Terug
Gepubliceerd op 01/07/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 30/06/2025 - 19:30

Belasting op de commerciële voor het publiek vrij toegankelijke of visueel toegankelijke ruimtes van panden in het centrum van Ieper - goedkeuring

Juridische grond en bevoegdheden

Artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.

Feiten, context en argumentatie

Stad Ieper voert een handelsondersteunend beleid en beschikt al jaren over een centrummanagement, met heel wat uiteenlopende taken en projecten in het stadscentrum. Ook het versterken van de stadskern komt hierbij aan bod.
Door de zelfstandigenorganisaties (Horeca Ieper, Unizo, Voka en Werkgroep Ieperse Handelaars) werd de vraag gesteld om een belasting in te voeren voor ondernemers die gevestigd zijn in de winkelstraten van de stadskern.
Door het college van burgemeester en schepenen werd het principe van een dergelijke belasting goedgekeurd en werd er gevraagd om de haalbaarheid te onderzoeken.
Het handelsondersteunend en kernversterkend beleid van de stad wordt hoofdzakelijk gerealiseerd door investeringen in projecten en acties in de winkelstraten van het centrum van de stad, waar ook de meeste handelszaken zijn gevestigd. Bijgevolg is het billijk en gepast dat de belasting tot de ondernemers uit die betrokken winkelstraten wordt beperkt. Zij zullen hoofdzakelijk genieten van de voordelen die voortvloeien uit dit handelsversterkend beleid.
De afbakening van het winkelcentrum is gebaseerd op onderzoek van studiebureaus WES (1997) en BRO (2000), dat verder werd verfijnd en aangepast aan de huidige feitelijke realiteit.
De belasting wordt enkel opgelegd aan de commerciële voor het publiek vrij toegankelijke of visueel toegankelijke ruimtes van panden in de afgebakende zone in de winkelstraten. 
Omdat de omvang van de publiek toegankelijke ruimtes van commerciële panden in belangrijke mate het commercieel profiel en de uitstraling van de zaak bepaalt, wordt een redelijke verhouding tussen het oppervlaktecriterium en de tariefstelling van de belasting nagestreefd.

Beschikkend gedeelte

Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 18 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo) tegen 11 neen stemmen (de raadsleden Goudeseune, Bolle, V. Despeghel, Verkruysse, N. Vandamme, Bossaert, J. Despeghel, Bibuljica, Deygers, Demeyere en Louwyck ) om de voorgestelde aanpassingen goed te keuren en volgende versie van het reglement als definitief te beschouwen en de vorige versie goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 2 december 2019 op te heffen:


Belasting op de commerciële voor het publiek vrij toegankelijke of visueel toegankelijke ruimtes van panden in het centrum van Ieper

Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2025 heft de stad Ieper een jaarlijkse belasting genoemd promotaks op de commerciële voor het publiek vrij toegankelijke of visueel toegankelijke ruimtes van panden in het winkelgebied van de stad met één of meerdere van de navolgende vergunde of vergund geachte hoofdfuncties:

- dagrecreatie, met inbegrip van sport

- detailhandel

- dancing, restaurant en café

- kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen

Het betreft de hoofdfuncties als bepaald onder artikel 2 §1 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en zijn eventuele bijwerkingen.

Artikel 2:     De belasting is verschuldigd door elke natuurlijke en/of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar een pand zoals bedoeld onder artikel 1 , waarvan de bezoekersingang van de commerciële ruimte binnen de vastgestelde gebiedsomschrijving van het centrum gelegen is, uitbaat of (mede)eigenaar van is in het geval leegstand. 

Artikel 3:     De belasting is niet verschuldigd:

-     door starters (minder dan drie jaar actief) tijdens het eerste jaar dat ze zich in het winkelgebied hebben gevestigd;

-     door alle natuurlijk en/of rechtspersonen die niet over een voor het publiek vrij toegankelijke commerciële of visueel toegankelijk oppervlakte beschikken;

-     door niet-commerciële dienstverstrekkers;

-     door eigenaars als hun leegstaand pand een vrijstelling van de gemeentebelasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstaand of onafgewerkt heeft.

Artikel 4:     De belasting is verschuldigd per pand.

Deze belasting wordt berekend op basis van het aantal vierkante meter commerciële oppervlakte van het pand. Een gedeelte van een vierkante meter wordt voor een vierkante meter aanzien.

Onder commerciële oppervlakte wordt bedoeld elke ruimte, vanaf de toegangsdeur, die voor het publiek rechtstreeks of visueel toegankelijk (bv. etalageruimtes) is (excl. terrassen, sanitaire ruimten, afgesloten stockageruimte en aparte inkom- en traphallen).

Voor hotels wordt de ruimte die voor alle gasten vrij toegankelijk is, zijnde het tavernegedeelte en de receptie, voor de toepassing van dit reglement als commerciële ruimte beschouwd.  Kamers en vergader- of seminariefaciliteiten vallen hier niet onder.

Voor commerciële vestigingen die op 1 januari van het aanslagjaar leeg staan wordt het laagste tarief toegepast.

Artikel 5:     De tarieven bedragen:

Commerciële oppervlakte

Tarief

0 – 99 m²

€  375,00 

100 – 249 m²

€ 550,00

250 – 399 m²

€ 775,00

+ 400 m²

€ 950,00

Artikel 6      De in artikel 5 vermelde tarieven worden gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen als basis overeen met de index van mei 2025. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand mei die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand mei die aan de aanpassing voorafgaat/gezondheidsindexcijfer van mei 2025. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende halve euro.

Artikel 7      De gebiedsomschrijving van het winkelgebied in het centrum behelst de volgende straten:

Boomgaardstraat
Boterstraat
Diksmuidestraat (nrs 1 – 87  en 2 – 78)
Grote Markt
Menenstraat
Neermarkt
Rijselstraat (nrs 1 – 49 en 2 – 62)
Stationsstraat
Tempelstraat
Vandenpeereboomplein

Artikel 8:     De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar.  De stopzetting of vermindering van de activiteit in de loop van het aanslagjaar, evenals de vermindering van de oppervlakte tijdens dezelfde periode, geven geen aanleiding tot enige belastingvermindering.

Artikel 9:     De bij artikel 2 van dit reglement vernoemde belastingplichtigen ontvangen vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hen, behoorlijk ingevuld en ondertekend, binnen de vijftien dagen moet worden teruggestuurd.  Hierbij geldt de postdatum als bewijs. De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.

Artikel 10:   Bij gebrek aan aangifte of in geval van laattijdige, onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte na het verstrijken van de in artikel 9 gestelde termijn, vanwege de belastingplichtige, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending en van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. 

Artikel 11:   De overeenkomstig artikel 10 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht.  Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

Artikel 12:   De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 13:   De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet. In geval van bijkomende betalingsherinneringen, nà de eerste gratis aanmaning, wordt een administratieve kost van 10,00 euro per herinnering aangerekend. 

Artikel 14:   De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk of per duurzame drager worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Artikel 15:   Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.