Principieel akkoord herziening gemeentelijk stedenbouwkundige verordening publiciteit. |
College 19 juni 2023 |
Goedkeuring ontwerp gemeentelijk stedenbouwkundige verordening met planMERscreening |
College 26 juni 2023 |
Adviesvraag ikv de planMERscreening in toepassing van artikel 4.2.5. DABM aan Departement Omgeving, provinciale dienst Ruimtelijke Planning, Departement Omgeving - Omgevingsplanning en Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen. |
College 26 juni 2023 |
Vraag tot ontheffing planMERplicht in toepassing van artikel 4.2.6. DABM |
Verstuurd op 25 september 2023, de beslissing tot ontheffing werd op 7 december 2023 verstuurd. |
Adviesvraag over het ontwerp van verordening- aan de deputatie, het Departement en de GECORO |
De adviesvraag werd op 23 augustus 2023 verstuurd. |
Openbaar onderzoek |
11 september 2023 tot en met 11 oktober 2023 |
Gemeentelijk stedenbouwkundige verordening - definitieve versie |
College 13 november 2023 |
Definitieve vaststelling van de gemeentelijk stedenbouwkundige verordening |
Gemeenteraad 5 februari 2024 |
Overmaken voor schorsing aan Departement en deputatie |
Onmiddellijk na de gemeenteraad van 5 februari 2024 (binnen de 10 dagen) |
Publicatie BS |
Na schorsingsperiode. |
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 een 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De stedenbouwkundige verordeningen bevatten voorschriften die verband houden met de ruimtelijke ordening en moeten in overeenstemming zijn met de bestaande regelgeving voor materie in kwestie.
Het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. De stedenbouwkundige verordening wordt beschouwd als een 'plan of programma'. Voor elke stedenbouwkundige verordening moet de plan-m.e.r.-plicht concreet nagegaan worden.
Motivering
De gewestelijke stedenbouwkundige verordening publiciteit is op 12 mei 2023 definitief vast gesteld. De verordening legt een aantal spelregels vast die de plaatsing van zowel zaakgebonden als niet-zaakgebonden reclame in goede banen moet leiden. Deze regelgeving bepaalt dat binnen de 24 maanden een eventuele bestaande gemeentelijke stedenbouwkundige publiciteitsverordening in overeenstemming moet worden gebracht met de gewestelijke bepalingen.
Ontwerp van gemeentelijk stedenbouwkundige verordening kernwinkelgebied
Het college heeft in zitting van 26 juni 2023 het ontwerp van gemeentelijk stedenbouwkundige verordening kernwinkelgebied goedgekeurd.
Openbaar onderzoek
Conform art. 2.3.2. §2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dient het college een openbaar onderzoek te organiseren over het ontwerp van gemeentelijk stedenbouwkundige verordening.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 11 september 2023 tot en met 11 oktober 2023 en werd aangekondigd in het Belgisch Staatsblad op 28 augustus 2023, werd gepubliceerd op de website van de stad Ieper op 22 augustus 2023 en werd opgenomen in de editie Iedereen Ieper die eind oktober werd bedeeld.
Tijdens de duur van het openbaar onderzoek werden geen recreaties of bezwaren ontvangen.
Adviezen
Conform art. 2.3.2. §2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dient het college advies te vragen aan het departement Omgeving, de deputatie en de Gecoro. De adviesvraag werd op 23 augustus 2023 verstuurd.
Volgende adviezen werden ontvangen:
De mogelijkheden geboden in de verordening voor niet-zaakgebonden publiciteit door middel van aanplakbrieven op aanplakborden te schrappen. Het is niet wenselijk verder in te zetten op deze publiciteitsmogelijkheden.
Het perron uit de zone intra-muros te schrappen.
Mogelijkheden voor zichtbaarheid bedrijven korte keten na te gaan.
Het opnemen van publiciteitsinrchtingen op het openbaar domein (type JCDecaux) in de politieverordening.
"Er worden geen strijdigheden met de hogere beleidskaders vastgesteld. Er wordt een gunstig advies uitgebracht."
Artikel 3 geeft een opsomming die niet “onder toepassing van dit reglement” vallen.
Dit is in strijd met artikel 4.2.5 VCRO dat bepaalt dat een stedenbouwkundige verordening enkel een vergunningsplicht kan invoeren voor meldingsplichtige handelingen. Voor vrijgestelde handelingen kan een meldingsplicht worden ingevoerd.
Overeenkomstig artikel 4.2.6 VCRO blijven de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen die werden vastgesteld vóór 1 september 2009 en die op grond van
mogelijkheden voorzien in de vroegere regelgeving, een vergunningsplicht hebben ingevoerd voor van vergunning vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen, geldig
tot ze worden opgeheven. Na 1 september 2009, kunnen de wijzigingen aan deze stedenbouwkundige verordeningen worden aangebracht binnen de marges van artikel
4.2.5 VCRO.
In casu wordt een volledig nieuwe stedenbouwkundige verordening vastgesteld die een vergunningsplicht invoert, waardoor bepaalde vrijgestelde handelingen uit het
vrijstellingsbesluit (BVR 16/07/2010) opnieuw vergunningsplichtig worden gemaakt.
Artikel 3 sluit een aantal handelingen buiten het toepassingsgebied van de verordening, doch die zijn niet afgestemd met de vrijgestelde handelingen uit het
vrijstellingsbesluit.
Als niet-limitatief voorbeeld kan worden aangehaald dat de bevestiging aan een vergund gebouw van niet-lichtgevende zaakgebonden publiciteit met een totale
oppervlakte van maximaal 4 m² dat volgens het vrijstellingsbesluit is vrijgesteld van vergunningsplicht, door de verordening opnieuw vergunningsplichtig wordt gemaakt.
Aangezien overeenkomstig artikel 2.3.2 §2/1 VCRO een schorsing niet gedeeltelijk kan zijn, wordt de verordening ongunstig geadviseerd.
Besluit :
het ontwerp van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake publiciteit aangebracht op vaste constructies, goedgekeurd door het college op 3 juli 2023, wordt ongunstig geadviseerd."
PlanMERplicht
Op 7 december 2023 werd door team MER de ontheffing van de planMERplicht goedgekeurd.
Evaluatie van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen
Gezien er geen reacties werden ontvangen tijdens het openbaar onderzoek, dient enkel rekening te worden gehouden met de ontvangen adviezen.
Het advies van departement Omgeving is gunstig, het ontwerp van verordening behoeft geen aanpassingen.
Het advies van de Gecoro formuleert een aantal opmerkingen die gevolgd kunnen worden:
Voorliggende gemeentelijk stedenbouwkundige verordening behelst een gedeeltelijke herziening van de bestaandebouwverordening op reclame,uithangborden, opschriften en andere publiciteitsmiddelen aangebracht op vaste constructies. In het besluit tot voorlopig vaststelling van 3 juli 2023 werd de aanleiding van de herziening geduid. Dit behelst de verplichte aanpassing aan de gewestelijk stedenbouwkundige verordening publiciteit die definitief werd vastgesteld op 12 mei 2023, deze dwingt de lokale verordeningen te conformeren met de inhoud van deze gewestelijke verordening. Gelijktijdig werden verouderde stedenbouwkundige voorschriften aangepast en overbodige stedenbouwkundige voorschriften geschrapt.
De omgevingsvergunningsplicht die reeds ingeschreven werd, blijft onverminderd van kracht. In die zin is geen sprake van een nieuwe gemeentelijk stedenbouwkundige verordening, maar van een bestaande verordening die conform de bepalingen van art. 2.3.2. §2/1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beperkt wordt herzien.
In die zin worden de bepalingen van art. 2, 3 en 4 maximaal behouden en werden de aanpassingen gesteund op het conformeren met de nieuwe gewestelijk stedenbouwkundige verordening en het schrappen van de nadere bepalingen die achterhaald zijn.
De tekst van de herziening van de verordening werd in een extra document doorgevoerd als tekstuele aanpassing van de tekst van de bestaande bouwverordening. Dit om te duiden dat sprake is van een herziening van de huidige verordening met behoud van de bestaande omgevingsvergunningsplicht.
Gemeentelijk stedenbouwkundige verordening kernwinkelgebied - definitief ontwerp
Het ontwerp van verordening werd aangepast conform de evaluatie van de ontvangen adviezen en wordt voorgelegd aan de raad ter goedkeuring.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 26 ja stemmen en 2 onthoudingen (de raadsleden Six en Dehollander) de gemeentelijk stedenbouwkundige verordening publiciteit aangebracht op vaste constructies, opgemaakt overeenkomstig art. 2.3.1. t.e.m. 2.3.3. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening definitief vast te stellen:
GEMEENTELIJK STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING PUBLICITEIT AANGEBRACHT OP VASTE CONSTRUCTIES
HOOFDSTUK 1 : DEFINITIES
ARTIKEL 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
HOOFDSTUK 2 : ALGEMENE BEPALINGEN
Alle publiciteit die gevoerd wordt op of in de omgeving van openbare wegen en openbare plaatsen en de verlichting van deze installaties, is aan een voorafgaandelijke vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen onderworpen.
Alle publiciteit die valt onder de bepalingen van de gewestelijke reglementering inzake het aanplakken en reclame maken, wordt omgevingsvergunningsplichtig gesteld minstens onder de voorwaarden gesteld in deze reglementering.
ARTIKEL 4.
Dit reglement is uitsluitend van toepassing op alle vanaf de openbare wegen waarneembare publiciteitsboodschappen. Met openbare wegen worden gelijkgesteld: de bevaarbare waterlopen, de paden met openbare erfdienstbaarheden, de spoorwegen (het stationsgebouw en perrons uitgesloten) en de autosnelwegen (A19).
Vallen niet onder toepassing van dit reglement :
De voorschriften m.b.t. publiciteit van de aanlegplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen die bindende kracht hebben verkregen en t.a.v. dewelke onderhavige verordening afwijkt, blijven hun bindende en verordenende kracht behouden.
Er kan geen vergunning worden verleend voor :
De publiciteit moet steeds in overeenstemming zijn met de goede ruimtelijke ordening. Er wordt gestreefd naar een esthetisch, kwalitatief en sober ontwerp dat verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving.
Het plaatsen of aanbrengen van de publiciteitsinrichting is in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften of met geldende afwijkingsmogelijkheden ervan.
De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing, met behoud van de toepassing van andere regelgeving, in het bijzonder de regelgeving over inname van het openbaar domein en de regelgeving over onroerend erfgoed.
ARTIKEL 8.
Publiciteitsboodschappen hebben geen negatieve impact op de verkeersveiligheid en zijn niet hinderlijk voor:
1°de zichtbaarheid van reglementaire verkeerssignalisatie of de reglementair aangebrachte straatnaamborden;
2°de doeltreffendheid van reglementaire verkeerssignalisatie of de reglementair aangebrachte straatnaamborden door onder andere gelijkenissen te vertonen met die verkeerssignalisatie of straatnaamborden.
De publiciteitsinrichting mag de vrije doorgang over de openbare weg nooit hinderen, noch het veilig uitrijden van een goed in het gedrang brengen.
ARTIKEL 9.
De publiciteitsinrichtingen en alle in deze verordening genoemde voorwerpen, waarvoor vergunning werd verleend, moeten zorgvuldig onderhouden worden om de veiligheid en de netheid te verzekeren en om het fraai uitzicht van de omgeving te beschermen.
De constructie-onderdelen en de gedeelten van muren, gevels of zijgevels, die niet voor publiciteitsboodschappen bestemd zijn, moeten eveneens zorgvuldig onderhouden worden.
Geen enkele publiciteitsinrichting mag geplaatst worden alvorens elk spoor van vroegere plaatsingen volledig verwijderd is.
De publiciteit mag geen hinder veroorzaken aan de bewoners van de omliggende woningen.
Voor de toepassing van dit reglement wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende zones volgens de geldende bestemmingen.
A. Zone woon- en buitengebied
B. Zone intra-muros
C. Zone bedrijvigheid
HOOFDSTUK 3 : OMGEVINGSVERGUNNINGEN - AANVRAGEN / PROCEDURE
Bij de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning moet volgende dossiersamenstelling worden aangehouden, de omgevingsvergunningsaanvraag dient opgeladen op het omgevingsloket:
Het bekomen van een omgevingsvergunning bij toepassing van deze verordening ontslaat de houder van de vergunning niet van de verplichting de eventueel vereiste andere vergunningen aan te vragen bij de bevoegde overheid.
HOOFDSTUK 4 : OPRICHTINGSVOORWAARDEN ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT
§1 - ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT MET BEWEGENDE BEELDEN
ARTIKEL 14.
Publiciteitsinrichtingen met bewegende publiciteitsboodschappen of publiciteitsinrichtingen waarbij van de ene publiciteitsboodschap naar de andere publiciteitsboodschap wordt overgegaan zijn niet toegelaten als de publiciteitsboodschappen aan één van de volgende voorwaarden voldoen:
1° ze zijn herkenbaar vanaf autosnelwegen;
2° ze zijn herkenbaar op minder dan vijftig meter voor een kruispunt met een andere weg of een oversteekplaats voor zwakke weggebruikers;
3° ze zijn herkenbaar voor en in een gevaarlijke bocht van een weg, vanaf de verkeerssignalisatie die daarvoor is aangebracht.
Publiciteitsinrichtingen met bewegende publiciteitsboodschappen of publiciteitsinrichtingen waarbij van de ene publiciteitsboodschap naar de andere publiciteitsboodschap wordt overgegaan, zijn alleen toegelaten als de publiciteitsinrichtingen voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° de weergavetijd van een publiciteitsboodschap bedraagt minimaal zes seconden;
2° er wordt niet overgegaan van de ene publiciteitsboodschap naar de andere publiciteitsboodschap door speciale effecten te gebruiken, zoals vervagen, slepen, in- of uitzoomen;
3° bij bewegende publiciteitsboodschappen beweegt maximaal een derde van het beeld.
De voorwaarden, vermeld in het eerste lid, gelden niet als de publiciteitsboodschappen alleen herkenbaar zijn vanaf de volgende openbare wegen:
1° de openbare wegen waar geen of maar beperkt gemotoriseerd verkeer is toegelaten, zoals in winkel-wandelstraten of verkeersluwe straten;
2° de openbare wegen waar gemotoriseerd verkeer tijdelijk is verboden, zoals bij evenementen, gedurende de periode waarvoor dat tijdelijke verbod geldt
B. Van toepassing in de zone intra-muros
ARTIKEL 15.
Publiciteitsinrichtingen met bewegende publiciteitsboodschappen of publiciteitsinrichtingen waarbij van de ene publiciteitsboodschap naar de andere publiciteitsboodschap wordt overgegaan zijn niet toegelaten.
§2 - VERLICHTE ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT
A. Van toepassing in de zone woon- en buitengebied en zone bedrijvigheid
ARTIKEL 16.
Zaakgebonden publiciteit kan verlicht worden door een inwendige of uitwendige lichtbron, deze dient te voldoen aan volgende bepalingen:
B. Van toepassing in de zone intra-muros
ARTIKEL 17.
Zaakgebonden publiciteit kan verlicht worden door een inwendige of uitwendige lichtbron. Dit geldt niet voor publiciteit haaks op het gevelvlak waartegen zij steunt, deze kan enkel verlicht worden door een uitwendige lichtbron. De verlichting dient te voldoen aan volgende bepalingen:
§3 - ALLEENSTAANDE ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT OP PRIVE-EIGENDOM
Waar toegelaten dienen de voorschriften met betrekking tot zaakgebonden publiciteit met bewegende beelden en verlichte zaakgebonden publiciteit zoals bepaald in artikel 13 tot en met 16 nageleefd te worden.
A. Van toepassing in de zone woon- en buitengebied en zone intra-muros
Vergunning kan worden verleend voor het plaatsen van een alleenstaande publiciteitsinrichting in de voortuinstrook, mits het landschap of het straatbeeld niet geschaad wordt en mits te voldoen aan volgende voorwaarden:
B. Van toepassing in de zone bedrijvigheid
Vergunning kan worden verleend voor het plaatsen van een alleenstaande publiciteitsinrichting in de voortuinstrook, mits het landschap of het straatbeeld niet geschaad wordt en mits te voldoen aan volgende voorwaarden:
ARTIKEL 20.
Voor een bedrijfsverzamelgebouw kan een vergunning worden verleend voor het plaatsen van een alleenstaande publiciteitsinrichting in de voortuinstrook, mits het landschap of het straatbeeld niet
geschaad wordt en mits te voldoen aan volgende voorwaarden :
§4 - ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT HAAKS OP HET GEVELVLAK
Waar toegelaten dienen de voorschriften met betrekking tot zaakgebonden publiciteit met bewegende beelden en verlichte zaakgebonden publiciteit zoals bepaald in artikel 13 tot en met 16 nageleefd te worden.
A. Van toepassing in zone woon- en buitengebied
Vergunning kan worden verleend voor het aanbrengen van publiciteitsinrichtingen haaks op het gevelvlak waartegen zij steunt, op gebouwen en andere bouwwerken, die voor handels- of nijverheidsdoeleinden worden aangewend.
De publiciteitsinrichting dient te voldoen aan de volgende voorwaarden :
B. Van toepassing in de zone intra-muros
Een haakse publiciteitsinrichting bestaande uit een vol paneel met een inwendige lichtbron, of bestaande uit een lichtornament wordt niet toegestaan in deze zone.
De publiciteitsinrichting dient te voldoen aan de volgende voorwaarden :
C. Van toepassing in de zone bedrijvigheid
Vergunning kan worden verleend voor het aanbrengen van een publiciteitsinrichting haaks op het gevelvlak waartegen zij steunt, op gebouwen en andere bouwwerken, die voor handels- of nijverheidsdoeleinden worden aangewend, voor zover zij uitsluitend betrekking heeft op een activiteit uitgeoefend in deze gebouwen, de benaming van de inrichting of de producten welke hier verkocht worden.
De publiciteitsinrichting dient te voldoen aan de volgende voorwaarden :
§5 – ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT IN HET VLAK VAN DE GEVEL
Waar toegelaten dienen de voorschriften met betrekking tot zaakgebonden publiciteit met bewegende beelden en verlichte zaakgebonden publiciteit zoals bepaald in artikel 13 tot en met 16 nageleefd te worden.
A. Van toepassing in de zone woon- en buitengebied
Vergunning kan worden verleend voor het aanbrengen van publiciteitsinrichtingen in het vlak van de gevel waartegen zij steunt, op gebouwen en andere bouwwerken die voor handels- of nijverheidsdoelen worden aangewend.
De publiciteitsinrichting dient te voldoen aan de volgende voorwaarden :
g. de max. uitsprong op het gevelvlak is beperkt tot 0,15 m;
B. Van toepassing in de zone intra-muros
De publiciteitsinrichting dient te voldoen aan de volgende voorwaarden :
g. de max. uitsprong op het gevelvlak is beperkt tot 0,15 m;
C. Van toepassing in de zone bedrijvigheid
ARTIKEL 26.
De publiciteitsinrichting dient te voldoen aan de volgende voorwaarden :
§6 - ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT OP ZONNESCHERMEN EN LUIFELS
ARTIKEL 27.
Onverminderd de bepalingen van de politieverordening betreffende het privatief gebruik van de openbare weg kan een vergunning worden verleend om luifels - al dan niet opvouwbaar - met publiciteitsboodschappen te voorzien op de voorgevels van gebouwen of bouwwerken met een handels- en nijverheidsfunctie, doch beperkt tot de gelijkvloerse verdieping van deze gebouwen.
Publiciteitsboodschappen op het schuine vlak zijn niet toegelaten (enkel op vertikale gedeelten).
§7 - ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT OP VLAGGEN
ARTIKEL 28.
De vlaggen op vlaggenmasten moeten worden uitgevoerd in textiel of gelijkwaardige stoffen.
A. Van toepassing in de zone woon- en buitengebied en zone intra-muros
ARTIKEL 29.
Vergunning kan verleend worden om vlaggen aan vlaggenmasten aan te brengen mits :
B. Van toepassing in de zone bedrijvigheid
ARTIKEL 30.
Vergunning kan verleend worden om vlaggen aan vlaggenmasten aan te brengen mits :
§8 – ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT OP AFSLUITINGEN EN STEIGERS
ARTIKEL 31.
Zaakgebonden publiciteitsinrichtingen kunnen worden geïntegreerd in de afsluitingen en steigers van bouwplaatsen als al de volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° de publiciteitsboodschap is niet herkenbaar vanaf een autosnelweg;
2° de plaatsingsvoorschriften voor zaakgebonden publiciteit worden gerespecteerd;
3° de plaatsing van de publiciteitsinrichting wordt beperkt tot een van de volgende perioden:
a) voor de duur van de uitvoering van vergunde stedenbouwkundige handelingen met een maximum van drie jaar;
b) zes maanden in geval van meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen waarvan akte is genomen;
c) één maand in geval van handelingen die vrijgesteld zijn van de stedenbouwkundige vergunningsplicht.
HOOFDSTUK 5 : OPRICHTINGSVOORWAARDEN NIET-ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT
§1 - NIET-ZAAKGEBONDEN PUBLICITEIT OP AFSLUITINGEN EN STEIGERS
ARTIKEL 32.
Niet-zaakgebonden publiciteitsinrichtingen kunnen worden geïntegreerd in de afsluitingen en steigers van bouwplaatsen als al de volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° de publiciteitsboodschap is niet herkenbaar vanaf een autosnelweg;
2° de publiciteitsboodschap is enkel toegelaten voor het bedrijf dat ter plaatse in aanneming werken uitvoert;
3° de plaatsing van de publiciteitsinrichting wordt beperkt tot een van de volgende perioden:
a) voor de duur van de uitvoering van vergunde stedenbouwkundige handelingen met een maximum van drie jaar;
b) zes maanden in geval van meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen waarvan akte is genomen;
c) één maand in geval van handelingen die vrijgesteld zijn van de stedenbouwkundige vergunningsplicht.
4° de niet-zaakgebonden publiciteitsinrichting vermeldt de naam en de contactgegevens van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de publiciteitsinrichting heeft aangebracht of laten aanbrengen.
Wijzigingsbepalingen
ARTIKEL 33.
Met de herziening van de Bouwverordening op reclames, uithangborden, opschriften en andere publiciteitsmiddelen, aangebracht op vaste constructies worden volgende artikelen herzien:
Wijzigingsbepalingen | |||
Bouwverordening op reclames, uithangborden, opschriften en andere publiciteitsmiddelen, aangebracht op vaste constructies. | Nieuwe gemeentelijk stedenbouwkundige verordening publiciteit aangebracht op vaste constructies | Duiding herziening | Artikel uit de verordening met markering van de aanpassingen |
Artikel 1 | Artikel 1 | Aanpassing van de terminologie conform de gewestelijk stedenbouwkundig verordening en actualisatie van de bestaande definities. | |
Artikel 2 | Artikel 2 | Behoud van de vergunningsplicht conform art. 4.2.5 VCRO. | Alle publiciteit die gevoerd wordt op, of in de omgeving van openbare wegen en openbare plaatsen en de verlichting van deze installaties, is aan een voorafgaandelijke vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen onderworpen. |
Artikel 3 | Artikel 3 | Te behouden met aanpassing van de terminologie bouwvergunningsplichtig naar omgevingsvergunningsplichtig. | Alle publiciteit die valt onder de bepalingen van de gewestelijke reglementering inzake het aanplakken en reclame maken, worden bouwomgevingsvergunningsplichtig gesteld minstens onder de voorwaarden gesteld in deze reglementering. |
Artikel 4 | Artikel 4 | Te behouden met aanpassing van de terminologie en met schrapping van achterhaalde voorschriften waarbij het toepassingsgebied verruimd wordt ten opzichte van de vorige versie. | Dit reglement is uitsluitend van toepassing op alle vanaf de openbare wegen waarneembare reclames, uithangborden en andere publiciteitsmiddelen publiciteitsboodschappen. Met openbare wegen worden gelijkgesteld; de bevaarbare waterlopen, de paden met openbare erfdienstbaarheden, de spoorwegen (het stationsgebouw en perrons uitgesloten) en de autosnelwegen (A19). |
Vallen niet onder toepassing van dit reglement : | |||
a. de aanplakbrieven aangebracht ter uitvoering van een wets- of reglementsbepaling of door openbare of ministeriële ambtenaren op de vastgestelde plaatsen; | |||
b. de op een onroerend goed aangebrachte aankondiging van de verkoop of verhuring van dit goed; | |||
c. het aanbrengen van een uithangbord in het raamvlak en achter het raam van een gelijkvloerse handelspui, mits het uithangbord beperkt wordt tot 1/6 van de vensteroppervlakte met een maximum van 0,25 m². | |||
d. opschriften van de gereglementeerde vrije beroepen (dokters, apothekers, architecten, .) en opschriften die uitsluitend een godsdienstige of wijsgerige overtuiging uitdrukken, m.b.t. dewelke door de respectieve beroepsverenigingen aanbevelingen of deontologische codes zijn uitgevaardigd; | |||
e. verkiezingspubliciteit, gevoerd tijdens een verkiezingsperiode; | |||
f. reclame tijdelijke publiciteitsboodschappen gemaakt naar aanleiding van tijdelijke en occasionele manifestaties van culturele, caritatieve, godsdienstige, sportieve en recreatieve aard; voorzover deze niet meer dan 15 dagen voor de manifestatie en niet meer dan 8 dagen na de manifestatie zichtbaar blijft, zoals bepaald onder titel 3 afdeling 3.8. van het algemene politiereglement van Ieper; | |||
g. tijdelijke reclame tijdelijke publiciteitsboodschappen gemaakt voor circusvoorstellingen, spreekbeurten, bals, braderies, toeristische manifestaties en gelijkaardige manifestaties, voorzover deze niet meer dan 15 dagen voor de manifestatie en niet meer dan 8 dagen na de manifestatie zichtbaar blijft. | |||
Artikel 5-7 | Artikel 5-11 | Algemene voorschriften die worden overgenomen met aanpassing conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en actualisatie voorschriften. | |
Artikel 8-11 | Artikel 12 | De vergunningsprocedure wordt nader geduid als omgevingsvergunningsprocedure. | |
Artikel 12-50 | Artikel 14-32 | Aanpassing van de oprichtingsvoorwaarden conform de gewestelijk stedenbouwkundige verordening en actualisatie van de bestaande voorwaarde. |
Slotbepalingen
Artikel 34. De definitief vastgestelde gemeentelijk stedenbouwkundige verordening publiciteit aangebracht op vaste constructies wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen de 10 dagen na de definitieve vaststelling per beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie West-Vlaanderen en aan het departement.
Artikel 35. Overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur maakt de burgemeester bekend dat de gemeenteraad deze gemeentelijk stedenbouwkundige verordening heeft vastgesteld in zitting van 4 december 2023;
Artikel 36. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing;
Artikel 37. Deze gemeentelijk stedenbouwkundige verordening treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking van de definitieve vaststelling in het Belgisch Staatsblad.