Goedgekeurd
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 77 en 78 84, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering
Wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021, en in het bijzonder de artikelen 2 en 3.
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering vermeldt twee doelstellingen:
De wet komt in artikel 4 tegemoet aan de eerste doelstelling door tussenkomsten in personeelskosten toe te kennen aan de OCMW’s zodat zij bemiddelingsdiensten kunnen opzetten.
Artikel 6 komt van zijn kant tegemoet aan de tweede doelstelling via twee soorten maatregelen: enerzijds het toekennen van tegemoetkomingen inzake niet-betaalde rekeningen, anderzijds de mogelijkheid om maatregelen te nemen in het kader van een preventief sociaal energiebeleid. Binnen het kader van de middelen die worden toegekend, beslist het OCMW autonoom aan welke in artikel 6 vermelde maatregel voorrang wordt gegeven.
Voor 2022 werd het OCMW volgende middelen toegekend vanuit het Energiefonds.
Het OCMW Ieper past reeds meerdere jaren het systeem van minimale levering aardgas van de Vlaamse overheid jaarlijks toe, dit tijdens iedere winterperiode van 1 november tem 31 maart. De kost voor de minimale levering aardgas wordt teruggevorderd bij de aardgasnetbeheerder (70%), de resterende 30% wordt bekostigd met de middelen van het energiefonds POD MI. Dit reglement voorziet in de mogelijkheid om ook minimale levering elektriciteit te voorzien voor personen die uitsluitend verwarmen op elektriciteit. De kosten voor de minimale levering elektriciteit worden gefinancierd met de middelen van het energiefonds van de POD MI.
Jaar | Budgetartikel | Budget | Reeds vastgelegd | Oud beschikbaar | Voorgesteld | Nieuw beschikbaar | Datum consultatie |
2022 | ACO090002/0900/648222 | €63.481 | € | € | € | € | 05/07/2022 |
De toegekende steun in kader van dit reglement wordt jaarlijks meegenomen in de verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds. Voor 2022 is er nog een overdracht van 19.303,76 EUR te besteden in 2022
De kost voor de minimale levering aardgas wordt teruggevorderd bij de aardgasnetbeheerder (70%), de resterende 30% wordt bekostigd met de middelen van het energiefonds POD MI.
De kosten voor de minimale levering elektriciteit zijn 100% ten laste van het energiefonds van de POD MI.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen onderstaand reglement goed te keuren :
Reglement minimale levering aardgas en elektriciteit
Artikel 1: Doelgroep
Artikel 2: Bijkomende voorwaarden
Elke aanvraag tot financiële steun in dit kader wordt gevolgd door een sociaal onderzoek. Op basis hiervan beslist het bijzonder comité voor de sociale dienst autonoom over de toekenning.
Er is automatische toekenning indien de aanvrager actieve openstaande energieschulden heeft die maandelijks ononderbroken worden afbetaald in de budgetmeter of digitale meter.
Bijkomende voorwaarden
Artikel 3: Bedrag tussenkomst
De door de Vlaamse overheid voorziene bedragen voor de halfmaandelijkse opladingen worden toegepast.
Deze bedragen worden halfmaandelijks opgeladen op de budgetmeter of digitale meter in de periode november tot en met maart.
Indien betrokkene ononderbroken maandelijkse zomeropladingen (april tem oktober) kan aantonen op het moment van aanvraag, volgt een extra halfmaandelijkse oplading in de maand december.
Artikel 4: Aanvraag
Aanvragen gebeuren na afspraak met de dienst Welzijn.
Ieder jaar worden de inwoners met een budgetmeter woonachtig in Ieper geïnformeerd over de mogelijkheid om gebruik te maken van de minimale levering aardgas / elektriciteit.
Artikel 5: Betaling
De opladingen gebeuren halfmaandelijks rechtstreeks op de budgetmeter of digitale meter van betrokkene.
Artikel 6: Energiefonds
De kosten voor de minimale levering aardgas worden voor 70% teruggevorderd bij de aardgasnetbeheerder, de resterende 30% wordt meegenomen in de jaarlijkse verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds.
De kosten voor de minimale levering elektriciteit wordt 100% meegenomen in de jaarlijkse verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds.
Artikel 7: Beschikbare middelen/budget
De uitbetaling van deze toelage geschiedt binnen de perken van het begrotingskrediet.
Artikel 8: Inwerkingtreding en duur
Dit reglement wordt bekendgemaakt op de website van de stad Ieper en treedt in werking na 10 dagen te rekenen vanaf de publicatie.
Artikel 9 : Bekendmaking
Het reglement zal bekendgemaakt worden op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.