Terug
Gepubliceerd op 11/03/2022

Notulen  Gemeenteraad

ma 07/02/2022 - 19:30 Raadzaal
Aanwezig: Ann-Sophie Himpe, Voorzitter
Emmily Talpe, Burgemeester
Philip Bolle, Patrick Benoot, Ives Goudeseune, Valentijn Despeghel, Diego Desmadryl, Dimitry Soenen, Eva Ryde, Schepenen
Thijs Descamps, Sarah Bouton, Gaetan Dumoulin, Isabelle Duquesne, Edouard Wallays, Evelyn Bouchaert, Andy Verkruysse, Katrien Desomer, Jo Baert, Jan Breyne, Peter De Groote, Stephaan De Roo, Miet Durnez, Jan Laurens, Stefaan Williams, Jordy Sabels, Sam Vancayseele, Nancy Six, Saskia Dehollander, Hans Feys, Miguel Gheysens, Raadsleden
Stefan Depraetere, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Jan Delie, Raadslid
  • Goedkeuring notulen vorige zitting

    • Goedkeuring notulen van 6 december 2021.

      Juridische grond en bevoegdheden

      Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

      Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

      Feiten, context en argumentatie

      De notulen van de vergadering van 6 december 2021 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden.  Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.

      Beschikkend gedeelte

      Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen de notulen van de zitting van 6 december 2021 als goedgekeurd te beschouwen.

  • Openbaar

    • Bestuurlijke organisatie

      • Digitale gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het Koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID 19 te beperken, en latere wijzigingen.

        De richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur  betreffende vergaderingen van de lokale bestuursorganen tijdens de coronacrisis.

        Feiten, context en argumentatie

        Gezien de Coronacrisis kan volgens de laatste richtlijnen van de Vlaamse overheid een gemeenteraad/raad maatschappelijk welzijn digitaal plaatsvinden mits naleving van een aantal voorwaarden:

        1. De wijze van vergaderen (digitaal) en de motivering (gezondheidssituatie) wordt vastgelegd in een burgemeestersbesluit op grond van artikels 134, §1 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet.
        2. De digitale gemeenteraad moet openbaar te volgen zijn via een audiovisuele livestream. Een audiostream volstaat niet om aan de openbaarheid te voldoen. De webtoepassing van de gemeente communiceert hoe pers en publiek de vergadering kunnen volgen via de livestream.
        3. De procedure voor geheime stemming moet aan de noodzakelijke democratische voorwaarden voldoen.

        De burgemeester heeft bij besluit van 24 januari 2022 beslist dat de gemeenteraad en raad maatschappelijk welzijn van de stad Ieper op 7 februari 2022 omwille van dwingende redenen voor de volksgezondheid in het kader van de coronacrisis uitzonderlijk zal plaatsvinden achter gesloten deuren. Daarbij wordt door de burgemeester aan de raadsleden voorgesteld om voor deze geplande zitting in te gaan op de mogelijkheid die geboden werd om digitaal te vergaderen.  Hierdoor kunnen de raadsleden zich aan de regels van onder andere social distancing houden.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen akkoord te gaan met de voorgestelde werkwijze waarbij de gemeenteraad en raad maatschappelijk welzijn digitaal worden georganiseerd.

      • JOC vzw. Wijziging vertegenwoordiger in raad van bestuur.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De statuten van de vzw JOC.

        Feiten, context en argumentatie

        In zitting van de gemeenteraad van 28 januari 2019 werd overgegaan tot de aanduiding van 11 vertegenwoordigers om te zetelen in de raad van bestuur van de vzw JOC, dit op basis van de volgende regels

        - ten hoogste 2/3 van de leden voorgedragen door de gemeente is van hetzelfde geslacht

        - deze voordracht gebeurt als volgt: de leden worden aangeduid volgens de regels van evenredige vertegenwoordiging en dit op de volgende manier

        • evenredige verdeling onder de fracties die deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen en de fracties die geen deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen.
        • aantal leden dat toekomt aan de fracties binnen het college van burgemeester en schepenen: evenredige verdeling onder deze fracties; aantal leden dat toekomt aan fracties die niet in het college van burgemeester en schepenen vertegenwoordigd zijn: evenredige vertegenwoordiging.

        Dit kwam neer op volgende verdeling: Open Ieper 3, SP.A 2, N-VA 1, CD&V 3, Vlaams Belang 1, Groen 1.

        Namens Groen werd raadslid Jordy Sabels aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeenteraad om te zetelen in de algemene vergadering van de vzw JOC.

        Met mail van 10 december 2021 laat raadslid Sabels weten dat raadslid Sam Vancayseele voortaan namens hun fractie zal zetelen in de algemene vergadering van de vzw JOC.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1 :  om namens Groen raadslid Sam Vancayseele aan te duiden als vertegenwoordiger van de gemeenteraad om te zetelen in de algemene vergadering van de vzw JOC, dit ter vervanging van raadslid Sabels.

        Artikel 2 :   een afschrift van deze beslissing over te maken aan de vzw JOC.

    • Veiligheid

      • Politieverordening houdende tijdelijke ordemaatregelen naar aanleiding van de wielerwedstrijd Gent-Wevelgem op 27 maart 2022.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De wet betreffende de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968;

        Het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer;

        Het KB van 10 augustus 1998 art. 7 § 2, 1° houdende de oprichting van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening;

        De wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 juni 1999;

        Het KB van 7 januari 2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 2 februari 2001;

        Het KB van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen;

        De omzendbrief OOP 30bis van 3 januari 2005 aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, Belgisch Staatsblad 20 januari 2005 (tweede uitgave);

        De omzendbrief OOP 30ter waarbij uitleg verschaft wordt bij de wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet krachtens de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen;

        De wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen;

        De wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie;

        De nieuwe gemeentewet, meer bepaald de artikelen 119, 119bis, 119ter en art. 135 § 2;

        Het gemeentedecreet van 15 juli 2005;

        De ministeriële omzendbrief van 10 december 1987 van de minister van Binnenlandse Zaken houdende gecoördineerde algemene onderrichtingen inzake ordehandhaving;

        De gemeenteraad kan voorzien in een politieverordening waarin de overtredingen zijn opgenomen die hij strafbaar wenst te houden op het grondgebied van de stad/gemeente;

        Artikel 119bis, §1, van de nieuwe gemeentewet aan de gemeenteraad de keuzevrijheid laat politiestraffen of administratieve sancties te bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen;

        Feiten, context en argumentatie

        Op zondag 27 maart 2022 doorkruisen één of meerdere van de wielerwedstrijden "Gent-Wevelgem" het grondgebied van onze gemeente.

        Op vandaag is het nog onzeker onder welke voorwaarden het evenement zal plaatsvinden.  De verplichtingen en de op dat moment van kracht zijnde coronamaatregelen dienen nageleefd te worden.  Bij gunstige omstandigheden, brengt de doortocht van deze wielerwedstrijden een volkstoeloop met zich mee, vooral bij de start, aankomst en langs hellingen en kasseistroken.

        Voor de corona-jaren bleef het aantal commerciële activiteiten die langsheen de reisweg van de wielerwedstrijden worden georganiseerd toenemen.

        Dergelijke activiteiten worden voornamelijk georganiseerd op locaties die op zich al veel toeschouwers aantrekken waardoor de te nemen veiligheidsmaatregelen ter hoogte van deze delen van de reisweg moeten verhoogd worden.

        Een coördinatie en overleg tussen de verschillende organisatoren van activiteiten op dezelfde locatie is aangewezen. Het is immers aangewezen dat de organisatoren van de verschillende activiteiten onderling de nodige afspraken maken inzake opvang van de toeschouwers, parkings, enz … teneinde de overlast voor de bewoners langsheen deze delen van de reisweg tot een minimum te beperken en de algemene veiligheid op het openbaar domein en plaatsen met een openbaar karakter te vrijwaren.

        Een aantal bijkomende maatregelen dringen zich op om zowel de veiligheid van de toeschouwers te kunnen waarborgen en om het normaal verloop van de wedstrijd te kunnen garanderen:

        -       voorafgaandelijke kennisgeving van alle commerciële activiteiten langsheen de reisweg;

        -       voorafgaandelijk overleg tussen de organisatoren van de verschillende activiteiten langsheen de reisweg en de bestuurlijke overheid;

        -       voorafgaandelijk overleg tussen de verschillende hulp- en veiligheidsdiensten onderling opdat de dringende hulpverlening kan gegarandeerd worden.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        I. Activiteiten op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein

        Artikel 1  : Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd(en) "Gent-Wevelgem”, en die doorgaat op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein, wordt op zondag 27 maart 2022 slechts toegelaten op voorwaarde dat deze door de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft  voorafgaandelijk en schriftelijk werd vergund.

        Alle aanvragen tot vergunning moeten op straffe van niet-ontvankelijkheid ten laatste op maart 2022 bij de burgemeester worden ingediend.

        De aanvraag tot vergunning moet de volgende gegevens vermelden :

        1. De naam, adres en contactgegevens van de aanvrager/organisator.
        2. Als de organisatie gebeurt door een rechtspersoon zal haar benaming, haar rechtsvorm, het adres van haar hoofdzetel alsook de statutaire bepaling en/of beslissing van het bevoegde orgaan van de rechtspersoon die de ondertekenaar toelaat haar te vertegenwoordigen, opgegeven moeten worden.
        3. De juiste omschrijving van de geplande éénmalige of bijkomende activiteit met de vermelding of deze publiek of alleen op een uitnodiging toegankelijk is met een raming van het aantal genodigden.
        4. De juiste locatie ervan.
        5. De logistieke faciliteiten (tenten, toiletten, parkings, toegang…) die zullen worden in plaats gesteld.
        6. De interne veiligheidsmaatregelen (nadars, stewards, ….).
        7. De eventuele aanwezigheid van een medische hulppost, met inhoudelijke beschrijving.
        Artikel 2 : Ten laatste op 15 maart 2022 verzendt de burgemeester aan de in artikel 1 bedoelde aanvragers hetzij de vergunning hetzij een gemotiveerde weigering van vergunning.

        In de vergunning wordt duidelijk gesteld onder welke voorwaarden zij wordt verleend.

        De organisatoren van de vergunde activiteiten hebben de plicht de voorwaarden onder dewelke de vergunning werd verleend strikt na te leven.

        Een afschrift van de vergunde activiteiten wordt aan de korpschef van de lokale politie en aan de commandant van de brandweer bezorgd, en, indien van toepassing, aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

        Artikel 3 : Indien wordt vastgesteld dat een organisator één of meerdere voorwaarden waaronder de vergunning werd verleend, niet naleeft kan de burgemeester de vergunning intrekken.

        Het niet naleven van een of meerdere voorwaarden in het verleden kan door de burgemeester als motief ingeroepen worden om het verlenen van de vergunning te weigeren.

        II. Activiteiten in een besloten plaats met openbaar karakter

        Artikel 4 : Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd(en) "Gent-Wevelgem”, en die doorgaat in een besloten plaats maar die voor iedereen vrij toegankelijk is, hetzij gratis, hetzij tegen betaling van een inkomgeld, hetzij op vertoon van een toegangskaart of een uitnodiging wanneer deze ter beschikking wordt gesteld van eenieder die ze aanvraagt, dient ten laatste op maart 2022 gemeld aan de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft. De melding dient de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1.

        Artikel 5 : De burgemeester kan in functie van het aantal aanvragen of meldingen en de juiste locatie van de aangevraagde of gemelde activiteiten één of meerdere coördinatievergaderingen (laten) organiseren met de organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde de nodige afspraken te maken inzake opvang van de toeschouwers en/of genodigden, de in te richten parkings, het in te huren sanitair, de vrij te houden evacuatiewegen, de te plaatsen veiligheidsvoorzieningen, enz …

        Artikel 6 : De burgemeester kan de activiteiten zoals bedoeld in artikel 4 doen stopzetten indien aan de voorafgaandelijk bepaalde afspraken (artikel 5) niet wordt voldaan of indien ze een gevaar vormen voor de openbare orde (openbare rust, openbare veiligheid of openbare gezondheid). 

        III. Veiligheidszones

        Artikel 7 : De burgemeester kan op basis van een risicoanalyse, rekening houdend met de volkstoeloop op bepaalde plaatsen en de aard van het terrein, op voorhand een gebied als veiligheidszone definiëren, ten einde de openbare veiligheid en orde beter te kunnen beheersen.

        Een veiligheidszone is een duidelijk afgebakend gebied waar bijkomende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn omwille van het groot aantal mensen, de beperkte mobiliteit, de aanwezigheid van risicoverzwarend materiaal (tenten, gasflessen,…)

        Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit anders dan vermeld onder rubriek I en II, die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd(en) “Gent-Wevelgem" en die plaats vindt in een veiligheidszone, dient eveneens ten laatste op maart 2022 gemeld aan de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft. De melding dient de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1.

        De burgemeester organiseert rekening houdend met het aantal aanvragen of meldingen en de juiste locatie van de aangevraagde of gemelde activiteiten zo nodig één of meerdere coördinatievergaderingen met de organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde in nauwe samenspraak met de lokale veiligheidscel één inplantingsplan en één veiligheidsplan op te maken voor de hele veiligheidszone.

        Artikel 8 : Naargelang de veiligheidszone zich bevindt op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein, dan wel op een besloten plaats die voor iedereen vrij toegankelijk is, zijn de bepalingen van respectievelijk artikel 2 en 3, dan wel artikel 6 van toepassing.

        IV. Algemene bepalingen

        Artikel 9 : Sancties

        Overtredingen op de bepalingen van artikel 1, 4 en 7 van deze verordening zullen worden bestraft met een administratieve geldboete van maximum 250 euro.

        Onverminderd de toepassing van een administratieve geldboete moet de overtreder van de bepalingen van artikel 1, 4 en 7 alsook degene die één of meerdere voorwaarden niet naleeft zich schikken naar de aanmaningen van de burgemeester zo niet, houdt de stad/gemeente zich het recht voor het te doen op kosten en risico van de overtreder.

        De stad/gemeente houdt zich hetzelfde recht voor indien de organisator van de activiteit niet tijdig kan worden opgezocht.

        De burgemeester kan in toepassing van artikel 135 Nieuwe Gemeentewet ter vrijwaring van de openbare orde een randactiviteit verbieden.

        Artikel 10 : Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in het decreet lokaal bestuur.

      • Verlenging strategisch veiligheids- en preventieplan 2022.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Koninklijk Besluit van 4 juli 2021 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 3 juli 2019 betreffende de verlenging 2020 van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2018-2019, gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 24 december 2020.

        Feiten, context en argumentatie

        Door het KB van 4 juli 2021 tot wijziging van het KB van 3 juli 2019 betreffende de verlenging 2020 van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2018-2019, gewijzigd bij KB van 24 december 2020, werden de lopende strategische veiligheids- en preventieplannen verlengd tot en met 31 december 2022. Ook het strategisch veiligheids- en preventieplan van Ieper wordt op die manier met een jaar verlengd tot eind 2022.

        Het strategische veiligheids- en preventieplan van Ieper is momenteel opgesteld rond 6 fenomenen die werden bepaald na de uitvoering van een lokale veiligheidsdiagnostiek. De uitvoering van het plan loopt momenteel zeer goed, met telkens een positieve evaluatie door de FOD Binnenlandse Zaken tot gevolg. Fenomenen waar momenteel rond gewerkt wordt zijn: inbraak, diefstal van en in voertuigen, gauwdiefstal, sociale overlast, druggerelateerde maatschappelijke overlast en cybercriminaliteit. Er bestaat momenteel een sterke samenwerking tussen een aantal preventiediensten van steden, gemeenten en politiezones binnen West-Vlaanderen rond de fenomenen inbraak en cybercriminaliteit. Een samenwerking die vlot verloopt en die gesmaakt wordt door de FOD Binnenlandse Zaken. Bovendien is Ieper binnen Vlaanderen gekend voor haar werking rond cybercriminaliteit, zeker wat betreft het luik dat zich richt tot de kinderen van de lagere scholen. Allemaal zaken waar we naar de toekomst toe zeker verder moeten op inzetten.

        In principe kunnen jaarlijks veranderingen worden aangebracht aan het strategisch veiligheids- en preventieplan, mits goedkeuring door de gemeenteraad. De wet voorziet momenteel echter geen bijkomende fenomenen waarrond gewerkt kan worden. Ook zullen de resultaten van de Veiligheidsmonitor die in 2021 werd afgenomen pas in 2022 bekend zijn. Na het bekomen van deze resultaten kunnen we onze lokale veiligheidsdiagnostiek opnieuw updaten. Pas daarna kunnen we zien of we verder aan de slag gaan met de fenomenen die momenteel zijn opgenomen of als we eventueel een aantal fenomenen schrappen en/of toevoegen.  Met een plan dat slechts tot eind 2022 wordt verlengd lijkt het dan ook niet zinvol om dit jaar aanpassingen te doen. Het is eerder belangrijk om de bestaande, goede werking verder te zetten.

        Zodra de resultaten van de Veiligheidsmonitor die in 2022 zullen gekend zijn, kunnen we dan aan de slag om een nieuwe lokale veiligheidsdiagnostiek op te maken. Aan de hand daarvan kan er dan in de toekomst verder gewerkt worden en kunnen indien nodig aanpassingen aangebracht worden aan toekomstige plannen. Ondertussen wordt tot eind 2022 het huidige plan verder uitgevoerd.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen het strategisch veiligheids- en preventieplan in zijn huidige vorm verder te zetten tot eind 2022.

    • Cultuur

      • Retributiereglementen op het gebruik van de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken, het Perron en de stadsschouwburg - vrijstelling of vermindering

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Het Koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de afkondiging van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie, en latere Koninklijke besluiten waaronder dat van 27 januari 2022 betreffende de instandhouding ervan.

        Het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken, en diens wijzigingen in de koninklijke besluiten van onder andere 23 december 2021, 29 december 2021 en 27 januari 2022.

        Het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2019 betreffende het reglement tot het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken.

        Het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2019 betreffende het reglement tot het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van stedelijke infrastructuur de Stadsschouwburg en Het Perron, beheerd door het Cultuurcentrum Het Perron-ACCI, vzw.

        Het besluit van de gemeenteraad van 7 september 2020 betreffende 'Retributiereglementen op het gebruik van de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken, het Perron en de stadsschouwburg - vrijstelling'

        Feiten, context en argumentatie

        Op 7 september 2020 besloot de gemeenteraad om de Ieperse erkende verenigingen tot 31 december 2021 vrijstelling van retributie te verlenen bij gebruik van de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken, de Stadsschouwburg en Het Perron. Zo wou de gemeenteraad de lokale erkende verenigingen ondersteunen die het omwille van de maatregelen in het kader van de bestrijding van het coronavirus COVID 19 bijzonder moeilijk hadden om socio-culturele activiteiten te organiseren. 

        Begin 2022 moeten we echter vaststellen dat het verhoopte 'rijk der vrijheid' in 2021 van bijzonder korte duur was, dat we momenteel in de vijfde corona-golf zitten en dat niemand nog prognoses durft te maken over de impact van toekomstige golven op het socio-culturele leven.  

        Daarom wordt de eerder genoemde vrijstelling verlengd tot 31 december 2022.

        Daarnaast komt het bestuur ook tegemoet aan alle gebruiker van categorie C (Ieperse niet-erkende verenigingen, niet-Ieperse verenigingen en niet-Ieperse openbare diensten) die de theaterzaal van Het Perron huren. De capaciteit van de theaterzaal is 540 personen zonder techniek in de zaal. Door de Corona-maatregelen kan deze capaciteit beperkt worden, afhankelijk van de kleurcode van de barometer en eventuele aanvullende maatregelen. Een beperking in publiek betekent verminderde inkomsten voor de gebruikers van de zaal. De huurprijs voor gebruikers van categorie C bedraagt 600 euro per activiteit + €15 servicekosten per uur. Om de financiële uitdaging voor deze gebruikers te verlichten hanteert het bestuur daarom een variabel huurtarief voor alle gebruikers van categorie C gebaseerd op de toegestane capaciteit van de theaterzaal en dit tot eind dit jaar. Dit zorgt ervoor dat er een hoger aanbod mogelijk blijft voor het publiek en meer werkzekerheid voor het personeel van Het Perron in deze moeilijke tijden voor de cultuursector. Deze uitzondering is evenwel enkel van toepassing op occasionele activiteiten uit categorie A (podiumactiviteit, educatieve activiteit en vergadering) en enkel voor de theaterzaal. Concreet betalen gebruikers van categorie C een huurtarief van €300 voor een toegestane zaalcapaciteit van 50% of minder, €420 voor een toegestane zaalcapaciteit van 51% tot 70%, en €600 voor een toegestane zaalcapaciteit van meer dan 70%. Dit huurtarief wordt telkens vermeerderd met €15 servicekosten per uur.

        Onder 'occasionele activiteit' wordt verstaan: de activiteiten die gericht zijn op een extern publiek ruimer dan de eigen leden, al of niet met het vragen van inkomgeld. 

        Financiële gevolgen
        Jaar Budgetartikel Budget       geraamde ontvangsten                            
        2022 ACS240/0701-0/705200 30.000   verhuur gebouwen Perron  

        2022

        ACS17/0701-0/705200 29.000  verhuur OC's  
        2022 ACS22/0701_0/705200   2.000  verhuur stadsschouwburg  
        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 1 niet gestemd (raadslid Dehollander) :

        Artikel 1: Voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 december 2022 wordt aan de Ieperse erkende verenigingen voor occasionele activiteiten vrijstelling verleend van de retributie zoals bepaald in het reglement dd  2 december 2019 betreffende het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van de ontmoetingscentra in deelgemeenten en wijken alsook van de retributie zoals bepaald in het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2019 betreffende het reglement tot het vaststellen van de voorwaarden en het innen van retributies bij gebruik van stedelijke infrastructuur de Stadsschouwburg en Het Perron, beheerd door het Cultuurcentrum Het Perron-ACCI, vzw.

        Artikel 2: Voor de huur van de theaterzaal van Het Perron betalen gebruikers van categorie C voor occasionele activiteiten uit categorie A een huurtarief van €300 voor een toegestane zaalcapaciteit van 50% of minder, €420 voor een toegestane zaalcapaciteit van 51% tot 70%, en €600 voor een toegestane zaalcapaciteit van meer dan 70%, en dit tot 31 december 2022. De geldende corona-maatregelen bepalen de toegestane zaalcapaciteit. Servicekosten worden wel volledig aangerekend.

        Artikel 3: Als occasionele activiteit wordt beschouwd de activiteiten die gericht zijn op een extern publiek ruimer dan de eigen leden al of niet met het vragen van inkomgeld.

    • Patrimonium

      • Dikkebus Kerkstraat: aankoop sportterrein en kantine: goedkeuring.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De site van voetbalclub Sparta Dikkebus, gelegen aan de Kerkstraat in Dikkebus, bestaat slechts deels uit onroerende goederen die eigendom zijn van de stad Ieper.

        De erven Carrijn zijn eigenaar/vruchtgebruiker van de volgende onroerende goederen:

        -       een sportterrein, kadastraal gekend als Ieper, 13e afdeling, sectie B, nr. 0682S 03 met een kadastrale oppervlakte van 1960 m²; 

        -       een sportgebouw, zijnde een voetbalkantine, kadastraal gekend als Ieper, 13e afdeling, sectie B, nr. 0682M 03 met een kadastrale oppervlakte van 112 m².

        Deze onroerende goederen worden door hen verhuurd aan de voetbalclub Sparta Dikkebus tegen een jaarlijkse huurprijs van 1.100,00 euro.

        Tot voor kort behoorde ook het sportterrein, kadastraal gekend als Ieper, 13e afdeling, sectie B, nr. 0682T 03 met een kadastrale oppervlakte van 544 m² hen toe, maar dit perceel werd recent aan een derde partij verkocht samen met de naastgelegen hoevegebouwen.

        In acht genomen het schattingsverslag van 14.01.2022 en het metingsplan van landmeter Pieter Callewaert.

        De prijs tegen dewelke de erven Carrijn bereid zijn de onroerende goederen te verkopen, bedraagt 40.000,00 euro voor de totaliteit hetgeen aanvaardbaar is rekening houdend met voormeld schattingsverslag.

        Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om voor reden van algemeen nut deze aankoop goed te keuren.

        Voor het verlijden van de akte wordt Notaris Mieke Breyne aangesteld.

        Voorgesteld wordt de algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte.

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

        Financiële gevolgen
        Jaar Budgetartikel Budget Reeds vastgelegd Oud beschikbaar Voorgesteld Nieuw beschikbaar Datum consultatie

        2022

        ACS208/0742-0/220000  € 150.000  € 0  € 150.000  € 40.000  € 110.000 21/01/2022
        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: In te stemmen met de aankoop om redenen van openbaar nut van de volgende onroerende goederen voor de totale prijs van 40.000,00 euro:

        - een sportterrein, kadastraal gekend als Ieper, 13eafdeling, sectie B, nr. 0682S 03 met een kadastrale oppervlakte van 1960 m²; 

        -       een sportgebouw, zijnde een voetbalkantine, kadastraal gekend als Ieper, 13e afdeling, sectie B, nr. 0682M 03 met een kadastrale oppervlakte van 112 m².

        Artikel 2: De akte te laten verlijden door Notaris Mieke Breyne.

        Artikel 3: De algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie te ontslaan van zijn verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte.

        Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van de beslissing.

        Artikel 5: De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen om de akte en alle stukken betreffende deze aankoop te ondertekenen.

      • Kosteloze afstand wegenis en openbaar groen bedrijventerrein Ieperleekanaal - goedkeuring.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De West-Vlaamse Intercommunale, dienstverlenende vereniging, Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge (Assebroek) heeft een bedrijventerrein gerealiseerd op de gronden gelegen Kleine Poezelstraat. Zij wensen de openbare infrastructuur (wegenis, fietspad, …) en de groenzone (waterbuffer incluis) nu kosteloos over te dragen aan de Stad Ieper;

        Deze gronden zijn kadastraal gekend als:

        STAD IEPER - vijfde afdeling (voorheen Boezinge)

        1. Een nieuw aangelegde weg, ter plaatse gekend als ‘26e Canton’, ‘E Canton’ en ‘St-Krispijnstr (lot C)’ volgens titel kadastraal bekend onder sectie B, deel van nummers 998/G, 998/02 en 998/2/D P0000, volgens meetplan kadastraal bekend onder sectie B, deel van nummers 998/2, 998/K en deel van perceel zonder nummer (gedempte Zwaanhofbeek), en volgens recente kadastrale legger bekend onder sectie B, deel van nummers 998A2 P0000, 998/02D P0000 en 998/02V P0000, met een oppervlakte volgens hierna ingeroepen meting van zevenenveertig are één centiare (47a 01ca). Het gereserveerde perceelidentificatienummer toegekend voor de wegenis is sectie B nummer 1131A P0000.
        2. Een nieuw aangelegde groenzone, ter plaatse gekend als ‘26e Canton’ en ‘E Canton’, volgens titel kadastraal bekend onder sectie B, deel van nummers 998/G, 998/02 en 998/2/D P0000, volgens meetplan kadastraal bekend onder sectie B, deel van nummers 998/2, 998/K en deel van perceel zonder nummer (gedempte Zwaanhofbeek), en volgens recente kadastrale legger bekend onder sectie B, deel van nummers 998A2 P0000, 998/02V P0000 en nummers 998/02H P0000, 998/02K P0000, 998Y P0000 en  998/02L P0000, met een oppervlakte volgens hierna ingeroepen meting van twee hectare tweeënveertig are vijf centiare (2ha 42ca 05ca), inclusief de waterbuffer van vijftien are vierenvijftig centiare (15a 54ca). De gereserveerde perceelidentificatienummers toegekend voor de groenzone zijn sectie B nummers 1131B P0000, 1131C P0000, 1131D P0000 en 1131E P0000.

        Volgende percelen liggen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied Perceelnummers 998/02H P0000, 998/02K P0000, 998/02D P0000, 998/02L P0000, 998A2 P0000, 998Y P0000, 998/02V P0000.

        Het opmetingsplan werd opgemaakt door landmeter Olivier Vandendriessche op 31 mei 2017;

        Notaris Pieter Van Hoestenberghe heeft de ontwerpakte overgemaakt;

        Van OVAM werden de bodemattesten verkregen waaruit volgt dat er voor deze kadastrale percelen geen gegevens beschikbaar zijn;

        Aan de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt ontslag verleend van de verplichting tot het nemen van ambtshalve inschrijving;

        De kosteloze overdracht is ten algemeen nut;

        Aan de gemeenteraad wordt gevraagd deze kosteloze overdracht goed te keuren;

        Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1:     De kosteloze overdracht ten algemeen nut van de gronden meer bepaald een nieuwe aangelegde weg gelegen Ieper, vijfde afdeling Boezinge, sectie B, deel van nummers 998A2 P0000, 998/02D P0000 en 998/02V P0000, met een oppervlakte van zevenenveertig are één centiare (47a 01ca), het gereserveerde perceelidentificatienummer toegekend voor de wegenis is Ieper, vijfde afdeling, sectie B nummer 1131A P0000 en een nieuw aangelegde groenzone gelegen te Ieper, vijfde afdeling Boezinge, sectie B, deel van nummers 998A2 P0000, 998/02V P0000 en nummers 998/02H P0000, 998/02K P0000, 998Y P0000 en 998/02L P0000 met een oppervlakte van twee hectare tweeënveertig are vijf centiare (2ha 42ca 05ca), inclusief de waterbuffer van vijftien are vierenvijftig centiare (15a 54ca), de gereserveerde perceelidentificatienummers toegekend voor de groenzone zijn Ieper, vijfde afdeling, sectie B nummers 1131B P0000, 1131C P0000, 1131D P0000 en 1131EP0000, eigendom van West-Vlaamse Intercommunale, dienstverlenende vereniging, Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge (Assebroek) goed te keuren.

        Artikel 2:      De ontwerpakte opgemaakt door notaris Pieter Van Hoesterberghe goed te keuren.

        Artikel 3:      De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ontslag te verlenen van de verplichting tot het nemen van ambtshalve inschrijving.

        Artikel 4:      Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing.

        Artikel 5:      De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen om de stukken met betrekking tot deze overdracht te ondertekenen.

    • Openbaar domein en gebouwen

      • Aansluiting op AWIS rioolinventaris - overeenkomst voor uitwisseling van gegevens

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Naar aanleiding van de brief van de Vlaamse Regering, Zuhal Demir, Vlaams minister van justitie en handhaving, omgeving, energie en toerisme dd. 29/11/2021, betreffende de aansluiting op de AWIS-rioolinventaris heeft het college in zitting van 13 december 2021 besloten om niet over te gaan tot ondertekening van de overeenkomst voor uitwisseling van gegevens AWIS-rioolinventaris tussen de stad Ieper en de VMM, maar Aquafin aan te stellen als gegevenspartner voor de stad Ieper, op advies van de afdeling openbaar domein.  

        Dit omwille van het feit dat wij niet in de mogelijkheid zijn om onze voorhanden zijnde rioolinventaris op te laden in het gewenste formaat van AWIS. In 2015 werd er geïnvesteerd om samen met Aquafin onze gemeentelijke rioleringsdatabank te actualiseren. Hiertoe werd een hydronautstudie uitgevoerd wat een bijdrage leverde in het inzicht krijgen van bepaalde knelpunten rond overstorten van vuilwater in de beken, kanalen, ... Dit gaf ook als gevolg dat subsidiedossiers beter konden geargumenteerd worden naar noodzaak van uitvoering omwille van milieuredenen. Door deze actualisatie van 2015 beschikken wij reeds over een uitgebreide rioleringsdatabank in tegenstelling tot heel wat andere gemeenten. Deze gegevens kunnen door Aquafin op het Awis-platform worden overgezet. Voor de rioleringsprojecten (vernieuwingen riolering of nieuwe verkavelingen) uitgevoerd na de actualisatie van 2015 dienen de nodige kwaliteitscontroles gedaan te worden vooraleer deze toegelaten kunnen worden in de rioleringsdatabank op AWIS. Ook in deze kwaliteitscontroles kan Aquafin ons ondersteunen. voor ieder uitgevoerd project wordt een asbuiltplan doorgestuurd die wordt omgezet naar de rioleringsdatabank. Per project wordt hier een vergoeding voor gevraagd, alsook een jaarlijkse bijdrage.

        Aannemers die op het openbaar domein graafwerken willen uitvoeren zijn verplicht om een "klip-aanvraag" te doen. Dit is een navraag doen bij de verschillende partijen wat er aan leidingen in de ondergrond zit en op welke diepte om te vermijden dat deze worden beschadigd bij de graafwerken. Voor de stad dienen wij op deze klip-aanvragen info te geven omtrent onze riolering alsook over de glasvezelkabel / datacommunicatie van de stad. Bij instappen in een overeenkomst met Aquafin voor de rioleringsdatabank kan deze overeenkomst uitgebreid worden met een klipdienstverlening. Van sedert 2014 hebben wij een contract met Arkance Systems Benelux die de klip-aanvragen voor ons automatisch beantwoord. Dit jaar kregen wij per maand 91 klipaanvragen. Aquafin vraagt jaarlijks hiervoor een vast jaarlijks bedrag van 369€ wat omgerekend per klip-aanvraag op 3 cent komt. We betalen bij Arkance een bedrag tussen 380 en 580€. Het zou via Aquafin op die manier iets voordeliger zijn en het feit dat klip-aanvragen hoofdzakelijk gaan over info rond riolering zitten we bij Aquafin, als zij onze gegevenspartner worden, op een ideale plaats.

        Om Aquafin als gegevens partner te laten fungeren dienen de dienstverleningsovereenkomst inzake de uitbouw van gemeentelijke afvalwaterzuiveringsinfrastructuur - nazorg databank en de overeenkomst 'Klip-dienstverlening' tussen de stad en Aquafin ondertekend.  

        AWIS is het AfvalWaterInformatieSysteem dat VMM ontwikkelt in samenspraak met rioolbeheerders en gemeenten. Dit systeem bevat alle relevante informatie omtrent de saneringsinfrastructuur en vormt de basis voor de verdere uitbouw ervan.  In Vlaanderen zijn heel wat overheden en diensten betrokken bij de planning, aanleg, onderhoud en financiering van riolering en waterzuivering. Die processen worden ondersteund door een veelheid aan data en informatiestromen. De verspreiding van de bevoegdheden zorgt ervoor dat gegevens verspreid zijn over verschillende partners. Daarom investeert de VMM in de ontwikkeling van een afvalwaterinformatiesysteem om die gegevens centraal te beheren en uit te wisselen.

        Het AfvalWaterInformatieSysteem wordt modulair opgebouwd. De AWIS-rioolinventaris vormt de basis, waarin alle gegevens over de ligging en kenmerken van het rioleringsstelsel verzameld worden.  In een tweede module wordt de subsidieaanvraag digitaal ingediend. Het systeem wordt nog verder uitgebouwd tot een dossieropvolgingssysteem, waarin het project opgevolgd kan worden van aanvraag tot goedkeuring en oplevering.

        In de toekomst kunnen de AWIS-systemen de bestaande rapportering vervangen en automatiseren. Andere modules rond beheer (asset management) en planning (zoneringsplan, ...) van saneringsinfrastructuur zullen nog toegevoegd worden. Op die manier zal AWIS de integrator worden voor alle gegevens met betrekking tot de rioleringsinfrastructuur in Vlaanderen.

        De gedetailleerde, gebiedsdekkende rioolinventaris voor Vlaanderen vloeit voort uit een (interbestuurlijke) samenwerking tussen de VMM en de lokale partners, waarbij:

        • de lokale besturen en rioolbeheerders de rioolinventaris voor hun grondgebied beheren;
        • de Vlaamse Milieumaatschappij zorgt voor de grensoverschrijdende koppeling van deze netwerken van de partners tot één gebiedsdekkende referentierioolinventaris voor Vlaanderen. Grensoverschrijdend slaat zowel op de koppeling tussen netwerken van verschillende gemeenten en rioolbeheerders, als op de koppeling tussen gemeentelijke en bovengemeentelijke infrastructuurdelen.

        Als bijlage de dienstverleningsovereenkomst tussen de stad Ieper en de nv Aquafin, waarbij de stad een nazorg-opdracht toevertrouwt aan Aquafin om de huidige beschikbare digitale riooldatabank en model bestaande toestand op regelmatige en in onderling overleg te bepalen tijdstippen te updaten met de ondertussen uitgevoerde projecten in de stad, alsook controleberekeningen uit te voeren met betrekking tot hydraulische vragen in model geplande toestand.

        De vergoedingen bedragen :

        A. De stad betaalt aan Aquafin voor de kwaliteitscontrole in functie van het aantal op te meten knopen volgende vergoeding:
        - meetploeg per halve dag: € 820,00 per halve dag, excl. BTW

        B. De stad betaalt aan Aquafin voor het ingeven in de databank volgende vergoeding:
        - Uurtarief: € 94,95 per gepresteerd uur, excl. BTW
        - Dossierkosten: € 172,60 per dossier, excl. BTW

        C. De stad betaalt aan Aquafin voor de digitale KLIP-afhandeling :
        - KLIP-afhandeling per jaar: € 369,61 per jaar, excl. BTW,
        overeenkomstig hetgeen bepaald werd in de overeenkomst inzake KLIP-dienstverlening

        D. De stad betaalt aan Aquafin voor AWIS 2.0 gegevenspartner (indien van toepassing) :
        - AWIS2.0 gegevenspartner per jaar: € 369,61 per jaar, excl. BTW

        Indien de aard of omvang van de prestaties door een externe oorzaak (bv. wetgeving) fundamenteel gewijzigd wordt, kan Aquafin een billijke prijsaanpassing doorvoeren.

        Daarnaast wordt de 'Klip-dienstverlening' afgesloten als een addendum bij huidige dienstverleningsovereenkomst en maakt er integraal deel van uit. Hierbij wordt overeengekomen dat Aquafin de KLIP-planaanvragen van derden omtrent het utility network-type “telecommunications” en “sewer”, zoals vermeld in het document “IMKL 2.2 datamodel" van de Vlaamse overheid, op digitale wijze zal afhandelen.  Aquafin neemt daarmee de verplichtingen van de stad als KLB, zoals bepaald in maar ook binnen de grenzen van het KLIP-decreet en beperkt tot het hoger vermelde utility network-types, over. Aquafin zal als tussenpersoon optreden met de bevoegde Vlaamse administratie i.v.m. het voorwerp van deze overeenkomst.

        De vergoedingen voor de 'KLIP-dienstverlening' bedragen een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 369,61 EUR.

        Deze vergoeding omvat het afhandelen van de KLIP-aanvragen inzake deze netwerken.

        - Het omzetten en integreren van de stedelijke telecommunicatienetten is niet inbegrepen in de vergoeding. De gemeente betaalt aan Aquafin voor het omzetten en het integreren van de stedelijke communicatienetten in de databank volgende vergoeding:
        • Uurtarief: € 94,95 per gepresteerd uur, excl. BTW
        • Dossierkosten: € 172,60 per dossier, excl. BTW

        De vergoedingen zullen aangepast worden aan de gezondheidsindex basis 2004 volgens:

        P = (Ib/Ibo)*Po

        waarin:
        P = herziene waarde van de vergoeding
        Po = basisvergoeding opgenomen in onderhavige overeenkomst
        Ib = gezondheidsindex geldig in december van het jaar voorafgaand aan de facturatie
        Ibo = gezondheidsindex december 2020

         

        Financiële gevolgen

        Advies Financiële dienst:

        In de volgende MJPA5 wordt alvast voor 2022 een 30.000 euro voorzien op ACS109/0310-0/615201 met motivering ‘samenwerking met Aquafin ifv verplichtingen AWIS-platform’, te financieren met het saneringsfonds.

        Adviezen

        Advies DPO (GDPR-ambtenaar) : 

        De overeenkomst met de Vlaamse Milieumaatschappij wordt blijkbaar niet afgesloten. Dus hier hoeft dan ook geen advies gegeven te worden.  

        Beide overeenkomsten met Aquafin blijken geen uitwisseling van persoonsgegevens in te houden. De GDPR is dus ook niet van toepassing. Bijgevolg ook geen enkel bezwaar als DPO.
        Maar wat de niet-persoonsgebonden vertrouwelijke informatie betreft dient die uiteraard ook als dusdanig door Aquafin en Stad Ieper beschouwd en verwerkt te worden. Deze vereiste is opgenomen in de overeenkomsten.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van de overwegingen besluit de gemeenteraad met 21 ja stemmen en 9 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Gheysens en Feys)  :

        Artikel 1: Kennis te nemen van de beslissing van het college van 13 december 2021, ingevolge het advies van de afdeling openbaar domein, om niet over te gaan tot ondertekening van de rechtstreekse overeenkomst voor uitwisseling van gegevens AWIS-rioolinventaris tussen de stad Ieper en de VMM.

        Artikel 2: Aquafin aan te stellen als gegevenspartner voor de stad Ieper en hiertoe de 'dienstverleningsovereenkomst inzake de uitbouw van gemeentelijke afvalwaterzuiveringsinfrastructuur - nazorg databank' en de overeenkomst 'Klip-dienstverlening' tussen de stad en de nv Aquafin ter goedkeuring goed te keuren en te ondertekenen.

        Artikel 3 : In functie van de voortgang van het dossier hiertoe de nodige kosten te voorzien bij de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing op ACS109/0310-0/615201 en indien noodzakelijk hierop te anticiperen met de beschikbare kredieten ingeschreven op artikel ACS109/0310-0/613800 ‘Riolen – onderhoud en herstel’.

      • Vernieuwen van de voegvullingen van de betonwegen, grondgebied Ieper, 2022-2025 - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze - TD/2022/07

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 EUR niet) en artikel 57 en artikel 43.

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        Met het oog op onderhoud van de betonwegen op ons grondgebied werd een bestek “Vernieuwen van de voegvullingen van de betonwegen, grondgebied Ieper, 2022-2025” met nr. TD/2022/07 opgesteld door de Afdeling Openbaar Domein Technische Dienst.

        Deze opdracht is als volgt opgedeeld:

        * Basisopdracht (Vernieuwen van de voegvullingen van de betonwegen, dienstjaar 2022), raming: 60.000,00 EUR excl. btw of 72.600,00 EUR incl. 21% btw;

        * Vernieuwen van de voegvullingen van de betonwegen van de stad Ieper, dienstjaar 2023, raming: 60.000,00 EUR excl. btw of 72.600,00 EUR incl. btw;

        * Vernieuwen van de voegvullingen van de betonwegen van de stad Ieper, dienstjaar 2024, raming: 60.000,00 EUR excl. btw of 72.600,00 EUR incl. 21% btw;

        * Vernieuwen van de voegvullingen van de betonwegen van de stad Ieper, dienstjaar 2025, raming: 60.000,00 EUR excl. btw of 72.600,00 EUR incl. 21% btw.

        De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 240.000,00 EUR excl. btw of 290.400,00 EUR incl. 21% btw (51.597,00 EUR Btw medecontractant).

        Het betreft een raamovereenkomst, waarbij de deelopdrachten op afroep door de leidende ambtenaar bevolen worden bij de aanvang van ieder dienstjaar.

        Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

        Financiële gevolgen

         

        Jaar

        Budgetartikel

        Budget

        Reeds vastgelegd

        Oud beschikbaar

        Voorgesteld

        Nieuw beschikbaar

        Datum consultatie

        2022

        ACS47/0200-0/224007

        485.000,00 EUR

         

        485.000

        72.600,00 EUR

         

         

        31.12.2021

         

         

         

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: Het bestek met nr. TD/2022/07 en de raming voor de opdracht “Vernieuwen van de voegvullingen van de betonwegen, grondgebied Ieper, 2022-2025”, opgesteld door de Afdeling Openbaar Domein Technische Dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 70.000,00 EUR excl. btw of 72.600,00 EUR incl. 21% btw per dienstjaar of 240.000,00 EUR excl. btw of 290.400,00 EUR incl. 21% btw (51.597,00 EUR Btw medecontractant) voor de totale looptijd van de overeenkomst.

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

        Artikel 3: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

        Artikel 4: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 0200-0/224007/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie ACS47) en in het budget van de volgende jaren.

        Artikel 5: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

      • Aanleg van fietscomfortstroken in de Rijselstraat, gedeelte begrepen tussen zone tussen Burggraafstraat en Burchtstraat - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze - TD/2022/03

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 EUR niet).

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        Het aanleggen van de fietscomfortstroken op de Grote Markt en de verschillende fases in de Rijselstraat werd positief onthaald.  In zitting van 9 november 2020 heeft de gemeenteraad al goedkeuring verleend aan het voorstel om dit principe verder uit te rollen.  Omwille van budgettaire redenen werden de werken gefaseerd uitgevoerd.

         

        Met het oog op het afwerken van de Rijselstraat, werd voor de opdracht “Aanleg van fietscomfortstroken in de Rijselstraat, gedeelte begrepen tussen zone tussen Burggraafstraat en Burchtstraat” een bestek met nr. TD/2022/03 opgesteld door de Afdeling Openbaar Domein Technische Dienst.  Op de kruispunten en ter hoogte van de Sint-Pieterskerk worden in deze fase geen stroken aangelegd om de verkeersdoorstroming niet opnieuw te hypothekeren.  Zo zal de aanleg gefaseerd, één kant met de keer, uitgevoerd worden in functie van toegankelijkheid en het openbaar vervoer.

        De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 152.375,00 EUR excl. btw of 184.373,75 EUR incl. 21% btw (31.998,75 EUR Btw medecontractant).

        Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.


        Bedoeling is de werken te laten uitvoeren in september 2022.  In afwachting kan het dossier evenwel ingeleid worden met het oog op de aanstelling van een aannemer.

        Financiële gevolgen

         

        Jaar

        Budgetartikel

        Budget

        Reeds vastgelegd

        Oud beschikbaar

        Voorgesteld

        Nieuw beschikbaar

        Datum consultatie

        2022

        ACS47/0200-0/224007

        485.000,00

         

        485.000,00

        184.373,75

        300.626,25

        13 oktober 2021

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

         

        Artikel 1 : Het bestek met nr. TD/2022/03 en de raming voor de opdracht “Aanleg van fietscomfortstroken in de Rijselstraat, gedeelte begrepen tussen zone tussen Burggraafstraat en Burchtstraat”, opgesteld door de Afdeling Openbaar Domein Technische Dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 152.375,00 EUR excl. btw of 184.373,75 EUR incl. 21% btw (31.998,75 EUR Btw medecontractant).

        Artikel 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

        Artikel 3 : De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

        Artikel 4 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 0200-0/224007/BESTUUR/CBS/0/IP-84 (actie ACS47).

        Artikel 5 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

      • Aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en nieuw wegprofiel in synergie met de vernieuwing van de waterleiding in de Maltastraat en de Dikkebusseweg, gedeelte tussen het station en de Frezenbergstraat - Goedkeuring aangepaste lastvoorwaarden, gunningswijze en stadsaandeel - WWV/INV/ N375/2 - TD/2015/28/B

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        De gemeenteraad heeft in zitting van 4 oktober 2021 het bestek met nr. WWV/INV/ N375/2 en de raming voor de opdracht “Aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en nieuw wegprofiel in synergie met de vernieuwing van de waterleiding in de Dikkebusseweg, gedeelte tussen het station en de Frezenbergstraat”, opgesteld door de ontwerper, Studiebureau Lobelle bvba, Gistelsteenweg 112 te 8490 Varsenare-Jabbeke goedgekeurd. De lastvoorwaarden werden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedroeg 4.620.361,50 EUR, btw niet inbegrepen.


        Het betreft een gezamenlijke opdracht waarbij het Agentschap Wegen en Verkeer West-Vlaanderen de procedure zal voeren en in naam van Stad Ieper bij de gunning en de uitvoering van de opdracht zal optreden.  N.a.v. het indienen van het besluit en ontwerpbestek werden evenwel nog opmerkingen geformuleerd op het rioleringsonderdeel van het bestek, waardoor een aanpassing van het bestek noodzakelijk is geworden.

        Omwille van het ecologische belang bij mogelijkheid van afwatering naar de waterlopen plande de ambtelijke commissie vertegenwoordigd door VMM, Aquafin, de Provinciale waterlopen en de Waterweg op 20 oktober 2021 een overleg. De bezorgdheid is dat het regenwater volgens het ontwerp niet voldoende in Ieper gebufferd wordt. Met de droogtes van de afgelopen jaren en de zwaardere regenbuien waarmee we te kampen krijgen met wateroverlast tot gevolg dringt een minutieus onderzoek rond regenwaterafvoer zich op. Het regenwater van ons project werd geleid naar de IJzerwegbeek onder de open panden langs de Tulpenlaan wat verder direct wegvloeit uit Ieper. Er werd gevraagd een onderzoek te doen naar verschillende mogelijkheden voor de regenwaterafvoer op Ieper te houden. Hierbij gaat de voorkeur uit naar infiltratie ter plaatse, daarna (vertraagde) afvoer naar open waterlopen (kanaal Ieper Komen of de Boterplas) en als laatste (vertraagde) afvoer naar de onderliggende ingebuisde waterloop (Ijzerwegbeek – bypass van de Ieperlee).

        N.a.v. dit overleg werden door het studiebureau Lobelle bvba, Gistelsteenweg 112 te 8490 Varsenare-Jabbeke een aantal scenario's onderzocht en is men tot volgende conclusies gekomen.

        Deel 1: kanaal Ieper – Komen tot en met Frezenbergstraat
        1. Afvoer naar Ijzerwegbeek
        Vertraagde afvoer naar de onderliggende ingebuisde waterloop (Ijzerwegbeek). Hierbij treedt geen wateroverlast op, maar komt ook geen vers water in het open kanaal.
        Mogelijkheid om de omliggende straatkolken aan te sluiten op het kanaal om toch iets van regenwater in het bovenpand te krijgen.

        Deel 2: kanaal Ieper – Komen tot spoorwegovergang
        Hier moest de mogelijkheid onderzocht worden om de Boterplas te voeden. Gezien het waterpeil hier in droge periodes zeer snel zakt, is elke mogelijke voeding van deze waterplas zeer belangrijk. Daarom dient dit goed bekeken te worden. De beste oplossing hiervoor is om het regenwater naar de Boterplas te krijgen via de Kasteelbeek.
        In plaats van afvoer van het regenwater onder de spoorweg, wordt het regenwater via de Maltastraat aangesloten op de Kasteelbeek (1ste categorie – WY 7.13) en vervolgens naar de Boterplas. Volgens het hydraulisch model blijft de bestaande leiding in de Maltastraat (D500mm) behouden als afvalwaterriool. De toestand van deze buis is verder na te gaan d.m.v. een camera-inspectie. Indien de toestand niet goed is, kan dit vervangen worden door een nieuwe DWA-riool (D300mm – 85m lang). Voor deze werken dient de Maltastraat opgebroken en vernieuwd te worden. Dit zijn bijkomende werken en een uitbreiding van de projectzone. We voorzien een achterwaartse noodoverlaat naar de Ijzerwegbeek zodat de afvoer van het regenwater én het afvalwater steeds gegarandeerd is. Voordeel: de spoorweg wordt volledig vermeden (geen interferentie met Infrabel), volledige gravitaire leegloop is steeds mogelijk naar de Kasteelbeek (voeding van Boterplas) en het risico op waterproblemen in de Maltastraat worden opgelost. Nadeel is dat de Maltastraat volledig opgebroken en heraangelegd moet worden tot de Kasteelbeek (+/- 110 meter). Hierdoor is de meerprijs ook een stuk hoger: 55.000 euro voor aanleg RWA-riool, 15.000 tot 30.000 euro voor renovatie / aanleg nieuwe DWA-riool en 70.000 euro voor heraanleg van de wegenis.

        De aangepaste uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 4.784.891,75 EUR excl. btw, volgens onderstaande kostenverdeling : 

         

         

        DEEL 1 - WERKEN IN DE DIKKEBUSSEWEG

        Totaal Hoofdstuk 1.1.1 : Opbraak bestaande riool + aanleg DWA-riool + huisaansluitingen (100% Lokaal Pact) :

        € 1.354.047,50

        Totaal Hoofdstuk 1.1.2 : RWA-Riool (26% AWV en 74% Lokaal Pact) :

        € 571.282,00

        Totaal Hoofdstuk 1.1.3 : RWA-Riool (8% AWV en 92% Lokaal Pact) :

        € 147.126,50

        Totaal Hoofdstuk 1.2.1 : Wegeniswerken (100% t.l.v. AWV) :

        € 1.445.305,75

        Totaal Hoofdstuk 1.2.2 : Sleufherstel gemeentelijk aandeel (100% t.l.v. Lokaal Pact) :

        € 100.078,75

        Totaal Hoofdstuk 1.2.3 : Wegeniswerken (100% t.l.v. Ieper) :

        € 640.515,75

        DEEL 2 - WERKEN IN DE FREZENBERGSTRAAT EN MALTASTRAAT

        Totaal Hoofdstuk 2.1 : Rioleringswerken (75% subsidie Aanvullende Gewestbijdrage + 25% t.l.v. stad Ieper) :

        € 304.245,50

        Totaal Hoofdstuk 2.2 : Wegeniswerken 100% t.l.v. Ieper :

        € 222.290,00

        ALGEMEEN TOTAAL DER WERKEN (excl. BTW) :

        € 4.784.891,75



        KOSTENVERDELING

        LOKAAL PACT

        Totaal Hoofdstuk 1.1.1 : Opbraak bestaande riool + aanleg DWA-riool + huisaansluitingen (100% Lokaal Pact) :

        € 1.354.047,50

        Totaal Hoofdstuk 1.1.2 : RWA-Riool (26% AWV en 74% Lokaal Pact) :

        € 422.748,68

        Totaal Hoofdstuk 1.1.3 : RWA-Riool (8% AWV en 92% Lokaal Pact) :

        € 135.356,38

        Totaal Hoofdstuk 1.2.2 : Sleufherstel gemeentelijk aandeel (100% t.l.v. Lokaal Pact) :

        € 100.078,75

        Totaal t.l.v. Lokaal Pact :

        € 2.012.231,31

        WERKEN TEN LASTE VAN AWV

        Totaal Hoofdstuk 1.1.2 : RWA-Riool (26% AWV en 74% Lokaal Pact) :

        € 148.533,32

        Totaal Hoofdstuk 1.1.3 : RWA-Riool (8% AWV en 92% Lokaal Pact) :

        € 11.770,12

        Totaal Hoofdstuk 1.2.1 : Wegeniswerken (100% t.l.v. AWV) :

        € 1.445.305,75

        Totaal t.l.v. AWV :

        € 1.605.609,19

        WEGENISWERKEN TEN LASTE VAN STAD IEPER

        Totaal Hoofdstuk 1.2.3 : Wegeniswerken (100% t.l.v. Ieper) :

        € 640.515,75

        Totaal Hoofdstuk 2.2 : Wegeniswerken 100% t.l.v. Ieper :

        € 222.290,00

        Totaal wegeniswerken t.l.v. stad Ieper :

        € 862.805,75

        SUBSIDIE AANVULLENDE GEWESTBIJDRAGE - GEMEENTELIJK AANDEEL

        Totaal Hoofdstuk 2.1 : Rioleringswerken (75% subsidie Aanvullende Gewestbijdrage + 25% t.l.v. stad Ieper) :

        € 228.184,13

        RIOLERINGSWERKEN T.L.V. STAD IEPER

        Totaal Hoofdstuk 2.1 : Rioleringswerken (75% subsidie Aanvullende Gewestbijdrage + 25% t.l.v. stad Ieper) :

        € 76.061,38


        Voor de rioleringswerken in de Frezenbergstraat en de Maltastraat, volgens hoofdstuk 2.1. wordt een subsidie gewestbijdrage riolering aangevraagd van 75 %.  Deze kost is te prefinancieren.  Wel is het zo dat er nog onduidelijkheid is of de stad het deel Aquafin zal moeten voorfinancieren.



         

        Financiële gevolgen

         

        Jaar

        Budgetartikel

        Budget

        Reeds vastgelegd

        Oud beschikbaar

        Voorgesteld

        Nieuw beschikbaar

        Datum consultatie

        2020-2025


        ACO27/0310-0/224007

        1.072.333,73

        76.456,12

        995.877,61

         

           

        2020-2025

        AC027/0310-0/150200  (subsidie)

        1.124.534,00

        0

        1.124.534,00 

         

         

         

        2020-2025

        AC027/0310-0/227007

        1.760.049,00

        0

        1.760.049,00

         

         

         

        2020-2025

        Netto budget

        1.707.848,73

         76.456,12  1.631.392,61

         

         

         

        Er is voorlopig voldoende netto-budget beschikbaar.  Het is zo dat er nog onduidelijkheid is of de stad het deel Aquafin zal moeten voorfinancieren.   Indien de stad dit moet voorfinancieren zal het budget langs ontvangst- en uitgave kant moeten bijgestuurd worden bij een volgende meerjarenplanaanpassing, doch netto blijft dat hetzelfde resultaat en vormt dit geen meerkost.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 18 ja stemmen en 12 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Six en Dehollander) :

        Artikel 1: Het aangepast bestek met nr. WWV/INV/ N375/2 en de raming voor de opdracht “Aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en nieuw wegprofiel in synergie met de vernieuwing van de waterleiding in de Dikkebusseweg, gedeelte tussen het station en de Frezenbergstraat”, opgesteld door de ontwerper, Studiebureau Lobelle bvba, Gistelsteenweg 112 te 8490 Varsenare-Jabbeke worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 4.784.891,75, EUR, btw niet inbegrepen.

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

        Artikel 3: Het Agentschap Wegen en Verkeer West-Vlaanderen wordt gemandateerd om de procedure te voeren en in naam van Stad Ieper bij de gunning en de uitvoering van de opdracht op te treden.

        Artikel 4: De uitgave van het stadsaandeel, voor een totaal bedrag van € 862.805,75 + 21 % btw MC en € 76.061,38 + 21 % btw aftrekbaar of een totale kost van 938.867,13 EUR + btw = 1.120.056,30 EUR in deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van de meerjarenplanning, op actie AC027.  Indien het deel Aquafin dient geprefinancierd te worden, zal dit opgenomen worden in een volgende meerjarenplanaanpassing.

        Artikel 5: Een afschrift te bezorgen van dit besluit aan de diverse partners van dit project.

        Artikel 6: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

    • Economie

      • Goedkeuring subsidiereglement startende handelszaak/buurtwinkel

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het College van burgemeester en schepenen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De zonale en lokale politieverordeningen.

        Feiten, context en argumentatie

        De stad Ieper heeft een sterk verweven handelsapparaat. Daar kleinhandelszaken het kloppende hart van het centrum zijn, daar zij ervoor zorgen dat het gezellig vertoeven is in de binnenstad en daar zij mede zorgen voor de netheid van onze straten, wenst de stad Ieper startende ondernemingen te ondersteunen via een startersubsidie.

        Buurtwinkels zijn zeer belangrijk en vormen een belangrijke schakel in het sociaal economische weefsel van kernen en wijken. We zien hier een aankomend tekort in de deelgemeenten en buitenranden van het centrum.
        De stad Ieper wil met dit reglement ook mensen aanzetten om een handelszaak op te starten binnen de grenzen van het doelgebied, en met uitsluiting van een aantal economische activiteiten.

        De stad Ieper wil dit doen door per semester een subsidie toe te kennen, dit over 2 jaar én op degressieve wijze.

        Deze financiële stimulans dient besteed te worden aan promotie en marketing van de handelszaak in de ruime zin van het woord: het plaatsen van advertenties, billboards (uitgezonderd reclame- en menuborden), promotiefolders (op straat of bij de verkoop), gerichte promotiefolder via welbepaalde adressenlijsten, organiseren van opendeurdagen, kortingsbonnen, persbericht, eigen website, social media, sponsoring, beurzen, …

        Financiële gevolgen

        Relanceplan Economie - subsidiereglement startende handelszaak/buurtwinkel (degressieve subsidie op vertoon van facturen):

         

         Kost

         Budgetartikel

         # 

         2022

         # 

        2023

         #

         2024

         Totaal

         Exploitatie

         

         

         ACS157/0500-0/649710

         

         

         

         

         

         

         € 54.000,00

         

        1e jaar 2 x € 1.000

         € 2.000

         

         7

        € 14.000

         

         

         

         

         

        € 14.000

        2e jaar 2 x € 800

         € 1.600

         

         

         

         

        € 11.200

         

         

         

        € 11.200

        1e jaar 2 x € 1.000

         € 2.000

         

         

         

        8

        € 16.000,00

         

         

         

        € 16.000

        2e jaar 2 x € 800

         € 1.600

         

         

         

         

         

         

        € 12.800

         

        € 12.800

        Subsidieaanvragen kunnen mogelijks tot in 2025 uitwerking hebben. Anderzijds kan de ingeschatte verdeling van het aantal dossiers over 2022 en 2023 afwijken. De benodigde kredieten, voorzien in het meerjarenplan, zullen desgevallend over de betrokken jaren verschoven worden.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de Gemeenteraad met 18 ja stemmen en 2 onthoudingen (de raadsleden Six en Dehollander) tegen 10 neen stemmen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens en Feys) het volgend "subsidiereglement voor startende handelszaken en buurtwinkels" goed te keuren:

        Subsidiereglement voor startende handelszaken en buurtwinkels

        HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN

        Artikel 1: Definities

        § 1       Handelszaak

        Elke actieve onderneming of eenmanszaak, waarvoor een inschrijving in de Kruispuntbank Ondernemingen (KBO) is vereist, dewelke hoofdzakelijk strekt tot de uitoefening van een kleinhandel, namelijk een rechtstreekse en persoonlijke verkoop van goederen en/of diensten aan eindverbruikers.

        § 2       Handelaar

        De uitbater, natuurlijke of rechtspersoon, van de handelszaak zoals bedoeld in § 1.

        § 3       Handelspand

        Het onroerend goed, gelegen binnen de grenzen van het doelgebied van het huidig reglement, waarin de handelszaak wordt uitgebaat door de handelaar, zoals gedefinieerd in dit artikel, met uitsluiting van alle delen van een onroerend goed dewelke niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak, en met uitsluiting van elk onroerend goed waarin geen handelszaak wordt uitgebaat op het gelijkvloers.

        § 4       Doelgebied

        Kernwinkelgebied Ieper: Boomgaardstraat, Boterstraat, Diksmuidestraat (tot Slachthuisstraat), Grote Markt, Menenstraat, Neermarkt, Rijselstraat (tot Merghelynckstraat), Stationsstraat, Tempelstraat, Vandenpeereboomplein, Coomansstraat

        § 5       Buurtwinkel

        Handelszaken die hoofdzakelijk producten voor dagelijkse voeding op het grondgebied van de stad Ieper aanbieden. De publiek toegankelijke winkelruimte mag niet meer dan 400m² bedragen.

        § 6       Vestigingseenheid

        In dit reglement wordt een vestigingseenheid aangemerkt als de plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres waar de handelaar zijn activiteit uitoefent en die in de KBO als dusdanig is aangemerkt

        §7        Een handelszaak wordt beschouwd als ‘startend’ wanneer de ‘begindatum’ van de vestigingseenheid volgens de inschrijving in de KBO valt in de periode tussen de inwerkingtreding van dit reglement en 31 december 2023.

        § 8       Publiek toegankelijke winkelruimte

        Een publiek toegankelijke winkelruimte is een ruimte die openstaat voor het publiek of bedoeld is voor gemeenschappelijk gebruik.

        § 9       Het eerste semester start de dag waarop de dienst Lokale Economie het subsidie aanvraagformulier ontvangt. Het tweede, derde en vierde semester van de subsidieperiode sluiten hierop ononderbroken aan.

        Artikel 2: Doelgroep en toepassingsgebied

        § 1       De subsidie kan enkel aangevraagd worden door startende handelaars.

        § 2       Het handelspand dient gelegen te zijn binnen de grenzen van het doelgebied, zoals bepaald in artikel 1. Voor buurtwinkels geldt de afbakening van het doelgebied niet.

        § 3       De volgende economische activiteiten worden uitgesloten van subsidie:

        • callshop, nachtwinkel, tabakswinkel, CBD shop, automatenshop, goktent, seksshop, peepshow, dancing, lunapark, privéclub, louter e-commerce
        • financiële- en verzekeringsinstellingen, immo-, interim- en andere zakenkantoren
        • vrije of intellectueel dienstverlenende beroepen (zoals bv. (huis)artsen, advocaten, notarissen, architecten, psychologen, …)
        • winkels met activiteit telefonie en/of internet
        • recazaken inclusief recazaken waar ook een snack afgehaald kan worden

        § 4       De subsidieaanvraag is niet ontvankelijk wanneer wordt voldaan aan de definitie ‘startend handelaar’ louter ten gevolge van een wijziging van vennootschapsrechterlijke structuur of bij wijziging van eenmanszaak naar vennootschap of omgekeerd.

        § 5       De subsidie kan enkel aangevraagd worden voor een handelszaak

        • die over de vereiste vergunningen beschikt en die voldoet aan alle wettelijke verplichtingen inzake het uitoefenen van een handelszaak;
        • voor promotie en marketing in de ruime zin van het woord;
        • waarvan de publiek toegankelijke winkelruimte maximum 400 m² bedraagt.

         § 6       De subsidie is cumuleerbaar met andere steunmaatregelen tenzij deze andere steunmaatregel dit uitsluit. 

        HOOFDSTUK II: SUBSIDIE 

        Artikel 3: Subsidiebedragen

        Indien men voldoet aan de voorwaarden wordt per semester een subsidie toegekend, dit voor 2 jaar én op degressieve wijze:

        • gedurende het 1ste jaar wordt per semester een subsidie van € 1.000 toegekend;
        • gedurende het 2de jaar wordt per semester een subsidie van € 800 toegekend;

        Artikel 4: Beperkingen

        § 1       De subsidie kan éénmalig per vestigingseenheid bekomen worden binnen de looptijd van het reglement en kan in totaal maximum € 3.600 bedragen.

        § 2       De semestriële subsidieschijf wordt beperkt tot het maximum van het bedrag exclusief btw van de voor het betrokken semester aangereikte stavingsstukken. Eventuele hierdoor niet gebruikte subsidiemogelijkheden worden niet overgedragen naar een volgend semester.

        § 3       Het verlenen van de subsidie kan enkel binnen de perken van de beschikbare kredieten die voor dit reglement beschikbaar zijn gesteld en overeenkomstig de vigerende regelgeving houdende de  controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen.

        HOOFDSTUK III: PROCEDURE

        Artikel 5: Aanvraag

        § 1       De opstart van het dossier dient te gebeuren via het daartoe voorziene aanvraagformulier te verkrijgen bij de dienst Lokale Economie.

        § 2       Het aanvraagformulier moet aangetekend verstuurd worden per post naar de dienst Lokale Economie, AC Auris, Ter Waarde 1, 8900 Ieper of via e-mail naar economie@ieper.be. Ook persoonlijke afgifte op de dienst Lokale Economie is mogelijk, in dit geval wordt een ontvangstbewijs door de dienst Lokale Economie afgeleverd.

        § 3       De geleverde gegevens worden door de bevoegde stadsdiensten strikt vertrouwelijk behandeld.

        § 4       De aanvragen worden chronologisch behandeld volgens het tijdstip waarop de aanvraag werd ontvangen . De postdatum van de aangetekende zending, het tijdstip van ontvangst van de mail of dat van het ontvangstbewijs is bepalend.

         § 5       De handelaar bezorgt de dienst Lokale Economie (per mail, per post of d.m.v. persoonlijke afgifte) per semester een uitbetalingsaanvraag (is verschillend van aanvraagformulier opstart). De uitbetalingsaanvraag omvat de nodige documenten tot staving van de gedane promotie en marketing zoals uitnodigingen, affiches, foto’s etc. alsmede alle rekeningen en uitgaven. De uitbetaling gebeurt enkel op basis van de bewezen en vaststaande kosten. Hierbij wordt rekening gehouden met de factuurdatum en niet met de datum van betaling van de factuur. Betaling van de factuur dient wel met een bankafschrift bewezen te worden.

        De uitbetalingsaanvraag kan enkel facturen met een factuurdatum binnen het betrokken semester als staving omvatten.  Men dient de uitbetalingsaanvraag van de subsidie in, ten laatste binnen de 2 maand na het betreffende semester, zoniet vervalt voor het betrokken semester het recht op de subsidie.

        § 6       Binnen de maand na de uitbetalingsaanvraag worden de stavingsdocumenten per betrokken semester ter goedkeuring voorgelegd aan het College van burgemeester en schepenen.

        Artikel 6: Ontvankelijkheid

        § 1       De ontvankelijkheid van de subsidieaanvraag wordt beoordeeld door de dienst Lokale Economie. Het aanvraagdossier is ontvankelijk als het volledig ingevuld en ondertekend is en alle gevraagde documenten werden bijgevoegd.

        § 2       De elementen uit het aanvraagformulier dienen conform te zijn met alle bepalingen in voorliggend reglement. De aanvrager dient alle wettelijke regels en reglementen te respecteren.

        Artikel 7: Principiële toekenning subsidie op basis van aanvraagformulier

        § 1       Het College van burgemeester en schepenen beslist op advies van de dienst Lokale Economie, over de ontvankelijkheid van de subsidieaanvraag en de al dan niet principiële toekenning van de subsidie.

        § 2       De beslissing over de ontvankelijkheid en de principiële subsidietoekenning vindt plaats binnen een termijn van één maand na ontvangst van het aanvraagformulier.

        § 3       De aanvrager wordt door de dienst Lokale Economie binnen de maand na de beslissing over de ontvankelijkheid en de principiële subsidietoekenning op de hoogte gebracht van deze beslissing .

        Artikel 8: Goedkeuring semestriële subsidieschijf op basis van de uitbetalingsaanvraag

        § 1       Het College van burgemeester en schepenen beslist op advies van de dienst Lokale Economie, over de goedkeuring en uitbetaling van elke semestriële subsidieschijf.

        §2        De beslissing over de goedkeuring en uitbetaling van elke semestriële subsidieschijf vindt plaats binnen een termijn van één maand na indiening van de uitbetalingsaanvraag.

        § 3       De aanvrager wordt door de dienst Lokale Economie binnen de maand na de beslissing over de goedkeuring en uitbetaling van de semestriële subsidieschijf op de hoogte gebracht van de beslissing.

        Artikel 9: Uitbetaling

        § 1       De subsidie wordt binnen de 2 maand na goedkeuring van de uitbetalingsaanvraag uitbetaald op voorwaarde dat op dat moment het recht op subsidie niet vervallen is (cfr. artikel 10).

        § 2      De uitbetaling gebeurt op het door de aanvrager opgegeven bankrekeningnummer. Een bankattest die de rekeninghouder aantoont, is vereist.

        § 3      De aanvrager verbindt zich ertoe stad Ieper schriftelijk op de hoogte te brengen van iedere wijziging van diens bankrekeningnummer.

        Artikel 10: Verval van recht op de subsidie

        Het recht op de subsidie vervalt van rechtswege wanneer tussen de aanvraag en de uitbetaling van de subsidie het volgende plaatsvindt: de ontbinding of het faillissement van de aanvrager of elke andere hypothese van sluiting of stopzetting van de handelszaak, het niet meer publiek toegankelijk zijn van het handelspand en/of niet meer voldaan is aan de bepalingen van dit reglement.

        Dit recht wordt bij elke schijf van de subsidiëring opnieuw geëvalueerd.

        HOOFDSTUK IV: SLOTBEPALINGEN

        Artikel 11: Controle

        § 1       Stad Ieper heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende subsidie te doen controleren.

        § 2       Ingeval de aanvrager zich verzet tegen de uitoefening van de controle, is hij/zij gehouden tot terugbetaling van de subsidie.

        Artikel 12: Sancties (en strafbepalingen)

        § 1       De subsidie moet steeds gebruikt worden voor het doel waarvoor ze is toegekend en het gebruik ervan dient gerechtvaardigd. Zo niet dient de subsidie terugbetaald te worden.

        § 2       In geval van fraude of valse verklaringen in hoofde van de aanvrager, kan stad Ieper beslissen om de toekenning van de subsidie te weigeren en in de toekomst geen subsidies meer toe te staan aan de aanvrager en het verleende subsidiebedrag terug te vorderen.

        Artikel 13: Non-discriminatieclausule

        § 1       De aanvrager verbindt er zich toe:

        (a) geen enkele vorm van discriminatie op grond van het geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst te dulden.

        (b) toegankelijk te zijn voor iedereen.

        (c) elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en te bestraffen.

        (d) de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na te leven.

        (e) indien men beroep doet op derden onderhavige non-discriminatieclausule aan hen ter kennis te brengen en er voor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in het kader van het toepasselijke reglement.

        § 2       Wanneer de non-discriminatieclausule niet nageleefd wordt, kan stad Ieper beslissen om de toekenning van de subsidie te weigeren en in de toekomst geen subsidies meer toe te staan aan de aanvrager en het verleende subsidiebedrag terug te vorderen.

        Artikel 14: Inwerkingtreding (en duurtijd)

        Dit reglement treedt in werking op de vijfde dag na publicatie, zijnde 15 februari 2022 en eindigt op 31 december 2025. 

        Artikel 2: Het reglement wordt door de Burgemeester bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad Ieper, met vermelding van zowel de datum waarop het reglement werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

        Artikel 3: Het College van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering, opvolging en beoordeling van dit reglement.

    • Digitalisering

      • Vernieuwing back-up oplossing - goedkeuring bestek en wijze van gunnen

        Voorgeschiedenis

        In het CBS van 4 januari 2021 (CBS/2020/4423) werd een back-up plan goedgekeurd, in uitwerking van actiepunt "Uitwerken back-up en recovery beleid" van het informatieveiligheidsplan.

        De huidige back-up infrastructuur voldoet niet meer aan de vereisten van het back-up plan. De back-up server met bijhorende disk opslag dateert van 2015. De tape robot is nog ouder. Dit systeem is dus aan vervanging toe.

         

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en de artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 EUR niet).

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

         

        Feiten, context en argumentatie

        In het kader van de opdracht “Vernieuwing back-up oplossing” werd een bestek met nr. IT/2021-01 opgesteld door de dienst IT.
        Concreet gaan we op zoek naar een back-up oplossing voor alles wat we nog in huis bewaren. Waar we nu nog eveneens in huis back-uppen (op een 3de locatie in de bibliotheek), willen we met deze vernieuwing de mogelijkheden van back-up naar de cloud (of hybride) verkennen.

        De opdracht wordt geraamd op in totaal € 80.000 inclusief btw. In het MJP was in 2021 op budgetcode ACS126/0119-2/242000 € 40.000 voor de investering voorzien. Dat budget wordt overgedragen naar 2022.
        De exploitatiekost wordt geraamd op € 40.000 voor 5 jaar.

        Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

        Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd de lastvoorwaarden en gunningswijze goed te keuren.

         

        Financiële gevolgen

        Jaar

        Budgetartikel

        Budget

        Reeds vastgelegd

        Oud beschikbaar

        Voorgesteld

        Nieuw beschikbaar

        Datum consultatie

        2022

        ACS126/0119-2/242000

         220.000

         

         

         40.000

         

         

        2022

        ACS126/0119-2/614001

         40.000  14.582,45  25.417,55      
         

        ACS126/0119-2/613201

         275.000  28.471,05  246.528,95  40.000    

        Hoe de exploitatiekost opgesplitst zal worden en of deze vooruitbetaald of jaarlijks verrekend zal worden, is afhankelijk van de gekozen leverancier.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: Het bestek met nr. IT/2021-01 en de raming voor de opdracht “Vernieuwing back-up oplossing”, opgesteld door de IT-dienst goed te keuren. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 66.115,70 EUR excl. btw of 80.000,00 EUR incl. 21% btw.

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

        Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget en exploitatiebudget van 2022, op budgetcodes 0119-2/242000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN, 0119-2/614001/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie ACS126) en 0119-2/613201/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN.

        Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

    • Jeugd

      • Vernieuwd totaalreglement erkenningen en subsidies jeugdverenigingen - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Momenteel zijn er drie verschillende reglementen voor de erkenning en betoelaging van jeugdverenigingen (betoelaging jeugdverenigingen, erkenning jeugdverenigingen en starttoelage). Het reglement 'betoelaging jeugdverenigingen' werd in 2020 goedgekeurd door de gemeenteraad als een vereenvoudiging en verbetering ten opzichte van vier voorgaande reglementen die voortaan samengenomen worden. Inhoudelijk blijft dit reglement uit 2020 grotendeels gelijk.

        Momenteel ontbreekt een kader voor de betoelaging van particuliere speelpleinwerkingen. Sinds enkele jaren is er bijvoorbeeld in Boezinge 'Speelpleinwerking Boezinge Speelt' en in Vlamertinge 'Speelpleinwerking Het stekje'. In de stadsbegroting is een totale toelage voor particuliere speelpleinwerkingen voorzien maar wegens het ontbreken van een verdeelsleutel kunnen we deze middelen niet op een evenwichtige manier verdelen en prioriteiten stellen. 

        Voor de bestaande regelgevingen stuurt het voorgestelde totaalreglement bij waar nodig maar vereenvoudigd ze vooral enkele zaken.

        We evalueerden de nieuwe verdeelsleutel voor de toelages van jeugdverenigingen die dit jaar voor het eerst werd gebruikt. De vernieuwingen en vereenvoudigingen werden zeer positief onthaald zowel door de jeugdverenigingen als intern op de jeugddienst. We voeren enkele kleine veranderingen door in dit nieuwe totaalreglement in functie van deze evaluatie.

        In het voorgestelde totaalreglement worden de drie bestaande reglementen opgenomen alsook een verdeelsleutel voor de toelages voor particuliere speelpleinwerkingen. Na het eerste jaar zal dit uiteraard geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd worden. De verdeelsleutel voor speelpleinwerkingen is gebaseerd op de verdeelsleutel voor de andere jeugdverenigingen maar de invulling verschilt vanwege de andere aard van de werking.

        Alle veranderingen kwamen tot stand met participatie van de jeugdverenigingen zelf, de speelpleinwerkingen, het bestuursorgaan van JOC Ieper vzw en uitvoerig intern overleg. De grootste veranderingen in het reglement worden hieronder opgesomd. 

        • In de nieuwe structuur worden eerst de kadervormingen uitgekeerd alvorens het mogelijke overschot in deze post pro rata te verdelen over speelpleinwerkingen en andere jeugdverenigingen.
        • De erkenningsvoorwaarden voor jeugdverenigingen waren voorbijgestreefd. We spreken niet meer van 'leden' en 'leiding'. Ook het hebben van een secretariaat en gebruiken van een lokaal in Ieper werd er uit verwijderd. De activiteiten moeten nu doorgaan op het grondgebied van Ieper. Om recht op toelage te verkrijgen dien je dan aan bijkomende voorwaarden te voldoen. Het is dus mogelijk om als jeugdvereniging erkend te worden en van bijhorende voordelen te genieten (bvb: goedkopere tarieven voor huur stadslocaties en ondersteuning vanuit de jeugddienst) zonder aanspraak te maken op een toelage. Dit was al zo maar wordt nu duidelijker gespecifieerd.
        • Bij twijfel mag de jeugddienst steeds bijkomende bewijzen vragen.
        • Sommige bewijsstukken werden dubbel gevraagd (bij erkenning en bij toelages). Dit wordt er uit gehaald. Bij investering in private jeugdlokalen wordt extra bewijs gevraagd.
        • Bij de gebruikskosten voor de toelage van jeugdverenigingen worden internetkosten erbij gevoegd.
        • Er wordt uitdrukkelijk vermeld dat de erkennings- en subsidieaanvraag digitaal mag gebeuren.
        Financiële gevolgen

        De kredieten die voor de betoelaging ter beschikking gesteld worden blijven dezelfde:

        Begrotingsposten

        • Jeugdverenigingen: ACS130/0750-0/649830
        • Speelpleinwerkingen: ACS354/0752-0/649830   
        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 18 ja stemmen en 12 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Six en Dehollander) :

        Artikel 1 : het volgende 'erkennings- en subsidiereglement jeugdverenigingen' goed te keuren. 

        Erkennings- en subsidiereglement jeugdverenigingen

        Dit reglement regelt de erkenning van jeugdverenigingen binnen de stad Ieper en de toelages die daaraan kunnen vasthangen. De bepalingen van dit besluit treden in werking met ingang van 1 september 2022. 

        Bij twijfel over de erkenning of uitbetaling van toelages, wordt advies ingewonnen van de jeugdraad of kan er extra bewijsmateriaal gevraagd worden door de jeugddienst.

        Verenigingen aangesloten bij een andere of georganiseerd vanuit een andere stedelijke adviesraad zoals daar zijn cultuur, sport, welzijn of enige andere kunnen geen gebruik maken van dit reglement.

        1        Erkenning jeugdvereniging

        1.1.  Voorwaarden

        De stad Ieper erkent jeugdverenigingen wanneer:

        • De organisatie als focus heeft activiteiten voor jongeren (-30 jaar).
        • Ze minstens 10 activiteiten per jaar organiseren die tot doel hebben een buiten- en naschoolse vorming en ontspanning voor de deelnemers te bezorgen. Deze activiteiten mogen niet commercieel gericht zijn.
        • De activiteiten doorgaan in Ieper.
        • De organisatie een openbaar karakter heeft.
        • De vereniging minimaal 3 vrijwilligers heeft, met een verantwoordelijke vrijwilliger van minstens 18 jaar oud. Minstens de helft van de vrijwilligers bestaat uit jongeren (-30 jaar).
        • Er minstens 5 Ieperse deelnemers zijn jonger dan 30 jaar.
        • Ze de universele verklaring van de rechten van de mens en verdrag inzake rechten van het kind onderschrijven.

        Gevraagde documenten:

        • Bewijs van het openbaar karakter (kalender, uitnodiging activiteit, krantenartikel…).
        • Omschrijving 10 activiteiten.
        • Lijst met naam, geboortedatum, woonplaats en contactgegevens van vrijwilligers & deelnemers.

        1.2.  Gevolg van erkenning

        De erkenning als jeugdvereniging start op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar en deze periode wordt een werkjaar genoemd.

        Een erkende jeugdvereniging krijgt ondersteuning vanuit stad Ieper. Dit omvat advies, een voordelig tarief bij het huren van stadslocaties en gebruik maken van de uitleendienst. Daarnaast kun je als erkende jeugdvereniging ook fiscale attesten uitreiken aan de ouders van de leden en terugbetalingsattesten opmaken van het ziekenfonds. Daarnaast kan ze aanspraak maken op verschillende toelages.

        1.3.  Wijze van aanvraag 

        Formulieren voor erkenning worden door de jeugddienst verdeeld over de jeugdverenigingen. Nieuwe jeugdverenigingen kunnen de formulieren krijgen op aanvraag. De formulieren dienen volledig ingevuld en vergezeld van alle gevraagde bewijsstukken, uiterlijk op 1 oktober na het werkjaar ter beschikking liggen van de jeugddienst (digitaal of na afgifte op de bureau van de jeugddienst aan één van de medewerkers).

        2        Subsidies & toelages

        De globale toelage alsook de onderverdeling van deze toelage wordt elk jaar door de gemeenteraad vastgesteld in de stadsbegroting. De toelage heeft tot doel de organisatie van jeugdactiviteiten door jeugdverenigingen te helpen financieren.

        Een erkende jeugdvereniging kan aanspraak maken op een (i) starttoelage en zijn vrijwilligers kunnen aanspraak maken op (ii) toelage voor kadervorming. Indien de erkende jeugdvereniging aan de bijkomende voorwaarden voor speelpleinwerkingen of andere jeugdverenigingen voldoet, wordt ze respectievelijk betoelaagd volgens de toelage voor (iii) speelpleinwerkingen of (iv) andere jeugdverenigingen. Een erkende jeugdvereniging kan maximaal volgens één van beide subsidiereglementen (iii of iv) betoelaagd worden. Een vereniging die via een convenant met stad Ieper betoelaagd wordt, maakt geen aanspraak op toelages (i, ii, iii, iv) via dit reglement. Jeugdhuizen vallen buiten de scope van deze reglementen.

        De globale toelage verminderd met de uitbetaalde (i) starttoelages wordt gebruikt als basis voor de andere 3 toelages (ii, iii, iv).

        Een werkjaar start op 1 september van een kalenderjaar en eindigt op 31 augustus van het kalenderjaar erna. De uitbetaling van alle toelages vindt plaats na 1 oktober en voor 31 december van het werkjaar volgend op het werkjaar waarop ze van toepassing is. Uitgezonderd de starttoelage die uitbetaald wordt op het moment van erkenning.

        Formulieren voor toelage worden door de jeugddienst verdeeld over de jeugdverenigingen. Nieuwe jeugdverenigingen kunnen de formulieren krijgen op aanvraag. De subsidieaanvraag (iii & iv) moet, volledig ingevuld en vergezeld van alle gevraagde bewijsstukken, uiterlijk op 1 oktober na het werkjaar ter beschikking zijn van de jeugddienst (digitaal of na afgifte op de bureau van de jeugddienst aan één van de medewerkers). Vanaf 2 oktober wordt de toelage waarop de jeugdvereniging recht had met volgende percentages verminderd (de middelen die hierbij vrijkomen worden pro rata verdeeld onder iii & iv):

        • 2 oktober - 7 oktober:    -10%
        • 8 oktober - 14 oktober:  -20%
        • 15 oktober - 21 oktober: -30%
        • na 21 oktober:   -100%

        Elke onregelmatigheid vastgesteld in een onderdeel van de verdeelsleutel heeft de volledige schrapping van deze post tot gevolg.

        Elke jeugdvereniging kan een commissaris afvaardigen die de juistheid van de toelageverdeling nagaat. Deze commissaris heeft inzagerecht in alle documenten die betrekking hebben op de berekenings- en verdelingswijze van de toelagen. De jeugddienst wordt op de hoogte gebracht wanneer de jeugdvereniging van dit recht gebruik wenst te maken.

        2.1       Starttoelage (i)

        Een jeugdvereniging die voor de eerste keer wordt erkend, ontvangt een starttoelage van 375 euro. De erkenningsvoorwaarde om minimaal 10 activiteiten door te laten gaan, kan nog niet bewezen worden bij start. De intentie (=kalender, uitnodigingen …) om dit te voorzien is voldoende.

        2.2       Toelage voor kadervorming (ii)

        Vrijwilligers die een kaderopleiding succesvol afronden, krijgen 75 procent van de cursuskosten terugbetaald wanneer ze aan volgende voorwaarden voldoen. Dit met een maximale terugbetaling van 120 euro.

        Voorwaarden:

        De terugbetaling wordt gedaan aan de aanvrager zelf en niet aan de jeugdverenigingen. Indien de voorziene (ii) toelage voor kadervorming niet volstaat, wordt de terugbetaling van de kadervorming pro rata verminderd tot de toelage wel volstaat.

        Indien de voorziene (ii) toelage voor kadervorming groter is dan het benodigde bedrag, wordt het overschot pro rata verdeeld over de (iii) toelage voor speelpleinwerkingen en (iv) toelage voor andere jeugdverenigingen.

        Gevraagde documenten:

        • Bewijs betaling
        • Behaalde attest

        2.3       Toelage voor speelpleinwerkingen (iii)

        2.3.1       Recht op toelage

        Om recht te hebben op de toelage voor speelpleinwerkingen moet de jeugdvereniging erkend zijn door stad Ieper en voldoen aan de volgende voorwaarden:

        • De werking heeft als hoofddoel spelen en is actief tijdens de schoolvakanties (in hoofdzaak zonder overnachting).
        • De werking gebruikt een vast lokaal in Ieper.
        • Animatoren (jongeren onder de 30 jaar) voeren het speelaanbod uit en worden betrokken bij de werking.
        • Inschrijvingen moeten openbaar zijn. Er mogen enkel beperkingen zijn op basis van maximaal beschikbare plaatsen of onderscheid gemaakt omwille woonplaats of school waar de deelnemer schoolloopt. De kalender moet bereikbaar zijn voor de hele doelgroep.
        • Er moeten gedurende het werkjaar minstens 15 unieke Ieperse deelnemers zijn.
        • In het werkjaar moeten er minimaal 20 halve speelpleindagen zijn. Deelnemers kiezen zelf hoe vaak ze deelnemen.

        2.3.2       Begrippen

        Deelnemer:

        De leeftijd van de deelnemer ligt tussen 2,5 en 16 jaar. De leeftijd wordt geteld op basis van geboortejaren in het geldende werkjaar.

        Unieke deelnemer:

        Een deelnemer die minimaal 1 keer tijdens het werkjaar naar een speelpleindag kwam is een unieke deelnemer.

        Animator:

        Een vrijwilliger, onder de 30 jaar, belast met het animeren en begeleiden van kinderen en jongeren in een speelpleinwerking.

        Een halve speelpleindag:

        Een halve speelpleindag voldoet aan de volgende voorwaarden:

        • Animatoren voorzien een speelpleinwerking voor deelnemers.
        • Er zijn maximaal twee halve speelpleindagen per dag, 1 in de voor- en 1 in de namiddag.
        • Een halve speelpleindag duurt minimaal 3 uur.
        • Om een speelpleindag te zijn moet er minimaal 1 animator zijn per 15 deelnemers op eender welk moment die dag.
        • De geplande speelpleindagen moeten vooraf bekend gemaakt worden. Dit kan zowel openbaar zijn of ten minste bereikbaar voor elk kind dat binnen de doelgroep valt.
        • De speelpleindag valt in de schoolvakantie.

        Halve dagdeelname:

        De aanwezigheid van een deelnemer op een halve speelpleindag. Dit kan de volledige duur van de halve speelpleindag zijn of slechts een gedeelte van een dag. Een deelnemer kan maximaal twee halve dagdeelnames per dag komen.

        Attest:

        Animatorattest, attest van hoofdanimator, attest van instructeur en animatorattest, attest van hoofdinstructeur.

        2.3.3       Verdeelsleutel

        De (iii) toelage voor speelpleinwerkingen wordt als volgt verdeeld:

        • 40% toelage vast bedrag
        • 40% toelage op het aantal dagdeelnames
        • 20% toelage op het aantal animatoren

        2.3.3.1        Toelage op vast bedrag

        De toelage ‘vast bedrag’ wordt gedeeld door het aantal speelpleinwerkingen. Elke speelpleinwerking krijgt een even groot deel.

        2.3.3.2        Toelage op aantal halve dagdeelnames

        Voor elke deelnemer die op een halve speelpleindag aanwezig is, wordt één punt uitgereikt. Deze punten van alle speelpleinwerkingen worden samengeteld en aan de hand van de procentuele verdeling van het aantal punten wordt de toelage pro rata toegekend.

        2.3.3.3        Toelage op aantal animatoren

        Voor elke animator zonder attest die op een halve speelpleindag aanwezig is, wordt één punt uitgereikt. Voor elke animator met attest die op een halve speelpleindag aanwezig is, worden drie punten uitgereikt. De punten van alle speelpleinwerkingen worden samengeteld en aan de hand van de procentuele verdeling van het aantal punten wordt de toelage pro rata toegekend.

        Gevraagde documenten:

        • De kalender van de speelpleindagen.
        • Aanwezigheidslijsten van elke halve speelpleindag van zowel animatoren als deelnemers.

        2.4       Toelage voor andere jeugdverenigingen (iv)

        2.4.1       Recht op toelage

        Om recht te hebben op deze toelage moet de jeugdvereniging erkend zijn door stad Ieper en voldoen aan de volgende voorwaarden:

        • Minstens 15 activiteiten organiseren gespreid over minimum 4 maanden.
        • Minstens 10 leden (uitgezonderd leiding) woonachtig te Ieper.

        Gevraagde documenten:

        • Ledenlijst met adres met onderverdeling naar leiding en gewone leden
        • Kalender met activiteiten of uitnodiging naar activiteiten

        2.4.2       Begrippen

        Lid van de jeugdvereniging

        • Een kind/jongere die een duidelijk bewijs van aansluiting bij de erkende jeugdvereniging kan voorleggen.
        • Het lidmaatschap is jaarlijks, rechtstreeks en bewust: dit betekent dat het lid er expliciet voor gekozen heeft om deel uit te maken van de vereniging. Het lidmaatschap kan niet impliciet en onbewust verworven worden zoals via lidmaatschap van een andere vereniging, via het feit dat men bewoner is van een gemeente, via een inschrijving voor het voorgaande jaar …
        • De leeftijd van de leden moet gesitueerd zijn tussen 3 en 30 jaar. De leeftijd wordt geteld op basis van geboortejaren in het geldende werkjaar.
        • Aan een lidmaatschap kan een jaarlijkse bijdrage gekoppeld worden.

        Leider:

        Een verantwoordelijke persoon, belast met het animeren en begeleiden van kinderen en jongeren in een jeugdvereniging.

        Attest:

        Animatorattest, attest van hoofdanimator, attest van instructeur en animatorattest, attest van hoofdinstructeur.

        Activiteit: 

        Een activiteit voldoet aan de volgende voorwaarden:

        • Een duur van minstens twee opeenvolgende uren op één en dezelfde dag uitgevoerd met een maximum van drie (morgen, namiddag, avond) activiteiten per dag.
        • Minstens één van deze volgende acht functies komt tijdens de activiteit aan bod: ontmoeting, kadervorming, vorming, recreatief spel, amateurkunsten, dienstverlening, werken aan structuurverandering, bevorderen van integratie en begeleiding van groepen die voornamelijk uit maatschappelijke achtergestelde kinderen en jongeren bestaan.
        • Alleen eigen activiteiten van de plaatselijke jeugdvereniging waarbij hun leden betrokken zijn, komen in aanmerking.
        • De geplande activiteiten moeten vooraf bekend gemaakt worden op de eigen site of in een eigen tijdschrift, via een kampboekje, op sociale media, op een jaarkalender, via mails of sms’en.

        Kampen en weekends:

        Een kamp of weekend dat in aanmerking komt voor subsidie voldoet aan volgende voorwaarden:

        • Bestaat uit minstens 2 opeenvolgende overnachtingen.
        • Bestaat uit minstens 10 deelnemers, exclusief de begeleiding, waar per 10 deelnemers één gekwalificeerd begeleider (gebrevetteerd of iemand met minstens drie jaar ervaring in de leiding) aanwezig is.
        • Bestaat uit een educatief, evenwichtig programma aangepast aan de leeftijdsgroepen.

        2.4.3       Verdeelsleutel

        De (iii) toelage voor andere jeugdverenigingen wordt als volgt verdeeld:

        • 40% toelage op werking
        • 40% toelage op kampen en weekends
        • 20% toelage op jeugdlokalen

        2.4.3.1        Toelage op werking

        De toelage op werking wordt verder onderverdeeld als volgt:

        • 10% vast bedrag
        • 80% beloning resultaat

        -                  10% van dit onderdeel wordt verdeeld over het aantal leiding

        -                  40% van dit onderdeel wordt verdeeld over het aantal leden

        -                  50% van dit onderdeel wordt verdeeld over het aantal activiteiten

        • 10% beloning van het engagement
        2.4.3.1.1        10% vast gedeelte van de algemene werking

        Het bedrag per vereniging wordt berekend door het totaalbedrag van deze post te delen door het aantal jeugdverenigingen die via de (iii) toelage voor andere jeugdverenigingen betoelaagd worden.

        2.4.3.1.2        80% beloning van het resultaat
        • Waarvan 10% verdeeld over het aantal leiding: Per niet-geattesteerde leider wordt één punt toegekend. Per geattesteerde leider worden drie punten toegekend. Het aantal leiding dat voor betoelaging in aanmerking komt, is maximum één derde van het aantal leden.
        • Waarvan 40% verdeeld over het aantal leden: Er wordt één punt toegekend per lid dat in Ieper woont, maximum 30 jaar oud is, zijn lidmaatschap betaalt en verzekerd is.
        • Waarvan 50% verdeeld over het aantal activiteiten: Elke afdeling of tak van een jeugdvereniging ontvangt één punt per activiteit. Activiteiten op kampen en weekends tellen ook mee.

        Deze punten van alle jeugdwerkorganisaties worden samengeteld en aan de hand van de procentuele verdeling van het aantal punten wordt het budget pro rata toegekend.

        2.4.3.1.3        10% beloning van het engagement

        Het jeugdwerk maakt deel uit van een bredere samenleving waarin ze een grote rol kan spelen en als stad willen we dit belonen.

        De zeven thema’s zijn de volgende:

        • Milieubewustzijn, duurzame ontwikkeling, recyclage en upcycling
        • De Noord-Zuidproblematiek en eerlijke handel
        • Aandacht voor de lokale inbedding van de vereniging en intergenerationeel werken
        • Aandacht voor kansengroepen binnen de vereniging
        • Aandacht voor kunst en creativiteit
        • Aandacht voor doordacht ondernemerschap
        • Bijdragen tot een sterk jeugdbeleid van de stad.

        Jeugdverenigingen die op minstens vier van deze zeven thema’s inzetten door het organiseren van activiteiten, het opzetten van vorming, aanwezigheid op vormingsactiviteiten en/of vergaderingen van de jeugdraad, bewuste materiaalkeuze, deelname aan acties of het zelf opzetten van acties komen voor dit deel van de toelage in aanmerking.

        Gevraagde documenten:

        • Lichamelijke ongevallenverzekering
        • Kopie van elk attest
        • Aantonen engagementen via een financieel stuk, een artikel in de krant, een onderdeel uit het programmaboekje, bewijs van gevolgde vorming, bewijs van aanwezigheid op vormingsactiviteiten en/of vergaderingen van de jeugdraad, dorpsraad.

        2.4.3.2        Toelage op kampen en weekends

        Voor elke aanwezige op elke dag kamp of weekend krijgt een jeugdvereniging één punt. Een aanwezige kan een lid, leiding of kok zijn. Deze punten van alle jeugdverenigingen worden samengeteld en aan de hand van de procentuele verdeling van het aantal punten wordt het budget pro rata toegekend.

        Gevraagde documenten:

        • Foto met alle aanwezigen van het kamp of weekend bij een herkenbare plaats (verkeersbord, stationsbord, bord van kampplaats…)
        • Kampschema of kampboekje

        2.4.3.3        Toelage op jeugdlokalen

        De toelage op werking wordt verder onderverdeeld volgens onderstaande regeling:

        • 55% voor investeringen in private jeugdwerklokalen (enkel voor verenigingen in niet- stadslokalen)
        • 10% voor lokaalnetheid en correct gebruik (enkel voor stadslokalen)
        • 35% voor gebruikskosten (alle lokalen)
        2.4.3.3.1        55% voor investeringen in private jeugdwerklokalen (enkel voor verenigingen in niet-stadslokalen)

        Wie geen werking heeft in een lokaal dat ter beschikking gesteld wordt door de stad Ieper mag zijn investeringen in de werkingslokalen inbrengen. Lokalen die (soms) verhuurd worden voor overnachtingen of evenementen en de ondersteunende lokalen voor deze functie (bijkomend sanitair, bijkomende daglokalen, grootkeuken, bar, vast podium, frigocel …), komen niet in aanmerking voor dit reglement.

        Investeringskosten zijn uitgaven bedoeld om:

        • Nieuwe lokalen en de daarbij horende installaties op te richten.
        • Bestaande lokalen en de daarbij horende installaties uit te breiden.
        • Bestaande lokalen en/of de daarbij horende installaties totaal te vernieuwen of aan te passen aan de huidige normen van veiligheid en hygiëne.

        Concreet slaan deze kosten op maar zijn niet beperkt tot:

        • Metsel- en timmerwerken (afwerking inbegrepen)
        • Elektriciteitsinstallaties
        • Verwarmingsinstallaties
        • Sanitair en isolatie

        Inzake de investeringskosten moet de installatie sober en de uitgaven verantwoord zijn. In geval van betwisting beslist het college van burgemeester en schepenen. Verder gelden volgende bepalingen:

        Nog niet betoelaagde kosten van investeringen mogen 5 jaar meegenomen worden. Daarna vervallen deze. Alle investeringen tot 2500 euro worden terugbetaald via deze toelage voor investeringen in private jeugdwerklokalen.

        Indien de toelage niet voldoende is, wordt deze pro rata verdeeld over alle rechthebbenden met een maximale inbreng van 2500 euro. Van de inbreng wordt 2500 euro afgeschreven. De overblijvende kost wordt doorgeschoven naar volgend jaar.

        Indien de toelage wel voldoende blijkt, wordt de overblijvende kost (van de rechthebbenden die meer dan 2500 euro indienden) pro rata uitbetaald met de overschot van deze toelage. Het totaal uitbetaalde som wordt afgetrokken van hun openstaande bedrag dat doorgeschoven wordt naar het volgende jaar.

        2.4.3.3.2        10% voor lokaalnetheid en correct gebruik (enkel voor verenigingen in stadslokalen)

        De middelen voor dit onderdeel van het reglement worden verdeeld via twaalf controles door een vertegenwoordiger van de jeugddienst. De jeugdvereniging krijgt het gebruiksrecht van een lokaal. Het is dan ook belangrijk dat de jeugdvereniging op een correcte manier met het lokaal omspringt. Een lokaal moet  8 op 12 keer perfect in orde zijn op volgende drie aandachtspunten om voor deze toelage in aanmerking te komen:

        • Veiligheid
        • Netheid
        • Goede huisvaderprincipe

        Bij de controles van de jeugddienst op de drie bovenstaande aandachtspunten wordt een gestandaardiseerde controlelijst gebruikt. Verenigingen kunnen deze controlelijst bij de jeugddienst opvragen. Na twee negatieve controles wordt de vereniging gecontacteerd door de jeugddienst.

        Bij betwisting van dit onderdeel van het reglement door de vereniging wordt het bewijsmateriaal overgemaakt aan de commissie georganiseerd jeugdwerk die een definitief oordeel zal vellen over het al dan niet toekennen van de toelage.

        In geval er door veelvuldige overtredingen van de afspraken door de vereniging geen toelage meer kan aangevraagd worden, ontslaat dit de vereniging uiteraard niet van zijn verantwoordelijkheid om de bovenstaande regels omtrent veiligheid, netheid, goed huisvaderschap en afsluiten van het lokaal na te leven.

        2.4.3.3.3        35% voor gebruikskosten (alle lokalen)

        Deze kosten vloeien voort uit het feit dat het normaal benutten van een lokaal voor bijeenkomsten of vergaderingen uitgaven vergt om dit in optimale omstandigheden te laten verlopen. Ze komen dus rechtstreeks voort uit het gebruik van het lokaal.

        Concreet gaat het hier om:         

        • Huur lokaal
        • Verlichtingskosten
        • Verwarmingskosten
        • Waterverbruik
        • Brandverzekering (inboedel, gebouw)
        • Ophaalkosten voor het afval (zowel huisvuil, PMD, groenafval als groot huisvuil)
        • Internetkosten

        Per onderdeel wordt het bedrag volgens de gemaakte kosten pro rata onder de in aanmerking komende jeugdverenigingen verdeeld.

        Gevraagde documenten:

        • Facturen, bonnen, rekeningen… op naam van de vereniging
        • Foto’s van de gedane werken in private jeugdlokalen

        Artikel 2 : De gemeentereglementen zijnde subsidiereglement jeugdverenigingen, erkenning jeugdverenigingen en starttoelage per 1 september 2022 in te trekken.  

        Artikel 3: Het reglement wordt door de Burgemeester bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad Ieper, met vermelding van zowel de datum waarop het reglement werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

        Artikel 4: Het College van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering, opvolging en beoordeling van dit reglement.

    • Ruimtelijke planning

      • Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Campus Veurnseweg met inbegrip van planMERscreening en MOBER – RUP_33011_2014_00035_00001 - goedkeuring ontwerp

        Voorgeschiedenis

        Voorbereidende fase

        In het kader van de opdracht “Opmaak gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Campus Veurnseweg met inbegrip van de planMERscreening en MOBER” werd een bestek met nr. RO2018/05 opgesteld door de ontwerper. 

        Adoplan werd aangesteld door het college op 10 december 2018.

        Start- en procesnota

        Op 2 september 2019 werd de startnota GRUP Campus Veurnseweg door het college goedgekeurd, daarbij werd ook de formele opstart van de publieke raadpleging met infomoment eveneens goedgekeurd. 

        Raadpleging publiek en adviesvraag

        De raadpleging over de startnota vond plaats van 11 september 2019 tot 9 november 2019. Het participatiemoment vond plaats op woensdagavond 16 oktober 2019 om 18h30 in de school VTI. Het document werd gelijktijdig voor advies overgemaakt aan de adviesinstanties.

        Op 18 november 2019 werd deze periode van raadpleging afgesloten en werden alle reacties en adviezen overgemaakt aan Adoplan voor verwerking.

        Scopingnota

        Op 4 mei 2020 werd de scopingsnota goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen waarna de scopingnota gepubliceerd werd op de website van de stad Ieper (https://www.ieper.be/bekendmaking-gemeentelijk-ruimtelijk-uitvoeringsplan-campus-veurnseweg-scoping). 

        Voorontwerp en ontwerp effectenrapport

        De adviesvraag werd op 29 juli 2020 digitaal via het DSI-platform verstuurd aan de bevoegde adviesinstanties, op 27 juli 2020 werden de adviesinstanties per mail op de hoogte gesteld van de adviesvraag die via DSI zal volgen. 

        De organisatie van de plenaire vergadering werd gehouden op vrijdag 25 september 2020 - 13u30 - raadszaal | Auris.

        Volgende adviesinstanties werden uitgenodigd en om advies gevraagd: 

        • Het departement Omgeving
        • De deputatie van de provincie West-Vlaanderen
        • De gemeentelijke commissie voor Ruimtelijke Ordening (GECORO)
        • Het departement Landbouw en Visserij
        • Het agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO)
        • Het departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW)
        • VMM
        • De provincie West-Vlaanderen dienst Waterlopen
        • Het polderbestuur
        • Het agentschap Wegen en Verkeer (AWV)
        • De Lijn
        • Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM)
        • Het Vlaams Energieagentschap
        • Aquafin

        Van de plenaire vergadering werd een verslag opgesteld dat overgemaakt werd aan de adviesinstanties op 2 oktober 2020, Op basis van dit verslag werd het voorontwerp aangepast naar voorliggend ontwerp. 

        Ontheffing plan-MER plicht

        In toepassing van artikel 4.2.3. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voor de planmilieueffectrapportage en in toepassing van art. 2.2.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, werd op 28 juli 2020 de ontheffing van de planMERplicht opgevraagd voor het GRUP Campus Veurnseweg - SCRI19097. Via bepaling van 6 augustus 2020 werd de ontheffing van de planMERplicht verleend door het team Mer en is gesteld dat er geen plan-MER moet opgesteld worden voor voorliggend RUP.

        Toets ruimtelijke veiligheidsrapportage

        Bij het opstellen van een RUP dient nagegaan te worden of de geplande ruimtelijke ontwikkelingen een invloed hebben op de risico's en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Sevesoinrichting, enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen in het plangebied. De controle gebeurt op basis van de RVR-toets, een internettoepassing ontwikkeld door de dienst Veiligheidsrapportage.
        Op 5 november 2019 bevestigt het Team Externe Veiligheid van de afdeling Gebiedsontwikkeling Omgevingsplanning en -Projecten dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

        Voorlopige vaststelling

         Op 3 mei 2021 werd het ontwerp GRUP Campus Veurnseweg voorlopig vast gesteld door de gemeenteraad. 

        Adviesvraag

         Op 4 mei 2021 werd advies gevraagd aan de deputatie en aan departement omgeving.

        Openbaar onderzoek

        Het openbaar onderzoek werd gehouden tijdens de periode van 17 mei 2021 tot en met 16 juli 2021.

        Eindadvies Gecoro

        De Gecoro verleende zijn eindadvies ten aanzien van de resultaten van het openbaar onderzoek op 12 oktober 2021.

        Screening MOBER

        Patrick Maes heeft in opdracht van het college de screening van de MOBER uitgevoerd, het verslag werd afgewerkt op 17 november 2021.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Voor de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn de bepalingen van Vlaamse codex ruimtelijke ordening van toepassing, in het bijzonder de bepalingen van artikel 2.2.1. tem 2.2.6 en de bepalingen van artikel 2.2.18 tem 2.2.25.

        Feiten, context en argumentatie

        Situering

        Het RUP ‘Campus Veurnseweg’ dient tot het creëren van uitbreidingsmogelijkheden voor de Sint-Maartenscholen Ieper (SMSI) op de site van het Vrij Technisch Instituut (VTI) Ieper aan de rand van het stedelijk gebied van Ieper.

        De SMSI is momenteel gevestigd op vijf schoolsites: College (1), Immaculata (2), Heilige Familie (3), Lyceum (4) en VTI (5).

        Het doel van dit planproces is om de VTI-site uit te breiden als een 2de en 3de graadcampus voor ongeveer 2.255 leerlingen. Hiervoor worden twee schoolsites van de SMSI, College (1) en Immaculata (2), in de binnenstad verlaten en herbestemd.

        Het voorliggend RUP geeft uitvoering aan het bindend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) van Ieper, met name de uitvoering van het reservegebied voor stedelijke ontwikkeling op de site Veurnseweg.

        Met dit RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt het betrokken BPA ‘Noord-Westsector’ (22.10.1987) gedeeltelijk herzien.

        Het plangebied van het voorliggend RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt door de volgende elementen afgebakend:

        • ten noorden door de ‘hoeve ’t Drevenhof’ langsheen de N8 (Veurnseweg) nr. 37;
        • ten noordoosten afgebakend door de KMO-zone Van Isacker langs de N8 (Veurnseweg);
        • ten oosten afgebakend door de percelen met ééngezinswoningen langsheen de Oliedamstraat;
        • ten zuiden afgebakend door de gemeenteweg Augustijnenstraat;
        • ten westen door een onbebouwde perceel langs de Augustijnenstraat tussen de VTI-site en de percelen met ééngezinswoningen langsheen de Fabiolalaan-Sobrylaan-Kervynlaan.

        Het betrokken RUP wordt hoofdzakelijk beperkt tot de bestaande VTI-site, de mogelijke uitbreiding van de schoolsite en de ontsluitingswegen ervan.

        Volgende elementen worden wel/niet opgenomen in het plangebied van het RUP met de volgende redenen:

        • Het westelijk gedeelte van de stedelijke ontwikkelingszone met de openluchtrecreatie en de natuurzone wordt opgenomen in de herziening van het PRUP ‘Afbakening structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Ieper’ en niet in het voorliggend gemeentelijk RUP.
        • De woning langsheen de Veurnseweg nr. 27 en het bedrijf langsheen de Veurnseweg nr. 21D worden opgenomen in dit RUP om hun bestemming ‘agrarisch gebied’ volgens het gewestplan Ieper-Poperinge te wijzigen met enerzijds een nabestemming voor gemeenschapsvoorzieningen en anderzijds een bestemming als ‘KMO-zone’.
        • De KMO-zone langs de N8 (Veurnseweg)-Vrijbosroute wordt niet opgenomen binnen het plangebied van dit RUP, omdat deze laatste zijn bestemming ‘gebied voor ambachtelijke bedrijven en gebied voor KMO’ volgens het gewestplan Ieper-Poperinge kan behouden.

        Delegatie van de provincie West-Vlaanderen

        Het planologisch bestemmen van de nodige ruimte voor de school maakt onderdeel uit van de hertekening van de afbakening van het provinciaal RUP ‘Afbakening structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Ieper’. Het planinitiatief van het gemeentelijk RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt hierin geïntegreerd en vormt een deelplan bij het PRUP. Dit betekent een provinciale bevoegdheid. De provincie West-Vlaanderen ziet de uitbreiding van de schoolsite echter als een lokaal initiatief, waarvoor een delegatie van de bevoegdheden bevestigd werd door de provincie West-Vlaanderen en wordt bezorgd nav de plenaire vergadering.

        Ruimtelijk veiligheidsrapport-toets (RVR-toets)

        Bij het opstellen van een RUP dient nagegaan te worden of de geplande ruimtelijke ontwikkelingen een invloed hebben op de risico's en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Seveso-inrichting, enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen in het plangebied. De controle gebeurt op basis van de RVR-toets, een internettoepassing ontwikkeld door de dienst Veiligheidsrapportage.
        Op 5 november 2019 bevestigt het Team Externe Veiligheid van de afdeling Gebiedsontwikkeling Omgevingsplanning en -Projecten dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

        Ontheffing planMERplicht

        In toepassing van artikel 4.2.3. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voor de planmilieueffectrapportage en in toepassing van art. 2.2.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, werd op 28 juli 2020 de ontheffing van de planMERplicht opgevraagd voor het GRUP Campus Veurnseweg - SCRI19097. Via bepaling van 6 augustus 2020 werd de ontheffing van de planMERplicht verleend door het team MER en is gesteld dat er geen plan-MER moet opgesteld worden voor voorliggend RUP.

        Garantie op uitvoering flankerende maatregelen mobiliteit

        Uit de MOBER kwamen een aantal milderende maatregelen naar voor die buiten de contour van het RUP vallen. Omdat deze zeker uitgevoerd zouden worden voor de ingebruikname van de school, worden de nodige garanties ingebouwd.

        In het kader van de verkeersafwikkeling en van de verkeersveiligheid zijn de onderstaande flankerende maatregelen of gelijkwaardige maatregelen m.b.t. mobiliteit noodzakelijk voor de zone voor gemeenschaps- en openbare voorzieningen (art. 1) en de zone voor gemeenschaps- en openbare voorzieningen binnen een groen kader (art. 2).

        Alle milderende maatregelen dienen effectief uitgevoerd te zijn voor de ingebruikname van de school.

        De voorschriften uit de zones art. 1 en 2 (schoolproject) treden pas in werking nadat aan alle milderende maatregelen wordt voldaan. 

        De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een stand van zaken aangaande bovenstaande infrastructurele ingrepen.

        Indien de realisatie van de bovenstaande flankerende maatregelen nog gepaard zou gaan met andere, hierboven niet vermelde, niet-vergunningsplichtige werken en/of handelingen, dienen deze op het moment van vergunningsaanvraag ofwel te zijn gerealiseerd, ofwel dienen eveneens voldoende waarborgen te worden geboden m.b.t. de realisatie ervan.

        Onder voldoende gegarandeerd zijn, kunnen volgende zaken begrepen worden: een bewijs van effectief ingepland zijn, een bewijs van budgettering en een samenwerkingsovereenkomst. Van belang is het reële engagement tot realisatie uiterlijk op het moment van ingebruikname van de school. Het meegeven van een dergelijke stand van zaken is van wezenlijk belang om het voorschrift te kunnen toetsen.

        Op te heffen voorschriften

        Dit RUP vervangt gedeeltelijk de bestemming van het BPA ‘Noord-Westsector’ (MB 10 september 1996) en voor het overige door het gewestplan Ieper-Poperinge (KB 14.08.1979 en gewijzigd bij BVR 11.06.1996).

        De verkaveling en de hieraan gekoppelde verkavelingsvoorschriften binnen de contour van dit RUP worden opgeheven:
        I. VK03_040/1 verkaveling langs de Oliedamstraat ten noorden van de Augustijnenstraat, afgeleverd op naam van Imroder nv, d.d. 6 december 1984.

        Register planbaten en plan-, kapitaal en gebruiksschade.

        Volgens art. 2.2.2 van de VCRO is in het RUP een grafisch planregister opgenomen van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een compensatie conform het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid.

        De opname van percelen in dit register houdt niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden.

        Voorlopige vaststelling GRUP Campus Veurnseweg

        Op 3 mei 2021 werd het GRUP Campus Veurnseweg voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad.

        Openbaar onderzoek

        Het openbaar onderzoek werd conform art. 2.2.21. §2 VCRO vanaf 17 mei 2021 tem 16 juli 2021 georganiseerd.

        In toepassing van art. 2.2.21. §1 VCRO werd volgende adviezen opgevraagd en ontvangen:

        • Deputatie van de provincie West-Vlaanderen.
        • Vlaamse Overheid, Departement Omgeving – Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplannen en –Projecten.

        Tijdens het openbaar onderzoek werden 15 bezwaren ontvangen tav het ontwerp van GRUP.

        Eindadvies GECORO

        In toepassing van art. 2.2.21 §5 VCRO formuleerde de Gecoro op 12 oktober 2021 zijn gemotiveerd eindadvies ten aanzien van de resultaten van het openbaar onderzoek.

        Screening MOBER

        Patrick Maes heeft in opdracht van het college de screening van de MOBER uitgevoerd, het verslag werd afgewerkt op 17 november 2021.

        Conclusie:

        Het mobiliteitseffectenrapport ‘Campus Veurnseweg’ versie maart 2021 werd opgesteld volgens de regels van de kunst. Het rapport geeft een correct beeld van de te verwachten mobiliteitseffecten voor de nieuwe scholencampus Veurnseweg. Op het vlak van mobiliteit is deze campus haalbaar mits het nemen van een aantal milderende maatregelen die op korte termijn moeten worden uitgevoerd. Er worden enkele suggesties gedaan voor wijziging of verbetering van deze milderende maatregelen. Belangrijk is nog dat de Scholengemeenschap de taak heeft om een aantal maatregelen verder uit te werken, bij voorkeur onder de vorm van een schoolvervoerplan.

        Antwoordnota

        Door het planteam werd een antwoordnota op het eindadvies van de Gecoro opgesteld, daarin worden de aanpassingen gemotiveerd. 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 16 ja stemmen en 10 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens en Feys) tegen 4 neen stemmen (de raadsleden Six, Dehollander, Sabels en Vancayseele) :

        Artikel 1. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Campus Veurnseweg, bestaande uit het plan bestaande en juridische toestand, grafisch plan, stedenbouwkundige voorschriften, toelichtingsnota en bijlagen bij de toelichtingsnota, mober, effectbeoordelingsrapporten en register plancompensatie, opgemaakt overeenkomstig art. 2.2.1. tem 2.2.6. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, definitief vast te stellen.

        Artikel 2. De voorschriften en bestemmingen van het gewestplan Ieper-Poperinge die bij koninklijk besluit van 14 augustus 1979 werden vastgelegd, worden bij de goedkeuring van het GRUP Campus Veurnseweg opgeheven voor het betreffende plangebied.

        Artikel 3. Bij goedkeuring van het RUP wordt het BPA ‘Noord-Westsector’ (MB 10 september 1996) gedeeltelijk opgeheven voor het deel dat binnen de plancontour van het GRUP Campus Veurnseweg valt.

        Artikel 4. Bij goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt volgende verkaveling voor het deel gelegen binnen de contour van dit RUP integraal opgeheven:

        I. VK03_040/1 verkaveling langs de Oliedamstraat ten noorden van de Augustijnenstraat, afgeleverd op naam van Imroder nv, d.d. 6 december 1984.

        Artikel 5. Het definitief vastgesteld Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Campus Veurnseweg, bestaande uit het plan bestaande en juridische toestand, grafisch plan, stedenbouwkundige voorschriften, toelichtingsnota en bijlagen bij de toelichtingsnota, mober, effectbeoordelingsrapporten en register plancompensatie wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening per beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie West-Vlaanderen en aan het departement.

  • Interpellaties

    • Energie voor iedereen. (Interpellatie van raadslid Desomer)

      Feiten, context en argumentatie

      De berichten over de stijgende energieprijzen zijn verontrustend of misschien beter nog alarmerend. Na een slecht opgevoerd toneel op federaal niveau met maatregelen die wat onze lokale CD&V-afdeling betreft niet ver genoeg gaan wacht een groot deel van de bevolking met een bang hart de afrekening af van hun verbruik 2021.

      Ook in onze stad worden heel wat mensen getroffen. Ondertussen kunnen 1 op 6 gezinnen gelukkig genieten van het verlengd sociaal tarief. Echter, het is vooral de middenklasse die de klappen opvangt. De alleenstaanden, de gezinnen die hun factuur x2, x3 of meer zien gaan.

      Het kan niet de bedoeling zijn dat het aantal gezinnen die genieten van het sociaal tarief stijgt van 1 op 6 naar 1 op 4. Niet op federaal, niet op Vlaams vlak. Maar ook lokaal moeten we doen wat we kunnen, alle beetjes kunnen en zullen helpen.

      In Iedereen Ieper, de Welzijnseditie van het najaar van 2021 stonden al heel wat tips om energie te besparen. Maar het zal, op korte termijn, meer moeten zijn dan dat.

      We denken dan aan de organisatie van een energiemarkt, sociale mediacampagne via de pagina van stad Ieper, het koppelen van een chatfunctie aan de website van de stad specifiek voor vragen over energie en samenwerking op Westhoekniveau om het energiehuis nog meer en nog beter bekend te maken bij de inwoners. Dit zijn maar enkele ideeën, we horen ook graag suggesties van de andere partijen.

    • Menenstraat, winkelstraat : autovrij of niet ? (Interpellatie van raadslid De Groote)

      Feiten, context en argumentatie

      Sinds vorige week is er heel wat ongerustheid bij handelaars na de uitspraken van Schepen Bolle in de krant.

      Vorig jaar werd er na stemming in de Menenstraat beslist de straat alleen maar af te sluiten op zondag zodat de handelaars (en hun klanten) daar geen of weinig last zouden van hebben. Dit na het mislukte proefproject dat enkele maanden liep.

      Schepen Desmadryl bevestigde dit ook aan de handelaars dat dit zo zou zijn en blijven. De uitspraak van de Vooruit Schepen was volledig het tegenovergestelde en er werd gezegd dat dit de voorbereiding was naar een verkeersvrije winkelstraat.

      Groot was en is onze verbazing dat hier geen reactie op kwam van de ondernemende blauwe partij. Zowel bij de Burgemeester als bij Schepen Desmadryl blijft het muisstil.

      Daarom vanuit CD&V enkele vragen in deze openbare zitting:

      1)      Schepen Bolle is het de bedoeling dat dit volledig verkeersvrij komt?

      2)      Burgemeester en Schepen Desmadryl waren jullie hiervan op de hoogte en bevestigen jullie deze uitspraak?

      3)      Hoe zien jullie de toekomst voor de mooiste inkomstraat van Ieper?

    • Actuadebat : the Poppies geeft 90 vluchtelingen onderdak tot eind februari. (Interpellatie van raadslid Sabels)

      Feiten, context en argumentatie

      Er is veel inkt gevloeid in december 2021 en januari 2022 over de komst van 90 vluchtelingen in onze stad. Als Groene fractie willen we met alle fracties – uit de oppositie en de meerderheid – van gedachten wisselen over de communicatie rond dit project.

    • Kerst in Ieper. (Interpellatie van raadslid Sabels)

      Feiten, context en argumentatie

      Kerst in Ieper werd in een nieuw jasje gestoken deze winter. We willen deze gemeenteraad dan ook aangrijpen om samen met alle fracties een evaluatie te maken van deze editie.

      Zo zagen we dat er in Wetteren niet meer geopteerd werd voor een ijsschaatspiste, maar voor een rolschaatspiste. Een rolschaatspiste als vervanger is een strijdpunt van Jong Groen Ieper sinds de oprichting van de lokale jongerenbeweging. Werd deze optie in Ieper overwogen en waarom werd er niet op ingetekend? Kan er ook even ingegaan worden op de cijfers? Wat was het verbruik van de huidige piste? Hoeveel schaatsers zijn er geweest? En vooral wat met volgend jaar? Is er dan een duurzamer alternatief mogelijk?

      Het uitgerekte karakter van de kerstmarkt zorgde voor minder sfeer. Uiteraard speelt Corona hierin een rol, volk verdelen is op dit moment beter voor de gezondheid dan het te centraliseren. Wordt volgend jaar in “normale tijden” teruggegrepen naar een ander model? Welke zaken passen er wel en welke zaken passen er niet in een vernieuwde versie?

      Onze fractie denkt alvast dat er duurzamere verbeteringen mogelijk zijn op vlak van de ijspiste en door wat extra aansluiting - na het afwerken van de werken – naar De Leet toe, kan een concept op meerdere locaties werken. Benieuwd naar wat de andere fracties en de meerderheid denken van deze editie en willen meenemen naar 2023 of veranderen.

  • Vragen en antwoorden

    • Energieprijzen. (Vraag van raadslid Six)

      Feiten, context en argumentatie

      Vele gezinnen houden hun hart vast voor de afrekening van de engergiefactuur.

      Torenhoge voorschotfacturen komen op ons af en vele gezinnen dreigen daardoor in financiële moeilijkheden te geraken.

      De aangekondigde maatregelen om de energiekosten te drukken zijn maar peanuts.

      De 100 euro verwarmingspremie die de overheid aan elk gezin belooifde, is dan toch niet voor iedereen. Veel gezinnen dreigen uit de boot te vallen, en zelfs niet iedereen die recht heeft op een sociaal tarief, krijgt dat ook effectief.

      Wij vrezen dat velen bij het OCMW gaan moeten aankloppen voor ondersteuning… 

      Maar ook steden en gemeenten moeten meer betalen voor elektriciteit en gas.

      Het zal een huzarenstuk worden om uit te zoeken op welke manieren er bespaard zal kunnen worden. Zal men de thermostaat in de gebouwen wat lager zetten, zal er een aanpassing komen in de tarieven voor het gebruik van bv de CC’s? Hoe zal men dat aanpakken? 

      Onze concrete vragen zijn:

      1/ Werden de lopende contracten al onder de loep genomen en wat zijn de te verwachten prijsstijgingen?

      2/ Zal er geschoven worden met budgetten, worden geplande investeringen uitgesteld, worden overschotten gebruikt om de energiefacturen te betalen en een niet onbelangrijke derde vraag:

      3/ Zal de factuur doorgeschoven worden naar de Ieperlingen?

      4/ Zijn er ondertussen al nieuwe dossiers geopend bij het OCMW als gevolg van deze gigantische prijsstijgingen?

    • Asielopvang in ‘t stadscentrum. (Vraag van raadslid Six)

      Feiten, context en argumentatie

      ik had graag liever de komende vragen over de asielopvang in het centrum gesteld tijdens een extra gemeenteraad rond de jaarwissel maar het merendeel van jullie, met uitzondering van de fractieleider van CD&V namens haar voltallige fractie en twee schepenen, deden niet eens de moeite of hadden niet de elementaire beleefdheid om te antwoorden op de daarvoor door mij verstuurde mail.

      Maar soit, dan stel ik mijn vragen maar met een maand vertraging ook al is er ondertussen al heel wat inkt gevloeid over dit initiatief, werden woorden uit hun context getrokken om mij vervolgens een klacht bij Unia aan te smeren. Ik wens langs deze weg de aanklager te bedanken voor zijn “heldendaad” want het heeft mijn partij een pak nieuwe leden opgeleverd die bij wijze van steunbetuiging lid zijn geworden.

      Er was rond de jaarwissel geen interesse of ruimte voor een extra gemeenteraad, zelfs niet voor fractieleidersoverleg, dan doe ik het nu maar via “vraag en antwoord”.

      In de reactie van het stadsbestuur op het persbericht van het Rode Kruis lezen we: “Het stadsbestuur werd eind vorige week ingelicht over dit privé-initiatief. Er werd meteen contact gezocht met het Rode Kruis voor meer duiding alsook teneinde deze tijdelijke noodopvang zo goed als mogelijk in te passen in de stad en buurt.
Op vraag van het stadsbestuur werd reeds een communicatie verstuurd naar de bewoners van de omliggende straten. In nauw overleg met de lokale centrumleider, politie en de stadsdiensten zal gezorgd worden voor de nodige randvoorwaarden om dit korte verblijf voor iedereen, buurt en de op te vangen personen, zo goed en vlot mogelijk te laten verlopen. Het Rode Kruis neemt hierin het voortouw”. 

      IEPER2030 had liever vooraf en tijdig duiding gekregen over het initiatief ipv op Kerstavond gecontacteerd te moeten worden door verontruste buurtbewoners die het nieuws via een brief moesten vernemen.

      Door zowel het stadsbestuur en de buurt in snelheid te nemen, past men de klassieke voldongen feiten-politiek toe die men bij ieder asielcentrum gebruikt. Deze techniek moet ervoor zorgen dat er geen protest komt noch van de buurt noch van het stadsbestuur. Dat het stadsbestuur dit alles zomaar pikt, versta ik niet. 90 asielzoekers neerpoten in de winkelstraat in het hart van onze toeristische stad is niet verantwoord. 

      Mijn concrete vragen zijn: 

      1/ waarom werd de gemeenteraad niet ingelicht over dit initiatief wetende dat Olivier Fiore van het Rode Kruis en centrummanager van het opvangcentrum in Menen aangaf: "We hopen dat we de toekomstige bewoners zinvolle activiteiten kunnen aanbieden met de stad en de buurt. Daarom zoeken we nog vrijwilligers om basislessen Nederlands te geven”.

      Met het argument van “het is een privé-initiatief” nemen wij geen genoegen want de komst van 90 asielzoekers heeft een impact op de buurt: men wist niet wie er zou komen, men wist niet of ze onze taal begrijpen, enz…

      2/ het is dus een privé-initiatief waarvoor toch insteek van stad nodig is voor onder andere de activiteiten, gezorgd moet worden voor de randvoorwaarden goed en vlot te laten verlopen dus waarom communiceerde het stadsbestuur pas nadat wij op op 26 december dit via de sociale media naar buiten hebben gebracht?

      3/ Wat zijn trouwens die randvoorwaarden waarover sprake in de reactie?

      4/ Hoe verloopt de opvang?

      5/ Eindigt de opvang effectief op 28 februari of komt er een verlenging of eventueel andere groep (al dan niet op die locatie) eens de huidige bewoners doorverwezen zijn naar een ander opvangcentra?

      6/ Er worden ook kinderen opgevangen: moeten de kinderen van de asielzoekers niet naar school? Hoe gaat zoiets dan in zijn werk? Ze spreken de taal niet, blijven maar even en kennen niemand…

    • Vuilnisbakkenplan Ieper. (Vraag van raadslid Baert)

      Feiten, context en argumentatie

      Graag hadden we een stand van zaken gehad over het vuilnisbakkenplan voor de 300 vuilnisbakken in Ieper. Zeker voor de binnenstad wordt dit dringend. Enkele maanden geleden zei de schepen nog dat er geen probleem was met zwerfvuil maar zijn woorden waren nog niet koud en in het centrum verdwenen vuilnisbakken met als reden… teveel zwerfvuil.

      Het wegnemen van vuilnisbakken is niet de manier om zwerfvuil aan te pakken. Die-Hard sluikstorters ga je hier in ieder geval niet mee afschrikken. En de gewone burger wordt gestraft.

      Daarom graag de timing over de uitrol van dit plan?

    • Proximusgebouw. Stand van zaken. (Vraag van raadslid Sabels)

      Feiten, context en argumentatie

      Vanuit Groen deden we vorig jaar het voorstel om te onderzoeken of het interessant kan zijn om het Proximusgebouw te kopen. We merken nu op dat het bord verdwenen is en vroegen ons af wat er hier mee gebeurde? Er wordt ook in de wandelgangen gezegd dat er privépartners geïnteresseerd zijn om een parkeertoren te bouwen in onze stad? Kan het schepencollege hier meer over kwijt?

    • Aanstelling ruimtelijke planner Rup’s Vlamertinge, Elverdinge en Boezinge. (Vraag van raadslid Sabels)

      Feiten, context en argumentatie

      Uit de notulen van het CBS van 17/01/2022 kunnen we afleiden dat de opvolger van Voorland gekozen werd. Het stadsbestuur stelt Adoplan bvba aan als nieuwe ruimtelijke planner voor dit project. Kan de schepen hier even extra toelichting over geven. Want we zien dat er veel aangeschreven werden, maar uiteindelijk kwam er maar één kandidatuur binnen. Waren hier aanduidbare redenen voor? En hoe wordt er nu verder gewerkt op het huidige geleverde werk?

    • Coronaterras in 2022 ja of neen? (Vraag van raadslid Sabels)

      Feiten, context en argumentatie

      De eerste zonnestralen zorgde in januari op verschillende plekken in het land al voor mensen op een terrasje. Dat riep wel wat vragen op bij sommige horecazaken in Ieper, zonder standaardterrasruimte. We vragen ons vanuit de fractie dan ook af of er terug de mogelijkheid zal zijn om “Coronaterrassen” te installeren? Vanaf wanneer zouden deze dan terug geplaatst kunnen worden?

    • Subsidie opstapplaatsen. (Vraag van raadslid Feys)

      Feiten, context en argumentatie

      Op de gemeenteraad van 29/3/2021 werd het ondertekenen van het charter ‘Masterplan toegankelijkheid’ met unanimiteit van stemmen goedgekeurd.

      De Vlaamse overheid wil tegen 2030 vijftig percent van het kern- en aanvullende mobiliteitsnet toegankelijk maken voor minder mobiele medeburgers.

      Gezien lokale besturen 62% van de opstapplaatsen onder hun beheer hebben ligt hier een belangrijke taak en opportuniteit voor de gemeentebesturen.

      Tot 5000 euro voor het aanpassen van op en afstapplaatsen per halte wordt gefinancierd door de overheid. Er is zelfs een tweejaarlijkse award voorzien voor de ‘meest mobiele gemeente’.

      Na navraag door CD&V werd in een WTV-reportage vastgesteld dat in West- Vlaanderen geen enkele aanvraag voor aanpassingen is ingediend het afgelopen jaar.

      Hoewel COVID een terechte verklaring kan zijn voor het ‘vergeten’ van bepaalde zaken, lijkt deze mogelijkheid mij toch voldoende belangrijk om minstens te bekijken of er nood is, hoe groot die is en hoe zo snel mogelijk hiervoor actie kan worden genomen, niet in het minst zeker ook in onze deelgemeenten. We begrijpen ook wel dat misschien nog niet alle haltes in het nieuwe plan vastliggen, maar een begin van implicatie lijkt ons toch dringend.

      Daarom de volgende vragen:

      1. Is er een reden waarom deze subsidies, blijkbaar overal, niet worden aangevraagd?
      2. Zijn er concrete intenties binnen de meerderheid om een aanvraag tot subsidie in te dienen?
      3. Bestaat er onderzoek in Ieper en deelgemeenten om in kaart te brengen welke haltes hiervoor eventueel prioritair in aanmerking komen en is er enig overleg met organisaties van direct betrokken gebruikers van het openbaar vervoer?
      4. In de binnenstad zijn bepaalde plaatsen, die voorzien zijn voor oversteek van minder mobiele mensen, ondanks reeds eerder gestelde vraag nog altijd niet vrijgemaakt. Kan dit worden opgelost?
  • Mededelingen

    • Mededelingen.

Namens Gemeenteraad,

Stefan Depraetere
Algemeen directeur

Ann-Sophie Himpe
Voorzitter