Terug
Gepubliceerd op 06/05/2024

Notulen  Gemeenteraad

ma 25/03/2024 - 19:30 Raadzaal
Aanwezig: Ann-Sophie Himpe, Voorzitter
Emmily Talpe, Burgemeester
Philip Bolle, Patrick Benoot, Valentijn Despeghel, Diego Desmadryl, Dimitry Soenen, Eva Ryde, Schepenen
Thijs Descamps, Sarah Bouton, Gaetan Dumoulin, Danny Metsu, Evelyn Bouchaert, Andy Verkruysse, Katrien Desomer, Peter De Groote, Stephaan De Roo, Miet Durnez, Jan Laurens, Stefaan Williams, Hans Feys, Sam Vancayseele, Nancy Six, Saskia Dehollander, Raadsleden
Stefan Depraetere, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Ives Goudeseune, Schepen
Edouard Wallays, Jan Delie, Jo Baert, Miguel Gheysens, Peter Dehaerne, Diederik Vandenbilcke, Raadsleden
  • Goedkeuring notulen vorige zitting

    • Goedkeuring notulen van 4 maart 2024.

      Juridische grond en bevoegdheden

      Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

      Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

      Feiten, context en argumentatie

      De notulen van de vergadering van 4 maart 2024 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden.  Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.

      Beschikkend gedeelte

      Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen en 7 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, Durnez, De Groote en Feys) de notulen van de zitting van 4 maart 2024 als goedgekeurd te beschouwen.

  • Openbaar

    • Bestuurlijke organisatie

      • Protocolovereenkomst bestuurlijke handhaving - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De artikelen 119, 119 bis, 133 tot 135 van de Nieuwe Gemeentewet;

        De wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens

        De wet van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de Nieuwe Gemeentewet;

        De wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet;

        De wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet-erratum;

        De wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sanctie;

        De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus (WGP);

        De wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten;

        De omzendbrief van de procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Gent n° 11/2017 van 13 oktober 2017 betreffende de deelname van het openbaar ministerie aan de bestuurlijke handhaving van criminaliteit en onveiligheidsfenomenen en de daarin vermelde rechtsgronden;

        De omzendbrief COL 04/2018 van het College van procureurs-generaal betreffende het casusoverleg en het beroepsgeheim;

        De bespreking van het ontwerp van protocolakkoord tussen het parket en de stad Ieper tijdens de zonale veiligheidsraad;

        Het positief advies van de politieraad;

        Feiten, context en argumentatie

        Met het oog op de goede handhaving van de openbare orde en meer algemeen de integrale inpak van criminaliteit is het noodzakelijk om informatie tussen actoren uit te wisselen. Deze actoren zijn het openbaar ministerie, de lokale en federale politie en de steden en gemeentes van de politiezone (Ieper, Poperinge, Wervik, Zonnebeke, Staden, Moorslede, Heuvelland, Langemark-Poelkapelle, Vleteren en Mesen).

        De onderschrijvende partners gaan het engagement aan om, binnen de perken van hun budgettaire en personeelsmatige mogelijkheden, maximaal inspanningen te leveren teneinde, binnen het bestaande juridische kader, op de meest ruime wijze informatie uit te wisselen in functie van de strafrechtelijke en/of bestuurlijke handhaving. 

        De bepalingen in het protocol regelen de verwerking van iedere informatie of ieder persoonsgegeven met een toereikend, ter zake dienend en niet overmatig karakter in het licht van de doeleinden van bestuurlijke en gerechtelijke politie waarvoor zijn verkregen worden en waarvoor zij later verwerkt zullen worden.

        Ieper als lokaal bestuur en het openbaar ministerie hebben als doelstelling om te voorkomen dat criminele organisaties door de overheid onbewust of ongewild, rechtstreeks dan wel onrechtstreeks worden gefaciliteerd in hun criminele doelstellingen en/of te voorkomen dat er een vermenging ontstaat tussen onder- en bovenwereld en de economische machtsposities te doorbreken die zijn opgebouwd met behulp van illegaal vergaard kapitaal.

        De organisatiestructuur bestaat uit een strategisch en operationeel niveau. Op het strategisch niveau is er een overleg waarbij de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en onveiligheid als onderdeel van het bredere strafrechtelijk, veiligheids- en preventiebeleid wordt opgevolgd en aangestuurd. Op het operationeel niveau is er een overleg waarbij op aangeven van het bestuur de casuïstiek wordt besproken, informatie wordt uitgewisseld en gemeenschappelijke acties (ook gekend als “flexcontroles”) worden voorbereid, uitgevoerd en opgevolgd.

        De partners engageren zich tot het opbouwen van een specifieke en gedegen informatiepositie met de finaliteit van de bestuurlijke handhaving voor ogen.
        De stad Ieper zal in een eerste fase, met behulp van de lokale politie, zelf alle opzoekingen van informatie en gegevens uitvoeren waarover zij kunnen beschikken.
        In een tweede fase, wanneer de eerste fase onvoldoende informatie heeft opgeleverd en/of indien bijkomende opzoekingen vereist zijn, kunnen de stad Ieper en de politie bijkomende informatie en gegevens opvragen bij andere partijen.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen om het protocolakkoord 'bestuurlijke handhaving' goed te keuren.

    • Veiligheid

      • Tijdelijke politieverordening met betrekking tot het gebruik van drones ter gelegenheid van de Montebergrally 2024.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119, 133, 134 § 1 en 135 § 2;

        De wet van 13 mei 1999 tot invoering van de gemeentelijke administratieve sancties;

        De wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart en het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling van de luchtvaart;

        Het koninklijk besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim; (KB Drones)

        Feiten, context en argumentatie

        Op 5 mei 2024 wordt de Montebergrally georganiseerd. De vraag is gekomen van de organisatoren om een verbod in te stellen op het gebruik van drones op de locaties van hun organisatie en op de plaatsen van het wedstrijdverloop.

        Het gebruik van drones kan de deelnemers in verwarring brengen en zo de oorzaak zijn van ongevallen.

        Naar aanleiding van deze manifestatie wordt een redelijke volkstoeloop verwacht. Gezien dergelijke toestellen massaal in de handel te koop zijn en er geen waarborgen zijn van de behendigheid van de bedienaars. Dit kan een weerslag hebben op de openbare orde.

        In die zin is de vraag terecht om het gebruik van drones te reglementeren.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 21 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Vancayseele)

        Artikel 1: Op 5 mei 2024 van 07.00 tot 22.00 uur is:

        -       het opstijgen en landen van op afstand bestuurde luchtvaartuigen (zoals bedoeld in art 1.4° van het K.B. dd 10/04/2016) in de zone van en op 2 km van het afgebakende parcours van de rally net als

        -       het in bezit zijn van een op afstand bestuurd luchtvaartuig (zoals bedoeld in art. 1.4° van het K.B. dd 10/04/2016) op 1 km van het afgebakende parcours van de rally verboden zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de Burgemeester.

        Artikel 2:   Het niet in het bezit zijn van deze machtiging op het moment van de vaststelling wordt gestraft met een administratieve sanctie via de procedure vastgelegd in het gemeenteraadsbesluit van 1 februari 2016 en latere wijzigingen.

        Artikel 3:   Alle goederen die het voorwerp zijn van of gebruikt zijn bij de in deze verordening verboden handelingen of gedragingen, kunnen door de vaststeller bestuurlijk in beslag genomen worden. De goederen worden vanaf maandag 6 mei 2024 om 14.00 uur terug ter beschikking gesteld van de eigenaar op het hoofdcommissariaat van de lokale politie.

      • Tijdelijke politieverordening met betrekking tot ambulante handel, verbod op verkoop en gebruik van dranken in blik en onderhoudswerkzaamheden aan voertuigen ter gelegenheid van de Montebergrally 2024.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        de nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij wet van 26 mei 1989, inzonderheid op artikel 135 §2, ingevoegd bij wet van 27 mei 1989, en op artikel 119, hernummerd bij de wet van 27 mei 1989 en gewijzigd bij het K.B. van 30 mei 1989.

        de wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het K.B. van 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 12 gewijzigd bij het K.B. van 30 december 1982,

        het K.B. van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, inzonderheid op titel III gewijzigd bij de K.B.’s van 23 juni 1978, 25 november 1980, 8 april 1983, 1 juni 1984, 25 maart 1987, 17 september 1988, 20 juli 1990, 1 februari 1991,

        het K.B. van 28 november 1997  en van 28 maart 2003 houdende de reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto’s die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatsvinden en de omzendbrief OOP 25 dd 1 april 2006;

        de wet van 25 juni 1993 met betrekking op de uitoefening van de ambulante activiteiten en latere wijzigingen;

        De algemene zonale en lokale politieverordening

        Feiten, context en argumentatie

        Op 22 december 2023 werd een aanvraag ingediend door Superstage VZW, Korte Torhoutstraat 35, 8900 Ieper voor de organisatie van de Montebergrally op 5 mei 2024.  

        Bij dergelijke manifestaties kan door de te talrijke aanwezigheid van ambulante handelaars, de veiligheid van het voetgangersverkeer in het gedrang komen;

        Om veiligheidsredenen dient, vooral binnen de zones van de snelheidsparcours, het aantal verkooppunten van eetwaren en dranken beperkt te worden en in overeenstemming te zijn met de plaatsen ingetekend in het veiligheidsboek dat goedgekeurd werd door de “Veiligheidscommissie”.

        De verkoop en het gebruik van dranken in blik op en in de omgeving van de snelheidsparcours moet gemeden worden om de gevolgen van het restafval van de aluminium blikken voor de landbouw en de veeteelt maximaal te beperken;

        Naar aanleiding van deze manifestatie moeten servicewagens ook in de mogelijkheid kunnen verkeren om aan rallyvoertuigen herstellingen of onderhoudswerken uit te voeren op of langs de openbare weg.

        Er wordt daarbij eveneens gewezen op de aanbevelingen van de “veiligheidscommissie” betreffende het gevaar van barbecues in servicezones.

        Er kan een redelijke volkstoeloop verwacht worden. Om alles veilig en vlot te laten verlopen is het wenselijk een en ander te reglementeren.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 21 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Vancayseele) :

        Artikel 1: Op 5 mei 2024 tussen 07.00 en 22.00 uur is het uitoefenen van ambulante activiteiten verboden, binnen onderstaande (denkbeeldig afgebakende) zones, met inbegrip van de vernoemde straten die de zones afbakenen, uitgezonderd voor diegenen die in het bezit zijn van een schriftelijke vergunning van de Burgemeester en voor de permanente eet- en drankgelegenheden

        a)zone afgebakend door de Bellestraat vanaf gemeentegrens met Poperinge tot de Abelestraat, de Abelestraat van Bellestraat tot de Krommenelststraat, de Krommenelststraat van Abelestraat tot Dikkebusseweg, de Dikkebusseweg van Krommenelststraat tot gemeentegrens met Heuvelland.

         b) zone afgebakend door Casselstraat tussen Grote Brandersstraat en de grens met Poperinge, Grote Brandersstraat van Casselstraat tot Bellestraat, de Bellestraat van Grote Brandersstraat tot grens met Poperinge.                              

        Artikel 2:   Alle drank-, VIP- en eettenten gelegen binnen de in artikel 1 vermelde gebied moeten opgenomen worden in het “veiligheidsboek”. Deze inrichtingen moeten op een veilige plaats worden opgesteld en minstens 100 meter van het parcours verwijderd te zijn.

        Dit is eveneens van toepassing op de private terreinen die voor het publiek openbaar worden gemaakt en zo een openbaar karakter verkrijgen.

        Dit verbod is niet van toepassing op vaste handelaars die hun gewone handelsactiviteiten uitoefenen binnen hun normale handels- of verkoop ruimten. Evenwel dienen deze handelaars toch in het bezit te zijn van een voorafgaandelijke schriftelijke machtiging of kunnen beperkingen aan de uitbating worden opgelegd in het kader van de veiligheid van de toeschouwers.

        Artikel 3:  Het is verboden op de plaatsen vergund onder artikel 1, dranken in blik te verkopen, te verbruiken of uit te delen. Dit verbod is niet van toepassing binnen de bebouwde kom.

        Artikel 4:   Conform artikel 3.1.5. van de algemene zonale verordening, met betrekking tot het smeren van – en werken aan voertuigen op de openbare weg, wordt op 5 mei 2024 toelating gegeven aan de deelnemers aan – en de servicewagens van de rally, onder volgende voorwaarden:

        a)    het verlenen van service is gedurende het ganse rallygebeuren uitsluitend toegestaan op de punten hiervoor aangeduid door de organisatie. Buiten deze punten zijn alleen noodreparaties toegestaan.

        b) Service-auto’s moeten voorzien zijn van:                    

        - een stuk servicefolie (ondoordringbaar) van minimaal 4x3 m;

        - een opvangbak voor vloeistoffen van circa 50 cm x 50 cm met  aftapvoorziening;

        - een voorziening voor het opvangen van brandstof, indien bij het tanken brandstof kan worden gemorst;

        - een container voor afvalvloeistoffen van ten minste 10 liter inhoud en een afvalzak.

        c) - Op alle servicepunten moet de auto, gedurende de ganse duur der werkzaamheden, op servicefolie staan.

        - In alle gevallen waarin de kans bestaat in het morsen van vloeistof, moet de opvangbak of een andere voorziening worden gebruikt

        - Servicepunten moeten steeds schoon worden achtergelaten.  Afvalstoffen, auto-onderdelen, materialen en andere voorwerpen, moeten in het servicevoertuig worden meegenomen.

        - Indien toch nog verontreiniging van de ondergrond heeft plaatsgevonden, is de

         serviceploeg verplicht dit, binnen de kortste tijd, aan de milieu-official of rechtstreeks aan de wedstrijdleiding mede te delen, onder opgave van alle relevante gegevens. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing bij noodreparaties buiten de voorziene servicepunten.

        - Het schoonspuiten van auto’s is uitsluitend toegestaan op plaatsen die daarvoor door het organisatiecomité zijn aangewezen.

        Artikel 5:   Op de in het veiligheidsboek voorziene serviceplaatsen moet ieder team op zijn stand uitgerust zijn met de nodige brandbestrijdingsmiddelen.

        Het gebruik van barbecue toestellen op de servicestanden is verboden.

        Artikel 6:   Op 5 mei 2024 is het aan eenieder verboden om op enige manier het normale verloop van de wettelijk vergunde manifestatie van de organisatie Montebergrally te hinderen, hetzij door op het parcours te lopen, hetzij door voorwerpen op het parcours te leggen of eender welke hindernis, behalve deze voorzien in het “veiligheidsboek, aan te brengen die het normale verloop van de wedstrijd zouden kunnen hinderen.

        Artikel 7:   Deze verordening wordt van kracht de dag waarop ze bekend wordt gemaakt. Zij zal van kracht blijven zolang deze aangelegenheid duurt.

        Artikel 8:   Inbreuken op deze verordening worden bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie overeenkomstig de procedure vastgelegd in het gemeenteraadsbesluit van 1 februari 2016 en latere wijzigingen.

      • Tijdelijke politieverordening met betrekking tot het gebruik van quads en vierwielige motorfietsen ter gelegenheid van de Montebergrally 2024.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        De wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het K.B. van 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 12 gewijzigd bij het K.B. van 30 december 1982.

        Het K.B. van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, inzonderheid, op titel III gewijzigd bij de K.B.’s van 23 juni 1978, 25 november 1980, 8 april 1983, 1 juni 1984, 15 maart 1987, 17 september 1988, 20 juli 1990, 1 februari 1991 en volgende.

        Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, gewijzigd bij de M.B. van 8 december 1997, 32 juni 1978, 14 december 1979, 25 november 1980, 11 april 1983, 01 juni 1984, 17 september 1988, 20 juli 1990, 1 februari 1991, 11 maart 1991, en volgende.

        Het ministerieel rondschrijven van 14 november 1977 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van de verkeerstekens.

        Het K.B. van 28 november 1997 houdende reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto’s die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaats vinden, gewijzigd bij het K.B. van 28 maart 2003.

        De omzendbrief OOP 25 van 1 april 2006.

        De wet van 13 mei 1999 tot invoering van de gemeentelijke administratieve sancties.

        Feiten, context en argumentatie

        Het is opportuun het gebruik van quads en andere vierwielige motorfietsen ter gelegenheid van de Montebergrally  op 5 mei 2024 te vermijden. De schade die kan toegebracht worden aan onverharde wegen evenals aan fauna en flora langs deze wegen maar ook aan private eigendommen (akkers en weilanden) is immers reëel. Daarnaast zijn er trouwens ook de veiligheidsrisico's die hiermee kunnen gepaard gaan.

        Naar aanleiding van deze manifestatie kan bovendien een redelijke volkstoeloop verwacht worden. Dit kan dan ook een weerslag hebben op de openbare orde en wordt beter gereglementeerd. Het gebruik van deze toestellen gedurende de organisatie en vooral dan in de buurt van de parcours wordt bijgevolg beter verboden.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 21 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Vancayseele) 

        Artikel 1: Het is verboden zich met quads en vierwielige motorfietsen te begeven in een straal van 250 meter rond het uitgestippelde parcours van de Montebergbergrally op 5 mei 2024 tussen 07.00 en 23.00 uur.

        Artikel 2: Inbreuken op deze verordening worden bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie overeenkomstig de procedure vastgelegd in het gemeenteraadsbesluit van 1 februari 2016 en latere wijzigingen.

        Artikel 3: Het besluit treedt in werking op het ogenblik van zijn bekendmaking.   

         

      • Tijdelijke politieverordening naar aanleiding van de 50 dagen viering op 2 en 3 mei 2024. Goedkeuring.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De nieuwe gemeentewet, bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989, inzonderheid op art. 135§2, ingevoegd bij de wet van 27 mei 1989 en op artikel 119bis, hernummerd bij de wet van 27 mei 1989 en gewijzigd bij het KB van 30 mei 1989.

        De wet van 13 mei 1999 houdende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties.

        De wetten van 24 juni 2013, 7 mei 2004, de wet van 17 juni 2004 en de Koninklijke Besluiten van 27 december 2013, 17 maart 2005, 5 december 2004 en 7 januari 2001.

        De gemeenteraadsbeslissing van 1 februari 2016 houdende goedkeuring zonale en lokale politieverordening en het algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties.

        Feiten, context en argumentatie

        Teneinde de openbare orde tijdens de 50 dagen te bewaken en preventief op te treden vraagt de lokale politie naar aanleiding van de organisatie van de 50 dagenviering op 2 en 3 mei 2024 een uitbreiding bovenop de zonale en lokale politieverordening .

        In het bijzonder wat betreft het bezit en (oneigenlijk) gebruik van vervuilende stoffen alsook het bezit en gebruik van voetzoekers en gelijkaardige tuigen wil men kunnen optreden en dit zo nodig met een gas-sanctie laten beteugelen.

        Voorgesteld wordt om navolgende tijdelijke politieverordening goed te keuren.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 23 ja stemmen tegen 1 neen stem (raadslid Vancayseele) :

        Artikel 1 :

        a) Vanaf maandag 29 april 2024 om 06.00 uur tot zaterdag 4 mei 2024 om 06.00 uur is het bezit (met uitzondering van beroepsdoeleinden) of het gebruik op openbare wegen of plaatsen van scheerschuim, bloem, vetstoffen, vetstiften, alcoholische dranken en/of andere bevuilende stoffen, goederen of voorwerpen verboden.

        b) Vanaf maandag 29 april 2024 om 06.00 uur tot zaterdag 4 mei 2024 om 06.00 uur is het bezit en gebruik van voetzoekers, bommetjes, thunderflashes, vuurwerk, knal- of rookbussen of andere gelijkaardige tuigen verboden.

        Artikel 2 : Alle voorwerpen aangetroffen in strijd met dit reglement zullen administratief in beslag worden genomen. De niet aangebroken levensmiddelen worden overgemaakt aan het OCMW en alle andere voorwerpen worden weggemaakt via het legale afvalcircuit.

        Artikel 3 : Inbreuken op deze verordening zullen bestraft worden met een administratieve sanctie via de procedure vastgelegd in het gemeenteraadsbesluit van 1 februari 2016 en latere wijzigingen.

         

    • Openbaar domein en gebouwen

      • Goedkeuring samenwerkingsovereenkomsten betreffende realisatie van drie fietsdoorsteken via regiofonds

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Het regiofonds werd in 2018 opgericht bij de verplichte uittreding van de provincies uit de streekintercommunales. Met deze budgetten kunnen grondgebonden projecten en investeringen deels gefinancierd worden tot 31/12/2030. Ook voor fietsmobiliteit is er een budget voorzien. Per project kan een subsidie worden voorzien van 50% met een maximum van 500.000 euro.

        WVI wenst hiermee een aantal korte, veilige fietsverbindingen op en naar regionale bedrijven te realiseren. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed voor de 'last mile'. Dit zijn waardevolle verbindingen in het kader van fietsmobiliteit voor woon-werkverkeer.

         Per project wordt een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt met WVI en de provincie. 

        Concreet gaat het om volgende projecten: 

        • Doorsteek tussen Pilkemseweg en Ter Waarde, naast de gebouwen van het Wit-gele kruis (raming: 65.000,00 euro). 
        • Doorsteek tussen Briekestraat en Ter Waarde, naast de gebouwen van Fluvius (doorsteek tussen fietstunnel Briekestraat en Ter Waarde) (raming 80.000,00 euro)
        • Doorsteek tussen Oostkaai en doodlopende zijstraat Rozendaalstraat, tussen de gebouwen van Solae en Cid Lines (raming: 112.00,00 euro)

        De concrete planning van de realisatie van deze projecten is nog niet bepaald, dit is afhankelijk van de voortgang van het dossier.

        Financiële gevolgen

        Een concrete uitvoeringsdatum (jaar) is nog niet gekend, dit is afhankelijk van de voortgang van het dossier. Door het afsluiten van deze samenwerkingsovereenkomsten hebben we recht op 50% subsidie met een max. van 500.000€ per project. Het overige aandeel kan gefinancierd worden via de stedenbouwkundige lasten van nieuwe verkavelingen (ACS474), dit wordt meegenomen in het ontwerp van MJPA9.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :
        Artikel 1: De drie samenwerkingsovereenkomsten betreffende de realisatie van drie fietsdoorsteken via het regiofonds goed te keuren. 
        Artikel 2: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing. 

      • Opbraak betonnen fietspad en kasseistrook voor heraanleg van fietspadverharding in gekleurde KWS langs de Komenseweg te Zilllebeke - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze - 2024/TD_07/STAD

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 EUR niet).

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        Er wordt voorgesteld om een opdracht te gunnen met als voorwerp: “Opbraak betonnen fietspad en kasseistrook voor heraanleg van fietspadverharding in gekleurde KWS langs de Komenseweg te Zillebeke”.  Het betreft een verhoogd aanliggend dubbelrichtingsfietspad van 2,20 meter, aansluitend aan het vernieuwd gedeelte van de Komenseweg tot aan de spoorweg.  Het project wordt opgestart in overleg met de dienst mobiliteit en de groendienst.   

        Hiertoe werd een bestek met nr. 2024/TD_07/STAD opgesteld door de Afdeling Openbaar Domein Technische Dienst. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 189.109,70 EUR excl. btw of 228.822,74 EUR incl. 21% btw (39.713,04 EUR btw medecontractant).  

        Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

         

        Financiële gevolgen

         

        Jaar

        Budgetartikel

        Budget

        Reeds vastgelegd

        Oud beschikbaar

        Voorgesteld

        Nieuw beschikbaar

        Datum consultatie

        2024

        AC035/0200-0/224007

        797.500,00

        248.024,25

        549.475,75

        137.293,64

        412.182,11

        5 maart 2024

        2024

        ACS47/200-0/224007

        513.750,00

        101.696,01

        412.053,99

        91.529,10

        422.220,90

        5 maart 2024

         

        In deze bedragen is geen rekening gehouden met het ter zitting voorliggende ontwerp voor het fietspad van in Zuidschote-Dorp.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: Het bestek met nr. 2024/TD_07/STAD en de raming voor de opdracht “Opbraak betonnen fietspad en kasseistrook voor heraanleg van fietspadverharding in gekleurde KWS langs de Komenseweg te Zilllebeke”, opgesteld door de Afdeling Openbaar Domein Technische Dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 189.109,70 EUR excl. btw of 228.822,74 EUR incl. 21% btw (39.713,04 EUR btw medecontractant).

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

        Artikel 3: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.

        Artikel 4: De uitgave voor deze opdracht wordt voorzien in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 0200-0/224007/BESTUUR/CBS/0/IP-94 (actie AC035 -fietspad 60%) en 0200-0/224007/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie ACS47 – wegen 40%).

        Artikel 5: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

      • Opbreken van beton- en kasseiverharding voor de aanleg van een fietspad in gekleurde KWS tussen Zuidschote en Reninge - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze - 2024/TD_08/STAD

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000,00 EUR niet), en meer bepaald  artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat.

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

        Feiten, context en argumentatie

        Er wordt voorgesteld om een opdracht te gunnen met als voorwerp: “Opbreken van beton- en kasseiverharding voor de aanleg van een fietspad tussen Zuidschote en Reninge”.  Het betreft de aanleg van een aanliggend en verhoogd dubbelrichtingsfietspad in rode KWS vanaf het fietspad in het dorpscentrum tot aan de gemeentegrens.

        In het dossier is de heraanleg van de kws-verharding ter hoogte van de Kemmelbeek op de gemeentegrens met Lo-Reninge begrepen.  Een deeltje van deze werken is ten laste van het stadsbestuur Lo-Reninge en dit voor een geraamd bedrag van 3.333,65 EUR + btw.

         

        Het betreft een gezamenlijke opdracht waarbij het aangewezen is dat Stad Ieper de procedure zal voeren en in naam van Gemeentebestuur Lo-Reninge bij de gunning van de opdracht zal optreden.  Gezamenlijk aankopen kan leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging.  Het college van burgemeester en schepenen van Lo-Reninge heeft in zitting van 11 maart 2024 beslist om mee te stappen in het project.  

         

        In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 2024/TD_08/STAD opgesteld door de Afdeling Openbaar Domein Technische Dienst.

        De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 80.796,70 EUR excl. btw of 97.764,01 EUR incl. 21% btw (16.967,31 EUR btw medecontractant).

        Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

        Financiële gevolgen

         

        Jaar

        Budgetartikel

        Budget

        Reeds vastgelegd

        Oud beschikbaar

        Voorgesteld

        Nieuw beschikbaar

        Datum consultatie

        2024

        AC035/0200-0/224007

        797.500,00

        248.024,25

        549.475,75

        56.239,17

        493.236,58

        5 maart 2024

        2024

        ACS47/200-0/224007

        513.750,00

        101.696,01

        412.053,99

        37.491,12

        374.562,87

        5 maart 2024

         

        In deze bedragen is geen rekening gehouden met het ter zitting voorliggende ontwerp voor het fietspad van langs de Komenseweg.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: Het bestek met nr. 2024/TD_08/STAD en de raming voor de opdracht “Opbreken van beton- en kasseiverharding voor de aanleg van een fietspad in gekleurde KWS tussen Zuidschote en Reninge”, opgesteld door de Afdeling Openbaar Domein Technische Dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 80.796,70 EUR excl. btw of 97.764,01 EUR incl. 21% btw (16.967,31 EUR btw medecontractant).

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

        Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 0200-0/224007/BESTUUR/CBS/0/IP-94 (actie AC035 – fietspad 60%) en 0200-0/224007/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie ACS47 – wegen 40%).

        Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

      • Aanstellen van een ontwerper voor de bouw van decentrale waterzuiveringsinstallatie (KWZI) langs de Komenseweg te Zillebeke - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze - 2024/OD_01/STAD

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000,00 EUR niet).

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

        Feiten, context en argumentatie

        De Vlaamse minister van Omgeving heeft het subsidieprogramma 2023, deel 1 voor de aanleg en verbetering van gemeentelijke rioleringen en KWZI's (incl. IBA's) goedgekeurd.  Voor de stad Ieper werden volgende dossiers weerhouden en geselecteerd :

        Dossier W2203077 (Awis-nr 107407) : aanleg KWZI Komenseweg voor een totale investeringskost van 630.000,00 EURDossier W2203077 (Awis-nr 107407) : aanleg KWZI Zuidschote voor een totale investeringskost van 1.599.000,00 EUR

        Deze kosten zijn voor 75% subsidieerbaar (100 % of optimale afkoppeling zal niet haalbaar zijn, gezien aantal rijwoningen).  Het saldo van 25% kan genomen worden van de saneringsbijdragen.

         

        Volgende voorwaarden zijn van toepassing :

        - Het voorontwerp dient bij VMM via AWIS-projecten ingediend uiterlijk 27 juli 2024

        - Het gunningsdossier dient voor 30 juni 2027 bij VMM via AWIS-projecten ingediend

        - De geïndexeerde kostprijs van het project mag in principe niet hoger zijn dan 11.573,00 EUR/InwonersEquivalent.

         

        Omdat de VMM niet akkoord gaat met het, door de provincie opgesteld, voorbeeld-ontwerpbestek voor het ontwerp, bouwen en onderhoud van decentrale waterzuivering dient gekozen te worden voor een klassieke procedure in 2 stappen (aanstelling ontwerper en aanbesteding aannemer)

         

        Omdat er geen uitstel van de deadline mogelijk is, werd besloten om het dossier Zuidschotedorp voorlopig niet te weerhouden.  Uit overleg met Aquafin volgt dat het eerder is aangewezen om hier toekomstgericht een collector aan te leggen, die het water afvoert naar het zuiveringsstation in Boezinge.

         

        Met het oog op de bouw van decentrale waterzuivering langs de Komenseweg te Zillebeke, dat veel landelijker is gelegen wordt het ontwerpbestek met referte 2024/OD_01/STAD voor de aanstelling van een ontwerper ter goedkeuring voorgelegd.

         

        Gelet op de budgettering van de VMM kan dit dossier gegund worden ingevolge een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, wat gezien de aard van de opdracht aangewezen is.  De ontwerpkost wordt geraamd op ongeveer 10% van het budget of een 63.000,00 EUR, btw niet inbegrepen.  Daarnaast worden een aantal eenheidsprijzen op afroep in de meetstaat opgenomen teneinde te kunnen anticiperen tijdens de onderhandelingen.

         

        Financiële gevolgen

        De uitgave voor deze opdracht zal gefinancierd worden met budgetten van het saneringsfonds.

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: Het bestek met nr. 2024/OD_01/STAD en de raming voor de opdracht “Aanstellen van een ontwerper voor de bouw van decentrale waterzuiveringsinstallatie (KWZI) langs de Komenseweg te Zillebeke worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 72.340,00 EUR excl. btw of 87.531,40 EUR incl. 21% btw, diverse eenheidsprijzen op afroep inbegrepen.

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

        Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht zal gefinancierd worden met budgetten van het saneringsfonds.

        Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

      • Vernieuwen dak lokaal Capucienen van de afdeling Muziek en Woord van Dé Academie en nazicht, onderhoud en vervangen van defecte zonnewering en opkitten van ramen van Dé Academie - financiering

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140.000,00 EUR niet).
        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

        Feiten, context en argumentatie

        In zitting van 6 februari 2023 heeft de gemeenteraad het bestek met nr. 2023/TD_04/STAD en de raming voor de opdracht “Vervangen van zonnewering en opkitten van ramen van Dé Academie, Weverijstraat 33/35” goedgekeurd op een totaal geraamd bedrag van 71.876,00 EUR excl. 6% btw, evenals de wijze van gunnen (onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking).

        In zitting van 6 november 2023 heeft de gemeenteraad het aangepast bestek met nr. 2023/TD_01B/STAD en de raming voor de opdracht “Vernieuwen van dak van lokaal Capucienen van de afdeling Muziek en Woord van Dé Academie, afdeling Capucienenstraat 100-102 (heraanbesteding) ”, opgesteld door de Afdeling Openbaar Domein Technische Dienst goedgekeurd op een totaal geraamd bedrag van 124.770,00 EUR excl. 6% btw, evenals de wijze van gunnen (onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking).

        In beide besluiten werd de intentie opgenomen om via de verkorte procedure een aanvraag tot subsidiëring in te dienen bij het Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs, Koning Albert II Laan 15/bus 133 te 1210 Brussel voor een aandeel van 70%. Dit was dan ook zo opgenomen in de financiële gevolgen.

        Met mail van 26 februari 2024 laat Agion ons weten dat er momenteel niet wordt ingegaan op de vraag naar subsidiëring van infrastructuurwerken in het deeltijds kunstonderwijs.  Het globale budget dat jaarlijks kan aangewend worden voor subsidiëring van gemeentelijke schoolinfrastructuur wordt uitsluitend gegenereerd door de leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs.  Bovendien zijn de middelen van AGIOn reeds ruim onvoldoende om tegemoet te komen aan de grote noden van het basis- en secundair onderwijs.  Subsidieaanvragen worden wel opgenomen op de wachtlijst, als signaal van de gemeentelijke inspanningen.  Het OVSG (Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap, Ravensteingalerij 3 bus 7, 1000 Brussel, tel. 02 506 41 50) bepaalt de prioriteiten voor het gemeentelijk onderwijs.  

        Voor meer informatie met betrekking tot de wachttijd kan contact opgenomen worden met het OVSG, maar momenteel bedraagt de wachttijd voor het verkrijgen van een principeakkoord meerdere jaren.  Een subsidieaanvraag voor werken in het kader van het deeltijds kunstonderwijs van een gemeente, wordt door AGION op de wachtlijst geplaatst. De prioriteiten inzake subsidiëring worden in overleg met de onderwijskoepel OVSG bepaald en aanvragen vanuit het DKO worden niet prioritair behandeld. 

        Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akte te nemen van het negatief advies van het Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs en akkoord te gaan om de werken te financieren met eigen middelen.  Gezien de waterinsijpeling in de lokalen in de Capucienenstraat kunnen deze werken niet langer uitgesteld worden.  

        Financiële gevolgen
        Jaar Budgetartikel Budget Reeds vastgelegd Oud beschikbaar Voorgesteld Nieuw beschikbaar Datum consultatie
        2024 ACS229/0820-0/221000  209.767,35     209.767,35  in functie van definitieve prijzen   28/02/2024

        Door de financiële dienst werd bevestigd dat een regime van 6% btw (scholenbouw) kan gehanteerd worden.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: akte te nemen van het negatief advies van het Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs (AGION) inzake de subsidiëring van de projecten voor deeltijds kunstonderwijs.

        Artikel 2: de voorliggende projecten 'Vernieuwen van het dak van het lokaal Capucienen van de afdeling Muziek en Woord van Dé Academie" en "Nazicht, onderhoud en vervangen van defecte zonnewering en opkitten van ramen van Dé Academie" te financieren met eigen middelen en de subsidie ingeschreven op budgetcode ACS229/0820-0/150010 te schrappen in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing.

        Artikel 3 : het college te gelasten met de uitvoering van dit besluit.

    • Economie

      • Aanpassing plaatsingsreglement interne organisatie van de wekelijkse zaterdagmarkt - goedkeuring

        Voorgeschiedenis

        GR/2023/104  Aanpassing plaatsingsreglement interne organisatie van de wekelijkse zaterdagmarkt, goedgekeurd GR 27 maart 2023

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023, meer bepaald de artikelen 8 tot en met 10,

        Het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023 ,  meer bepaald de artikelen 8 tot en met 24,

        Feiten, context en argumentatie

        Volgens artikel 9 § 1 van de wet van 25 juni 1993 wordt de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen geregeld bij gemeentelijk reglement.

        De wetgeving omtrent ambulante activiteiten is gewijzigd en noodzaakt tot herziening van het huidige plaatsingsreglement:      

        • Afschaffing machtiging ambulante activiteiten (leurkaart)
        • Opzegtermijn bij definitieve opheffing standplaats met abonnement
        • Voorwaarde uitoefenen ambulante activiteit
        • Identificatieverplichting
        • Toewijzen van standplaasten
        • Innemen van standplaasten
        • Overdracht standplaatsen op openbare markt.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen : 

        'Plaatsingsreglement interne organisatie van de wekelijkse zaterdagmarkt 

        Artikel 1.  Gegevens van de wekelijkse zaterdagmarkt (wet art. 8§2)

        De gemeenteraad vertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid toe om de markt in te delen en wijzigingen op te nemen. Het College zal voor elke standplaats de ligging, de grootte en het gebruik bepalen.

        Het voorliggende reglement geldt voor de dienstjaren 2021-2025

        Het reglement interne organisatie geldt voor wat betreft de standplaatsen op de wekelijkse zaterdagmarkt te Ieper en dient ter aanvulling van het Algemeen Politiereglement Titel 5 afdeling 5.2. “De Marktdagen” en het taksreglement.

        Plaats: Grote Markt of Esplanadeplein nabij het Station of het Vandenpeereboomplein

        Dag: zaterdag

        Uur: 7 u – 13 u

        Specialisatie: Gemengde markt

        Artikel 2.  Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8 §2, art. 10 §1 en KB art. 25)

        Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan ondernemingen met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat, via de persoon die de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen.

        Ambulante activiteiten zijn pas toegelaten als de verkoper aan volgende bijkomende voorwaarden voldoet:

        1. de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie wordt behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en in voorkomend geval tegen brandrisico's;
        2. bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, wordt voldaan aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

        De gemeente of de concessionaris kan ook altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, zijn identiteitsbewijs voorlegt.

        De standplaatsen kunnen occasioneel ook toegewezen worden aan wie producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt met het oog op de verkoop. (cfr. artikel 19)

        Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot 2.

        Artikel 3. Verhouding abonnementen – losse plaatsen (KB art. 23)

        Alle vaste standplaatsen worden door het college van burgemeester en schepenen op voorstel van de marktleider toegewezen:

        • hetzij per abonnement
          EN/OF
        • van dag tot dag

        1. Voor de vaste standplaatsen gebeurt de toewijzing volgens chronologische volgorde van het marktkramersregister en wordt met de marktkramers een overeenkomst afgesloten met een duur van maximum 1 vol kalenderjaar (1 januari 20.. tot 31 december 20..)

        Deze marktkramers worden als vaste marktkramers of abonnees beschouwd, dit volgens het geldend taks reglement en behelzen een maximum van 100 % van alle standplaatsen van het marktplan.

        2. Het aantal losse standplaatsen wordt bepaald door de op die marktdag opgeschorte vaste standplaatsen (art.8 wet) De risico’s kunnen maximum 6 m standplaats innemen.

        Teneinde enige variatie in het aanbod te behouden, te bevorderen en de leefbaarheid van de markt te waarborgen zal volgende verhouding binnen de 100 % vaste marktkramers nagestreefd worden: 

         Segmentverdeling:

                  Bloemen en planten                             5    %

                  Diversen                                           22,5 %  

                  Groenten en fruit                                 5    %

                  Warme bereide producten                     5    %    

                  Snoep, gebak en brood                       10   %

                  Textiel                                               10    %

                  Kledij                                                 17,5 %

                  Vlees/Vis/Gevogelte                            10    %

                  Zuivelproducten                                   5    %

                  Modeaccessoires                                10    %

        Bij de invulling der vaste standplaatsen zal met deze verhouding rekening gehouden worden, met toepassing van een mogelijke afwijkingsmarge van 4 %. Het college van burgemeester en schepenen heeft de mogelijkheid om de vooropgestelde percentages flexibel toe te passen, zo ook indien nodig een rubriek toe te voegen aan het totaal pakket van categorieën (zie hierboven) of een volledig nieuw artikel, zijnde nog niet vertegenwoordigd op de marktplaats, bij voorkeur een abonnement toe te wijzen.

        Artikel 4. Toewijzingsregels losse plaatsen (KB art 27)

        a)   Een ieder kan zich kandidaat stellen tot het bekomen van een losse – wekelijkse standplaats voor de marktdag zelf, hij/zij dient zich vooraf aan te bieden bij de marktleider ter controle van inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen door middel van de identiteitskaart (of beroepskaart voor buitenlandse zelfstandigen                  buiten EER)

        b)   Het aantal losse standplaatsen wordt bepaald door de op die dag opgeschorte vaste standplaatsen (zie art. 3).

        c)   De losse standplaatsen worden wekelijks toegewezen bij loting onder de aanwezige "risicomarktkramers", dit door de marktleider.

        d)   Men dient zich tussen 07u30-08u aan te melden, de loting gebeurt om 08u, zij die zich na 08u aanmelden komen laatst in aanmerking voor een plaats.  Indien de zaterdagmarkt plaatsvindt op de Grote Markt is de verzamelplaats der kandidaten voor een losse plaats voorzien onder het Nieuwerck, indien de markt plaatsvindt op              de Esplanade is deze voorzien op de hoek van de Vooruitgangstraat en Esplanadeplein.

        e)   De persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt moet bij de toewijzing van de losse standplaats aanwezig zijn. Zij vereffenen wekelijks hun standgeld, volgens het geldend taks reglement, en ontvangen hiervoor een ontvangstbewijs dat tevens geldt als bewijs van toewijzing.

        f)    Bij aanduiding van de risicostandplaatsen zal rekening gehouden worden met de aard van de te verkopen artikelen en de ligging van deze standplaats, alsook met de afmeting der standplaatsen. Deze mag niet meer dan 6 meter bedragen. Ze dienen aangepast te worden in functie van de te bezetten standplaatsen, de vrije toe te            wijzen ruimte en het aantal kandidaat risico’s. De marktleider oordeelt daarin alleen.

        g)   Indien een risicomarktkramer een aangeduide standplaats weigert, vervalt zijn beurt en komt hij als laatste in aanmerking voor een plaats.

        h)   Meerdere keren gebruik maken van dezelfde standplaats na toewijzing van dag tot dag, doet geen rechten ontstaan.

        i)    De marktleider kan een handelaar een losse standplaats weigeren om reden van verstoring van de openbare orde, verbale agressie, veiligheid of bij vermoeden van bedrieglijke praktijken.

        Artikel 5. 

        a) De vaste standplaatsen worden op het standplaatsenplan aangewezen, door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd, voor de risico’s gebeurt de aanduiding ter plaatse op de zaterdagmarkt door de marktleider.

        Het innemen van de standplaats voor de vaste abonnees op zaterdagochtend dient vóór 08u00 te gebeuren.  Indien dit niet het geval is behoudt de marktleider het recht om deze als losse plaats toe te kennen.

        Het innemen van de standplaatsen dient te gebeuren overeenkomstig de zonale politieverordening. In geval van vakantie en bij te voorziene afwezigheid van de titularis of zijn plaatsvervanger moet de marktleider vooraf verwittigd worden en dit vóór de vrijdag 16.00 uur.

        b) Het is de burgemeester en/of het college van burgemeester en schepenen vrij om indien nodig en bij gemotiveerde beslissing of bij hoogdringendheid het volledig of  gedeeltelijk standplaatsenplan te wijzigen, zo ook standplaatsen te herschikken of te herverdelen. Geen enkele standplaats kan als private vaste standplaats beschouwd        worden.

        Houders van een vaste standplaats kunnen een uitbreiding van hun standplaats aanvragen van max. 50 %, zonder dat de uitbreiding meer kan bedragen dan 3 lopende meter.

        Iedere wijziging van aard, afmeting, uitbating of te koop aangeboden waren – diensten door de marktkramer dient schriftelijk meegedeeld te worden aan de marktleider. De wijziging zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Deze bepalingen zijn opgenomen in de overeenkomst – het abonnement tussen de Stad Ieper en de marktkramer.

        Artikel 6.  Toewijzingsregels per abonnement op de openbare markten

        6.1.  Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement (KB art. 28 & 30)

        Wanneer een standplaats die per abonnement wordt toegewezen , vrijkomt, gaat de gemeente of de concessionaris na of er een geschikte kandidaat is in het register van kandidaturen, zoals omschreven in artikel 6.2. Als het register geen geschikte kandidaat bevat, wordt een vacature bekendgemaakt door publicatie van een kennisgeving.

        Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord en / of via de website www.ieper.be en/of door middel van mededeling aan de vaste standplaatshouders van de zaterdagmarkt.  Kandidaturen kunnen ingediend worden na een melding van vacature of op elk ander tijdstip.

        De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften van art. 30 § 1, tweede lid van het KB van 24 september 2006 (dit is hetzij bij brief neergelegd tegen ontvangstbewijs hetzij bij ter post aangetekend schrijven tevens met ontvangstbewijs, hetzij op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs gericht aan het college van  burgemeester en schepenen) en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

         De kandidaturen kunnen ingediend worden:

        -  per mail, per duurzame drager

        -  per post, postdatum geldt als indieningsdatum
         
        -  per aangetekende zending

        6.2.  Register van de kandidaturen (KB art. 31)

        Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst bijgehouden in een register van kandidaturen met registratie van het tijdstip van de indiening van de kandidatuur.
        Overeenkomstig het Bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur kan dit register steeds geraadpleegd worden.

        De chronologische aanvulling der standplaatsen gebeurt volgens de opsplitsing in segmenten, zoals die in artikel 3 staan opgesomd. 

        De inschrijving in het wachtregister, blijft geldig voor twee jaar, indien binnen deze termijn geen standplaats toegewezen wordt vervalt de aanvraag. Op uitdrukkelijk verzoek van de aanvrager wordt deze termijn met twee jaar verlengd.

        6.3.  Volgorde van toekenning van vaste standplaatsen op basis van register (KB art 29 en 31)

        Bij het vacant komen van een standplaats per abonnement zullen met het oog op de toekenning ervan, de kandidatuen als volgt geklasseerd worden in het register van kandidaturen:

         a) personen die een standplaats vragen als gevolg van de opheffing ervan die ze op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven omwille van definitieve opheffing van de markt of een deel van de standplaatsen;

         b) personen die een wijziging van hun standplaats vragen;

         c) personen die een uitbreiding van hun standplaats vragen;

         d) de externe kandidaten volgens chronologische volgorde van het marktkramersregister. De voorkeur gaat hierbij uit naar handelaars die een nieuw product of artikel  aanbrengen, dat nog niet aanwezig is op de markt onder de vaste standplaatshouders, dit om de diversiteit van de koopwaren uit te breiden. 

        De standplaatsen worden binnen elke categorie, invoorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en specialisatie en tenslotte volgens datum chronologisch geordend.

        Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven:

        a) voorrang wordt gegeven (uitgezonderd de categorie externe kandidaten) aan de aanvrager die de hoogste anciënniteit op de markten van de gemeente heeft; wanneer de anciënniteit niet kan vergeleken worden, wordt de voorrang bepaald bij loting;

        b) voor de externe kandidaten wordt de voorrang bepaald bij loting.

         Wat betreft een hoekstandplaats is het wenselijk deze te laten invullen door een open stand die het mooie zicht van de middengang en/of zijgangen behoudt.

        6.4.  Bekendmaking van de nieuwe toewijzing van de standplaatsen met abonnement (KB art. 33)

         De toewijzing van de standplaats wordt bekend gemaakt aan de aanvrager:

         - bij elektronische post met ontvangstbewijs

        - of bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;

        - of door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs;

        6.5.  Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement (KB art. 34)

        Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement vermeld staat:

        - de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst de standplaats werd toegekend;

        - in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

        - het ondernemingsnummer;

        - de producten en/of diensten die te koop aangeboden worden;

        - in voorkomend geval, de hoedanigheid van standwerker;

        - de datum van de toewijzing van de standplaats en de duur van het gebruiksrecht;

        - indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit;

        - de prijs van de standplaats, behalve indien deze op een uniforme wijze vastgelegd is;

        - desgevallend, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.

        Overeenkomstig het Bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur kan dit register steeds geraadpleegd worden.

        Artikel 7.  Identificatieverplichting (art. III.25 wetboek van economisch recht)

        De voor de uitoefening van de economische activiteit van de inschrijvingsplichtige onderneming gebruikte marktkramen, evenals de vervoermiddelen, die hoofdzakelijk worden gebruikt in het kader van de uitoefening van ambulante activiteiten dragen op zichtbare wijze het ondernemingsnummer.

        Artikel 8. Duur abonnement (KB art. 32 en 37)

        De abonnementen worden toegekend voor de duur van één trimester, één semester, één jaar of per seizoen.

        Een seizoensgebonden activiteit (art. 37 KB) is in het algemeen een activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.  De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van hoger vernoemde activiteiten worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit. Gedurende die periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse plaatsen. 

        Na verloop van deze termijn worden zij stilzwijgend verlengd behoudens anders bepaald door de aanvrager (cf. artikel 9 en 10 van onderhavig marktreglement) en behoudens intrekking bij aangetekend schrijven door het gemeentebestuur in de gevallen bepaald in artikel 11 van onderhavig marktreglement.

        Artikel 9. Opschorting abonnement  (KB art. 32,)

        De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste één maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

        -  door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest

        -  door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond (brand of ongeval winkelwagen, marktbenodigdheden en/of handelswaar)

        De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug.

        De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.

        Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats, waarbij geen rekening gehouden wordt met de specialisatie van het register (van abonnementen).

        De periode van opschorting wordt verrekend in de eerstvolgende verlenging van het abonnement. Dit door éénzelfde aantal opgeschorte marktdagen in mindering te brengen bij deze verlenging. Indien bij definitieve ongeschiktheid en / of afstand van abonnement kan in geen geval de periode van ongeschiktheid terug opgevorderd worden van de Stad Ieper.

         Artikel 10. Afstand van het abonnement (KB art. 32)

         De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement

        -  bij de vervaldag van het abonnement mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

        -  bij stopzetting van de ambulante activiteiten mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

        -  indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 9 van dit reglement. In dit geval is geen vooropzeg nodig.

        -  op ieder ogenblik mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

        De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

        De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:

        - bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs

        - overhandiging tegen ontvangstbewijs

        - op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs

        Artikel 11. Schorsing en opzegging van abonnement door de gemeente (KB art 32 laatste lid)

        Het abonnement zal door het college van de burgemeester en schepenen of door de concessionaris geschorst of ingetrokken worden in volgende gevallen:

        a)  Valsheid bij aanvraag

        b)  Bij niet of niet tijdige betaling standplaatsvergoeding

        c)  Bij afwezigheid gedurende vier opeenvolgende weken zonder de marktleider vooraf of tijdens zijn eerste week van afwezigheid ervan op de hoogte te stellen

        d)  Bij overdracht van een abonnement aan een derde zonder te voldoen aan voorwaarden bepaald in artikel 15 van onderhavig gemeentelijk reglement

        e)  Wanneer andere waren of diensten verkocht worden dan diegene vermeld op zijn abonnement

        f)   Indien een marktkramer 4 keer ongemeld afwezig is per kwartaal en dit zonder geldige reden.

        g)  Bij het herhaaldelijk niet respecteren van de instructies van de marktleider

        h)  Bij aanhoudend verstoren van de goede orde van de markt

        i)   Bij herhaaldelijke schendingen van de goede handelsgebruiken

        j)   Bij geweld, zware bedreiging of zware belediging jegens de marktleider, gepleegd op de markt of naar aanleiding van de markt

        In geen van deze gevallen ontstaat een recht op schadevergoeding

        De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:

        • Bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs
        • Overhandiging tegen ontvangstbewijs
        • Op een duurzame drager (fax-email) tegen ontvangstbewijs

        Artikel 12. Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)

        Wanneer de openbare markt of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement.

        • De termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest.
        • De termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare markt of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.
        • In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.
          Deze personen krijgen voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement (cf. artikel 6.3.1).

        Artikel 13. Seizoensgebonden ambulante activiteiten

        Een seizoensgebonden activiteit is in het algemeen een activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.

        De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van hoger vernoemde activiteiten worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit.

        Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse standplaatsen.

        Artikel 14. Inname standplaatsen (KB art. 26)

        De standplaatsen op de openbare markt kunnen ingenomen worden door:

         A.  de natuurlijke personen aan wie de standplaats is toegewezen;

         B.  de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen,

         C.  de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een ambulante activiteit voor eigen rekening uitoefent;

         D. de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, voor de uitoefening van een ambulante         activiteit voor eigen rekening;

         E. de personen die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon bedoeld in A tot D;

         De personen vermeld in B tot E kunnen de standplaatsen innemen, die toegewezen zijn of onderverhuurd zijn aan de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen of onderverhuur.

        Wie niet beroepsmatig producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt, kan, mits voorafgaande toelating van de gemeente ook een standplaats innemen. De aanvraag dient minimum 30 dagen vooraf aangevraagd te worden.  Een standplaats met occasioneel karakter kan maximum 2 maal per jaar toegekend worden. (cfr. artikel 19)

        Artikel 15.  Overdracht standplaats (KB art. 35)

        15.1. De overdracht van een standplaats is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

        A. de overnemer is in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven voor het uitoefenen van ambulante activiteiten zet de specialisatie van de overlater voort op            de overgedragen standplaats.
            Een eventuele wijziging van de specialisatie KAN aangevraagd worden per aangetekend schrijven, of op duurzame drager bij het college van burgemeester en schepenen.

         B. binnen het eerste jaar kan de standplaats NIET opnieuw overgedragen worden, behalve na expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen

        C. de onderneming van de overnemer mag door de overname over niet meer dan 2 standplaatsen beschikken (cfr. art. 2)

         Beide partijen zijnde enerzijds de overlater en anderzijds de overnemer dienen per schrijven het college van burgemeester en schepenen in te lichten van de overdracht of overname van de vaste standplaats. De overnemer dient dan ook alle nodige gegevens te bezorgen aan de Stad (vermeld in art. 6.5).

         Een eventuele wijziging van de specialisatie dient aangevraagd te worden per aangetekend schrijven bij het College van burgemeester en schepenen. In beide gevallen (behoud specialisatie of toegelaten wijziging van specialisatie) dient de overnemer de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen te kunnen voorleggen.

         Iedere wijziging van specialisatie of te verhandelen goederen dient te kaderen volgens de in art. 3 opgesomde procentuele opdeling van de vaste standplaatsen.

         3° De onderneming van de overnemer mag door de overname over niet meer dan 2 standplaatsen beschikken (cf. art. 2)

         4°  binnen het eerste jaar kan de standplaats NIET opnieuw overgedragen worden, behalve na expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen

        15.2. In afwijking van 15.1. wordt de overdracht van standplaatsen toegelaten tussen

        * echtgenoten bij feitelijke scheiding,

        * echtgenoten bij scheiding van tafel en bed en van goederen

        * echtgenoten bij echtscheiding

        * wettelijk samenwonenden bij stopzetting van de wettelijke samenwoning

         op voorwaarde dat

         - de overlater of de overnemer aan de gemeente een document voorlegt als bewijs van de vermelde toestand in 14.2.

         - de overnemer voldoet aan de voorwaarden vermeld in 15.1. 2° en 3°

        De overdracht is geldig voor de resterende geldigheidsduur van het abonnement van de overlater. In geval van overdracht wordt het abonnement eveneens stilzwijgend  vernieuwd.

        Iedere overdracht van het marktrecht of wijziging van de specificaties dient steeds voorafgaandelijk schriftelijk aangevraagd te worden aan het college van burgemeester en schepenen.

         De inname van de overgedragen standplaats is pas toegelaten als de gemeente heeft vastgesteld dat:

        1. de overnemer het bewijs levert van de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen om dezelfde specialisatie als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente, uit te oefenen.
        2. overnemer het aantal toegestane standplaatsen per onderneming (cf. artikel 1 van dit  reglement) niet overschrijdt.
        3. de overnemer het bewijs levert waaruit blijkt dat hij voldoet aan de bijkomende voorwaarden, vermeld in artikel 2  van dit reglement (zie 15.1 °3)

        Artikel 16. Onderverhuur standwerkers (KB art. 36)

        Definitie Standwerker: activiteit waarbij de standhouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende demonstratie probeert te overhalen tot de aankoop van een uitleg behoevend artikel.  Er mogen maximum twee verschillend, maar wel gerelateerde producten verkocht worden.

        De standwerkers, die een abonnement voor een standplaats verkregen hebben, kunnen hun tijdelijk gebruiksrecht op deze standplaats onderverhuren aan andere standwerkers namelijk:

                     - rechtstreeks aan een andere standwerker;

                     - via een vereniging om die voor alle standwerkers zonder discriminatie openstaat.

        Al naargelang, deelt de standwerker of de vereniging de lijst van standwerkers mee, aan wie het tijdelijk gebruiksrecht van de standplaats werd onderverhuurd. De prijs van de onderverhuring mag niet hoger zijn dan het deel van de abonnementsprijs voor de duur van de onderverhuring.

        Artikel 17. Gebruik van elektriciteit

        De vergoeding tot het gebruik van elektriciteit tijdens de zaterdagmarkt is opgenomen in het standgeld, doch de afname mag enkel gebeuren voor de werking en de uitbating van de stand (o.a. sfeerverlichting, weegschalen, muziekinstallaties, versterkers, verlichting voor demonstraties, …).

        Het is verboden elektrische verwarmingsinstallaties op het net aan te sluiten ongeacht de aard, de wijze van verwarming en het vermogen. Het is verboden éénzelfde kring te overbelasten en er dient steeds toelating gevraagd te worden aan de eigenaar van de hoofdkring of hoofdstekker op de verdeelkast. Alle elektrische, gas- en/of mechanische installaties of onderdelen moeten steeds aan alle wettelijke voorschriften en goedkeuringen voldoen, van welke aard ook, die van toepassing zijn gedurende de periode van dit reglement.

        Alle schade veroorzaakt door een marktkramer exploitant aan private leidingen of aan de openbare installatie zullen ten zijnen laste zijn. Ingeval van onderbreking van de elektrische stroom, ongeacht de duur of oorzaak hiervan zal het Stadsbestuur hiervoor geenszins aansprakelijk kunnen gesteld worden. De marktkramers kunnen dan ook geen aanspraak maken op enige vorm van schadevergoeding of vermindering van het standgeld.

        Iedere marktkramer dient zich op een objectieve wijze te verzekeren, voor wat betreft Burgerlijke Aansprakelijkheid en Brandverzekering.

        Artikel 18.

        Het is verboden de wandelgangen te versperren of te blokkeren of goederen aan te bieden buiten de standplaats.

        Artikel 19.

        Om standplaatsen te bekomen op de wekelijkse zaterdagmarkt ten behoeve van vredelievende, humanitaire, sociale en andere doeleinden dienen de initiators minimum 1 maand voorafgaand hun aanvraag schriftelijk te stellen aan het college van burgemeester en schepenen. Zij kunnen slechts een standplaats toegewezen worden na voorlegging van een schriftelijk akkoord van de stad. Deze standplaats wordt geïntegreerd in het totaal van de marktplaats, doch in de desbetreffende zones voorzien op het marktplan met de aanduiding van de zones voor de vaste – losse standplaatsen en de zone voor de occasionele verkopen. (zie artikel 14)

        Artikel 20. Afval

        Elke standhouder/marktkramer zorgt ervoor dat de standplaats en onmiddellijke omgeving vrij is van afval voor het verlaten van de markt.  De standhouders moeten zelf hun afval meenemen na afloop van de markt en zo nodig de standplaats vegen.
        Iedere standhouder moet de nodige maatregelen treffen om bevuiling van de standplaats en de omgeving ervan door weggeworpen verpakkingen en dergelijke te voorkomen.  Standhouders die producten verkopen waarbij direct afval kan ontstaan of die werken met volgnummers dienen zelf afvalrecipiënten rond het marktkraam of de wagen te plaatsen waarvan zowel de standhouder als de voorbijganger gebruik van kan maken.  
        De standhouder moet de gepaste maatregelen treffen ter voorkoming van elke vorm van beschadiging of bevuiling van de bevloering.  Gepaste preventieve maatregelen dienen genomen om bevuiling door ondermeer vetten, oliën of andere sporen nalatende stoffen te voorkomen.

        Artikel 21.

        De marktkramer dient alle wettelijke en reglementaire bepalingen van toepassing op zijn activiteiten na te leven.

        De marktkramer dient te allen tijde volgende documenten te kunnen voorleggen:

        • Bewijs van inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen
        • Identiteitsbewijs ( beroepskaart voor buitenlandse zelfstandigen buiten EER)
        • Bewijs verzekering: BA (Burgerlijke Aansprakelijkheid) en Brandrisico
        • Erkenning of toelating van het FAVV voor de veiligheid van de voedselketen

        Artikel 22.

        Alle overtredingen betreffende dit reglement of het taks reglement zullen op voordracht van de marktleider door het college van burgemeester en schepenen behandeld worden, hetwelk zal beslissen over de eventuele sanctie en/of maatregelen.

        Artikel 23.

        Alle kosten, boetes, rechten en plichten waartoe onderhavige overeenkomst aanleiding zou kunnen geven, vallen ten laste van de marktkramer exploitant of standhouder. Van iedere marktkramer wordt verondersteld in kennis te zijn van alle reglementen die van toepassing zijn en deze na te leven.

        Artikel 24.  Bevoegdheid marktleider

        De marktleider is bevoegd om de documenten vernoemd in artikel 21 van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen te controleren. 

        Artikel 25.  In werking treden reglement

        Dit reglement treedt in werking op 1 april 2024 en het reglement goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 27 maart 2023 wordt per 1 april 2024 opgeheven.

        Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering en opvolging van dit reglement.

        Artikel 3: Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Aanpassing plaatsingsreglement betreffende de standplaatsen op de Ieperse foren - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023, meer bepaald de artikelen 8 tot en met 10,

        Het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023 ,  meer bepaald de artikelen 8 tot en met 24,

        Feiten, context en argumentatie

        Volgens artikel 8  §1 van de wet van 25 juni 1993 wordt de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen geregeld bij gemeentelijk reglement.

        De wetgeving omtrent kermisactiviteiten is gewijzigd en noodzaakt tot herziening van het huidige plaatsingsreglement:      

        • Afschaffing machtiging kermisactiviteiten
        • Voorwaarden uitoefenen kermisactiviteit
        • Toewijzen standplaatsen
        • Innemen van standplaatsen
        • Overdracht standplaatsen op openbare kermis

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Plaatsingsreglement betreffende de standplaatsen op de Ieperse foren 

        Afdeling 1 Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen.

        Artikel 1 Toepassingsgebied (wet art. 1 5°, art. 2§2)

        Het plaatsingsreglement betreffende de standplaatsen op de Ieperse foren goedgekeurd in de Gemeenteraadszitting van 4 februari 2013 wordt ingetrokken en vervangen door een nieuw reglement, dat hierna volgt.

        Het voorliggende reglement geldt voor de dienstjaren 2021 tot en met 2025.

        De gemeenteraad vertrouwt aan het College van Burgemeester en Schepenen de bevoegdheid toe om op het openbaar domein van de Stad Ieper kermissen en foren te organiseren of om deze bevoegdheid te delegeren naar derden. Het College zal voor elke standplaats de ligging, de grootte en het gebruik bepalen of op voorstel deze goedkeuren.

         Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

        Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.

        Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties, vaste lunaparken, indoor speelpleinen, e.d.

         Artikel 2  Gegevens van openbare kermissen (wet art.8§2)

        De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in:

         2.1.  Foren in Ieper-Centrum

        De gemeenteraad geeft volmacht aan het College van Burgemeester en Schepenen om deze centrumforen te organiseren en/of de data voor de kermissen te bepalen en/of te wijzigen.

        De standplaatsen voor de Kattenfoor en de Thuyndagfoor worden door het College van Burgemeester en Schepenen toegewezen bij voorkeur via langdurige overeenkomsten.

        Indien de Grote Markt niet beschikbaar is of maar gedeeltelijk kan het College van Burgemeester en Schepenen de foor op een andere plaats laten plaatsvinden of deze op 2 of meer locaties inplanten zonder dat hiertegen enig verhaal mogelijk is.

        • De Kattenfoor vindt plaats op de Grote Markt van de vrijdag voor de tweede zondag na Aswoensdag tot en met de derde zondag na Aswoensdag.
        • De Thuyndagfoor vindt plaats op de Grote Markt vanaf de zaterdag voor de eerste zondag van augustus tot en met de maandag na de tweede zondag van augustus. Indien 15 augustus op een dinsdag of een woensdag valt loopt de foor door tot en met 15 augustus.

        In bijlage de desbetreffende plannen van de kermiszones waarbinnen de foorkramen worden ingeplant. Er wordt bij de opmaak rekening gehouden met de goede ordening van de standplaatsen dit zonder onderscheid wat betreft de langdurige of de jaarlijkse overeenkomsten.

        De Gemeenteraad bepaalt het standgeld – plaats recht voor de beide centrum-foren. Naast het vast standgeld wordt nog een bijdrage bepaald ter ondersteuning van de randactiviteiten van de desbetreffende centrum-foren, dit na goedkeuring van het College van Burgemeester en Schepenen.

        De Gemeenteraad bepaalt het standgeld – plaats recht bij een afzonderlijk besluit, zijnde het nettobedrag van het plaats recht op één van de Ieperse centrumforen, zo ook het retributiereglement voor het ter beschikking stellen van elektriciteit op foren en kermissen op de Ieperse foren.

        Naast het bovenvermelde, delegeert de Gemeenteraad het recht aan het College van Burgemeester en Schepenen om in samenspraak met het foorcomité de bijdrage te bepalen van de desbetreffende randactiviteiten per desbetreffende foor (animatie-act, openingsplechtigheid, enz. …)

        2.2.  Kermissen in deelgemeenten en wijken van Groot-Ieper

        Organiserend bestuur – vereniging: zijnde iedere vereniging, bestuur, dorpsraad, wijkraad e.d. die na akkoord van het College van Burgemeester en Schepenen een kermis – foor organiseert op het openbaar domein of plaatsen eigendom van de Stad Ieper met een openbaar karakter dewelke door zijn ligging publiek toegankelijk zijn, en volgens een datum goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen.

        Nieuwe foor – wijkkermissen zullen na goedkeuring van het College van Burgemeester en Schepenen aan de onderstaande lijst worden toegevoegd.

        Het organiseren van foren in deelgemeenten en de wijken van Groot-Ieper gebeurt op voorstel van het organiserend bestuur – vereniging mits de goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen.

        Het organiserend bestuur – vereniging dient bij het College van Burgemeester en Schepenen een voorstel tot tijdelijk gebruik van het openbaar domein in te dienen, dit minstens 3 maanden vóór de aanvang van de plaatselijke kermis.

        Minimum één maand vóór de plaatselijke kermis dient een plaatsingsplan en de bijhorende lijst van de foorkramers ter goedkeuring worden voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen.

        Deze lijst dient conform art. 6 de gegevens te bevatten van zowel de exploitant als van de inrichting zelf.

        Voor de standplaatsen in de deelgemeenten en wijken van Groot-Ieper dienen geen gemeentelijke plaats rechten te worden betaald aan de Stad. Ieder organiserend bestuur – vereniging van een plaatselijk dorps- of wijkkermis kan vrij in zijn overeenkomst een bijdrage of standgeld vragen ter ondersteuning van de randactiviteiten georganiseerd in functie van de desbetreffende kermis (wielerwedstrijd, vuurwerk e.d.).

        Voor de deelgemeenten en wijken zijn de gekende periodes van de kermissen als volgt:

        AUGUSTIJNENWIJK

        2de weekend van augustus (tweejaarlijks)

        BOEZINGE dorp

        Laatste weekend van juli

        BRIELEN

        De derde weekend van september

        DIKKEBUS

        De laatste zondag van juni, de zondag het dichtst bij het feest van St.-Jan den Doper

        ELVERDINGE

        Laatste weekend van juni

        HOLLEBEKE

        8 september of de volgende zondag, OLV geboorte of de volgende zondag

        POTYZE

        1ste weekend van september

        SINT-JAN

        Laatste weekend van augustus, de zondag na Bartholomeus

        SINT-PIETERSWIJK

        1ste weekend van juli

        TORREPOORT

        3de weekend van juli

        VLAMERTINGE Brandhoek

        Tweede weekend van mei

        VLAMERTINGE dorp

        De 1ste zondag na 10 mei De 1ste zondag van oktober

        VLAMERTINGE Geithoek

        De vierde zondag van september

        VLAMERTINGE Streuvelswijk

        Derde weekend van augustus

        VOORMEZELE

        - Voorlaatste zondag van augustus-  De zondag van de H. Bloedprocessie of de 1ste zondag na   Pinksteren

        ZILLEBEKE

        Laatste weekend van augustus

        ZUIDSCHOTE

        De 2de zondag van september

        VOGELZANG

        4de weekend van augustus

         De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes.

         Ieder organiserend bestuur – vereniging dient de plaatselijke foor – kermis te organiseren volgens de nieuwe wet op de Ambulante Handel en het gemeentelijk plaatsingsreglement betreffende de standplaatsen op de Ieperse dorps- en wijkkermis.

        Het organiserend bestuur – vereniging draagt alle verantwoordelijkheden voor wat betreft de organisatie van de dorps– of wijkkermis, dit zowel naar de overheden toe, naar de exploitanten als naar de bezoekers van de kermissen.

        Het College van Burgemeester en Schepenen behoudt het recht en de plicht om alle daden, handelingen, contracten e.d. te controleren en na te gaan of kermissen in de deelgemeenten en wijken worden georganiseerd volgens de geldende wetten, besluiten van het College van Burgemeester en Schepenen en / of van de Gemeenteraad van de Stad Ieper.

        Het College van Burgemeester en Schepenen kan in geen geval verantwoordelijk worden gesteld voor nalatigheden, fouten en/of tekortkomingen van welke aard ook van het organiserend bestuur – vereniging ten aanzien van de exploitanten of andere derden, dewelke het bestuur niet tijdig of op normale wijze kon nagaan of controleren.

        Het College van Burgemeester en Schepenen kan een bestaande organiserend bestuur – vereniging het recht ontnemen om nog verder een dorps– of wijkkermis te organiseren wanneer vastgesteld wordt dat het organiserend bestuur – vereniging frauduleuze praktijken pleegt, een slecht financieel beleid voert of de geldende wetten en decreten niet naleeft.

        2.3

        Iedere foorreiziger dient te voldoen aan de gestelde eisen en voorwaarden gedurende de volledige duur van de overeenkomst door het College van Burgemeester en Schepenen rechtstreeks voor de centrumforen opgemaakt en zo ook voor de duur der dorps– en wijkkermissen. Hij dient in het bezit te zijn van alle nodige keuringsattesten
        die van toepassing zijn op de attractie (B.A., Brandweer, e.d.). Hij dient in het bezit te zijn van alle nodige vergunningen, machtigingen en attesten voor de exploitatie van de desbetreffende inrichting – attractie.

         Artikel 3  Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art.8§2, art.10§1 en KB art.4§2 en art.10)

        De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen aan de houders van een ondernemingsnummer dat kermisactiviteiten toelaat via de persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt.

        Deze persoon moet desgevallend de stukken voorleggen die de volgende zaken aantonen:

        -      De uitbater is behoorlijk gedekt door de verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid n brandrisico’s;

        -      De uitbater beschikt over een bewijs van de identificatie met de kentekenplaat van de kermisattractie of uitgebate vestiging als ze zich op eigen kracht voortbeweegt of van het voertuig dat de kermisattractie of uitgebate vestiging vervoert.

        -      Als het een kermistoestel met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft, voldoet het toestel aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen.

        -      Als het een speeltoestel betreft: de attractie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen;

        -      De vestiging van kermisgastronomie en de personen die er werken voldoen aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

        De gemeente of de concessionaris kan altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, zijn identiteitsbewijs voorlegt.

        Ingeval van onderbreking van de technische stroom, hetzij wegens de beperking van de toevoer, hetzij wegens een defect aan de toevoerleiding of eventuele andere redenen, zal het stadsbestuur hiervoor geenszins aansprakelijk kunnen worden gesteld. De foorreizigers kunnen geen aanspraak maken op enige vorm van schadevergoeding of vermindering van het standgeld.

        Artikel 4  Verhouding abonnement – losse plaatsen (KB art. 8, 9 §1)

        De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel.

        De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:

        - in geval van absolute noodzaak;

        - wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties – blauwe zone).

        Voor de dorps- en wijkkermissen is de introductiezone hier niet van toepassing.

        De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren.

        Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.

        De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van een abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

        Artikel 5  Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen (KB art. 13)

        5.1.  Vacature en kandidatuurstelling standplaats (KB art. 13 en 14)

        Wanneer een standplaats vrijkomt of voor de invulling van de introductiezone – blauwe zone voor vernieuwde attracties, zal de burgemeester, zijn afgevaardigde of het organiserend bestuur – vereniging deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving.

        Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk info bord en/of via de website www.ieper.be en/of via de lokale of gespecialiseerde pers.

        De kandidaturen worden digitaal ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

        De foorreiziger dient zijn aanvraag schriftelijk met de in bijlage bovenvermelde geijkte technische fiche volledig ingevuld, in te dienen bij het stadsbestuur of het organiserend bestuur – vereniging, vergezeld van een foto van de attractie, een omschrijving van de attractie, een individuele fiche met de technische specificaties van de attractie, de werking van de attractie, de nodige oppervlakte naast attractie (eventuele woonwagen en/of stroomgeneratoren, e.d.).

        Bij een heraanvraag op basis van vroegere niet gewijzigde gegevens, met betrekking tot dezelfde attractie, is een schriftelijke aanvraag voldoende.

        5.2.  Onderzoek van de kandidaturen (KB art.15)

        Het College van Burgemeester en Schepenen oordeelt in dit opzicht over de aard van de inrichting met dien verstande dat per kermis slechts drie gelijkaardige / identieke inrichtingen (qua al of niet mechanische werking van de attractie, de te verkopen diensten of handelingen van de kermisattractie) worden toegelaten.

        Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de gemeente of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.

        De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:

        a) de aard van de attractie of van de vestiging

        b) de technische specificaties van de attractie of van de vestiging

        c) de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;

        d) de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;

        e) de deskundigheid van de uitbater, van de « aangestelde - verantwoordelijken » en van het tewerkgesteld personeel.        

        f) desgevallend, de nuttige ervaring;

        g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.

        Als de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris op basis van deze criteria geen onderscheid tussen de kandidaten kan maken, is een loting mogelijk.

        Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.

        Voor de dorps- en wijkpleinen handelt het organiserend bestuur – vereniging in plaats van het College van Burgemeester en Schepenen.

        5.3.  Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats (KB art. 15§5)

        De gemeente/inrichter deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mee op een van volgende wijzen:

        -  bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,

        -  bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,

        -  per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

        Artikel 6  Het register en plan van de toegewezen standplaatsen (KB art. 16)

        Een plan en register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats vermeld staat:

        a) de situering van de standplaats;

        b) de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats;

        c) de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;

        d) de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;

        e) desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

        f) het ondernemingsnummer;

        g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is met vermelding van de technische specificaties;

        h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld;

        i) desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht.

        De exploitant aan wie een standplaats toegewezen wordt mag slechts beschikken over de plaatsruimte die hij werkelijk nodig heeft voor het opstellen van zijn foorinrichting. Indien hij een mindere oppervlakte bezet dan deze bij het abonnement toegekend zal hem geen vermindering van plaats rechten worden toegekend. De inrichter zal vrijelijk beschikken over het deel dat niet gebruikt wordt voor de eigenlijke foorinstelling.

        De foorreiziger zal de aflijningen op het foorplein (en op het plan) stipt in acht moeten nemen en onder geen voorwendsel zijn inrichting mogen plaatsen anders dan op het plan aangeduid is. Hij zal zich dienaangaande moeten gedragen naar de aanduidingen die door de afgevaardigde van het Stadsbestuur (plaatsmeester) of van het organiserend bestuur – vereniging zullen gegeven worden.

        Alle andere wagens of voertuigen worden niet op het foorplein toegelaten. De belanghebbende zal het College van Burgemeester en Schepenen hierover inlichten bij de plaatsaanvraag, door het invullen van een gegevensfiche die zal deel uitmaken van de overeenkomst.

        Het College van Burgemeester en Schepenen oordeelt alleen en zonder beroep over deze noodzakelijkheid. Alle andere wagens dienen geparkeerd te worden op plaatsen dewelke aangewezen worden door het College van Burgemeester en Schepenen op voorstel van de plaatsmeester.

        Voor de dorps- en wijkkermissen is het aan het organiserend bestuur – vereniging of zijn afgevaardigde om te waken over de goede plaatsing van de kermis en indien noodzakelijk de nodige handelingen of maatregelen te treffen voor een goed verloop van de dorps- of wijkkermis.

        De dag volgend op de laatste dag van de foor dienen alle attracties en de daarbij horende wagens en/of voertuigen vóór 16.00 uur de foorplaats te verlaten. In ieder ander geval dienen de foorreizigers zich te schikken naar het van toepassing zijnde Politiereglement of naar de aanwijzingen van de plaatsmeester.

        Artikel 7  Spoedprocedure (KB art. 17)

        Indien in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,

        -     omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure (cf. artikel 5 van dit reglement),

        -     omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden,

        -     of ten gevolge van hun niet-bezetting wegens de afwezigheid van hun houder,
              kan er worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt is bepaald:

        1° de gemeente of concessionaris raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;

        2° de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij schriftelijk tegen ontvangstbewijs;

        3° de gemeente of concessionaris gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 5.2 eerste en tweede lid van dit reglement.

        4° hij stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeld die hun kandidatuur hebben ingediend;

        5° indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft hij in het proces-verbaal de motivatie van zijn keuze aan;

        6° hij deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (bijv. fax of e-mail) met ontvangstmelding, de beslissing mede die hem aanbelangt.

        7° Indien door tijdsgebrek (10 dagen voor het oprijden van de foor) er geen mogelijkheid is om via punt 1 tot 6, bij spoedprocedure toe te wijzen, kan de inrichter na contact name met een kandidaat, een standplaats toewijzen.

        De kandidaat moet bij ondertekening van de overeenkomst wel voldoen aan de gestelde voorwaarden bepaald in art. 5.

        Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.

        De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van het College van Burgemeester en Schepenen in de eerstvolgende zitting, al naargelang het geval.

        Voor de dorps- en wijkkermis is het aan het organiserend bestuur – vereniging om steeds hun beslissingen, overeenkomsten, plaatsingsplannen aan het College van Burgemeester en Schepenen ter goedkeuring voor te leggen in de eerstvolgende zitting.

        Artikel 8  Duur abonnement (KB art. 12, §1 en 2)

        1° Het abonnement heeft een duur van vijf jaar.

        Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cf. artikel 9 van dit reglement) of het afstand doen van het abonnement (cf. artikel 10 van dit reglement)

        2° De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan.

        Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van de gemeente of  concessionaris.

        Artikel 9  Opschorten abonnement (KB art. 12§3)

        De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:

        1°  hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:

        - door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest,

        - door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.

        De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op op het einde van de kermis.

        Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden.

        2°  hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.

        De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden.

        De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.

        De vraag tot opschorting dient te gebeuren:

        -  bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,

        -  of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,

        -  of per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

        Indien er gemotiveerde en aanvaardbare redenen zijn, kan het bedrag voor de plaats rechten teruggevraagd worden aan het College van Burgemeester en Schepenen.

        De foorreiziger dient voor de terugbetaling van het bedrag van de plaats rechten een schriftelijke aanvraag met de redenen van het verlet te sturen aan het College van Burgemeester en Schepenen.

        Artikel 10  Afstand van het abonnement (KB art. 12§4)

        De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:

        1. bij de vervaldag van het abonnement mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.
        2. bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.
        3. indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 9 1° van dit reglement. De opzegging gaat in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid.
        4. De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven dan deze vermeld in het eerste lid. De burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris beslissen over deze aanvraag.
        5. De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

        De vraag tot afstand dient te gebeuren:

        -       Bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding

        -       Of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding

        -       Of per duurzame dragen (fax of e-mail) met ontvangstmelding

        De gemeente of de concessionaris bevestigt onmiddellijk de ontvangst er van.

        Artikel 11  Schorsing en opzegging van het abonnement (KB art. 12§6)

        De gemeente kan het abonnement intrekken of opschorten:

        1° omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging,

        2° of om redenen vermeld in het gemeentelijk reglement.

        Zowel de exploitant als de inrichting dienen gedurende de volledige periode van de foor – kermis te voldoen aan de gestelde omschreven voorwaarden in art. 3 van dit reglement.

        De vergunninghouder is verplicht de vergunde standplaats te bezetten gedurende de volledige duur van de foor, zo niet vervalt de overeenkomst. Slechts bij overmacht en mits de goedkeuring van het College van Burgemeester en Schepenen mag de foor vroegtijdig verlaten worden. Het verlaten van de foor zal geen aanleiding geven tot het terugbetalen van het bedrag voor de plaats rechten.

        Tevens dient de foorreiziger rekening te houden met de verplichte openingsuren van de foor zoals hieronder vermeld, en niet van toepassing voor dorps- en wijkkermissen.

        KATTENFOOR

        THUYNDAGFOOR

        Werkdagen

        Van 14.00 tot 22.00 uur

        Werkdagen

        Van 14.00 tot 22.00 uur

        Weekend en feestdagen

        Van 14.00 tot 22.00 uur

        Weekend en feestdagen

        Van 14.00 tot 22.00 uur

        De wijze, het tijdstip en de eventuele volgorde van oprijden wordt tijdig aan de foorreizigers overgemaakt door het College van Burgemeester en Schepenen op voorstel van de plaatsmeester.

        Geen standplaatsen mogen worden ingenomen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de plaatsmeester.

        De foorreiziger verbindt zich ertoe de richtlijnen en de orders van de plaatsmeester strikt op te volgen en na te leven. Bij het niet naleven of bij slechte wil kan het contract door het stadsbestuur verbroken worden en dit op verzoek van de plaatsmeester.

        Bovendien kan de foorreiziger – onverminderd de vervolgingen welke de stad zich voorbehoudt tegen de foorreiziger – verplicht worden, bij het eerste bevel, de inrichting te sluiten en zelfs af te breken en/of de foorwagens te verplaatsen.

        Bij tekortkoming aan het bevel tot ontruiming zal er door de zorgen van het Stadsbestuur ambtshalve tot dit werk worden overgegaan, op kosten en risico van de foorreiziger.

        Het College van Burgemeester en Schepenen zal steeds naar goeddunken kunnen beschikken over de vrijgekomen plaats zoals omschreven in art. 7.

        De vergunningen tot het gebruik van het openbaar domein hebben het karakter van gedoogzaamheden. De gemeente zal geen enkele aansprakelijkheid dragen nopens het privaat gebruik van de gedeelten van de openbare weg en de erop geplaatste voorwerpen. De houder van de overeenkomst draagt alle aansprakelijkheid. De vergunninghouder zal evenwel om geen enkele reden schadevergoeding kunnen vorderen gezien de vergunningen steeds ten titel van gedoogzaamheid worden verleend.

        Een door de inrichters geschorste overeenkomst moet minstens 10 maanden voor aanvang van de volgende foor aan de houder van de overeenkomst schriftelijk worden betekend en dit met een duidelijke motivering van de schorsing.

        De beslissing tot schorsing wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

        Ten uitzonderlijke titel kan een overeenkomst onmiddellijk worden geschorst dit

        -  indien de veiligheid , zowel voor de gebruiker als deze van de bezoeker, in gevaar komt

        -  dit wanneer de exploitant de bevelen van de plaatsmeester of de afgevaardigde van het organiserend bestuur – vereniging negeert en niet voldoet aan de voorwaarden van art. 3.

        In beide gevallen zal het foorcomité een voorstel tot schorsing goedkeuren met een eenvoudige meerderheid. De samenstelling van het foorcomité wordt bepaald in het kermisreglement van inwendige orde door het College van Burgemeester en Schepenen goed te keuren. Dit reglement bepaalt meer de dagelijkse werking van de foor en de geplande recreatie rond de foor. Het foorcomité is niet van toepassing voor dorps- en wijkkermissen.

        Artikel 12  Overdracht standplaats (KB art. 18)

        De overdracht van een standplaats is toegelaten aan de overnemer:

        -  die in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven is voor het uitbaten van een kermisattractie of een vestiging van kemisgastronomie

        -  die de specialisatie met dezelfde technische specificaties van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats.  Een wijziging van specialisatie of technische specificatie is in uitzonderlijke gevallen mogelijk na voorafgaande toelating van de gemeente.

        Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de burgemeester of zijn afgevaardigde.

        De inname van de overgedragen standplaats door de overnemer is pas toegelaten als de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris heeft vastgesteld dat de overnemer voldoet aan de bepalingen van artikel 3 van dit reglement.

        Artikel 13  Inname der standplaatsen (KB art. 11)

        De standplaatsen die zijn toegewezen aan de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, kunnen ingenomen worden door de volgende personen:

        1. de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, die een kermisactiviteit uitoefenen;
        2. de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen;
        3. de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening;
        4. de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een kermisactiviteit voor eigen rekening uitoefenen;
        5. de personen die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke personen, maatschap of rechtspersonen, vermeld in punt 1 tot en met 4.

        De personen vermeld in het eerste lid, 2e tot en met 5e , kunnen de standplaatsen innemen die toegewezen zijn aan de natuurlijke persoon, of rechtspersoon of maatschap voor wiens rekening of wiens dienst ze de kermisactiviteit  uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen.

        Artikel 14 Vooropzeg vanuit de gemeente (wet art. 8§2)

        Wanneer de openbare kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement.

        -  Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest

        -  Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare kermis of een deel ervan en de  houder zijn abonnement behoudt.

        -  In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden.  De minimumtijd kan dan ingekort worden.

        Artikel 15

        Het gebruik van muziekinstallaties, micro’s of andere geluidsbronnen moet beperkt gehouden worden. Het maximum geluidsniveau mag de 85 dB(A) niet overschrijden op alle plaatsen waar zich in normale omstandigheden personen kunnen bevinden. Bij sluiting van de attractie moet alle geluidsvoortbrenging stilgelegd worden.

        Na het sluiten van de attractie moet alle verlichting worden gedoofd, alle attracties moeten op inactief gesteld worden, de toegang moet aan het publiek ontzegd worden.

        Artikel 16

        De foorreizigers dienen de interne regels van de kermis in eer te houden en te zorgen voor de goede sfeer en de verstandhouding met de collega’s enerzijds en het stadsbestuur anderzijds. Iedere foorreiziger dient zich in alles naar de vigerende reglementen en gebruiken te gedragen. Deze reglementen worden opgesteld en goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen en de Gemeenteraad van de stad Ieper.

        Artikel 17

        De foorreiziger dient voor de ondertekening van het contract zich in kennis te stellen van de plaatselijke toestand van zijn standplaats. Hij mag bij het monteren van zijn inrichting onder geen beding ankers, piketten of andere verankeringspunten aanbrengen in de grond ten behoeve van de stevigheid van zijn inrichting en hij zal er tevens op toezien om geen olie, vetvlekken en dergelijke te veroorzaken tijdens de duur van het verblijf. Alle kosten voor de herstelling van de aangebrachte schade, het reinigen van de standplaats en ongemakken zullen ten laste vallen van de veroorzaker of zijn werkgever – foorreiziger.

        Het stadsbestuur is geenszins verantwoordelijk voor de schade en ongevallen van welke aard ook die door de foorinrichting en hun uitbaters of personeel worden veroorzaakt, dit zowel binnen de foorinrichting als op de openbare plaats.

        Artikel 18

        Iedere foorreiziger wordt geacht kennis te hebben genomen van de van kracht zijnde lasten en plichten opgenomen in de beslissingen van het College van Burgemeester en Schepenen en van de Gemeenteraad van de Stad Ieper die van toepassing zijn bij het innemen van een standplaats op het openbaar domein naar aanleiding van de foor te Ieper.

        Artikel 19

        Alle kosten, boetes, rechten en plichten waartoe onderhavige overeenkomst aanleiding zou kunnen geven, vallen ten laste van de foorreiziger.

        Artikel 20

        Naast het “netto” plaats recht bepaald in de gemeenteraadsbeslissingen dient voor de Kattenfoor, het netto plaatsingsrecht aangevuld te worden met een bepaald bedrag, dit voor de animatie en publiciteit rond de Kattenfoor.

        Voor de Thuyndagfoor dient het netto plaats recht aangevuld te worden met een bepaald bedrag, dit voor de animatie en publiciteit rond de Thuyndagfoor en elke attractie zal bijdragen tot het openingsevenement of eventuele randanimatie.

        De bedragen die dienen als bijdrage tot de animatie van beider foren en tevens het bedrag als bijdrage tot het openingsevenement zullen bepaald worden door het foorcomité en ter goedkeuring worden voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen.

        Deze bijdragen moeten betaald worden samen met het plaats recht bepaald volgens de omschrijvingen van artikel 3 & 4 van het gemeenteraadsreglement betreffende de heffing van het plaatsingsrecht der standplaatsen op de Ieperse foren.

        Bij niet betaling van één der of meerdere van bovenvermelde bedragen tegen de gestelde termijnen komt de standplaats terug ter voller beschikking van de stad. De te storten bedragen blijven verschuldigd zelfs indien de betrokken foorreiziger de foor niet zou aandoen.

        AFDELING 2

        Artikel 21 (KB art. 24)

        De personen belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, hiertoe aangesteld door de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris zijn gemachtigd om de documenten vermeld in artikel 3 van dit reglement te controleren.  

        Artikel 22  In werking treden reglement (cf wet, art. 10§2)

        Dit reglement treedt in werking op 1 april 2024 en heft op die datum het gemeentelijk reglement van 4 februari 2013 op.

        Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering en opvolging van dit reglement.

        Artikel 3: Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking. 

         



    • Omgeving

      • Rapportering Lokaal- Energie en Klimaatpact

        Voorgeschiedenis

        De stad Ieper ondertekende de Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.

        Nadien volgde het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande de verbintenissen en het engagement inzake de algemene engagementen en de vier werven met de 16 specifieke doelstellingen.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De stad Ieper ondertekende het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 op 4 oktober 2021 en het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 op 7 november 2022.

        Binnen het Lokaal Energie- en Klimaatpact wordt een jaarlijkse inhoudelijke rapportering met betrekking tot de voortgang opgemaakt. De rapportering wordt ter aktename voorgelegd aan de gemeenteraad en bij Agentschap Binnenlands Bestuur ingediend. 

        Via het BBC en het klimaatportaal werden alle projecten gerapporteerd die gerealiseerd of opgestart werden vanaf 1/01/2023 t.e.m 31/12/2023. Deze tabel werd aangevuld met nog eigen acties uitgevoerd in 2023 waar de stad inspanningen deed om de CO2 te reduceren in uitvoering van het klimaatplan. 

        Via Fluvius en VEKA werden de cijfers van de CO2-uitstoot bekomen voor het jaar 2022 zowel van het patrimonium stad, AGB Musea en ons eigen wagenpark tov 2019:

        Entiteit Evolutie CO2-emissie
        Gebouwen stad - 27,37 %
        AGB Musea - 10,25 %
        Wagenpark - 24,23 %

         

        Financiële gevolgen

        Inkomsten komen op 128.806,29 euro voor LEKP 1.0 en op 53.393,29 euro voor LEKP 2.0. Voor de LEKP 2.0 wordt er 50.855,87 euro voorzien in 2024.

        Aan de lopende acties binnen het klimaatpact wordt gevraagd code ABB-LEKP-2023 toe te voegen (alle realisaties sedert 1/01/2023) om op die manier te rapporteren. Voor iedere euro die we ontvangen wordt er verwacht een euro uit te geven. Bij de rapportage komen we nu aan 1.842.959 euro investeringen, dus ruim boven de 364.399 euro als verwachte rapportage.

        Beschikkend gedeelte

        De gemeenteraad neemt akte van de rapportage van het Lokaal  Energie- en Klimaatpact.

      • Vlaams Handhavingsplatform - Protocol met agentschap Justitie en Handhaving - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Kaderdecreet Vlaamse Handhaving van 14 juli 2023.

        Decreet betreffende handhaving van de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

        Feiten, context en argumentatie

        Aanleiding en doel

        Het Agentschap Justitie en Handhaving heeft als missie om te werken aan een veilige en rechtvaardige samenleving, en mensen te versterken na gepleegd of geleden onrecht. Eén van de ambities van het agentschap is om in te zetten op een sterk handhavingsbeleid. In dat kader wordt er een nieuw Kaderdecreet Vlaamse Handhaving (KVH) van kracht. Met het oog op de digitalisering van de handhaving van Vlaamse regelgeving, de beveiligde bewaring van handhavingsinformatie, het uitwisselen ervan tussen bevoegde overheden en een uniforme digitale toegang van burgers en ondernemingen tot hun bestuurlijk sanctiedossier, voorziet dit KVH in de oprichting van een Vlaams Handhavingsplatform (VHP).

        Doel van het platform

        Alle PV’s van lokale besturen, inspectiediensten en politie komen real-time in het VHP terecht, meteen bij de juiste personen. Het ontwerp BVR voorziet dat de PV’s van collega’s binnen hetzelfde beleidsdomein zullen kunnen geraadpleegd worden, ongeacht het grondgebied. Verbalisanten zullen in de toekomst een notificatie krijgen wanneer de beboetingsinstantie een sanctie oplegt n.a.v. hun PV’s en verslagen van vaststelling, en blijven zo op de hoogte van het gevolg dat eraan gegeven wordt. Ook de kennisgeving naar de belanghebbenden (bijvoorbeeld de overtreder, het parket, de boetingsinstantie), die vandaag veelal manueel gebeurt, zal door het platform uitgevoerd kunnen worden en daarmee een efficiëntiewinst opleveren.

        Burgers bijvoorbeeld zullen hun PV kunnen ontvangen via e-box, indien zij deze activeerden, of anders via de post, door de Magda Documentendienst van de Vlaamse Overheid. Burgers en ondernemingen zullen hun sanctiedossier kunnen raadplegen via respectievelijk Mijn Burgerprofiel en E-Loket.

        Tot slot worden de ingegeven documenten beveiligd bewaard gedurende hun volledige levensduur. Voor handhaving van VCRO (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) en DABM (Decreet Algemene Bepalingen Milieu) wordt het gebruik van VHP verplicht op 25/03/2024.

        Protocol

        Stad Ieper ontving informatie van het kabinet van Minister Zuhal Demir, waarin vermeld staat dat de aansluiting tot het platform gefaseerd zal gebeuren en enkele verplichtingen met zich meebrengt. Om toegang te krijgen tot het platform dient de stad Ieper het protocol in bijlage digitaal te ondertekenen. 

        Het protocol dient ter omkadering van de elektronische mededeling van persoonsgegevens tussen het Agentschap Justitie en Handhaving en de steden en gemeenten. 

        Er werd gunstig advies verleend door de DPO van Stad Ieper op 1 maart 2024.

        Financiële gevolgen

        Geen

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen akkoord te gaan met het protocol ter omkadering van de elektronische mededeling van persoonsgegevens tussen het Agentschap Justitie en Handhaving en de stad Ieper.

  • Vragen en antwoorden

    • Pasfoto's maken in het stadhuis : stand van zaken ? (Vraag van raadslid Six)

      Feiten, context en argumentatie

      Tijdens de gemeenteraad van 5 december 2022 zette ik dit punt voor het eerst op de agenda en volgde er een constructieve gedachtenwissel. Dat  deed ik uit bezorgdheid om de Ieperse beroepsfotografen die het brood van de plank gestolen zal worden indien het live enrollment er effectief komt.

      In december 2022 was er nog niets beslist, moest er nog een informatief overleg in Brussel volgen enz. Eén van de Schepenen was van mening dat er aan paniekzaaierij gedaan werd. Een misplaatste sneer die hard aankwam bij de beroepsfotografen.

      Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden maakte bekend dat ondertussen bijna 400 Belgische gemeenten hebben ingetekend op het plan van de federale regering om lokale besturen zelf te laten instaan voor het nemen van pasfoto’s.

      Van de 398 deelnemende gemeenten hebben er 249 het materiaal ontvangen, de overige moeten het nog krijgen. 

      Mijn concrete vragen zijn nu:

      1/ Is Ieper één van de intekenaars?

      2/ Is het materiaal om aan slag te gaan met live enrollment al aanwezig?

      3/ Blijft het materiaal in “de kast” zolang het niet verplicht is of zal slaafs de wil van de federale overheid gevolgd worden?

      4/ Zal hierover gecommuniceerd worden met de beroepsfotografen?

    • Gebruik sportzalen particulieren. (Vraag van raadslid Six)

      Feiten, context en argumentatie

      Voor zover ik weet konden naast sportclubs, verenigingen, scholen, enz ook particulieren een sportzaal reserveren.

      Maar klopt het dat particulieren sinds kort dat niet meer kunnen? 

      Er zou blijkbaar een probleem geweest zijn na een particulier gebruik:  kan dat bevestigd worden? Als dat klopt dan vraag ik me af waarom alle particulieren daardoor “afgestraft” moeten worden 

      Ik lees nergens een aanpassing van het reglement dus vandaar de vraag naar verduidelijking.  

  • Mededelingen

    • Mededelingen.

Namens Gemeenteraad,

Stefan Depraetere
Algemeen directeur

Ann-Sophie Himpe
Voorzitter