Terug
Gepubliceerd op 20/01/2023

Besluit  Raad Maatschappelijk Welzijn

ma 04/07/2022 - 21:30

Reglement minimale levering aardgas of elektriciteit - goedkeuring.

Aanwezig: Ann-Sophie Himpe, Voorzitter
Emmily Talpe, Voorzitter van het vast bureau
Philip Bolle, Patrick Benoot, Ives Goudeseune, Valentijn Despeghel, Diego Desmadryl, Dimitry Soenen, Eva Ryde, Leden van het vast bureau
Thijs Descamps, Sarah Bouton, Gaetan Dumoulin, Isabelle Duquesne, Evelyn Bouchaert, Andy Verkruysse, Jan Delie, Jo Baert, Peter De Groote, Stephaan De Roo, Miet Durnez, Jan Laurens, Stefaan Williams, Miguel Gheysens, Peter Dehaerne, Jordy Sabels, Sam Vancayseele, Saskia Dehollander, Raadsleden
Stefan Depraetere, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Edouard Wallays, Katrien Desomer, Hans Feys, Nancy Six, Raadsleden

Goedgekeurd

Juridische grond en bevoegdheid

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 77 en 78 84, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering

Wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021, en in het bijzonder de artikelen 2 en 3.

De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.


Feiten, context en argumentatie

De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering vermeldt twee doelstellingen:

  • De noodzakelijke ondersteuning en sociale en budgettaire begeleiding verstrekken aan personen die betalingsmoeilijkheden ondervinden, inzonderheid met hun rekeningen voor gas en elektriciteit. Het gaat hier om de onderhandeling inzake afbetalingsplannen en/of het opzetten van een budgetbegeleiding
  • Financiële maatschappelijke steun toekennen aan personen waarvan de schuldenlast van die aard is dat zij, ondanks hun persoonlijke inspanningen, hun gas- en elektriciteitsrekeningen niet meer kunnen betalen.

De wet komt in artikel 4 tegemoet aan de eerste doelstelling door tussenkomsten in personeelskosten toe te kennen aan de OCMW’s zodat zij bemiddelingsdiensten kunnen opzetten.

Artikel 6 komt van zijn kant tegemoet aan de tweede doelstelling via twee soorten maatregelen: enerzijds het toekennen van tegemoetkomingen inzake niet-betaalde rekeningen, anderzijds de mogelijkheid om maatregelen te nemen in het kader van een preventief sociaal energiebeleid. Binnen het kader van de middelen die worden toegekend, beslist het OCMW autonoom aan welke in artikel 6 vermelde maatregel voorrang wordt gegeven.

Voor 2022 werd het OCMW volgende middelen toegekend vanuit het Energiefonds. 

  • Art. 4 - Personeel: € 274.348,25
  • Art. 6 - Preventieve acties: € 35.178.68
  • Bijkomende middelen voor 2022
    • € 19.303,76 (restmiddelen energiefonds 2021): in te zetten voor cliënten die geen recht openen op sociaal tarief in functie van de stijgende energieprijzen.
    • De wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021 bepaalt de richtlijnen
    • Het extra en unieke budget zal worden toegevoegd aan het bedrag van het gas- en elektriciteitsfonds 2022. Het kan enkel door de OCMW’s gebruikt worden voor de realisatie van de doelstellingen beschreven in het kader van artikel 6.

Het OCMW Ieper past reeds meerdere jaren het systeem van minimale levering aardgas van de Vlaamse overheid jaarlijks toe, dit tijdens iedere winterperiode van 1 november tem 31 maart. De kost voor de minimale levering aardgas wordt teruggevorderd bij de aardgasnetbeheerder (70%), de resterende 30% wordt bekostigd met de middelen van het energiefonds POD MI. Dit reglement voorziet in de mogelijkheid om ook minimale levering elektriciteit te voorzien voor personen die uitsluitend verwarmen op elektriciteit. De kosten voor de minimale levering elektriciteit worden gefinancierd met de middelen van het energiefonds van de POD MI.

Financiële gevolgen

 

Jaar Budgetartikel Budget Reeds vastgelegd Oud beschikbaar Voorgesteld Nieuw beschikbaar Datum consultatie
2022 ACO090002/0900/648222  €63.481   €  €  €  € 05/07/2022

De toegekende steun in kader van dit reglement wordt jaarlijks meegenomen in de verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds.  Voor 2022 is er nog een overdracht van 19.303,76 EUR te besteden in 2022

De kost voor de minimale levering aardgas wordt teruggevorderd bij de aardgasnetbeheerder (70%), de resterende 30% wordt bekostigd met de middelen van het energiefonds POD MI.

De kosten voor de minimale levering elektriciteit zijn 100% ten laste van het energiefonds van de POD MI.

Beschikkend gedeelte

Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen onderstaand reglement goed te keuren :

Reglement minimale levering aardgas en elektriciteit

Artikel 1: Doelgroep

  1. Eigenaars van een budgetmeter aardgas of een digitale meter aardgas waarbij opladingen gebeuren door middel van prepaid.
  2. Eigenaars van een budgetmeter elektriciteit of een digitale meter elektriciteit, die uitsluitend verwarmen met elektriciteit en waarbij opladingen gebeuren door middel van prepaid.

 Artikel 2: Bijkomende voorwaarden

Elke aanvraag tot financiële steun in dit kader wordt gevolgd door een sociaal onderzoek. Op basis hiervan beslist het bijzonder comité voor de sociale dienst autonoom over de toekenning.

Er is automatische toekenning indien de aanvrager actieve openstaande energieschulden heeft die maandelijks ononderbroken worden afbetaald in de budgetmeter of digitale meter.

Bijkomende voorwaarden

  1. Dat betrokkene beschikt over niet meer dan één onroerende eigendom.
  2. Er is geen procedure tot uithuiszetting lopende.
  3. Betrokkene schreef zich in in het kandidatenregister voor een sociale woongelegenheid indien hij een woning huurt op de privémarkt. 
  4. Betrokkene beschikt over minder dan 6.200 euro spaargeld met uitzondering van de gelden die gespaard worden voor uitbetaling schuldeisers binnen de collectieve schuldenregeling. 

Artikel 3: Bedrag tussenkomst

De door de Vlaamse overheid voorziene bedragen voor de halfmaandelijkse opladingen worden toegepast.

Deze bedragen worden halfmaandelijks opgeladen op de budgetmeter of digitale meter in de periode november tot en met maart.

Indien betrokkene ononderbroken maandelijkse zomeropladingen (april tem oktober) kan aantonen op het moment van aanvraag, volgt een extra halfmaandelijkse oplading in de maand december.

Artikel 4:  Aanvraag

Aanvragen gebeuren na afspraak met de dienst Welzijn.

Ieder jaar worden de inwoners met een budgetmeter woonachtig in Ieper geïnformeerd over de mogelijkheid om gebruik te maken van de minimale levering aardgas / elektriciteit.

Artikel 5: Betaling

De opladingen gebeuren halfmaandelijks rechtstreeks op de budgetmeter of digitale meter van betrokkene.

Artikel 6: Energiefonds

De kosten voor de minimale levering aardgas worden voor 70% teruggevorderd bij de aardgasnetbeheerder, de resterende 30% wordt meegenomen in de jaarlijkse verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds.

De kosten voor de minimale levering elektriciteit wordt 100% meegenomen in de jaarlijkse verantwoording voor de besteding van de middelen uit het Energiefonds.

Artikel 7: Beschikbare middelen/budget

De uitbetaling van deze toelage geschiedt binnen de perken van het begrotingskrediet.

Artikel 8: Inwerkingtreding en duur

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de website van de stad Ieper en treedt in werking na 10 dagen te rekenen vanaf de publicatie.

Artikel 9 : Bekendmaking

Het reglement zal bekendgemaakt worden op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.