dikkebusseweg ipv via de bestaande uitweg Frezenbergstraat.

        Voorstel van evaluatie B06:

        -       Het bewaken van de verkeersleefbaarheid en -veiligheid van de omliggende woonwijk en straten dient meegenomen in de beoordeling van de aanvraag.

        De ontsluiting via de Frezenbergstraat bedient een beperkt aantal woonentiteiten (12 woningen). Het grootste deel van de ontwikkeling ontsluit via de Reinaartstraat zoals bepaald in het BPA Westsector. Deze ontsluiting werd meegenomen in het ontwerp van de Dikkebusseweg en werd vanuit verkeerstechnisch oogpunt gunstig beoordeeld. Er is geen doorgaand verkeer mogelijk vanwege in verkeersknip in de nieuwe ontwikkeling. Een rechtstreekse ontsluiting voorzien op de Dikkebusseweg is vanuit verkeerstechnisch oogpunt niet wenselijk, gezien deze te dicht bij een bestaand kruispunt zou te komen liggen. Ook worden het aantal kruispunten op een hogere wegencategorie zo optimaal mogelijk beperkt. Bij de voorziene heraanleg van de Dikkebusseweg zal het kruispunt Dikkebusseweg x Frezenbergstraat geoptimaliseerd worden.

        Voorstel om de 6 bezwaarschriften ontvankelijk te verklaren en deels gegrond, deels ongegrond te verklaren:

        • B1 deels gegrond, deels ongegrond
        • B2 gegrond
        • B3 deels gegrond, deels ongegrond
        • B4 ongegrond
        • B5 gegrond
        • B6 ongegrond
        Financiële gevolgen

        Alle kosten voor de uitrustings- en infrastructuurwerken van dit project worden gedragen door de projectontwikkelaar.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 18 ja stemmen en 12 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Sabels en Vancayseele) :

        Artikel 1: In functie van de bespreking kennis te hebben genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren m.b.t. de zaak van de wegen die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

        Artikel 2: Goedkeuring wordt verleend aan 'de zaak der wegen', met name het wegentracé, de rooilijn en het ontwerpbestek 20.17 met plannen van omgevingsaanvraag met projectnummer OMV_2021121662 opgesteld door het studiebureau Berkein architecten - Andy Malengier - Bureau Demey in opdracht van de bouwheer Driemo met het oog op de uitvoering van de uitrustings- en infrastructuurwerken om de gronden langs de Dikkebusseweg, kadastraal gekend Ieper, 3AFD/Ieperde afdeling, sectie  E , nrs  0007Z - 0006A - 0057F - 0058B - 0010P, bouwrijp te maken, overeenkomstig het gemeentelijk reglement van 25 februari 2019 en in uitvoering van artikel 31, eerste lid van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Artikel 3: Voor de realisatie van deze werken wordt een overeenkomst tussen de stad Ieper en de bouwheer afgesloten en dienen afdoende waarborgen gesteld voor een gegarandeerde en kwalitatieve uitvoering.

        Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

      • Uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelingsproject of groepswoningbouwproject - OMV_2021159321 - O/2021/645 - uitvoeren van infrastructuurwerken ten behoeve van 5 sociale huurwoningen Wielewaalstraat - zaak der wegen en goedkeuring technisch dossier - aanpassing

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 40,41 en 56, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.

        Decreet houdende de gemeentewegen van 03 mei 2019.

        Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

        Besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019, vaststelling van de gemeentelijke procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en goedkeuring van het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis.

        Feiten, context en argumentatie

        Door de bouwheer Ons Onderdak heeft het studiebureau Jonckheere bvba onder toezicht van de VMSW aangesteld om het bestek op te maken voor de uitvoering van uitrustings- en infrastructuurwerken nodig om de gronden gelegen langs de Wielewaalstraat kadastraal gekend Ieper, 15de afdeling, sectie A, nr 0230 Z2, X2, W2 en M bouwrijp te maken. Het bijzonder bestek met dossiernr. WI 00570CEF, de raming en de plannen voor de wegen- en rioleringswerken met inbegrip van de rooilijn werden reeds goedgekeurd door de gemeenteraad van 1 april 2019.

        Met het oog op de opmaak van de overeenkomst is het bestek 2-delig. Fase 1 omvat de riolering- en wegeniswerken. Fase 2 omvat de werken nodig voor de aanleg van voetpaden, opritten en groenaanleg. 

        Met voorliggende dossier wordt een regularisatie beoogd van de gewijzigde uitvoering:

        Onderhavige regularisatieaanvraag wordt ingediend omwille van een beperkte afwijking van de uitgevoerde toestand tov de vergunde toestand. De breedte tussen de 3 aaneengeschakelde woningen en de zuidelijke perceelsgrens van woning Wielewaalstraat hnr. 26 wijkt af tov de vergunde toestand, dit omwille van de beperkt gewijzigde inplanting van de 3 aaneengeschakelde woningen.
        De voorziene breedte van de rijweg dient behouden te blijven ifv het in- en uitrijden van de garages in de woningen. Hierdoor was de aanleg van het voorziene grachtje niet meer mogelijk, en wordt de alternatieve uitvoering met een infiltratiestrook in betongrasdallen heden ter vergunning voorgelegd

        De totaliteit van de werken (met de regularisatie) wordt geraamd op 76.193,58 EUR, btw niet inbegrepen en is voor 58.358,71 EUR ten laste van de VMSW en voor 17.834,87 EUR ten laste van Ons Onderdak.

        Met het oog op de uitvoering van de infrastructuurwerken, de oplevering ervan en de inlijving in het openbaar domein dient de verkavelaar zich contractueel met de Stad te verbinden. Een overeenkomst dient afgesloten waarin de verplichtingen van de verkavelaar worden opgenomen overeenkomstig de procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 februari 2019.  Afdoende waarborgen dienen gesteld ter verzekering van een kwaliteitsvolle uitvoering. Gezien de totale aannemingssom lager is dan de reeds goedgekeurde infrastructuuraanleg, dient geen nieuwe overeenkomst opgesteld en zijn de reeds gestelde waarborgen voldoende.

        Resultaten openbaar onderzoek:

        In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de voorgestelde wegenwerken en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking. Volgens de toelichting van het besluit bespreekt de gemeenteraad enkel de bezwaren die handelen over de zaak der wegen.

        Het openbaar onderzoek liep van 27 oktober 2021 tot en met 25 november 2021. Daarbij werden geen bezwaarschriften ontvangen.

        Financiële gevolgen

        Alle kosten voor de uitrustings- en infrastructuurwerken van dit project worden gedragen door de projectontwikkelaar.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1 : Goedkeuring te verlenen aan 'de zaak der wegen', met name het wegentracé, de rooilijn en het ontwerpbestek voor de regularisatie tot uitvoering van uitrustings- en infrastructuurwerken met plannen van omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2021159321 - besteknummer WI 00570CEF - 9594, opgesteld door het studiebureau Jonckheere bvba in opdracht van de bouwheer Ons Onderdak en VMSW met het oog op de uitvoering van de uitrustings- en infrastructuurwerken om de gronden langs de Wielewaalstraat, kadastraal gekend Ieper, 15de afdeling, sectie A, nr 0230 Z2, X2, W2 en M bouwrijp te maken, overeenkomstig het gemeentelijk reglement van 25 februari 2019 en in uitvoering van artikel 31, eerste lid van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Artikel 2 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

    • Economie

      • Goedkeuring specifieke voorwaarden voor het plaatsen van tijdelijke terrassen nav corona – juli & augustus 2022

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De gemeenteraadsbeslissing van 30 maart 2020 omtrent de goedkeuring van het gemeentelijk reglement betreffende de voorwaarden voor het plaatsen van terrassen op het openbaar domein;

        De zonale en lokale politieverordeningen.

        Feiten, context en argumentatie

        Gezien de aanhoudende coronapandemie en het feit dat de horecazaken nog heel wat inkomsten moeten recupereren van de afgelopen 2 jaar, wordt ter aanvulling van het nieuwe terrasreglement, een bijkomend reglement opgesteld betreffende de uitbreiding van terrassen. Dit naar analogie van het reglement betreffende het plaatsen van tijdelijke terrassen nav corona 2021. 

        Daarmee wordt ervoor gezorgd dat horecazaken tijdens de zomerperiode (juli & augustus 2022) grotere en ruimere terrassen kunnen plaatsen.

        De uitbreiding van de terrassen dient te voldoen aan een aantal voorwaarden.

        Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 28 ja stemmen tegen 2 neen stemmen (de raadsleden Sabels en Vancayseele) :

        Artikel 1: om de volgende voorwaarden voor het plaatsen van tijdelijke terrassen 2022 goed te keuren:

        Specifieke voorwaarden tijdelijke terrassen nav corona

        Art 1     De tijdelijke uitbreiding van het terras wordt toegelaten van 1 juli 2022 tot en met 31 augustus 2022.

        Art 2     Iedere horecazaak kan tot 2 extra parkeerplaatsen (geen shop & go plaatsen) innemen, dit 7/7.

        Indien niet mogelijk, is uitbreiding van het terras op het voetpad ook toegestaan mits een minimale vrije doorgang van 1,50 m te garanderen en mits schriftelijke goedkeuring van de buren.

        Uitbaters van een horecazaak gelegen naast een ander handelspand, houden rekening met de toegankelijkheid van de aanpalende handelszaak.

        Elke aanvraag wordt geval per geval beoordeeld. Er wordt gezocht naar de meest ideale oplossing.

        Art 3     Bij het plaatsen van elk terras dient altijd een minimale doorgang van 1,50 m voor voetgangers te worden gerespecteerd.

        Art 4     Er worden maximum 8 extra tafels (tafelblad maximaal 0,80 m x 0,80 m) en 32 losse stoelen per horecazaak toegelaten buiten de normale terraszone ongeacht de grootte van de ingenomen oppervlakte.

        Art 5     De uitbater dient zelf in te staan voor de afbakening van het terras, dit d.m.v. rechthoekige grijze bloembakken (minimum hoogte 0,80 m) voorzien van levend groen. De bloembakken dienen op 1,00 m van elkaar te worden geplaatst. Er kan een extra vloer worden aangevraagd in functie van mogelijkheid, veiligheid en hygiëne.

        De afbakening van de extra uitbreiding kan ook toegestaan worden indien identiek aan de bestaande vergunde toestand.

        Er kunnen geen vloermarkeringen worden aangebracht op het openbaar domein om de afbakening aan te duiden. De stad Ieper zorgt voor een parkeerverbod en het plaatsen van parkeerverbodsborden

        Art 6     Het plaatsen van parasols is toegestaan mits te voldoen aan de voorwaarden vermeld in het terrassenreglement goedgekeurd in de Gemeenteraad van 30 maart 2020. Reclame op de parasols is enkel toegelaten in zone C, niet in zones A en B. Parasols in zone A dienen allemaal in één en dezelfde RAL-kleur te zijn uitgevoerd: RAL 7006 (beigegrijs).

        Het plaatsen van (party)tenten of andere constructies op het terras is niet toegelaten.

        Art 7     De houder van de vergunning is ten allen tijde verplicht alle afval op de stoep, het wegdek en in de onmiddellijke omgeving van de uitbating te verwijderen. Het terras wordt dagelijks grondig gereinigd en dient voorzien te zijn van een vuilnisemmer en asbakken aan de ingang van het terras.

        Art 8     Het tijdelijke terras dient telkens om uiterlijk 23.00u te worden opgeruimd, tenzij de federale overheid een vroeger sluitingsuur oplegt.

        Tafels en stoelen moeten ordentelijk worden opgestapeld tegen de gevel, of indien mogelijk, binnengeplaatst. Er dient minstens 1,50 m vrije ruimte behouden te blijven.

        Het opruimen van het terras dient zo stil mogelijk te gebeuren om de nachtrust van de omwonenden niet te verstoren.

        Art 9     Een overtreding (overlast, lawaaihinder, het niet respecteren van de minimale vrije doorgang, het niet naleven van het reglement etc.) kan, naargelang de ernst ervan, leiden tot een tijdelijke of permanente intrekking van de vergunning.

        Art 10   Elke horeca-uitbater moet een aanvraag indienen voor de tijdelijke uitbreiding van het terras. De aanvraag wordt hetzij schriftelijk, hetzij per mail ingediend bij de dienst Economie.

        Art 11   De dienst Economie krijgt een mandaat om de tijdelijke uitbreiding van terrassen goed te keuren zonder voorafgaande Collegebeslissing. De vergunning wordt enkel toegekend na bezoek door de dienst Economie. De uitbater dient de vergunning op een zichtbare locatie uit te hangen.

        De aanvragen worden nadien ter bekrachtiging voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen.

        Algemene voorwaarden

        Art 12   Alle voorwaarden vermeld in het terrassenreglement goedgekeurd in de Gemeenteraad van 30 maart 2020 blijven van kracht tenzij deze tegenstrijdig zijn met de hierboven vermelde voorwaarden.

        Art 13   Adviezen omtrent de veiligheid, afkomstig van politie, brandweer of andere overheidsinstanties, primeren op wat toegelaten wordt in dit reglement en kunnen steeds beperkingen opleggen.

        Art 14   De houders van een terrasvergunning leven strikt de bepalingen na van de zonale en lokale politieverordeningen. Zij houden zich strikt aan alle andere van toepassing zijnde reglementeringen teneinde de rechten van derden onverkort te laten. Voor het openbaar domein dat beheerd wordt door het Vlaams Gewest zullen ook de voorschriften, opgelegd door het Agentschap Wegen en Verkeer, opgevolgd worden. Een bijkomende vergunning van bovenvermelde administratie is vereist.

        Art 15   Ieder terras moet zodanig zijn opgevat en geïnstalleerd, dat het onmiddellijk en op het eerste verzoek van de Burgemeester of zijn aangestelde of de hulpdiensten, met alle toebehoren kan worden verwijderd of aangepast door de uitbater of het personeel. Het tijdelijk wegnemen van het terras (bv als gevolg van een evenement, van werken aan nutsleidingen of rioleringen, …) brengt voor de vergunninghouder geen recht op terugbetaling of schadevergoeding, onder welke vorm ook, met zich mee.

        Door het stadsbestuur georganiseerde of goedgekeurde activiteiten, installaties, werken, … hebben voorrang op de terrassen. Dergelijke evenementen gebeuren echter zoveel mogelijk in overleg met de Ieperse afdeling Horeca.

        Art 16   Alle voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om ongevallen of ongemak voor gebruikers en niet-gebruikers te voorkomen. De houder van een vergunning blijft verantwoordelijk voor alle schade aan derden of aan het openbaar domein of voor ongevallen, die het gevolg zouden zijn van het plaatsen van een terras.

        Art 17   Dit reglement treedt in werking vanaf 1 juli 2022 en loopt tot en met 31 augustus 2022.

        Overtredingen

        Art 18   Een overtreding kan, naargelang de ernst ervan, leiden tot een tijdelijke of permanente intrekking van de vergunning. Onverminderd de toepassing van strengere straffen door wettelijke of reglementaire beschikkingen worden de overtredingen op dit reglement bestraft met een tijdelijke of permanente intrekking van de vergunning. Terrasmeubilair dat niet conform de vergunning staat opgesteld, kan door de stadsdiensten op kosten van de eigenaar worden verwijderd. Daarbovenop kan een overtreding leiden tot een financiële sanctie, naargelang de aard, de frequentie en de ernst ervan. Het College van Burgemeester en Schepenen heeft de soevereine bevoegdheid om deze financiële sanctie te bepalen, met een maximum van 5.000 EUR.

        Art 19   De terrasvergunning voor het plaatsen van een uitgebreid terras wordt verleend door de dienst economie, in opdracht van het College van Burgemeester en Schepenen.

        Artikel 2: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de opvolging en beoordeling van dit reglement.

        Artikel 3: Het reglement zal door de Burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

    • Dienstverlening en administratieve vereenvoudiging

      • Goedkeuring participatiereglement

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van gemeenteraad en artikel 304  inzake inspraak, voorstellen van burgers en verzoekschriften aan de organen van het lokaal bestuur.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Het decreet Lokaal Bestuur geeft de besturen de opdracht om hun burgers zoveel mogelijk bij het beleid te betrekken en zij krijgen tevens de vrijheid om deze participatie te organiseren.  In een participatiereglement kan een dergelijke participatiebeleid geconcretiseerd worden. Daarnaast dient elke gemeente en OCMW ook een klachtenreglement te hebben. Het hebben van een transparante, heldere en eenvoudige klachten- en participatieprocedure is een belangrijk element in de ontwikkeling van een klantvriendelijke organisatie. Dit wordt geregeld in een apart reglement.

        Participatiereglement Stad en OCMW Ieper 

        Het decreet Lokaal Bestuur geeft de besturen de opdracht om hun burgers zoveel mogelijk bij het beleid te betrekken. Daarbij wordt de vrijheid gelaten om deze participatie te organiseren. In een participatiereglement wordt een dergelijke participatiebeleid geconcretiseerd.

        Daartoe werd, voor overleg met de fractieleiders, een reglement voorbereid. Dit reglement geeft, in toepassing van artikel 304 van het Decreet Lokaal Bestuur, nadere invulling aan een aantal vormen van inspraak, betrokkenheid en participatie vanwege de burgers en doelgroepen ten aanzien van het beleid, de besluitvorming en de dienstverlening.

        Deze regeling is niet beperkend bedoeld: naast de inspraakvormen die in dit reglement uitdrukkelijk worden genoemd, zal het stadsbestuur steeds ook nog op andere manieren zijn belanghebbenden kunnen informeren, consulteren en betrekken.

        Aan de Raad wordt gevraagd om dit reglement goed te keuren.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Art.1. Zijn goedkeuring te verlenen aan het navolgend participatiereglement:

        PARTICIPATIEREGLEMENT STAD EN OCMW IEPER

        Inleidende bepalingen

        Artikel 1.

        Dit reglement geeft, in toepassing van het Decreet Lokaal Bestuur, nadere invulling aan een aantal vormen van inspraak, betrokkenheid en participatie vanwege de burgers en doelgroepen ten aanzien van het beleid, de besluitvorming en de dienstverlening.

        Deze regeling is niet beperkend bedoeld: naast de inspraakvormen die in dit reglement uitdrukkelijk worden genoemd, zal het stadsbestuur steeds ook nog op andere manieren zijn belanghebbenden kunnen informeren, consulteren en betrekken.

        Adviesraden

        Artikel 2.

        De gemeenteraad bepaalt welke stedelijke adviesraden of andere overlegstructuren met burgers, verenigingen en/of doelgroepen officieel ingesteld worden met als opdracht om het stadsbestuur op regelmatige en systematische wijze te adviseren.

        De adviesraad of overlegstructuur stelt voor zichzelf een huishoudelijk reglement vast en legt dit ter kennisgeving voor aan het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 3.

        De wijze van samenstelling wordt door de gemeenteraad bepaald in functie van voldoende representativiteit voor het betrokken domein. Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn.

        Ten hoogste twee derde van de leden van een adviesraad of andere overlegstructuur mag van hetzelfde geslacht zijn. Als dat niet het geval is, kan niet op rechtsgeldige wijze advies worden uitgebracht.

        Aan deze adviesraden of overlegstructuren worden middelen ter beschikking gesteld voor een vlotte werking en vervulling van de adviesopdracht.

        Artikel 4.

        Voor adviesorganen of andere overlegstructuren die door specifieke hogere regelgeving ingesteld zijn, gelden de betreffende hogere voorschriften inzake taak, bevoegdheid, samenstelling en werking.

        Inspraakvergaderingen, enquêtes, gesprekstafels, openbare onderzoeken e.d.

        Artikel 5.

        Het stadsbestuur kan zowel over algemene thema’s als over specifieke dossiers inspraakvergaderingen, bewonersbevragingen, enquêtes, gesprekstafels en dergelijke organiseren.

        De organisatie ervan gebeurt in functie van een maximaal bereik van de betrokken doelgroep(en). Zij worden goed gecommuniceerd. Hun praktische modaliteiten (vorm, plaats, tijdstip, termijn, …) zijn voldoende laagdrempelig en burgervriendelijk rekening houdend met de vooropgestelde doelgroep(en).

        Artikel 6.

        Openbare onderzoeken en inspraakmomenten die voorgeschreven zijn door bijzondere regelgevingen (bijv. inzake ruimtelijke ordening, …) worden georganiseerd overeenkomstig de bijzondere bepalingen daaromtrent.

        Meldingen, klachten e.d.

        Artikel 7.

        Eenieder kan bij het lokaal bestuur meldingen of suggesties doen, vragen stellen met betrekking tot de dienstverlening via het daarvoor bestemde formulier op de website www.ieper.be, via de onthaalbalie in het AC Auris, telefonisch (0800 9 8900) of via mail naar meldpunt@ieper.be.

        De meldingen worden behandeld door de bevoegde diensten. Als de melding betrekking heeft op zaken waarvoor het bestuur niet bevoegd is, wordt de melding doorverwezen naar de bevoegde instantie en wordt de melder hiervan op de hoogte gebracht.

        Artikel 8.

        Klachten die niet als een melding of suggestie kunnen beschouwd worden, kunnen gemeld worden op het mailadres klachten@ieper.be en worden behandeld via de procedure zoals vermeld in het reglement inzake de klachtenbehandeling, goedgekeurd door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op xxxx.

        Openbaarheid van bestuur

        Artikel 9.

        Iedereen die dat wil, kan bestuursdocumenten raadplegen. Burgers kunnen deze documenten inkijken, er uitleg over vragen of er een kopie van vragen conform de bepalingen van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        De aanvraag gebeurt per brief t.a.v. de algemeen directeur, per e-mail naar info@ieper.be of via het digitaal aanvraagformulier op www.ieper.be.

        Voorstellen, vragen en verzoekschriften van burgers

        Artikel 10.

        Inwoners hebben het recht om voorstellen en vragen over de gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening op de agenda van de gemeenteraad of raad maatschappelijk welzijn te zetten.

        Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de stad in te dienen. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet dit duidelijk zijn.

        Voor het indienen kan gebruik gemaakt worden van het daartoe bestemde formulier dat terug te vinden is op de website van de stad via de volgende link xxxxxxx.

        Artikel 11.

        De voorstellen, vragen of verzoekschriften kunnen gericht worden aan elk orgaan van de stad of het OCMW dat als overheid optreedt. Ze worden gericht aan het orgaan van de stad of het OCMW tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een voorstel, vraag of verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.

        De voorstellen, vragen of verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de stad of het OCMW behoort, zijn onontvankelijk.

        Artikel 12.

        Voor het indienen van een voorstel, vraag of verzoekschrift voor de gemeenteraad of de raad maatschappelijk welzijn gelden de volgende voorwaarden:

        -       Er dienen minstens 300 inwoners ouder dan 16 jaar dit voorstel te steunen. De deelnemers moeten ingeschreven zijn in het bevolkingsregister en de volle leeftijd van zestien jaar bereikt hebben op het moment van de indiening. Een lijst met voldoende aantal deelnemers die voldoen aan bovenstaande voorwaarden wordt toegevoegd. Deze lijst bevat de naam, voornamen, geboortedatum en woonplaats van iedereen die het voorstel, de vraag of het verzoekschrift ondertekend heeft.

        -       Een gemotiveerde nota met het nader omschreven voorstel, vraag of verzoek

        -       Alle nuttige stukken die de gemeenteraad kunnen voorlichten.

        De voorzitter van de raad gaat na of aan die voorwaarden voldaan is.

        Artikel 13.

        Worden niet als voorstellen, vragen of verzoekschriften in de zin van deze bepalingen beschouwd, ook al zou(den) de indiener(s) ze zo noemen:

        -       het enkel aanbrengen van feiten, meningen of kritiek, zonder een duidelijk voorstel, vraag of verzoek;

        -       vragen om informatie, inlichtingen, inzage of afschriften van bestuursdocumenten;

        -       aanvragen, bezwaren of beroepen in aangelegenheden waarvoor een specifieke aanvraag-, bezwaar- of beroepsprocedure bestaat;

        -       deze die onredelijk of te vaag geformuleerd zijn;

        -       deze die anoniem, zonder vermelding van naam en voornaam en adres, werd ingediend.

        De voorzitter van het orgaan doet deze beoordeling. Daarbij kan de indiener om een aangepaste formulering gevraagd worden dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

        Artikel 14.

        Is het een voorstel, vraag of verzoekschrift voor de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn, dan plaatst de voorzitter van de raad dit uiterlijk op de agenda van de tweede raad die plaatsvindt na ontvangst van het voorstel, de vraag of het verzoekschrift.

        De behandeling door de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn kan door de voorzitter uitgesteld worden, indien bijkomend onderzoek vereist is. De voorzitter kan voorafgaandelijk aan de agendering op de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn, de algemeen directeur de opdracht geven, zo nodig in overleg met de indieners, het dossier te vervolledigen, de nodige adviezen in te winnen, te toetsen op zijn wettelijke of reglementaire haalbaarheid. De voorzitter brengt hiervan verslag uit op de eerstvolgende vergadering van de raad.

        De gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn kan de bij hem ingediende voorstellen, vragen of verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of het vast bureau verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.

        De indiener kan hierbij uitdrukkelijk vragen om gehoord te worden voor nadere toelichting. De indiener, van het voorstel, de vraag of het verzoekschrift kan worden gehoord door het betrokken orgaan van het lokaal bestuur, net voor aanvang van de zitting. De toelichting mag hoogstens 10 minuten duren en wordt gebracht door één vertegenwoordiger.

        Het lokaal bestuur verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het voorstel, de vraag of het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de eerste ondertekenaar van het voorstel, de vraag of het verzoekschrift.

        Volksraadplegingen

        Artikel 15.

        Voor volksraadplegingen, op initiatief van de gemeenteraad of op verzoek van de inwoners, gelden de voorwaarden en de organisatieregels van Titel 6, hoofdstuk 3 (artikel 305 e.v.) van het Decreet Lokaal Bestuur en de uitvoeringsbesluiten daaromtrent.

        Slotbepalingen

        Artikel 16.

        Dit reglement treedt in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan conform het Decreet Lokaal Bestuur.

        Art.2. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

        Art.3. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017. 

      • Goedkeuring geactualiseerd klachtenreglement.

        Voorgeschiedenis

        Aanleiding en voorgeschiedenis

        Ingevolge het decreet lokaal bestuur, artikel 302 en 303 organiseert elke gemeente en OCMW bij reglement een systeem van klachtenbehandeling. Het klachtenbehandelingssysteem wordt opgenomen in de organisatiebeheersing.

        Voor stad en OCMW werd een klachtenreglement opgesteld (Besluit van de Gemeenteraad van 6 november 2007 tot vaststelling van het klachtenreglement, zoals ook toegepast in het OCMW). 

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikelen 302 en 303 betreffende de klachtenbehandeling.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Besluit van de Gemeenteraad van 6 november 2007 tot vaststelling van het klachtenreglement.

        Feiten, context en argumentatie

        Het reglement klachtenbehandeling van 6 november 2007 is aan een update toe zodat één klachtenprocedure en bijhorend reglement ontstaat. Tevens worden er aanpassingen doorgevoerd naar aanleiding van het Decreet Lokaal Bestuur. Zo wordt de behandelingstermijn van rechtswege verminderd van 45 naar 30 kalenderdagen. Omwille van de integratie stad en OCMW worden deze twee afzonderlijke reglementen samengebracht tot één dat geldig is voor het lokaal bestuur.

        De klachtenprocedure beschermt het personeelslid (en het lokaal bestuur) tegen meningsverschillen over de kwaliteit van onze dienstverlening. Aangezien tevredenheid of ontevredenheid altijd een uiting is van een persoonlijk gevoel, is het belangrijk om op een open en objectieve manier om te gaan met dit soort van signalen. De klachtenprocedure biedt ons de mogelijkheid om een klacht in het juiste kader te plaatsen en daaruit de nodige conclusies te trekken.

        In die zin is de klachtenprocedure een waardevolle bron van informatie over de zwakke en sterke punten in onze dienstverlening. Het is dan aan het lokaal bestuur om daaruit de nodige lessen te trekken. Tevreden ‘klanten’ zorgen uiteindelijk voor een aangename sfeer waarin het fijn werken is.

        De klachtenprocedure is evenzeer een middel om de klager –indien nodig- er op te wijzen dat zijn mening niet correct is. Het is niet omdat de klager denkt dat hij gelijk heeft, dat hij per definitie gelijk heeft. Een transparante klachtenprocedure geeft aan de klager duidelijk zijn verweermogelijkheden aan, de wijze waarop zijn klacht zal worden behandeld en wanneer hij een antwoord vanuit het lokaal bestuur mag verwachten.

        Ook voor de burger is de klachtenprocedure belangrijk. Hij weet allereerst dat hij met problemen terecht kan bij een luisterend oor. Een goede en vlotte klachtenafhandeling kan een geschonden vertrouwen van de burger in het lokaal bestuur herstellen

        De procedure is gericht op bemiddeling om het meningsverschil snel en correct op te lossen. En alleszins om een escalatie te voorkomen. De klachtenprocedure moet voor de burger slechts het allerlaatste redmiddel betekenen. Het is de permanente uitdaging van het lokaal bestuur om zijn dienstverlenende taken zo duidelijk, vriendelijk, eerlijk, uniform en betrouwbaar mogelijk uit te voeren. Indien we daarin slagen, zal het aantal klachten ongetwijfeld beperkt blijven.

        Het bestaan van een transparante, heldere en eenvoudige klachten- en participatieprocedure is een belangrijk element in de verdere ontwikkeling van een klantvriendelijke organisatie. Zo’n klachten- en participatieprocedure heeft dus zowel voordelen voor de burgers als voor het lokaal bestuur.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen :

        Art.1. keurt de Raad keurt het navolgend participatiereglement goed.

        KLACHTENREGLEMENT STAD EN OCMW

        Definities en toepassingsgebieden

        Artikel 1

        § 1. Iedereen heeft recht om kosteloos een klacht in te dienen bij het lokaal bestuur (stad en OCMW)  over een handeling die dat lokaal bestuur heeft verricht of over de werking van het lokaal bestuur.

        Een handeling van een persoon die werkt onder de verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur wordt beschouwd als een handeling van dat lokaal bestuur.

        § 2. Een klacht is een manifeste uiting waarbij een ontevreden burger bij het lokaal bestuur klaagt over een door het lokaal bestuur al dan niet verrichte handeling of prestatie.

        § 3. Een klacht kan zowel betrekking hebben op:

        1.  een foutief verrichten van een handeling of prestatie;
        2. het afwijken van de vastgelegde of gebruikelijke werkwijze;
        3. het niet of laattijdig uitvoeren van een handeling of prestatie;
        4. het onvriendelijk of onbeleefd verrichten van een handeling.

        § 4. Een 'handeling' of 'prestatie' kan zowel betrekking hebben op:

        1. een behandelingswijze van de ambtenaar;
        2. een termijn;
        3. een beslissing van de ambtenaar.

        Artikel 2

        § 1. De klachtenprocedure is niet van toepassing op vragen om informatie, meldingen, suggesties, beroepen, bezwaren of petities.

        § 2. De klachtenprocedure is niet van toepassing op algemene klachten over de regelgeving, algemene klachten over het (al dan niet) gevoerde beleid of klachten over beleidsvoornemens of verklaringen.

        § 3. Klachten hebben geen betrekking op het functioneren en handelen van politieke mandatarissen. Ter zake wordt verwezen naar de deontologische code van de mandatarissen en de deontologische raad.

        § 4. Een medewerker van het lokaal bestuur kan inzake het functioneren van een andere medewerker geen beroep doen op deze procedure.

        Ter zake gelden de regels zoals neergeschreven in de deontologische code voor het personeel. Een uitzondering hierop vormt de afhandeling van een persoonlijk dossier of vraag gericht aan de gemeente in zijn hoedanigheid als burger en niet als personeelslid.

        Artikel 3

        Als klachtenbehandelaar treedt op

        1. het diensthoofd, indien het een klacht betreft tegen een ambtenaar;
        2. de algemeen directeur, indien het een klacht betreft tegen een diensthoofd;

        Artikel 4

        De klachtencoördinator is de communicatieambtenaar. De klachtencoördinator registreert en dispacht alle klachten en ziet erop toe dat de behandeling van een klacht conform de klachtenprocedure verloopt.

        Procedure klachtenbehandeling - het indienen van een klacht

        Artikel 5

        § 1. Een klacht kan mondeling of schriftelijk worden ingediend.

        § 2. Onder schriftelijk wordt verstaan: per brief, per e-mail, per webformulier (klachtenformulier) 

        § 3. Onder mondeling wordt verstaan: aan het loket bij de klachtencoördinator of telefonisch.

        Procedure klachtenbehandeling - het  ontvangen van een klacht en registeren door de klachtencoördinator

        Artikel 6

        § 1. Aangezien elk lokaal bestuur een centraal klachtenregistratie- en behandelingssysteem moet hebben, georganiseerd op ambtelijk niveau, betekent dit dat alle binnenkomende klachten (via welk kanaal dan ook) worden geregistreerd. De klachtencoördinator brengt elke klacht in het systeem. Enkel de klachtencoördinator heeft toegang tot het klachtenregistratiesysteem.

        § 2. In het register worden volgende elementen opgenomen:

        1. de identiteit van de klager;
        2. de aard van de klacht;
        3. de administratieve dienst of personeelslid waartegen de klacht wordt ingediend;
        4. het kanaal hoe de klacht is binnengekomen;
        5. de ontvankelijkheid van de klacht;
        6. de datum waarop de klacht is binnengekomen;
        7. de datum wanneer de brief met ontvangstmelding en het ontvankelijkheidsonderzoek is verstuurd;
        8. de datum wanneer de klachtencoördinator het rapport heeft doorgestuurd naar de klachtenbehandelaar;
        9. de datum van ontvangst van het rapport en de motiverende brief van de klachtenbehandelaar aan de klachtencoördinator;
        10. de gegrondheid van de klacht;
        11. de datum wanneer de motiverende brief naar verzoeker is verstuurd;
        12. de datum van de eventuele reactie van de verzoeker na behandeling van de klacht.

        Procedure klachtenbehandeling - het ontvankelijkheidsonderzoek door de klachtencoördinator

        Artikel 7

        § 1. Een schriftelijke klacht is ontvankelijk als:

        1. de naam en het adres van de indiener van de klacht bekend zijn;
        2. de datum van de klacht bekend is;
        3. de klacht een omschrijving bevat van de feiten waartegen ze is gericht;

        § 2. De klachtencoördinator is niet verplicht de klacht te behandelen als

        1. niet is voldaan aan de voorwaarden uit art. 7, §1
        2. de klacht betrekking heeft op feiten:

                      a) waarover de indiener eerder een klacht had ingediend die conform de toepasselijke decretale regeling werd behandeld;

                      b) die langer dan een jaar voor de indiening van de klacht hebben plaatsgevonden;

                      c) waarover alle georganiseerde administratieve beroepsmogelijkheden niet worden aangewend of waarover een jurisdictioneel beroep aanhangig is.

        § 3. Als de klacht onontvankelijk wordt beschouwd, brengt de klachtencoördinator de indiener daarvan gemotiveerd op de hoogte binnen tien kalenderdagen nadat hij de klacht heeft ontvangen.

        § 4. De klachtencoördinator bevestigt de ontvangst van de ontvankelijke klacht schriftelijk binnen de tien kalenderdagen nadat hij de klacht heeft ontvangen, als hij binnen de termijn de klacht nog niet heeft afgehandeld.

        Procedure klachtenbehandeling - het opstarten en doorsturen van het rapport naar de klachtenbehandelaar

        Artikel 8

        § 1. Wanneer een klacht ontvankelijk is, wordt een klachtenrapport opgemaakt. Dat wordt zo snel mogelijk overgemaakt aan het diensthoofd (klachtenbehandelaar) van de betrokken dienst.

        § 2. Als de klacht betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij verschillende diensten zijn betrokken, wijzen die diensten in gezamenlijk overleg een coördinerende dienst aan en een klachtenbehandelaar.

        Artikel 9

        De indiening van de klacht geldt als een toestemming voor de klachtenbehandelaar om de gegevens in het kader van de klachtenbehandeling te verwerken, meer bepaald om de naam van de indiener en het voorwerp van de klacht bekend te maken bij het personeelslid of dienst tegen wie de klacht gericht is of bij andere betrokken diensten, behalve als de indiener zich daartegen verzet.

        Procedure klachtenbehandeling - de klachtenbehandelaar beoordeelt de klacht

        Artikel 10

        § 1. De klachtenbehandelaar is verantwoordelijk voor het voeren van het inhoudelijk onderzoek en het beoordelen van de klacht.

        § 2. De klacht wordt behandeld door de klachtenbehandelaar die in strikte neutraliteit in acht neemt. In geen geval wordt de klacht behandeld door een persoon die is of was betrokken bij de feiten waarop de klacht betrekking heeft.

        § 3. Het is de klachtenbehandelaar verboden feiten bekend te maken waarvan de bekendmaking de indiener of de betrokken dienst kan schaden.

        Artikel 11

        § 1. De klachtenbehandelaar beoordeelt of het aangewezen is om bemiddeling te organiseren tussen de indiener en de personen die betrokken zijn bij de feiten waarop de klacht betrekking heeft, waarbij de klachtenbehandelaar als bemiddelaar optreedt.

        § 2. Binnen de termijn die het lokaal bestuur daarvoor heeft bepaald, veertien dagen, dient de indiener te antwoorden of hij al dan niet van de aangeboden bemiddelingsmogelijkheid gebruik maakt. Als de indiener niet binnen deze termijn antwoordt, wordt ervan uitgegaan dat hij afziet van bemiddeling.

        Artikel 12

        § 1. De klachtenbehandelaar vult het rapport in met de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, het oordeel daarover en de eventuele conclusies of initiatieven die men daaraan verbindt.

        § 2. De klachtenbehandelaar schrijft een motiverende brief met volgende mogelijke beoordelingen:

        1. gegronde klacht, dit zijn klachten waarbij na het onderzoek is gebleken dat de regelgeving niet werd gevolgd of in een of ander opzicht bepaalde beginselen van behoorlijk bestuur werden geschonden;
        2. deels gegronde klacht, dit zijn klachten waarbij bepaalde elementen uit de klacht zijn gegrond, maar andere niet;
        3. ongegronde klacht, dit zijn klachten waarbij correct en zorgvuldig werd gehandeld, al wordt dat door de verzoeker betwist. Er is hier geen sprake van een van de beoordelingscriteria en/of waarbij de burger zelf in de fout is gegaan;
        4. terechte opmerking, dit zijn klachten waarbij na het onderzoek is gebleken dat de betrokken in een of ander opzicht onzorgvuldig heeft gehandeld, maar die onvoldoende ernstig zijn om ze als 'gegrond' te bestempelen. Toch is de klacht of opmerking nuttig om de dienstverlening te verbeteren;
        5. geen oordeel, dit zijn klachten waarbij of die na het onderzoek:

        a)    onvoldoende duidelijk blijven;

        b)    enige twijfel blijft of er nu al dan niet beter bestuurd had kunnen worden;

        c)    de fout te klein is om hem in aanmerking te nemen;

        1. stopzetting door de burger. Hoewel dit als dusdanig niet beoordeeld wordt, kan dit toch belangrijke informatie bevatten over de organisatie van een dienst:

        a)    bij gegrond of deels ongegronde klachten, een oplossing formuleren;

        b)    opgelost;

        c)    deels opgelost;

        d)    onopgelost.

        § 2. Als de bemiddeling resulteert in een gezamenlijke conclusie die tot gevolg heeft dat aan de klacht is tegemoetgekomen, is die kennisgeving niet nodig.

        Procedure klachtenbehandeling - het versturen van de motiverende brief door de klachtencoördinator

        Artikel 13

        § 1. De klachtenbehandelaar stuurt het rapport en de motiverende brief naar de klachtencoördinator binnen een termijn van eenentwintig dagen na de opstart van het rapport.

        § 2. De klachtencoördinator handelt de klacht op af binnen de vijfenveertig kalenderdagen nadat men de klacht heeft ontvangen en stuurt de motiverende brief naar de klager.

        § 3. Die termijn kan in uitzonderlijke omstandigheden eenmalig verlengd worden tot maximaal negentig kalenderdagen. In dat geval worden de partijen schriftelijk geïnformeerd over de verlening van de termijn en de motivering daarvoor, voor termijn, vermeld in de tweede paragraaf, versterken is.

        De Vlaamse Ombudsdienst

        Artikel 14

        § 1. Als nog een klacht kan worden ingediend bij de Vlaamse Ombudsdienst, conform het decreet van 7 juli 1998, of bij een andere tweedelijnsvoorziening, wordt daarvan bij de kennisgeving melding gemaakt.

        § 2. De indiener kan, conform het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst, een klacht indienen bij de Vlaamse Ombudsdienst:

        1. tegen de beslissing van het lokaal bestuur om de klacht niet te behandelen op grond van artikel 7;
        2. als het lokaal bestuur de klacht niet heeft behandeld binnen de termijn, vermeld in artikel 13;
        3. als de indiener oordeelt dat het antwoord van het lokaal bestuur, vermeld in artikel 13, onvoldoende tegemoetkomt aan zijn klacht.

        § 3. Het tweede lid geldt niet voor klachten die betrekking hebben op beroepsethiek, als er een beroepsorde of een beroepsinstituut werd opgericht dat werd aangewezen om deze klachten te behandelen.

        §4. De klacht kan gemaild worden naar klachten@vlaamseombudsdienst.be of per post naar: Vlaamse Ombudsdienst, Leuvensesteenweg 86, 1000 Brussel.

        Procedure klachtenbehandeling - het afhandelen van het dossier en rapportage door de klachtencoördinator

        Artikel 15

        § 1. De klachtencoördinator brengt het rapport in het systeem zodat de klacht als afgehandeld wordt beschouwd.

        § 2. De rapportering aan de politieke mandatarissen geeft geen volledige tekstweergave van alle klachten weer, maar een bundeling per dienst en binnen elke dienst van welk soort ontvankelijke klachten en een beknopte weergave van de uitspraak.

        § 3. Het rapport maakt ook melding van de onontvankelijke klachten met een korte motivering van onontvankelijkheid.

        Artikel 16

        § 1. Klachten, en de maatregelen om ze op te lossen of te voorkomen, worden besproken op het managementteam.

        § 2. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad over de klachten ingediend tegen het lokaal bestuur. Verbeteracties of verbetertrajecten die de diensten naar aanleiding van klachten uitwerken, komen eveneens in het rapport aan bod.

        § 3. Bij de rapportering wordt erop gelet dat privacygegevens niet openbaar worden gemaakt.

        Slotbepalingen

        Artikel 17

        §1. De bepalingen van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing voor het OCMW en zijn organen

        §2. Dit reglement treedt in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur.


        Art.2. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

        Art.3. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017. 

    • Jeugd

      • Ontwerpen en ombouwen van een skatepark, Leopold III-laan te Ieper (heraanbesteding) - Goedkeuring aangepaste lastvoorwaarden en gunningswijze - TD/2021/17/2

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 EUR niet).

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        In zitting van 6 september 2021 heeft de gemeenteraad het ontwerpbestek TD/2021/17 en de lastvoorwaarden voor het ontwerpen en ombouwen van een skatepark, Leopold III-laan te Ieper goedgekeurd.

         

        In uitvoering van dit besluit werd één offerte ingediend door de firma Derriks nv uit Borgloon.  Uit het nazicht van de offerte en uit de bevraging bij de lokale skate community volgde het voorstel om de opdracht niet te gunnen en opnieuw aan te besteden. Er werd geoordeeld, dat het ontwerp onvoldoende voldeed aan de vraag om te komen tot een attractief en uitdagend ontwerp voor zowel beginnende als voor gevorderde skaters.  De indeling binnen het ontwerp maakte het moeilijk voor de verschillende niveaus aan skaters om op een veilige manier te kunnen skaten. Verder werd geoordeeld dat het ontwerp de vlotte interactie tussen de verschillende gebruikers niet bevordert.  De vraag om belangrijke lijnen in het park niet te laten kruisen, zodat skaters (van verschillende niveaus) niet tegen elkaar botsen is onvoldoende beantwoord.  Op de vraag om de nodige flow tussen de toestellen te voorzien werd in het ontwerp maar deels rekening mee gehouden door zo weinig mogelijk hoeken/doodlopende stukken te steken in het skatepark. Het cirkelvormige ontwerp schakelt dit voor een groot deel uit. De cirkelvorm kan de skaters potentieel ook hinderen en dit voornamelijk op het vlak van snelheid maken en/of moeten stoppen. De toestellen en/of elementen waren op zich wel goed bereikbaar maar liggen niet in goeie verhouding tot elkaar. Voor heel wat tricks heb je voldoende snelheid en een vlotte beweging nodig. Dat lijkt ons niet of moeilijk het geval te zijn. 

        Verder is vastgesteld dat de oppervlakte te weinig benut wordt.  Het huidige skatepark bedraagt in volledige skatebare oppervlakte nu ± 800m². Het ontwerp bestaat uit ± 600m² beskatebare oppervlakte, wat minder is, waar we willen streven naar een totale oppervlakte van ± 1100m².  

         

        Extra beschikbare ruimte wordt gezocht in functie van het groeiend aantal skaters, waaraan dit ontwerp niet tegemoet komt.  Daarnaast mankeert het ontwerp een halfpipe, daar waar 50% van de skaters hiertoe vragende partij was.  Tenslotte worden opmerkingen geformuleerd inzake de aangewende materialen, in bijzonder inzake het voorgesteld type beton.

        Er is bijgevolg besloten om het huidig ontwerp niet te weerhouden, ook en vooral omdat ons initieel voorstel budgettair wellicht niet haalbaar bleek

         

        De opdracht werd deels herwerkt teneinde opnieuw te kunnen aanbesteden.  Het bestuur van het JOC Ieper vzw heeft in zitting van 10 december 2021 beslist het geplande investeringsbudget van 180.000,00 EUR met eigen middelen te verhogen tot een totaal beschikbaar bedrag van 260.000,00 EUR.

         

        Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het aangepast bestek en lastvoorwaarden van de opdracht “Ontwerpen en ombouwen van een skatepark, Leopold III-laan te Ieper (heraanbesteding)” goed te keuren.  Er wordt voorgesteld de opdracht opnieuw te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

        Financiële gevolgen

         

        Jaar

        Budgetartikel

        Budget

        Reeds vastgelegd

        Oud beschikbaar

        Voorgesteld

        Nieuw beschikbaar

        Datum consultatie

        2022

        AC058/0742-0/230000

        180.000,00

         

         

         

         

        04/02/2022

         

        JOC VZW

        80.000,00

         

         

         

         

         

         

         

        260.000,00

         

         

         

         

         

         

        De financiële dienst bevestigt het budget AC058/0742-0/230000 met de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing met 80.000 euro te verhogen. Deze verhoging is geborgd door de toelage van 80.000 euro waartoe JOC Ieper vzw dd. 10 december heeft beslist. De verhoging van de uitgave met daartegenover de ontvangst heeft aldus geen impact op het totale netto-investeringskrediet in het meerjarenplan.

        De vzw engageert zich de 80.000 euro aan de stad te storten vóór de verbintenis met de aannemer wordt aangegaan voor de realisatie van het skatepark door de stad.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 18 ja stemmen en 12 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Six en Dehollander) :

        Artikel 1: Het aangepast bestek met nr. TD/2021/17/2 en de raming voor de opdracht “Ontwerpen en ombouwen van een skatepark, Leopold III-laan te Ieper (heraanbesteding)”, opgesteld door de jeugddienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De uitgave wordt nu geraamd op 260.000,00 EUR, incl. 21% btw.

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

        Artikel 3: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

        Artikel 4: De verhoging van het budget op 2022/0742-0/230000/BESTUUR/CBS/0/IP-82 van 180.000 euro naar 260.000 euro en de door JOC Ieper vzw toegezegde toelage hiertegenover, op te nemen in het ontwerp van de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing die aan de Gemeenteraad wordt voorgedragen.

        Artikel 5: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

  • Vragen en antwoorden

    • Parking Brielen. (Vraag van raadslid De Roo)

      Feiten, context en argumentatie

      De aanleg vd parking achter de Kerk te Brielen laat nu toch al een tijd op zich wachten.

      Wat een voorbereidend dossier was in de vorige legislatuur met een princiepsplan en maximum speelruimte voor de  jeugdbeweging met doorgang voor landbouwverkeer hoefde eigenlijk amper met een definitief plan en akkoord vd betrokken pachter te worden aangevuld met omgevingsdossier en je kon de zaak aanbesteden of zelf doen , en kon  aldus reeds twee jaar geleden worden gerealiseerd.

      Daarom mijn volgende vraag;

      -          Er is hier in deze raad een ongeldige verkoop geweest vh kerkbestuur naar de Stad , waarbij de overeenkomst van pachtafstand naar de zittende pachter niet in bijlage zat. Hoe hebben jullie dit geregeld na de gemeenteraadsbeslissing ? Hoeveel is het bedrag?

      -          Wanneer gaan jullie nu uiteindelijk over tot het realiseren van deze parking  waar de Brielenaars nu al zo lang op wachten ?

    • Werken Boezinge : toewijzing - prijs - communicatie. (Vraag van raadslid Desomer)

      Feiten, context en argumentatie

      Na onze herhaalde tussenkomst over betere communicatie bij de werken op de Dikkebusseweg zijn we hier opnieuw om te hameren op betere communicatie bij wegenwerken, nu bij de doortocht Boezinge. Vorige week werden zowel werken in de Boezingestraat als Schoolstraat uitgevoerd waarbij zonder enige verwittiging mensen niet meer uit hun garage konden. Dit kan en moet beter. Bij een vorige tussenkomst over wegenwerken deden we reeds de suggestie om alle communicatie te centraliseren vanuit de stad.

      Daarnaast ook de vraag naar de stand van zaken over de rioleringswerken zelf. Is het dossier al toegewezen? Zo ja, tegen welke prijs. Gaat de vooropgestelde timing nog steeds door?

    • Opvang Oekraïense vluchtelingen. (Vraag van raadslid Breyne)

      Feiten, context en argumentatie

      De oorlog in Oekraïne is een drama voor ontelbare onschuldige burgers die in hun veiligheid en hun integriteit worden aangevallen. Velen proberen het geweld te ontvluchten en aldus is een steeds groeiende stroom vluchtelingen vanuit het zwaar getroffen land op gang gekomen, richting het Westen. Een golf van gastvrijheid is op gang gekomen en dat is hartverwarmend.

      We moeten er rekening mee houden dat Oekraïense vluchtelingen ook wel eens in de nabije toekomst aan onze deur zullen aankloppen, op onze gastvrijheid zullen een beroep doen.

      Nu is Ieper door booking.com enkele tijd geleden uitgeroepen tot meest gastvrije stad van Vlaanderen en we zijn daar fier op. Nu kunnen we bewijzen dat deze gastvrijheid verder gaat dan de toeristen, die hier met gevulde portefeuilles neerstrijken en onze horeca hoop geven. Nu kunnen wij bewijzen dat onze gastvrijheid niet selectief is.

      Ik mag zeggen dat wij van CD&V hierin hoopvol zijn. De opvang van de Afghaanse groep dames, medewerksters van ‘Moeders voor Vrede’, - op vlucht voor de talibanterreur - heeft een golf van solidariteit op gang gebracht. In een mum van tijd werd voldoende materiaal -kleren en huisraad – samengebracht, zodat de vluchtelingen hier voldoende middelen kregen om een nieuw leven te beginnen. Ook de rol van de burgemeester en het stadsbestuur was verdienstelijk en mij werd gevraagd om hier de dankbaarheid van Moeders voor Vrede tegenover bestuur en inwoners van Ieper expliciet te vermelden.

      Nu staan de Oekraïners binnenkort wellicht met tientallen aan de deur. Wij hopen dat ook zij een warm onthaal in de meest gastvrije stad van ons land mogen beleven.

      Daarom hebben wij enkele vrager:

      -          Is het bestuur al bezig met een draaiboek uit te rollen voor een kwalitatieve opvang? Zo ja, welke zijn de belangrijkste elementen in het draaiboek?

      -          Is er een inventaris (klaar of in de maak) van beschikbare opvangplaatsen, in het publieke en het private patrimonium?

      -          Is er een aanspreekpunt binnen de stadsadministratie voor degenen, die willen concrete hulp bieden ?

      -          Zal de actie #Plekvrij via de stedelijke kanalen gepromoot worden ?

    • Kerstbogen in de winkelstraten. (Vraag van raadslid De Groote)

      Feiten, context en argumentatie

      Reeds voor de 3de keer zijn we genoodzaakt de (Kerst)bogen van deze meerderheid naar deze raad…..

      Uw bogen hebben de bevoegde schepen op alle gebied al héél veel geld gekost. Één ervan neemt dan ook nog eens constant 2 parkeerplaatsen in in de Rijselstraat.

      U moest zelfs een poll inrichten om te weten wat ermee te doen. Eén is er verwijderd de andere bleven staan op betonblokken die geel zien van de hondenurine, de verankeringen zijn totaal verroest.

      De storm van afgelopen weken maakte ook duidelijk dat die verankering te wensen overlaat en eigenlijk een gevaar betekenen. Na het omvallen maakten jullie toch nog de kost om ze recht te plaatsen.

      1)      Hoeveel geld kostten die bogen om ze te plaatsen 3 jaar geleden. Zijn deze in huur of eigendom van de stad?

      2)      Hoeveel waren de kosten voor het weghalen van de boog in de Menenstraat?

      3)      Is er een oplossing om de 2 parkeerplaatsen in de Rijselstraat na 3 jaar vrij te maken? De vraag ivm de boog in de Diksmuidestraat gaan we niet meer herhalen, we gaan er van uit dat jullie dit ondertussen weten.

      4)      Tegen wanneer ziet u een alternatief?

      En misschien als laatste vraag: deze bogen staan er ondertussen al zolang dat ze eigenlijk als ‘permanent’ kunnen worden beschouwd. Dient hier dan geen vergunning voor te worden aangevraagd?

    • 50 dagenviering. (Vraag van raadslid Vancayseele)

      Feiten, context en argumentatie

      Ieder jaar stemt deze gemeenteraad over een bijzondere politieverordening naar aanleiding van de 100-dagenvieren. Een bijzonder jammere manier van besturen in de ogen van onze fractie.

      We vinden deze politieverordening bijzonder stigmatiserend en bovendien een volledig verkeerde focus. Zoals we reeds eerder meedelen zien we veel meer waarde in sensibilisering rond een gezond uitgaansklimaat van consent en zorg voor je medeleerlingen.

      Daarnaast vinden we ook dat de 100-dagenviering of dit jaar de 50-dagenviering een specifiek karakter heeft, dat wat dreigt de verdwijnen door deze belemmering. Daarom volgende vraag:

      -      Wil de stad een zone aanduiden waarbinnen het gebruik van zwijnenstiften, scheerschuim en andere bevuilende stoffen toegelaten is. Wie deze zone betreden kan deelnemen aan het bekladden van medeleerlingen en geeft ook toestemming om zelf beklad te worden met deze bevuilende stoffen?

    • PFOS-PFAS : stand van zaken 7 maand later. (Vraag van raadslid Vancayseele)

      Feiten, context en argumentatie

      In juli kwam ik reeds op de gemeenteraad met de vraag om meer duidelijkheid rond PFOS en PFAS in de Ieperse bodem. De schepen antwoordde toen dat de kans op vervuiling aan de brandweerkazerne toen klein was. Blijkbaar was de kans toch groot genoeg, want 7 maand later vernemen we via de pers een ander verhaal.

      Ik herhaal dan ook graag nog eens de andere vragen die ik op die gemeenteraad stelde:

      -      wat is de situatie voor de 2 bedrijven die een vergunning hebben?

      -      wat is de situatie in de Ieperlee en Kemmelbeek, waar de waarden werden overschreden?

      -      Zijn er al vermoedelijke andere locaties waar PFOS-houdend blusschuim werd gebruikt?

      -      Welke andere risicolocaties werden er in kaart gebracht?

      Tenslotte vraag ik om een inventaris van de risicoterreinen en alle meetresultaten mee te delen aan de gemeenteraad.

    • Noord-zuid Raad - GDPR. (Vraag van raadslid Feys)

      Feiten, context en argumentatie

      Eén van de verenigingen van de Noord- Zuidraad maakte ons attent op een organisatiefiche die haar gevraagd werd om in te vullen.

      We twijfelen niet aan de goede bedoelingen van dit document maar in het kader van GDPR en privacy vragen we ons af of naast de gegevens van het bestuur kan gevraagd worden naar namen, adressen en e- mail adressen van alle leden. Uit ervaring met het bewaren van gegevens van individuele personen , zouden we via de schepen toch durven vragen aan de juridische dienst of dit zomaar kan zonder expliciete toestemming van elk van die leden?

    • Rode Kruis - AVEVE Boezinge. (Vraag van raadslid Feys)

      Feiten, context en argumentatie

      Het Rode kruis afdeling Ieper is op zoek naar een nieuwe standplaats voor haar ziekenwagens en naar lokalen geschikt voor opleiding en eventuele permanenties.

      Sedert vele jaren zijn ze gevestigd geweest in lokalen van Ons tehuis op de Poperingseweg

      Een tijd geleden werden ze verwittigd dat ze deze gebouwen dienen te verlaten

      Vanaf 1/1/2023 hebben ze geen zekerheid meer daar verder te kunnen werken

      Ondertussen is  het bestuur sedert geruime tijd aan het zoeken naar een geschikte nieuwe locatie. Op de privemarkt zien ze geen mogelijkheden wegens de grote oppervlakte die ze nodig hebben. Hun budgetten zijn daarvoor zeker ontoereikend .

      Er was voordien al een vraag naar eventuele hulp van het stadsbestuur in deze zaak.

      Verschillende locaties werden al door het Rode kruis bekeken:  Rijkswachtkazerne, school Brielen, deel van de kazerne,…

      Maar geen van deze opties kan een oplossing bieden voor hun dringende nood tegen eind 2022.

      Nu zouden ze graag de mogelijkheden van  het Aveve gebouw in Boezinge nader bekijken.

      De loods zou immers  perfect als standplaats  voor hun wagens kunnen dienen en het hoofdgebouw is groot genoeg voor hun lokalen en verschillende functies. De staat van het dak in een tussengebouw blijkt wel een probleem zijn.

      Het blijkt dat ze op hun directe vragen naar deze site toe nog niet echt respons van ons stadsbestuur kregen. De dienst patrimonium en de schepen zijn zeer correct geweest in hun communicatie met het bestuur,  maar op dit moment schijnt er geen aanzet te zijn om tot een concrete oplossing te komen.

      De tijd begint te dringen en de kans is reëel  dat Ieper zonder plaatselijke afdeling van het Rode kruis zou vallen.

      Daarom: Kan het stadsbestuur op een dringende wijze proberen actief mee te zoeken naar een nieuwe locatie? Het verdwijnen van deze afdeling, kwalitatief zeer sterk naar dienstverlening en opleiding-EHBO,  en een ondersteuning bij vele manifestaties in onze stad zou een kleine ramp zijn en een blamage voor een stad zoals de onze.

  • Mededelingen

    • Mededelingen.

Namens Gemeenteraad,

Stefan Depraetere
Algemeen directeur

Ann-Sophie Himpe
Voorzitter