Terug
Gepubliceerd op 09/02/2022

Notulen  Gemeenteraad

ma 06/12/2021 - 19:30 Raadzaal
Aanwezig: Ann-Sophie Himpe, Voorzitter
Emmily Talpe, Burgemeester
Philip Bolle, Patrick Benoot, Ives Goudeseune, Valentijn Despeghel, Diego Desmadryl, Dimitry Soenen, Eva Ryde, Schepenen
Thijs Descamps, Sarah Bouton, Gaetan Dumoulin, Edouard Wallays, Evelyn Bouchaert, Andy Verkruysse, Jan Delie, Katrien Desomer, Jo Baert, Jan Breyne, Peter De Groote, Stephaan De Roo, Miet Durnez, Jan Laurens, Stefaan Williams, Jordy Sabels, Sam Vancayseele, Nancy Six, Saskia Dehollander, Hans Feys, Miguel Gheysens, Raadsleden
Stefan Depraetere, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Isabelle Duquesne, Raadslid
  • Goedkeuring notulen vorige zitting

    • Goedkeuring notulen van 8 november 2021.

      Juridische grond en bevoegdheden

      Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

      Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

      Feiten, context en argumentatie

      De notulen van de vergadering van 8 november 2021 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden.  Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.

      Beschikkend gedeelte

      Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen de notulen van de zitting van 8 november 2021 als goedgekeurd te beschouwen.

  • Openbaar

    • Bestuurlijke organisatie

      • Digitale gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Het Koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID 19 te beperken.

        De richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur  betreffende vergaderingen van de lokale bestuursorganen tijdens de coronacrisis.

        Feiten, context en argumentatie

        Gezien de Coronacrisis kan volgens de laatste richtlijnen van de Vlaamse overheid een gemeenteraad/raad maatschappelijk welzijn digitaal plaatsvinden mits naleving van een aantal voorwaarden:

        1. De wijze van vergaderen (digitaal) en de motivering (gezondheidssituatie) wordt vastgelegd in een burgemeestersbesluit op grond van artikels 134, §1 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet.
        2. De digitale gemeenteraad moet openbaar te volgen zijn via een audiovisuele livestream. Een audiostream volstaat niet om aan de openbaarheid te voldoen. De webtoepassing van de gemeente communiceert hoe pers en publiek de vergadering kunnen volgen via de livestream.
        3. De procedure voor geheime stemming moet aan de noodzakelijke democratische voorwaarden voldoen.

        De burgemeester heeft bij besluit van 26 november 2021 beslist dat de gemeenteraad en raad maatschappelijk welzijn van de stad Ieper op 6 december 2021 omwille van dwingende redenen voor de volksgezondheid in het kader van de coronacrisis uitzonderlijk zal plaatsvinden achter gesloten deuren. Daarbij wordt door de burgemeester aan de raadsleden voorgesteld om voor deze geplande zitting in te gaan op de mogelijkheid die geboden werd om digitaal te vergaderen.  Hierdoor kunnen de raadsleden zich aan de regels van onder andere social distancing houden.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen akkoord te gaan met de voorgestelde werkwijze waarbij de gemeenteraad en raad maatschappelijk welzijn digitaal worden georganiseerd.

      • Ons Onderdak. Vervanging bestuurder.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de Gemeenteraad.

        Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 tot de bepaling van de nadere regels met betrekking tot de beheersaspecten van sociale huisvestingsmaatschappijen en tot wijzigingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010 tot vaststelling van aanvullende voorwaarden en de procedure tot erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen.

        Feiten, context en argumentatie

        In gemeenteraadszitting van 28 januari 2019 werd de heer Gunter Pertry voorgedragen als kandidaat bestuurder voor de raad van bestuur van CVBA Ons Onderdak.  Met mail van 8 november 2021 laat de heer Pertry weten ontslag te nemen als bestuurder van de raad van bestuur van Ons Onderdak.

        De heer Fabien Corneillie  wordt thans voorgedragen als kandidaat bestuurder voor de raad van bestuur van Ons Onderdak.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 26 ja stemmen en 4 onthoudingen :

        Artikel 1: de heer Fabien Corneillie, Pottemstraat 15, 8908 Ieper Vlamertinge voor te dragen als kandidaat bestuurder van Ons Onderdak ter vervanging van de heer Gunter Pertry.

        Artikel 2: een afschrift van deze beslissing over te maken aan cvba Ons Onderdak.

    • Musea

      • Agenda buitengewone algemene vergadering vzw In Flanders Fields Museum dd. 16/12/2021 - standpuntbepaling.

        Feiten, context en argumentatie

        Eind 2013 werd de omvorming van de vzw In Flanders Fields Museum naar een Extern Verzelfstandigd Agentschap met Private rechtspersoonlijkheid (EVAP) afgerond. Eén van de bepalingen voor EVAP’s is dat agendapunten van de algemene vergadering voorafgaand moeten voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Zo kan de gemeenteraad haar standpunt over de agendapunten bepalen en kan de vertegenwoordiger van de gemeenteraad – in casu burgemeester Emmily Talpe voor de legislatuur 2019-2024 – op de algemene vergadering handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad. 

        Volgende punten zouden op de agenda van de buitengewone algemene vergadering - tevens de allerlaatste algemene vergadering - van de vzw IFFM op 16/12/2021 geplaatst worden:
        1) toelichting van de financiële situatie van de vzw door de vereffenaar op basis van het vereffeningsverslag en verslag controle door Ronny Steyaert Accountants;
        2) voorstel tot goedkeuring van het vereffeningsverslag van vereffenaar Stefan Deboutte en afsluiten van de vereffening;
        3) verlening van kwijting aan de vereffenaar en beëindiging van de opdracht.

        Over de punten 2 en 3 moet de algemene vergadering een beslissing nemen. 

        Het totaal netto-actief bedraagt 1.760.941,32 EUR en wordt overgedragen aan Stad Ieper. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige projecten van het In Flanders Fields Museum.

        Ter info: op de buitengewone algemene vergadering van 11 maart 2021 werd beslist tot ontbinding en opstart vereffening van de vzw In Flanders Fields Museum ten gevolge van de oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf Musea Ieper. Tevens werd financieel directeur Stefan Deboutte als vereffenaar aangesteld.

        In bijlage vindt u het vereffeningsverslag met onderstaande verslagen:

        - Balans en resultatenrekening per 31/10/2021

        - Verslag accountant

        - Verslag vereffenaar

        - Ontwerpverslag notulen algemene vergadering

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen:

        Artikel 1: goedkeuring te verlenen aan het vereffeningsverslag van vereffenaar Stefan Deboutte en het afsluiten van de vereffening.

        Artikel 2: goedkeuring te verlenen aan de kwijting aan de vereffenaar en beëindiging van de opdracht.

        Artikel 3: de vertegenwoordiger van de stad binnen de algemene vergadering op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad met de te behandelen punten. 

    • Patrimonium

      • Anjelierenlaan - kosteloze overdracht kruiwagenpad door Ons Onderdak: ter goedkeuring.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Ons Onderdak is eigenaar van een smalle voetweg, een zogenaamd kruiwagenpad dat zich situeert achter de tuinen van de woningen in de Anjelierenlaan 98 tot en met 108. Aan de andere kant grenst de voetweg aan tuinen van woningen in de Capucienenstraat 124 tot en met 126 en aan een garageweg en garages.

        De voetweg is toegankelijk via de Anjelierenlaan en loopt uit op een private eigendom van de vzw Zusters Bermhertigheid Jesu, zijnde een toegangsweg naar garages die uitgeeft op de Poperingseweg. 

        Ons Onderdak beschikt sinds lange tijd niet meer over aanpalende eigendommen. De betreffende woningen in de Anjelierenlaan werden decennia geleden verkocht. Een kosteloze overdracht naar de stad lijkt dan ook logisch, hetgeen ook de aanvankelijke bedoeling was. Via schrijven van 22.06.2021 verzoekt Ons Onderdak nu om in te stemmen met kosteloze overdracht.

        De voetweg is voorzien van steenslag en een haag.

        De akte houdende overdracht kan verleden worden door de Vlaamse overheid, Afdeling vastgoedtransacties.

        De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van zijn verplichting ambtshalve inschrijving te nemen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de voetweg kadastraal gekend als Ieper, 3e afdeling, sectie E nr. 174S5 van Ons Onderdak naar Stad Ieper.

        Artikel 2: akkoord te gaan om de Afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om deze overdracht te formaliseren in een akte.

        Artikel 3: het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing.

        Artikel 4: de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen om de stukken met betrekking tot deze overdracht te ondertekenen.

        Artikel 5: de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van zijn verplichting ambtshalve inschrijving te nemen.

    • Openbaar domein en gebouwen

      • Uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelingsproject of groepswoningbouwproject Private verkavelingsaanvraag Breydelhofstraat Brielen - zaak der wegen en goedkeuring technisch dosssier

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 40,41 en 56, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.

        Decreet houdende de gemeentewegen van 03 mei 2019.

        Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

        Besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019, vaststelling van de gemeentelijke procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en goedkeuring van het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis.

        Feiten, context en argumentatie

        Door de bouwheer Hyboma nv - Den Triangel 2 8610 Kortemark is het studie- & landmeetbureau Alex Coussens aangesteld om het bestek op te maken voor de uitvoering van uitrustings- en infrastructuurwerken nodig om de gronden gelegen langs de Veurnseweg - Breydelhofstraat  kadastraal gekend Ieper,  4AFD/BRIELEN de afdeling, sectie  B, nrs  0081G - 0080G - 0091T 3 - 0091D 3 - 0079A 3 - 0082D bouwrijp te maken.  Het bijzonder bestek met dossiernr. 0165, de raming en de plannen voor de wegen- en rioleringswerken met inbegrip van de rooilijn worden ter goedkeuring voorgelegd.
        Met het oog op de opmaak van de overeenkomst is het bestek 2-delig. Fase 1 omvat de riolering- en wegeniswerken. Fase 2 omvat de werken nodig voor de aanleg van voetpaden, opritten en groenaanleg. De totaliteit van de werken wordt geraamd op 349.750,64 EUR EUR, btw niet inbegrepen en is integraal ten laste van de private verkavelaar.

        Het ontwerp voorziet in de realisatie van de aanleg van de infrastructuur voor het verkavelen van 21 kavels bestemd voor open-, halfopen- en gesloten bebouwing. Tevens worden er zone’s voorzien voor aanleg uitbreiding wegenis, openbaar groen, rioleringstelsel en nutsleidingen. Deze infrastructuurwerken zitten tevens vervat in deze aanvraag omgevingsvergunning tot verkavelen. Het voorliggend dossier omvat volgende werkzaamheden: 

        - Wegenis/groenzone: De nieuw aan te leggen hoofdweg wordt uitgevoerd in kleinschalig materiaal type betonstraatstenen. De wegenis is voldoende breed voor het kruisen van 2 personenwagens. De hoofdweg is tevens voldoende uitgerust voor de brandweer (draaicirkels werden berekend en aangeduid op het grondplan). Er worden voldoende openbare parkeervakken voorzien in het project. Iedere woning heeft ook voldoende parkeermogelijkheden op eigen terrein. De resterende ruimte wordt ingenomen door een open (infiltratie) buffer en een kwalitatieve groenzone. Langsheen de Veurnseweg wordt er ook een groene corridor voorzien. 

        - Riolering:

        Regenwater - RWA: Volgens het hemelwaterformulier wordt de verharde oppervlakte van het openbaar domein ingerekend en wordt er per ééngezinskavel een extra 80m² ingerekend. De code die wordt toegepast is 330m³/ha dat werd opgelegd door de provincie (strengere norm dan vooropgesteld volgens de GSV-verordening (250m³/ha)). De code van goede praktijk vraagt om zo veel mogelijk het regenwater op eigen terrein te laten infiltreren. Om hieraan te kunnen voldoen moet de ondergrond voldoende doorlatend zijn en moet het grondwater in de meeste periodes voldoende diep aanwezig zijn. Verder in het document staan de voorlopige resultaten genoteerd. De nieuwe riolering wordt uitgevoerd in betonbuizen.
        Droogweerafvoer – DWA: Het vuil water van de woningen wordt opgevangen in een nieuwe riolering. Deze riolering is overgedimensioneerd zodat camera-inspectie altijd mogelijk is. De helling van 5mm/m is volgens de code goede praktijk. Deze nieuwe riolering wordt uitgevoerd in grès-buizen d250. Aangezien de buizen overgedimensioneerd zijn, zullen er ook geen problemen worden vastgesteld om de nodige debieten te kunnen opvangen..

        Met het oog op de uitvoering van de infrastructuurwerken, de oplevering ervan en de inlijving in het openbaar domein dient de verkavelaar zich contractueel met de Stad te verbinden. Een overeenkomst dient afgesloten waarin de verplichtingen van de verkavelaar worden opgenomen overeenkomstig de procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 februari 2019.  Afdoende waarborgen dienen gesteld ter verzekering van een kwaliteitsvolle uitvoering.

        Resultaten openbaar onderzoek:

        In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de voorgestelde wegenwerken en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking. Volgens de toelichting van het besluit bespreekt de gemeenteraad enkel de bezwaren die handelen over de zaak der wegen

        Het openbaar onderzoek liep van 24 september 2021 tot en met 23 oktober 2021. Daarbij werd 1 bezwaarschrift ontvangen. Dit bezwaar heeft geen betrekking op de zaak der wegen en dient niet meegenomen in onderhavig besluit. 

        Financiële gevolgen

        Alle kosten voor de uitrustings- en infrastructuurwerken van dit project worden gedragen door de projectontwikkelaar.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1 : In functie van de bespreking kennis te hebben genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren m.b.t. de zaak van de wegen die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

        Artikel 2 : Goedkeuring wordt verleend aan 'de zaak der wegen', met name het wegentracé, de rooilijn en het ontwerpbestek 0165 met plannen opgesteld door het studiebureau Sabbe + C° - Zwaaikomstraat 19A 8800 Roeselare in opdracht van de bouwheer Hyboma nv - Den Triangel 2 8610 Kortemark met het oog op de uitvoering van de uitrustings- en infrastructuurwerken om de gronden langs de Veurnseweg - Breydelhofstraat, kadastraal gekend Ieper, 4AFD/BRIELENde afdeling, sectie  B , nrs  0081G - 0080G - 0091T 3 - 0091D 3 - 0079A 3 - 0082D, bouwrijp te maken, overeenkomstig het gemeentelijk reglement van 25 februari 2019 en in uitvoering van artikel 31, eerste lid van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Artikel 3 : Voor de realisatie van deze werken wordt een overeenkomst tussen de stad Ieper en de bouwheer afgesloten en dienen afdoende waarborgen gesteld voor een gegarandeerde en kwalitatieve uitvoering.

        Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

      • Uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelingsproject of groepswoningbouwproject- Aanleg publieke ruimte op de sociale woonwijk 'Veurnseweg' - zaak der wegen en goedkeuring technisch dosssier

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 40,41 en 56, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.

        Decreet houdende de gemeentewegen van 03 mei 2019.

        Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

        Besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019, vaststelling van de gemeentelijke procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en goedkeuring van het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis.

        Feiten, context en argumentatie

        Door de bouwheer Ons Onderdak, Ter Waarde 65 8900 Ieper is het studiebureau B.V.B.A. IR. CH. LOBELLE, Gistelsteenweg 112 8490 Jabbeke aangesteld om het bestek op te maken voor de uitvoering van uitrustings- en infrastructuurwerken nodig om de gronden gelegen langs de Veurnseweg, kadastraal gekend Ieper, 4AFD/DEEL BRIELEN, de afdeling, sectie  B, nrs  193 86K - 195 86L - 197 86M - 91C3 - 91B3 - 203 85D2 - 201 85E2 - 199 85F2 bouwrijp te maken.  Het bijzonder bestek met dossiernr. BA341657, de raming en de plannen voor de wegen- en rioleringswerken met inbegrip van de rooilijn worden ter goedkeuring voorgelegd.
        Met het oog op de opmaak van de overeenkomst is het bestek 2-delig. Fase 1 omvat de riolering- en wegeniswerken. Fase 2 omvat de werken nodig voor de aanleg van voetpaden, opritten en groenaanleg. De totaliteit van de werken wordt geraamd op € 90.784.46 EUR, btw niet inbegrepen en is integraal ten laste van de private verkavelaar.

        Het ontwerp voorziet in de realisatie van de aanleg van de infrastructuur voor de inrichting van een verkaveling gelegen langsheen de Veurnseweg te Brielen. Er wordt een nieuwe rijweg aangelegd in functie van de ontsluiting van vier woningen en een gemeenschappelijke fietsenberging. Een vijfde woning sluit rechtstreeks aan op de Veurnseweg (t.h.v. het huidige huisnummer 193). Het voorliggend dossier omvat volgende werkzaamheden : De rijweg wordt aangelegd in grijze betonstraatstenen formaat 220 x 110 x 100 cm, de parkeerplaatsen in dolomiet-verharding. Er wordt geen groenaanleg voorzien. Er wordt een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd dat aansluit op het bestaande gemengde stelsel in de Veurnseweg. De DWA-riolering wordt voorzien in grès diam. 250 mm, de RWA-riolering in beton diam. 800 mm en diam. 400 mm. De huis- en straatkolkaansluitingen zijn voorzien in PVC. Er worden zowel voor DWA als voor RWA wachtaansluitingen voorzien in functie van de toekomstige ontwikkeling van de achterliggende percelen 91A3, 91B3 en 91C3..

        Met het oog op de uitvoering van de infrastructuurwerken, de oplevering ervan en de inlijving in het openbaar domein dient de verkavelaar zich contractueel met de Stad te verbinden. Een overeenkomst dient afgesloten waarin de verplichtingen van de verkavelaar worden opgenomen overeenkomstig de procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 februari 2019.  Afdoende waarborgen dienen gesteld ter verzekering van een kwaliteitsvolle uitvoering.

        Resultaten openbaar onderzoek:

        In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de voorgestelde wegenwerken en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking. Volgens de toelichting van het besluit bespreekt de gemeenteraad enkel de bezwaren die handelen over de zaak der wegen

        Het openbaar onderzoek liep van 12 oktober 2021 tot en met 10 november 2021 . Daarbij werden 2 bezwaarschrift(en) ontvangen. 

        Het bezwaar dat betrekking heeft op de zaak der wegen kan als volgt samengevat worden :

        De aanpalende eigenaar vraag duiding omtrent het eigendomsrecht van de Veurnseweg die toegang geeft tot de eigendom (kadastraat Veurnseweg 203+). 

        Wat gebeurt er met de nutsleidingen in die Veurnseweg en de bereikbaarheid van ons pand?

        Voorstel van evaluatie:

        Op heden is het deel wegenis een private weg die na heraanleg voorgesteld wordt in te lijven in openbaar domein.

        De eigenaar, SHM Ons Onderdak, van die private weg heeft in onderhavige aanvraag voorgesteld zich te beperken tot het deel wegenis dat in eigendom is.

        Aan de bestaande gevestigde erfdienstbaarheden (recht van overweg, nutsleidingen) kan via een omgevingsvergunning geen afbreuk worden gedaan.

        Financiële gevolgen

        Alle kosten voor de uitrustings- en infrastructuurwerken van dit project worden gedragen door de projectontwikkelaar.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1 : In functie van de bespreking kennis te hebben genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren m.b.t. de zaak van de wegen die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

        Artikel 2 : Goedkeuring wordt verleend aan 'de zaak der wegen', met name het wegentracé, de rooilijn en het ontwerpbestek BA341657 met plannen van omgevingsaanvraag met projectnummer 2021032037 opgesteld door het studiebureau B.V.B.A. IR. CH. LOBELLE, Gistelsteenweg 112 8490 Jabbeke in opdracht van de bouwheer Ons Onderdak, Ter Waarde 65 8900 Ieper met het oog op de uitvoering van de uitrustings- en infrastructuurwerken om de gronden langs de Veurnseweg, kadastraal gekend Ieper, IEPER 4 AFD/DEEL BRIELENde afdeling, sectie  B , nrs  0081G - 0080G - 0091T 3 - 0091D 3 - 0079A 3 - 0082D, bouwrijp te maken, overeenkomstig het gemeentelijk reglement van 25 februari 2019 en in uitvoering van artikel 31, eerste lid van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Artikel 3 : Voor de realisatie van deze werken wordt een overeenkomst tussen de stad Ieper en de bouwheer afgesloten en dienen afdoende waarborgen gesteld voor een gegarandeerde en kwalitatieve uitvoering.

        Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

    • Financiën

      • Belasting op het exploiteren van toeristische logies. Opheffen en hernieuwen

        Juridische grond en bevoegdheden

        Artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

        Het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’.

        Het decreet van 10 juli 2008 en 5 februari 2016 betreffende het toeristische logies, en latere wijzigingen.

        Het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2019 tot vaststelling van de belasting op het exploiteren van toeristische logies.

        Feiten, context en argumentatie

        De Stad Ieper investeert sinds lang in het stimuleren van het verblijfstoerisme. Ze doet dat door de uitbouw van een breed en divers toeristisch aanbod, dat de bezoeker aanzet tot een meerdaags verblijf in de stad. De Stad Ieper wenst dit beleid verder te zetten in de toekomst en wil via het heffen van een logiestaks verblijfstoeristen een billijke bijdrage laten leveren in het versterken van het toeristisch product.

        Voor het bepalen van de heffing werd vertrokken van zowel het logiesdecreet als het decreet ‘Toerisme voor allen’. 

        De heffing wordt gebaseerd op de verschillende categorieën/beschermde benamingen uit het logiesdecreet van 10 juli 2008 en 5 februari 2016 en wijzigingen.  Deze categorieën/beschermde benamingen zijn: hotel, B&B, gastenkamer, vakantielogies, vakantiewoning, openluchtrecreatief terrein, camping, camperterrein of een afgeleide benaming. 

        Vergunde of erkende logies geven meer zekerheid aan de toerist en de overheid dat effectief aan alle voorschriften en eisen wordt voldaan en dat het door Departement internationaal Vlaanderen/Toerisme Vlaanderen toegekende comfort- en kwaliteitslabel overeenstemt met de werkelijke toestand.  Het is dan ook verantwoord een verschillend tarief te voorzien voor vergunde of erkende en niet-vergunde of niet-erkende logies.

        In de gemeenteraad van 04/10/2021 werd beslist om alle categorieën van toeristische logies, zoals bepaald in artikel 2 van het besluit van 2 december 2019 betreffende belasting op het exploiteren van toeristische logies, vrijstelling te verlenen van indexering van het tarief zoals bepaald in artikel 5 van het besluit van 2 december 2019. De logiessector vraagt duidelijke en tijdige communicatie van het tarief voor de volgende jaren. Met de huidige indexeringsbepaling in het reglement kan het geïndexeerde tarief pas ten vroegste half december worden berekend en dit is veel te laat voor de sector. Reservaties voor het nieuwe jaar gebeuren heel vaak reeds in het laatste kwartaal van het voorgaande jaar, en vroeger. Enkel op voorhand gekende tarieven zorgt voor de nodige duidelijkheid voor de sector.

        Er wordt daarom voorgesteld om in het nieuwe reglement met ingang van aanslagjaar 2022 de indexering te schrappen en te werken met een vast gekend tarief per 2 aanslagjaren. De tarieven voor 2022 – 2023 zijn bepaald op basis van de indexering voor 2021 waarvoor vrijstelling werd toegekend. De tarieven voor de vakantiewoningen wordt aangepast naar een realistische bezetting voor het aanbod van vakantiewoningen in Ieper.  Het verschil tussen de vergunde of erkende en de niet-vergunde of niet-erkende logies wordt vergroot om het verschil in kwaliteitslabel te benadrukken. Er wordt voorgesteld om de categorie bivakhuizen te schrappen gezien deze categorie geen toeristische finaliteit heeft.

        Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

        Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 26 ja stemmen en 2 onthoudingen (de raadsleden Six en Dehollander) tegen 2 neen stemmen (de raadsleden Sabels en Vancayseele) :

        Artikel 1:   Heffingstermijn – belastbaar feit

        Er wordt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een belasting geheven op het verstrekken van toeristische logies op het grondgebied van de stad, aangeboden door logiesverstrekkers op 1 januari van het aanslagjaar. Het belastingreglement op het exploiteren van toeristische logies zoals beslist in de gemeenteraad van 2 december 2019 wordt per 31 december 2021 opgeheven.

        Artikel 2:   Definities – begripsomschrijving

        • toeristisch logies: elke inrichting die of elk terrein dat aan een of meer toeristen de mogelijkheid tot verblijf biedt voor één of meer nachten en tegen betaling wordt aangeboden aan de toeristische markt. Elk toeristisch logies wordt ingedeeld in één van de categorieën zoals vermeld in artikel 4.
        • categorie hotel of een afgeleide benaming: een centraal beheerde uitgeruste inrichting met afgescheiden en daartoe uitgeruste kamers met ontbijtmogelijkheid en met dagelijks onderhoud van de kamers en de sanitaire voorzieningen. De exploitant of een van de personen die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, is permanent bereikbaar voor dienstverlening en de toeristen hebben geen toegang tot de lokalen waar het dagelijkse bestuur maaltijden bereidt.
        • categorie B&B of gastenkamer of een afgeleide benaming: een uitgeruste inrichting met een of meer afgescheiden en daartoe uitgeruste kamers of ruimtes die deel uitmaken van de persoonlijke en gebruikelijke eengezinswoning of aanpalende bijgebouwen ervan. De exploitant heeft zijn hoofdverblijfplaats in het toeristische logies. De ruimte waar de toerist het ontbijt en eventuele andere maaltijden wordt aangeboden, is niet toegankelijk voor derden en kan dus geen enkele vorm van restaurant of café inhouden.
        • categorie vakantielogies: een daartoe uitgeruste inrichting of een afgescheiden en daartoe uitgeruste ruimte die mogelijkheid tot verblijf biedt;
        • categorie vakantiewoning of een afgeleide benaming: een uitgeruste woning of studio, of een uitgerust appartement, waarvoor een persoonlijk gebruiksrecht wordt verleend, met mogelijkheid voor de toerist om zelf maaltijden te bereiden.
        • categorie jeugdverblijfcentra type C: een daartoe uitgerust inrichting die mogelijkheid tot verblijf biedt en een werking uitoefent in het kader van ‘Toerisme voor Allen’ met aanbod van maaltijden. (incl. ontbijt)
        • kamer: ruimte van een hotel of gastenkamerexploitatie waarin overnacht wordt door een of meer toeristen
        • bed: een bed is een meubelstuk om in te slapen en bestaat uit een ledikant met daarop een matras met beddengoed, zoals lakens en dekens of een dekbed.  Een zetelbed wordt ook beschouwd als een bed.  Een tweepersoonsbed of zetelbed, stapelbed is gelijk aan twee bedden. 
        • categorie openluchtrecreatief terrein of camping of een afgeleide benaming: een uitgerust en afgebakend terrein in centraal beheer waarop gekampeerd of verbleven wordt in openluchtrecreatieve verblijven of dat daarvoor bestemd of ingericht is.  Worden uitgesloten: de gelegenheidskampeerterreinen in het kader van een manifestatie of uitbreiding van jeugdverblijfcentra of bivakhuizen.
        • standplaats: een standplaats op een openluchtrecreatief terrein of camping is elke plaats voor tenten, caravans, mobilhomes, kampeerauto’s en trekkershutten.
        • exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een toeristisch logies exploiteert of voor wiens rekening een toeristisch logies wordt geëxploiteerd.

        Artikel 3:   Belastingplichtige

        De belasting is verschuldigd door de exploitant van het toeristische logies.

        Artikel 4:   Berekeningsgrondslag en tarief

        De belasting wordt vastgesteld afhankelijk van de categorie van het toeristische logies en het al dan niet vergund of erkend zijn:

        categorie hotel:

        aanslagjaar 2022 en 2023: 1,50 euro per verhuurde kamer per nacht

        aanslagjaar 2024 en 2025: 1,75 euro per verhuurde kamer per nacht

        categorie B&B of gastenkamer en alle vakantielogies:

        • vergund of erkend:   aanslagjaar 2022 en 2023: 167,50 euro per kamer per jaar
                                         aanslagjaar 2024 en 2025: 170,00 euro per kamer per jaar
                                        
        • niet-vergund of niet-erkend:  aanslagjaar 2022 en 2023: 200,00 euro per kamer per jaar
                                                     aanslagjaar 2024 en 2025: 205,00 euro per kamer per jaar

        categorie jeugdverblijfcentra type C (met aanbod van maaltijden):

        aanslagjaar 2022 en 2023: 23,50 euro per bed en per jaar

        aanslagjaar 2024 en 2025: 25,00 euro per bed en per jaar

        categorie vakantiewoning:                  

        • vergund of erkend:   aanslagjaar 2022 en 2023: 85,00 euro per bed en per jaar
                                         aanslagjaar 2024 en 2025: 110,00 euro per bed en per jaar
        • niet vergund of niet-erkend:  aanslagjaar 2022 en 2023: 95,00 euro per bed en per jaar
                                                     aanslagjaar 2024 en 2025: 120,00 euro per bed en per jaar

         categorie openluchtrecreatief terrein of camping:

        aanslagjaar 2022 en 2023: 54,00 euro per standplaats en per jaar

        aanslagjaar 2024 en 2025: 55,00 euro per standplaats en per jaar

        Artikel 5:   Aangifteplicht

        • categorie hotel
          De belastingplichtige moet per kwartaal een aangifte indienen.
          De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, binnen de 15 dagen na elk kwartaal van het aanslagjaar moet ingediend worden.
        • categorieën B&B of gastenkamer – vakantielogies  – vakantiewoning – bivakhuizen in jeugdverblijfcentra type B of jeugdverblijfcentra type C – openluchtrecreatief terrein of camping
          De belastingplichtige moet jaarlijks een aangifte indienen.
          De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, binnen de 15 dagen moet worden ingediend.

        De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.

        Artikel 6:   Ambtshalve belasting

        Bij gebrek van een aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

        Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

        De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

        Artikel 7:   De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht.

        Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

        Artikel 8:   Wijze van invordering

        De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.  De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet. In geval van aangetekende betalingsherinneringen wordt een administratieve kost van 10,00 euro aangerekend.

        Artikel 9:   Bezwaar

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaarschrift moet schriftelijk of per duurzame drager worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.  De indiening moet, op straffe van verval, gebeurden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.  Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

        Artikel 10: Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Vereniging OLV Ziekenhuis. Meerjarenplanaanpassing 2020-2025: aktename

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd akte te nemen van het meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van Vereniging OLV Ziekenhuis.   De saldi vertonen allemaal een nihil saldo, net zoals het  oorspronkelijke MJP.  Er zijn geen wijzigingen maar formeel en BBC-matig moet er toch een meerjarenplan"aanpassing" worden opgesteld.

        De meerjarenplanaanpassing  2020-2025 kan als volgt worden samengevat: 

          2020 2021 2022 2023 2024 2025
        Exploitatiesaldo 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Investeringssaldo 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Financieringssaldo 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Budgettair resultaat boekjaar 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Gecumuleerd budgettair resultaat 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Onbeschikbare gelden 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Beschikbaar budgettair resultaat 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen neemt de raad akte van de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van Vereniging OLV Ziekenhuis.

      • Vereniging Ons Tehuis - VOT. Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025: aktename

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        De raad wordt gevraagd akte te nemen van het meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van Vereniging Ons Tehuis, goedgekeurd in de RvB van VOT van 26/11/2021

        De meerjarenplanaanpassing 2 van Vereniging Ons Tehuis kan als volgt worden samengevat:  

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen neemt de raad akte van de meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van Vereniging Ons Tehuis VOT.

      • Verdeelsleutel brandweerzone Westhoek 2022: goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        De wet betreffende de civiele veiligheid van 15 mei 2007, in het bijzonder artikel 68

        Feiten, context en argumentatie

        De gemeenteraad gaf goedkeuring aan de instap in de hulpverleningszone Westhoek (West-Vlaanderen 4) vanaf 1 januari 2015.   De verdeelsleutel voor de financiering tussen de steden en gemeenten werd jaar per jaar goedgekeurd en niet voor een langere periode.   

        De dotaties van de gemeenten van de hulpverleningszone worden vastgelegd door de zoneraad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden. Dat het akkoord dient bereikt te worden ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is. Bij gebrek aan dergelijk akkoord wordt de dotatie van elke gemeente vastgelegd door de provinciegouverneur.

        Voor 2021 werd er geen goedkeuring van de verdeelsleutel voor 2021 door elke gemeenteraad bereikt, unanimiteit is nodig, waardoor de gouverneur de verdeelsleutel ambtshalve diende vast te stellen.

        Sindsdien werd onderstaand traject doorlopen:  

        - Het zonecollege van 5 februari 2021 besliste een intern vooronderzoek op te starten met (regelmatige) terugkoppeling naar het zonecollege.

        - De zonecommandant kreeg de opdracht om in een eerste fase de financiële analyse (brandweer/DGH/..., zonaal – opgesplitst per post) toe te lichten aan de financieel directeurs van de gemeenten van Brandweer Westhoek en aan het eerstvolgende zonecollege waar het verdere plan van aanpak zou worden bepaald.  Deze toelichting aan de financieel directeurs vond plaats op 26 februari 2021.

         - De vraag werd gesteld om een nieuw overleg met de financieel directeurs in te plannen, om een vervolg te koppelen aan deze oefening, met een diepere analyse waarmee aan de slag kan gegaan worden op een volgend zonecollege.  Dit overleg vond plaats op 12 maart 2021.

        - Het verdere plan van aanpak werd toegelicht in het zonecollege 2 april 2021 en in de zoneraad van 28 april 2021.  Dit plan voorzag in externe begeleiding voor de verdere uitwerking van de verdeelsleutel.   

        Naar analogie met een gelijkaardige opdracht die Zone 1 liet uitvoeren, werd in het zonecollege van 2 april 2021 beslist om, op basis van een raamovereenkomst, beroep te doen op Poolstok voor het uitvoeren van deze opdracht.  In het zonecollege van 7 mei 2021 werd de opdracht toegewezen aan Arch International nv.

        - Op 2 juli 2021 vond een overleg met de financieel directeurs plaats over de voorgestelde aanpak door Arch. 

        - In het zonecollege van 15 september 2021 werd door Arch toelichting gegeven over het plan van aanpak. Rekening houdende met de opmerkingen vanuit het zonecollege werd de verdeelsleutel cijfermatig uitgewerkt. Het principe 'je betaalt voor wat je krijgt' vormt de rode draad van de aanpak. De nauwe aansluiting van het beschikbare personeel en materiaal met de bestaande risicoanalyse en bijkomend de aansluiting hiervan met de interventies van de afgelopen drie jaren, maakt dat het vooropgestelde principe gehaald wordt en door een jaarlijks opschuivend (steeds rollend over de laatste drie jaren) systeem kan aangehouden blijven.     

        In het zonecollege van 1 oktober 2021 werd kennis genomen van het voorstel voor de verdeelsleutel van ARCH. De provinciegouverneur werd in kennis gesteld dat goedkeuring van de verdeelsleutel door elke gemeenteraad uiterlijk 1 november niet haalbaar was.

        Er vonden 2 informatievergaderingen betreffende de verdeelsleutel plaats:

        1)Informatievergadering verdeelsleutel financieel directeurs: 12/10 15:00 Diksmuide

        2)Informatievergadering verdeelsleutel burgemeesters en algemeen directeurs: 18/10 20:00 Diksmuide

        Het voorstel van de (rollende) verdeelsleutel door de firma Arch kan als volgt worden samengevat:

         

        In het zonecollege van 1 oktober 2021 werd ook beslist om het voorstel voor de verdeelsleutel van ARCH voor te leggen aan de zoneraad. De zoneraad van 27 oktober 2021 heft beslist om het voorstel voor de verdeelsleutel van ARCH door te verwijzen naar de gemeenteraden om hun goedkeuring te vragen.

        Financiële gevolgen
        Jaar Budgetartikel Budget Reeds vastgelegd Oud beschikbaar Voorgesteld Nieuw beschikbaar Datum consultatie

        2022

        ACS13/toelage  €1.726.445,07  €0  €1.726.445,07  €1.726.445,09  €-0,02 19/11/2021

        Momenteel is 1.360.805,03 EUR voorzien als exploitatietoelage en 365.640,04 euro als investeringstoelage, globaal dus 1.726.445,07 euro.

        De verdeling exploitatie/investering kreeg nog een wijziging door de brandweerzone, waardoor deze bedragen zullen moeten aangepast worden in MJPA5, doch totaal van toelage samen wijzigt niet (mits afronding op 0,02 EUR).

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 18 ja stemmen en 12 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Six en Dehollander) :

        Artikel 1: De verdeelsleutel voor 2022 vast te leggen zoals in bovenstaande tabel.

        Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing voor verder gevolg over te maken aan de hulpverleningszone Westhoek en aan de heer provinciegouverneur van West-Vlaanderen.

    • Dé Academie

      • Goedkeuring evaluatiereglement gesubsidieerd personeel onderwijs

        Voorgeschiedenis

        In zitting van 6 mei 2019 werd het huidige evaluatiereglement als bijlage van het arbeidsreglement goedgekeurd.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018);

        Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding (verder genoemd decreet rechtspositie personeel gesubsidieerd onderwijs), de hoofdstukken Vbis en Vter, en latere wijzigingen;

        Het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs en de desbetreffende omzendbrieven;

        Feiten, context en argumentatie

        Het huidig evaluatiereglement, goedgekeurd als bijlage van het arbeidsreglement door de gemeenteraad in zitting van 6 mei 2019, is aan herziening toe. Een hervormd evaluatiesysteem is sinds september 2021 ingegaan. De regelgeving werd bekendgemaakt in de omzendbrief PERS/2007/09.

        In het nieuwe arbeidsreglement, goedgekeurd in de zitting van 8 november 2021, zitten enkele hoofdstukken uit het huidig evaluatiereglement verankerd. OVSG heeft als aanvulling een model gemeenteraadsbesluit opgesteld waar de algemene afspraken functiebeschrijving en evaluatie in een reglement worden vastgelegd.

        Hiertoe is een nieuw evaluatiereglement opgemaakt en dit wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het ABOC en de GR.

        Het geactualiseerde en goedgekeurde arbeidsreglement en zijn bijlagen worden ter kennisgeving bezorgd aan de personen die onder gezag arbeid verrichten in dé Academie.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen volgend evaluatiereglement goed te keuren:

        Evaluatiereglement:

        Art. 1   

        • §1 De directeur wordt aangeduid als eerste evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden aangesteld in een wervingsambt in zijn instelling.
        • §2 De algemeen directeur wordt aangeduid als tweede evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden in wervingsambten.
        • §3 De directeur wordt aangeduid als eerste evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden aangesteld in een ander bevorderingsambt of in een selectieambt.
        • §4 De algemeen directeur wordt aangeduid als tweede evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden in een ander bevorderingsambt dan dat van directeur of in een selectieambt.
        • §5 De algemeen directeur wordt aangeduid als de evaluator van de directeurs.

        Art.2 De tweede evaluator bewaakt het proces, bewaakt de kwaliteit en waakt over de objectiviteit en de eenvormigheid van de evaluaties over de personeelsleden heen.

        Art.3 Voor de evaluatoren wordt in het kader van het voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken een opleiding voorzien zodat de evaluator voldoende competent is om met kennis van zaken en op een objectieve evenwichtige manier een oordeel uit te spreken over het presteren van het personeelslid.

        Art.4                   

        • §1 De (eerste) evaluator nodigt het personeelslid per mail uit voor een eerste formeel functioneringsgesprek. Hij kondigt dit minimaal 10 werkdagen op voorhand aan.
        • §2 Het personeelslid kan per mail een functioneringsgesprek vragen. Het gesprek vindt plaats binnen een redelijke termijn na de vraag. De datum van het gesprek wordt bepaald door de eerste evaluator. 
        • §3 Van het eerste formeel functioneringsgesprek wordt door de (eerste) evaluator een verslag opgemaakt conform het model van OVSG. In dit verslag worden persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen opgenomen. Dit verslag wordt ondertekend door de eerste evaluator en ter ondertekening voor ontvangst aan het personeelslid voorgelegd. Het verslag wordt bewaard in het evaluatiedossier dat beheerd wordt door de (eerste) evaluator. 
        • §4 De (eerste) evaluator houdt de coachingshistoriek bij conform het model van OVSG.

        Art.5                   

        • §1 De evaluatie wordt uitgevoerd op basis van de functiebeschrijving en de ev. vastgelegde persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen, vastgelegd in een voorafgaand functioneringsgesprek.
        • §2 De (eerste) evaluator bepaalt het tijdstip van het evaluatiegesprek en deelt dit minimaal 10 werkdagen op voorhand per mail mee.
        • §3 De (eerste) evaluator stelt het evaluatieverslag op conform het model van OVSG. Dit verslag wordt bewaard in het evaluatiedossier.

        Art.6 De (eerste) evaluator zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en desgevallend naar de tweede evaluator.

    • Ruimtelijke planning

      • Omgevingsvergunningsaanvraag - zaak der wegen - OMV_2021149787 - O/2021/623 - het slopen en herbouwen van een woning en het gedeeltelijk verleggen van een sentier gelegen Frezenbergstraat 15, 8908 Ieper - Vlamertinge

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 2, 40,41 en 56, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
        Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.
        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
        Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019

        Feiten, context en argumentatie

        Zaak der wegen

        In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking.

        Het openbaar onderzoek liep van 14 oktober 2021 tem 12 november 2021. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen reacties ontvangen.

        Onder de zaak der wegen wordt begrepen: de aanleg van nieuwe wegenis, de wijziging van het bestaand tracé of de opheffing van wegenis. Bij onderhavige aanvraag wordt voorzien in het gedeeltelijk verleggen van sentier 22, gelegen naast de Frezenbergstraat 15.

        Motivatie voor de nieuwe aanleg:

        Heden ligt er een oude dreef van ongeveer 4m breedte naast de woning (Frezenbergstraat 15) dienstig voor de eigen eigendom maar ook dienstig voor achterliggende eigendommen o.a. nrs. 254t & 256d.

        Deze oude dreef zorgt er bv. voor dat de loods op het perceel 254t bereikbaar is.

        Probleemstelling:

        • deze dreef komt uit juist op het knooppunt Frezenbergstraat - Omloopstraat wat steeds o.o. bij in- en uitrijden een zeer gevaarlijke verkeerssituatie teweeg brengt
        • de actuele voorrang signalisatie Omloop - Frezenbergstraat wordt laks behandeld
        • deze dreef loopt naast de westzijde van de bestaande woning (nr. 15)
        • deze dreef splitst wat de totale eigendom ongewild in 2 delen
        Teneinde aan deze toch wel bijzonder gevaarlijke verkeerssituatie een structureel veiliger oplossing te bieden stellen wij voor om de bestaande oude dreef ietwat westelijk te verplaatsen naar de westerliggende perceelsgrens (cfr. bijgevoegd plan).
         
        Dit voorstel heeft volgende positieve effecten:
        • de zeer gevaarlijke verkeerssituatie bij het in- en uitrijden wordt enorm verholpen
        • een nieuwe aangelegde dreef van 4m zal het comfort verhogen
        • woning nr. 15 wordt ontlast van de hinderlijke dreef pal aan haar westelijke zijgevel
        • eigendom nr. 15 zal niet meer opgesplitst worden in 2 delen, veiligheid voor o.a. de spelende kinderen in de tuin.
        Bijkomend kan ook worden overwogen of de oude sentier van 1,5m die ergens op deze locatie ligt maar reeds meer dan dertig jaar totaal in onbruik is, ook nog moet worden behouden? De achterliggende landbouwgronden waren vroeger sterk versnipperd maar werden in de loop der jaren door aanpalenden aangekocht om ze te verweven met hun eigen aanpalende gronden die via de aanpalende straten veel gemakkelijker bereikbaar zijn geworden.
         
        Adviezen:
        dienst ruimtelijke ordening: gunstig advies
        dienst mobiliteit: verkeerstechnisch wordt gunstig advies verleend
         
        dienst landschap: gunstig advies gezien de beperkte impact van de verlegging. Er wordt zeker gepleit voor het behoud van de sentier aangezien in de toekomst sentier 22 eventueel opnieuw gerealiseerd kan worden tot op de bestaande sentier 48. Indien door het verleggen van de sentier één van de dreefbomen gerooid moet worden, geldt de vergunningsplicht indien het om een hoogstammige boom gaat.

        Openbaar onderzoek:

        Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften of reacties ontvangen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: Kennis te hebben genomen dat er geen reacties of bezwaren ingediend zijn tijdens het openbaar onderzoek

        Artikel 2: Goedkeuring te verlenen aan 'de zaak der wegen' binnen de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2021149787 - met name het plan tot gedeeltelijke verlegging van sentier 22 ter hoogte van de Frezenbergstraat 15.

      • Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Campus Veurnseweg met inbegrip van planMERscreening en MOBER – RUP_33011_2014_00035_00001 - vraag verlenging uiterste termijn definitieve vaststelling GRUP Campus Veurnseweg

        Voorgeschiedenis

        Voorbereidende fase

        In het kader van de opdracht “Opmaak gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Campus Veurnseweg met inbegrip van de planMERscreening en MOBER” werd een bestek met nr. RO2018/05 opgesteld door de ontwerper.

        Adoplan werd aangesteld door het college op 10 december 2018.

        Start- en procesnota

        Op 2 september 2019 werd de startnota GRUP Campus Veurnseweg door het college goedgekeurd, daarbij werd ook de formele opstart van de publieke raadpleging met infomoment eveneens goedgekeurd.

        Raadpleging publiek en adviesvraag

        De raadpleging over de startnota vond plaats van 11 september 2019 tot 9 november 2019. Het participatiemoment vond plaats op woensdagavond 16 oktober 2019 om 18h30 in de school VTI. Het document werd gelijktijdig voor advies overgemaakt aan de adviesinstanties.

        Op 18 november 2019 werd deze periode van raadpleging afgesloten en werden alle reacties en adviezen overgemaakt aan Adoplan voor verwerking.

        Scopingnota

        Op 4 mei 2020 werd de scopingsnota goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen waarna de scopingnota gepubliceerd werd op de website van de stad Ieper (https://www.ieper.be/bekendmaking-gemeentelijk-ruimtelijk-uitvoeringsplan-campus-veurnseweg-scoping). 

        Voorontwerp en ontwerp effectenrapport

        De adviesvraag werd op 29 juli 2020 digitaal via het DSI-platform verstuurd aan de bevoegde adviesinstanties, op 27 juli 2020 werden de adviesinstanties per mail op de hoogte gesteld van de adviesvraag die via DSI zal volgen. 

        De organisatie van de plenaire vergadering werd gehouden op vrijdag 25 september 2020 - 13u30 - raadszaal | Auris.

        Volgende adviesinstanties werden uitgenodigd en om advies gevraagd: 

        • Het departement Omgeving
        • De deputatie van de provincie West-Vlaanderen
        • De gemeentelijke commissie voor Ruimtelijke Ordening (GECORO)
        • Het departement Landbouw en Visserij
        • Het agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO)
        • Het departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW)
        • VMM
        • De provincie West-Vlaanderen dienst Waterlopen
        • Het polderbestuur
        • Het agentschap Wegen en Verkeer (AWV)
        • De Lijn
        • Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM)
        • Het Vlaams Energieagentschap
        • Aquafin

        Van de plenaire vergadering werd een verslag opgesteld dat overgemaakt werd aan de adviesinstanties op 2 oktober 2020, Op basis van dit verslag werd het voorontwerp aangepast naar voorliggend ontwerp. 

        Ontheffing plan-MER plicht

        In toepassing van artikel 4.2.3. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voor de planmilieueffectrapportage en in toepassing van art. 2.2.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, werd op 28 juli 2020 de ontheffing van de planMERplicht opgevraagd voor het GRUP Campus Veurnseweg - SCRI19097. Via bepaling van 6 augustus 2020 werd de ontheffing van de planMERplicht verleend door het team Mer en is gesteld dat er geen plan-MER moet opgesteld worden voor voorliggend RUP.

        Toets ruimtelijke veiligheidsrapportage

        Bij het opstellen van een RUP dient nagegaan te worden of de geplande ruimtelijke ontwikkelingen een invloed hebben op de risico's en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Seveso-inrichting, enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen in het plangebied. De controle gebeurt op basis van de RVR-toets, een internettoepassing ontwikkeld door de dienst Veiligheidsrapportage.
        Op 5 november 2019 bevestigt het Team Externe Veiligheid van de afdeling Gebiedsontwikkeling Omgevingsplanning en -Projecten dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

        Openbaar onderzoek

        Het openbaar onderzoek werd gehouden tijdens de periode van 17 mei 2021 tot en met 16 juli 2021.

        Adviesvraag

        De adviesvraag werd verstuurd op 4 mei 2021.

        Eindadvies Gecoro

        Op 12 oktober 2021 heeft de Gecoro ten aanzien van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviesvraag zijn eindadvies gegeven. Er werd voorgesteld om een screening van de MOBER door een onafhankelijk deskundige mobiliteit te laten uitvoeren.

        Gemotiveerde vraag verlenging uiterste datum definitieve vaststelling

        Het college heeft op 8 november 2021 beslist de gemotiveerde vraag tot verlenging van de uiterste datum voor de definitieve vaststelling met extra 60 dagen voor te leggen aan de gemeenteraad. 

         

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        De Vlaamse codex ruimtelijke ordening, in het bijzonder de bepalingen van artikel 2.2.1. tem 2.2.6 en de bepalingen van artikel 2.2.18 tem 2.2.25.

        Met het decreet van 01 juli 2016 en het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 17 februari 2017 werd de procedure tot opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) gewijzigd tot een geïntegreerd planningsproces.

         

        Feiten, context en argumentatie

        Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Campus Veurnseweg

        Situering

        Het RUP ‘Campus Veurnseweg’ dient tot het creëren van uitbreidingsmogelijkheden voor de Sint-Maartenscholen Ieper (SMSI) op de site van het Vrij Technisch Instituut (VTI) Ieper aan de rand van het stedelijk gebied van Ieper.

        De SMSI is momenteel gevestigd op vijf schoolsites: College (1), Immaculata (2), Heilige Familie (3), Lyceum (4) en VTI (5).

        Het doel van dit planproces is om de VTI-site uit te breiden als een 2de en 3de graadcampus voor ongeveer 2.255 leerlingen. Hiervoor worden twee schoolsites van de SMSI, College (1) en Immaculata (2), in de binnenstad verlaten en herbestemd.

        Het voorliggend RUP geeft uitvoering aan het bindend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) van Ieper, met name de uitvoering van het reservegebied voor stedelijke ontwikkeling op de site Veurnseweg.

        Met dit RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt het betrokken BPA ‘Noord-Westsector’ (22.10.1987) gedeeltelijk herzien.

        Het plangebied van het voorliggend RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt door de volgende elementen afgebakend:

        • ten noorden door de ‘hoeve ’t Drevenhof’ langsheen de N8 (Veurnseweg) nr. 37;
        • ten noordoosten afgebakend door de KMO-zone Van Isacker langs de N8 (Veurnseweg);
        • ten oosten afgebakend door de percelen met ééngezinswoningen langsheen de Oliedamstraat;
        • ten zuiden afgebakend door de gemeenteweg Augustijnenstraat;
        • ten westen door een onbebouwde perceel langs de Augustijnenstraat tussen de VTI-site en de percelen met ééngezinswoningen langsheen de Fabiolalaan-Sobrylaan-Kervynlaan.

        Het betrokken RUP wordt hoofdzakelijk beperkt tot de bestaande VTI-site, de mogelijke uitbreiding van de schoolsite en de ontsluitingswegen ervan.

        Volgende elementen worden wel/niet opgenomen in het plangebied van het RUP met de volgende redenen:

        • Het westelijk gedeelte van de stedelijke ontwikkelingszone met de openluchtrecreatie en de natuurzone wordt opgenomen in de herziening van het PRUP ‘Afbakening structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Ieper’ en niet in het voorliggend gemeentelijk RUP.
        • De woning langsheen de Veurnseweg nr. 27 en het bedrijf langsheen de Veurnseweg nr. 21D worden opgenomen in dit RUP om hun bestemming ‘agrarisch gebied’ volgens het gewestplan Ieper-Poperinge te wijzigen met enerzijds een nabestemming voor gemeenschapsvoorzieningen en anderzijds een bestemming als ‘KMO-zone’.
        • De KMO-zone langs de N8 (Veurnseweg)-Vrijbosroute wordt niet opgenomen binnen het plangebied van dit RUP, omdat deze laatste zijn bestemming ‘gebied voor ambachtelijke bedrijven en gebied voor KMO’ volgens het gewestplan Ieper-Poperinge kan behouden.

        Delegatie van de provincie West-Vlaanderen

        Het planologisch bestemmen van de nodige ruimte voor de school maakt onderdeel uit van de hertekening van de afbakening van het provinciaal RUP ‘Afbakening structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Ieper’. Het planinitiatief van het gemeentelijk RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt hierin geïntegreerd en vormt een deelplan bij het PRUP. Dit betekent een provinciale bevoegdheid. De provincie West-Vlaanderen ziet de uitbreiding van de schoolsite echter als een lokaal initiatief, waarvoor een delegatie van de bevoegdheden bevestigd werd door de provincie West-Vlaanderen en wordt bezorgd nav de plenaire vergadering.

        Ruimtelijk veiligheidsrapport-toets (RVR-toets)

        Bij het opstellen van een RUP dient nagegaan te worden of de geplande ruimtelijke ontwikkelingen een invloed hebben op de risico's en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Seveso-inrichting, enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen in het plangebied. De controle gebeurt op basis van de RVR-toets, een internettoepassing ontwikkeld door de dienst Veiligheidsrapportage.
        Op 5 november 2019 bevestigt het Team Externe Veiligheid van de afdeling Gebiedsontwikkeling Omgevingsplanning en -Projecten dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

        Ontheffing planMERplicht

        In toepassing van artikel 4.2.3. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voor de planmilieueffectrapportage en in toepassing van art. 2.2.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, werd op 28 juli 2020 de ontheffing van de planMERplicht opgevraagd voor het GRUP Campus Veurnseweg - SCRI19097. Via bepaling van 6 augustus 2020 werd de ontheffing van de planMERplicht verleend door het team Mer en is gesteld dat er geen plan-MER moet opgesteld worden voor voorliggend RUP.

        Aanpassing voorontwerp naar ontwerp GRUP Campus Veurnseweg met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften

        Obv het verslag van de plenaire vergadering werd het voorontwerp van GRUP bijgestuurd naar voorliggend ontwerp van GRUP Campus Veurnseweg.

        Garantie op uitvoering flankerende maatregelen mobiliteit

        Uit de MOBER kwamen een aantal milderende maatregelen naar voor die buiten de contour van het RUP vallen. Omdat deze zeker uitgevoerd zouden worden voor de ingebruikname van de school, worden de nodige garanties ingebouwd.

        In het kader van de verkeersafwikkeling en van de verkeersveiligheid zijn de onderstaande flankerende maatregelen of gelijkwaardige maatregelen m.b.t. mobiliteit noodzakelijk voor de zone voor gemeenschaps- en openbare voorzieningen (art. 1) en de zone voor gemeenschaps- en openbare voorzieningen binnen een groen kader (art. 2).

        Alle flankerende maatregelen dienen effectief uitgevoerd te zijn voor de ingebruikname van de school.

        De voorschriften uit de zones art. 1 en 2 (schoolproject) treden pas in werking nadat aan alle milderende maatregelen wordt voldaan, volgens de hieronder vermelde modaliteiten. 

        Een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van de school kan pas worden verleend wanneer:

        • De infrastructurele ingrepen om de eerder vermelde zones te ontsluiten op de Veurnseweg vergund en voldoende gegarandeerd zijn;
        • De infrastructurele ingrepen voor de herinrichting van het kruispunt Veurnseweg/Haiglaan/Oude Veurnsestraat vergund en voldoende gegarandeerd zijn;
        • De infrastructurele ingrepen om het Scholierenpad te verbreden tussen Poperingseweg en Augustijnenstraat vergund en voldoende gegarandeerd zijn;
        • De infrastructurele ingrepen om het Scholierenpad te verlengen tot de eerder vermelde zones en de verbinding met Helakker vergund en voldoende gegarandeerd zijn.

        De volgende maatregelen moeten gerealiseerd of voldoende gegarandeerd zijn op het ogenblik van de afgifte van een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van de school:

        • Aanpassen oversteek Scholierenpad over de Poperingseweg;
        • Bijkomend zebrapad over de Augustijnenstraat;
        • Het aanleggen van een verkeersplateau op de kruising van het Scholierenpad en de Augustijnenstraat;
        • De halteaccommodatie van De Lijn in de Haiglaan en de Veurnseweg herschikt en uitgebreid is.

        De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een stand van zaken aangaande bovenstaande infrastructurele ingrepen.

        Indien de realisatie van de bovenstaande flankerende maatregelen nog gepaard zou gaan met andere, hierboven niet vermelde, niet-vergunningsplichtige werken en/of handelingen, dienen deze op het moment van vergunningsaanvraag ofwel te zijn gerealiseerd, ofwel dienen eveneens voldoende waarborgen te worden geboden m.b.t. de realisatie ervan.

        Onder voldoende gegarandeerd zijn, kunnen volgende zaken begrepen worden: een bewijs van effectief ingepland zijn, een bewijs van budgettering en een samenwerkingsovereenkomst. Van belang is het reële engagement tot realisatie uiterlijk op het moment van ingebruikname van de school. Het meegeven van een dergelijke stand van zaken is van wezenlijk belang om het voorschrift te kunnen toetsen.

        Op te heffen voorschriften

        Dit RUP vervangt gedeeltelijk de bestemming van het BPA ‘Noord-Westsector’ (MB 10 september 1996) en voor het overige door het gewestplan Ieper-Poperinge (KB 14.08.1979 en gewijzigd bij BVR 11.06.1996).

        De verkaveling en de hieraan gekoppelde verkavelingsvoorschriften binnen de contour van dit RUP worden opgeheven:
        I. VK03_040/1 verkaveling langs de Oliedamstraat ten noorden van de Augustijnenstraat, afgeleverd op naam van Imroder nv, d.d. 6 december 1984.

        Register planbaten en plan-, kapitaal en gebruiksschade.

        Volgens art. 2.2.2 van de VCRO is in het RUP een grafisch planregister opgenomen van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een compensatie conform het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid.

        De opname van percelen in dit register houdt niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden.

        Openbaar onderzoek en adviesvraag

        Openbaar onderzoek ontwerp GRUP Campus Veurnseweg: het ontwerp GRUP werd na de voorlopige vaststelling onderworpen aan een openbaar onderzoek met parallel de adviesvraag zoals bepaald in art. 2.2.21. VCRO. Het openbaar onderzoek werd gehouden tijdens de periode van 17 mei 2021 tot en met 16 juli 2021.

        Eindadvies Gecoro

        Op 12 oktober 2021 heeft de Gecoro zijn eindadvies geformuleerd waarbij de resultaten van het openbaar onderzoek en van de adviesvraag werden gebundeld en behandeld. Er worden 4 hoofdpunten met vervolgens 13 deeladviezen beschreven.

        Ten aanzien van de MOBER geeft de GECORO in alle eerlijkheid toe dat zij over onvoldoende expertise inzake mobiliteit beschikt om de MOBER eigenhandig kritisch te screenen, wordt er voorgesteld om een neutrale en onafhankelijke mobiliteitsdeskundige de MOBER te laten screenen.

        Screening MOBER

        Gezien de screening van de MOBER reeds geformuleerd werd door de werkgroep van de Gecoro, heeft het college op 4 oktober 2021 opdracht gegeven aan dhr. Patrick Maes om als onafhankelijk deskundige mobiliteit de screening van de MOBER te laten uitvoeren. Dit in het licht van de bevestiging van een absolute garantie op een veilige bereikbaarheid van de campus. Dhr. Patrick Maes is erkend MER-deskundige discipline mobiliteit en was ook kwaliteitsadviseur duurzame mobiliteit voor de Vlaamse Overheid. Dhr. Maes is tevens aangesteld voor de verbreding en verdieping van het mobiliteitsplan en kan daarmee de screening ook hierbinnen kaderen. 

        Uitstel uiterste termijn definitieve vaststelling GRUP Campus Veurnseweg

        De Gemeenteraad dient het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast te stellen binnen de 180 dagen na het het eind van het openbaar onderzoek. Dit is ten laatste op 12 januari 2022. De laatste gemeenteraadszitting voor deze uiterlijke datum is 6 december 2021. Met de extra screening van de MOBER is het moeilijk haalbaar om deze uiterlijke datum te halen. 

        De mogelijkheid wordt decretaal voorzien om deze uiterste termijn op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen door de gemeenteraad met extra 60 dagen te laten verlengen (dit wordt 13 maart 2022):

        VCRO

        Art. 2.2.21. 

        § 6. De gemeenteraad stelt binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.

        De bevoegde diensten voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage beoordelen voorafgaand aan de definitieve vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan de kwaliteit van het planmilieueffectrapport respectievelijk ruimtelijk veiligheidsrapport. Ze toetsen aan de scopingnota en aan de gegevens die vereist zijn conform artikel 4.2.8, § 1bis, respectievelijk artikel 4.4.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, en ze houden rekening met de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde adviezen, opmerkingen en bezwaren.

        Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.

        De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.

        Op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen beslist de gemeenteraad over een verlenging met zestig dagen van de termijn waarin het plan moet worden vastgesteld.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om op basis van art. 2.2.21. §6 VCRO een gemotiveerd verzoek tot verlenging van de uiterste termijn voor de definitieve vaststelling van het GRUP Campus Veurnseweg goed te keuren. 

         

    • Welzijn

      • Reglement Opportuniteitsadvies kinderopvang - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Het lokaal bestuur heeft een belangrijke adviesrol in het kader van een vergunningsaanvraag kinderopvang. Dit advies draagt bij aan de beleidsdoelstellingen om te streven naar voldoende betaalbare, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang. Vanaf 1 januari 2022 moet een organisator kinderopvang een opportuniteitsadvies aanvragen voor:

        • De opstart van een groepsopvang
        • De verhuis van een bestaande locatie groepsopvang
        • De uitbreiding van een bestaande locatie groepsopvang vanaf 9 plaatsen.
        Om dergelijke aanvragen te beoordelen werd een reglement opgemaakt met de toepasselijke procedure en beoordelingscriteria. Dit reglement werd opgesteld in samenwerking met de stuurgroep. Op donderdag 18 november 2021 ging het lokaal overleg kinderopvang (LOK) akkoord met de voorgestelde procedure en beoordelingscriteria. 

        Het doel van het opportuniteitsadvies ligt erin om in gesprek te gaan met de organisator over de noden binnen de stad, er inzicht in te geven en bezorgdheden te bespreken. Het is dan aan de organisator om de afweging te maken in welke mate het zinvol is om met de opvang die hij/zij voor ogen heeft van start te gaan en te bekijken in welke mate hij/zij kan inspelen op de noden die er zijn. Een kwaliteitsvol opportuniteitsadvies verhoogt de duurzaamheid van startende organisatoren kinderopvang.

        Financiële gevolgen

        Geen financiële gevolgen

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :

        Artikel 1: het reglement opportuniteitsadvies kinderopvang goed te keuren:

        Reglement opportuniteitsadvies kinderopvang

        Hoofdstuk 1: Algemeen

        Artikel 1: Doelstelling

        1.1   Het lokaal bestuur heeft een belangrijke adviesrol in het kader van een vergunningsaanvraag kinderopvang. Dit advies draagt bij aan de beleidsdoelstellingen om te streven naar voldoende betaalbare, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang.

        1.2   Vanaf 1 januari 2022 moet een organisator kinderopvang een opportuniteitsadvies aanvragen voor:

        • De opstart van een groepsopvang
        • De verhuis van een bestaande locatie groepsopvang
        • De uitbreiding van een bestaande locatie groepsopvang vanaf 9 plaatsen.

        Artikel 2: Beslissingstermijn

        2.1 Het lokaal bestuur bezorgt het opportuniteitsadvies, binnen de 30 dagen na het kennismakingsgesprek, aan de organisator. Dit advies voegt de organisator toe aan zijn/haar vergunningsaanvraag t.a.v. het Agentschap Opgroeien. Het advies is niet bindend voor de organisator, noch voor het Agentschap Opgroeien.

        Hoofdstuk 2: Beoordelingsprocedure

        Artikel 3: Bekendmaking

        3.1 Het reglement wordt bezorgd via e-mail vanuit Huis van het Kind aan de bestaande kinderopvanginitiatieven en via de gemeentelijke communicatiekanalen aan de brede bevolking (potentieel nieuwe organisatoren).

        Artikel 4: Indienen aanvraag

        4.1 De organisator dient een aanvraag in bij het Huis van het Kind Ieper, indien de locatie en verwachte startdatum gekend is. In andere gevallen kan je informeel advies opvragen. De aanvraag wordt ingediend via e-mail (huisvanhetkind@ieper.be) of per post gericht aan Huis van het Kind Ieper (Ter Waarde 1 – 8900 Ieper). Binnen de 7 dagen ontvangt de organisator een ontvangstbevestiging via e-mail of post. Huis van het Kind Ieper contacteert de organisator voor een kennismakingsgesprek.

        Artikel 5: Inlichting LOK

        5.1 De aanvraag wordt ter kennisgeving op het LOK gebracht op een algemene vergadering of via e-mail indien er geen vergadering is ingepland tijdens de aanvraagprocedure.

        Artikel 6: Advies college van burgemeester en schepenen

        6.1 Het college van burgemeester en schepenen formuleert een definitief en gemotiveerde beoordelingsadvies. Dit advies wordt via het formulier van Agentschap Opgroeien overgemaakt. De terugkoppeling aan de organisator gebeurt via e-mail en uiterlijk binnen de 30 dagen na het kennismakingsgesprek.

        Artikel 7: Hoorrecht

        7.1 De organisator heeft het recht om gehoord te worden en heeft 30 dagen te tijd om te reageren op het advies van het lokaal bestuur.

        Hoofdstuk 3: beoordelingscriteria

        Artikel 8: Criterium 1 – kennismakingsgesprek

        Het kennismakingsgesprek bevordert een persoonlijk dialoog tussen organisator en lokaal bestuur over het kinderopvangaanbod in Ieper en deelgemeenten. Hierbij bespreken we de lokale noden alsook de plannen en visie van de organisator worden toegelicht. Het eerste contact zorgt ervoor dat meer actieve samenwerking tussen organisator en lokaal bestuur mogelijk wordt.

        Artikel 9: Criterium 2 – contact dienst Ruimtelijke Ordening

        Vanaf de start van een vergunningsaanvraag adviseren we de organisator om contact op te nemen met de dienst Ruimtelijke Ordening om na te gaan of het voorzien van de kinderopvang vergunbaar is op de vooropgestelde locatie en in tweede instantie of er een omgevingsvergunningsplicht geldt. Om een opportuniteitsadvies binnen de 30 dagen mogelijk te maken is een contactname met de dienst Ruimtelijke Ordening voldoende voor een positief advies onder voorbehoud van de definitieve resultaten van de vergunningsbeslissing.   

        Artikel 10: Criterium 3 – medewerking Lokaal Loket Kinderopvang

        De werking van het Lokaal Loket Kinderopvang (LLK) gebeurt steeds in overleg en afstemming met alle kinderopvanginitiatieven in het werkingsgebied. Informatieoverdracht en actieve betrokkenheid tussen organisator kinderopvang en het LLK staan hier centraal. Het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst toont aan dat de organisator bereid is om mee te werken aan de doelstellingen van het LLK.

        Artikel 2: Het reglement zal bekendgemaakt worden op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Herziening statuten Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) is een erkende adviesraad, in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering houdende het Lokaal Beleid Kinderopvang van 24 mei 2013. De herziening van de statuten is noodzakelijk, aangezien deze dateren van 1 oktober 2007.

        Enkele belangrijke wijzigingen in de concrete samenstelling en bepalingen omtrent de interne werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK): 

        • Definiëring doelgroep LOK: opgedeeld in 5 categorieën
        • Uitbreiding doelstellingen
        • Wijziging stemming voor stemgerechtigde leden: alle stemmen per categorie worden herleid volgens de vastgelegde gewichten per categorie
        • Uitbreiding stuurgroep op basis van de categorieën
        • Oprichten werkgroepen op basis van noden.
        Financiële gevolgen

        Geen financiële gevolgen

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 19 ja stemmen en 11 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Six en Dehollander) :

        artikel 1: de herziene statuten Lokaal Overleg Kinderopvang goed te keuren:

        Statuten Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK). 

        Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

        Artikel 1: Oprichting

        1.1   Het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) is een erkende adviesraad, in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering houdende het Lokaal Beleid Kinderopvang van 24 mei 2013.

        1.2   Het LOK werkt autonoom, los van elke politieke, ideologische, filosofische en/of godsdienstige overtuiging.

        1.3   De zetel van het LOK is gevestigd in het administratief centrum Auris, Ter Waarde 1, 8900 Ieper.

        Artikel 2: Vertegenwoordiging

        2.1   De doelgroep van het LOK is opgesplitst in 5 categorieën:

        1° categorie I - lokale actoren kinderopvang: al wie een functie vervult in de opvang van kinderen (0-12 jaar). Concreet betreft dit voorzieningen die kinderopvang aanbieden waarbij de opvang gemeld (o.a. scholen) of erkend is door Kind en Gezin of door VAPH als vergunde zorgaanbieder (o.a. gezinsopvang, groepsopvang, initiatieven voor buitenschoolse opvang).

        2° categorie II - organisaties met een opvangfunctie: al wie invulling geeft aan de opvang en vrije tijd van kinderen (0-16 jaar). Concreet betreft dit de (gemeentelijke) jeugdwerk-, sport- en vrijetijdsinitiatieven, kinderoppasdiensten en opvang voor zieke kinderen verzorgd door organisaties, instellingen en/of mutualiteiten.

        3° categorie III - gebruikers: al wie een beroep doet of behoefte heeft aan het aanbod in categorie I en II kinderopvang of een vertegenwoordiger van een organisatie die representatief  is voor de gebruikers; Concreet betreft dit een lokale afdeling van de Gezinsbond, ouderverenigingen, solidaire opvang en leerlingenraden.

        4° categorie IV - deskundigen: al wie een expertise heeft in het kader van het kinderopvangbeleid. Concreet betreft dit de intersectorale medewerker van Kind en Gezin en eventueel aangevuld met andere deskundigen.

        5° categorie V - het lokaal bestuur. Concreet betreft dit een medewerker van het lokaal bestuur met de verantwoordelijkheid voor de materie kinderopvang en de bevoegde schepenen.

        Artikel 3: Doelstellingen   

        3.1   Het LOK heeft tot doel en als opdracht:

        1° Het geven van advies aan het stadsbestuur, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, inzake alle aangelegenheden die het Lokaal Overleg Kinderopvang belangrijk acht in het kader van kinderopvangbeleid o.a. uitbouw en uitbreiding van opvangvoorzieningen, subsidiëring, …

        2° Een signaalfunctie te vervullen door een vinger aan de pols te houden bij de doelgroep.

        3° Initiatieven te nemen of te faciliteren om contact, inspraak, samenwerking en overleg te bevorderen tussen alle betrokkenen bij dit beleidsthema op het grondgebied van de stad;

        4° Lokale initiatieven in uitvoering van het beleid rond kinderopvang te bevorderen, te ondersteunen en/of indien nodig en nuttig te organiseren.

        Hoofdstuk 2: Structuur en samenstelling

        Artikel 4: Algemene omschrijving

        4.1 Het LOK bestaat uit de Algemene Vergadering, stuurgroep en (tijdelijke) werkgroepen die thematisch werken.

        Artikel 5: Algemene vergadering

        5.1 De algemene vergadering vergadert minstens 2 maal per jaar op vraag van de voorzitter of wanneer 1/3de van de stemgerechtigde leden een bijeenkomst verzoekt.

        5.2 De vergaderingen zijn besloten bijeenkomsten. Enkel bovenvermelde leden (art. 2) ontvangen een uitnodiging. Er wordt wel ruimte gelaten om genodigden toe te laten voor deelname, advies of informatieverstrekking. Dit kunnen ook leden van andere adviesraden zijn. Genodigden hebben geen stemrecht.

        5.3 We streven naar een diverse, representatieve en relevante samenstelling van de Algemene Vergadering. Hoogstens 2/3de van de stemgerechtigde leden zijn van hetzelfde geslacht en bestaat uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden.

        1° Om stemgerechtigd lid te zijn moet: hij/zij behoren tot de categorieën I,II of III en geregistreerd staan als lid van de algemene vergadering en vertegenwoordigt een bepaalde dienst, organisatie of instelling. Elk lid kan 1 stem uitbrengen. Alle stemmen per categorie worden herleid volgens de vastgelegde gewichten per categorie. 

              § Categorie 1 (gewicht: 10)

        • Initiatieven buitenschoolse opvang
        • Gezinsopvang (zelfstandige onthaalouders - dienst voor onthaalouders)
        • Groepsopvang (zelfstandige kinderopvanginitiatieven - groepsopvang kinderopvang(dienst))
        • Scholen

        § Categorie 2 (gewicht: 6)

        • Jeugdwerk
        • Vrijetijdsinitiatieven
        • Sportinitiatieven
        • Kinderoppasdiensten verzorgd door organisaties, instellingen en/of mutualiteiten
        • Opvang voor zieke kinderen

        § Categorie 3 (gewicht: 4)

        • Lokale afdeling van de Gezinsbond
        • Ouderverenigingen
        • Solidaire opvang

        2° Om niet-stemgerechtigd lid te zijn moet: hij/zij  behoren tot de groepen IV of V en geregistreerd staan als lid van de algemene vergadering en vertegenwoordigt een bepaalde dienst, organisatie of instelling.

        § Categorie 4

        • Kind en Gezin
        • Experten

        § Categorie 5

        • Medewerkers lokaal bestuur
        • Bevoegde schepenen

        Artikel 6: Stuurgroep

        6.1 De stuurgroep wordt aangeduid door de Algemene Vergadering en bestaat telkens uit 1 afgevaardigde van de vastgelegde categorieën:

        1° Categorie 1: 4 afgevaardigden

        2° Categorie 2: 2 afgevaardigden

        3° Categorie 3: 1 afgevaardigde

        4° Categorie 4: 1 afgevaardigde

        5° Categorie 5: 2 afgevaardigden

        6.2 De stuurgroep staat in voor de voorbereiding en opvolging van opdrachten van de Algemene vergadering. De stuurgroep heeft geen beslissingsbevoegdheid.

        Artikel 7: Werkgroepen

        7.1 Naargelang van de noodzakelijkheid kan de Algemene Vergadering werkgroepen samenstellen die rond een bepaald thema werken of een bepaalde activiteit uitwerken.

        7.2 Deze werkgroepen kunnen opgericht worden voor een bepaalde periode en zijn samengesteld uit één of meer leden van de Algemene vergadering.

        7.3 Zij kunnen aangevuld worden met één of meerdere andere personen, die geen lid zijn van het LOK, maar die een bijzondere deskundigheid of interesse hebben voor het thema of de activiteit.

        7.4   De werkgroepen brengen verslag uit van hun werking op de Algemene Vergadering.

        Hoofdstuk 3: Mandaten

        Artikel 8: Duur

        8.1 De duur van het mandaat van de leden van de Algemene Vergadering en Stuurgroep is geldig tot uiterlijk 6 maand na de start van de nieuwe legislatuur. Mocht de samenstelling van het LOK na de start van een nieuwe legislatuur om één of andere reden worden uitgesteld, dan blijven de oude leden in functie tot de nieuwe samenstelling is goedgekeurd.  

        Artikel 9: Procedure

        9.1 Bij de opstart van het LOK en bij het begin van elke legislatuur worden alle verenigingen en organisaties die in aanmerking komen voor lidmaatschap, door het stadsbestuur aangeschreven en uitgenodigd om zich kandidaat te stellen.

        9.2 Nieuwe aanvragen voor lidmaatschap, stemgerechtigd of niet-stemgerechtigd, worden steeds behandeld op de Algemene Vergadering. De kandidatuur moet voldoen aan de voorwaarden, gesteld in artikel 2 en 5.

        9.3 De mandaten worden vrijwillig en onbezoldigd opgenomen.

        Artikel 10: Beëindiging

        10.1 Een mandaat als afgevaardigde in de Algemene Vergadering eindigt:

        1° Wanneer niet meer voldaan is aan de voorwaarden, gesteld in Artikel 2 en 5;

        2° Door het intrekken van de opdracht door de vertegenwoordigende vereniging, organisatie of instelling;

        3° Door ontslag van de betrokken afgevaardigde uit het LOK of uit de vereniging, organisatie of instelling.

        4° drie opeenvolgende niet-gemotiveerde afwezigheden.

        10.2  Dit ontslag dient door de betrokkene of door de vereniging, organisatie of instelling schriftelijk of digitaal te worden meegedeeld aan de voorzitter en secretaris van het LOK.

        10.3 Indien vervanging van het lid relevant is, dient binnen de drie maanden nadat het mandaat van het lid beëindigd is, in zijn vervanging te worden voorzien.

        Hoofdstuk 4: Beslissingen en/of besluiten

        Artikel 11: Voorwaarden

        11.1 De Algemene Vergadering kan geldig besluiten of adviezen treffen, als minimaal de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Consensus wordt actief nagestreefd als besluitvormingswijze. Er wordt beslist bij gewone meerderheid (helft+1). Indien bij een tweede bijeenroeping niet aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, beslist de vergadering ongeacht het aantal stemgerechtigde aanwezigen.

        11.2 De Algemene Vergadering zal binnen de dertig dagen na een adviesaanvraag advies uitbrengen. Indien het onmogelijk blijk om binnen de dertig dagen een volledig advies te verstrekken, zal de Algemene Vergadering toch een document opmaken met duidelijke omschrijving van de problemen. Een eventuele termijn waarbinnen dit wel kan, zal ook vermeld worden.

        11.3 De verslagen, beslissingen en adviezen kunnen opgevraagd worden bij de secretaris. De leden van het LOK hebben het recht om inzage te nemen in alle documenten en dossier die betrekking hebben op de adviesaanvraag, tenzij er wettelijke bezwaren zijn.

        Hoofdstuk 5: Functies

        Artikel 12: Voorzitter

        12.1 Bij installatie van een nieuwe Algemene Vergadering kiest de leden een voorzitter onder de voorgestelde kandidaten.

        12.2 De voorzitter:

        1° Leidt de vergadering in goede banen;

        2° Bewaakt het overlegproces en de besluitvorming;

        3° Superviseert de verslaggeving;

        4° Mobiliseert de lokale actoren tot samenwerking, in samenspraak met alle partners en in  nauw overleg met het lokaal bestuur;

        5° Volgt de actualiteit rond kinderopvang op.

        12.3 Bij afwezigheid van de voorzitter wordt door de aanwezige leden beslist bij de aanvang van de vergadering wie éénmalig de functie kan overnemen.

        Artikel 13: Secretaris

        13.1 De functie van secretaris wordt uitgeoefend door een lid van de Algemene Vergadering

        13.2 De secretaris staat in voor de administratieve uitwerking (o.a. verslaggeving; opvolging budget)

        13.3 Bij afwezigheid van de secretaris wordt door de aanwezige leden beslist bij de aanvang van de vergadering wie éénmalig de functie kan overnemen.

        Hoofdstuk 6: Middelen

        Artikel 14: Werkingsmiddelen

        14.2 Het LOK ontvangt van de stad Ieper jaarlijks werkingsmiddelen. Deze werkingsmiddelen zijn bestemd als ondersteuning van de algemene werking (opleidingen, activiteiten e.d.). De leden van het LOK beslissen over de aanwending van deze middelen. Elk jaar op de eerste bijeenkomst van de Algemene Vergadering wordt een financiële overzicht getoond. 

        14.1. Geen enkel lid of deelnemer aan het LOK kan aanspraak maken op het materieel of intellectueel bezit van het LOK.

        Hoofdstuk 7: Erkenning

        Artikel 15: Goedkeuring

        15.1 Het LOK wordt, na voorlegging van de herziening van de statuten van 1 oktober 2007, door de Gemeenteraad van Ieper erkend in de zitting van (x). Mogelijke latere wijzigingen aan deze statuten zullen steeds onverwijld aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

        Artikel 2: Dit besluit treedt onmiddellijk in werking onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.
        Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
        Artikel 4: Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid bezorgd.

  • Interpellaties

    • Propere kleren. (Interpellatie van raadslid Vancayseele)

      Feiten, context en argumentatie

      In AGB Musea werd de vraag gesteld om in het vervolg duurzame werkkleding aan te kopen, dit na opmerking dat er telkens met dezelfde aanbieder werd gewerkt. Er werd toen verteld dat dit reeds het geval is.

      Vanuit Groen zien we dit als een eerste stap richting duurzame werkkleding in alle diensten. Van een polo voor een zwembadmedewerker tot een fluoriserend werkpak voor ons wegenwerkers, duurzame en ethische kleding is mogelijk en nodig.

      Om dit te verwezenlijken is een nieuwe aanbestedingsprocedure nodig zoals in Gent en Leuven reeds gebeurt. Bij duurzame kleding gaat het niet zozeer om het weren van kleren uit Azië maar om het verbeter van de werkomstandigheden daar. Het verhaal van Gent maakt ook duidelijk dat dit niet duurder hoeft uit te komen. 

      Dergelijke aanbestedingsprocedure zou bestaan uit:

      • een gedragscode ondertekenen waarin ze verklaren dat ze de internationale arbeidsvoorwaarden in hun keten respecteren, duurzaam transport gebruiken en een label voor biologisch en fairtrade textiel hebben
      • Het transparanter maken van de productieketen, zodat de stad als aankoper ook kan controleren.
      • 100 procent ethische kledij is moeilijk haalbaar, er moeten ook nog leveranciers zijn. Maar via onderhandelingsprocedures, kan een Stad als Ieper hierin grote stappen zetten.

      Ieper zou in 2006 al eens een gedragscode hebben ondertekend voor propere kleren, ik vroeg me dan ook af in hoeverre dit wordt toegepast op de werkkledij? Of dit werd destijds voorgelegd en het stadsbestuur zou hiermee aan de slag gaan. Los daarvan is het belangrijk om als stad ook inzicht te krijgen in de productieketen en onderhandelingsmarge heeft.

      De VVSG en de stad Gent maakten in 2018 reeds een gids voor de aankoop van sociaal verantwoorde werkkleding voor publieke aankopers, volgens ons is de tijd rijp om hiermee aan de slag te gaan.  (https://stad.gent/sites/default/files/article/documents/20180412_PU_ToolboxSocVerWerkkledij_1204.pdf)
      Eens de diensten vertrouwd zijn met de nieuwe aanbestedingsprocedure, dan kan er ook gekeken worden naar andere producten zoals omschreven op gidsvoorduurzameaankopen.be/

      Er is meer dan eerlijke koffie en fruitsap, volgens ons kan de organisatie van onze stad nog mooie stappen zetten om zichzelf te verduurzamen en een voorbeeld te zijn voor onze inwoners.

  • Vragen en antwoorden

    • Vragen en antwoorden.

  • Mededelingen

    • Mededelingen.

      Feiten, context en argumentatie
      • Mail van Minister Somers in verband met de afbouw Elia-heffingen.
      • Voorstel bestuurskalender 2022 in bijlage terug te vinden. 
  • Besloten

    • Gecoro - wijzigen voordrachten sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA) en benoeming nieuwe leden.

      Voorgeschiedenis

       Verwijzingsdocumenten.

      Voordracht van VOKA dd. 13 oktober 2021 houdende de wijziging van de samenstelling van de GECORO voor de sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA):

      • ontslag effectief vertegenwoordiger maatschappelijke geleding sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA) en voordracht nieuwe kandidaat.
      • ontslag plaatsvervangende vertegenwoordiger maatschappelijke geleding sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA) en voordracht nieuwe kandidaat.
      Juridische grond en bevoegdheden

      Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

      Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

      De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn navolgende wijzigingen.

      Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening van 19 mei 2000 (Belgisch Staatsblad 3 juni 2000), gewijzigd op 5 juni 2009 (Belgisch Staatsblad 26 augustus 2009).

      Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening van 3 juli 2009 (Belgisch Staatblad 25 augustus 2009).

      Decreet van 4 april 2014 houdende de wijziging van diverse decreten met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het grond- en pandenbeleid (B.S. 15 april 2014).

       

      Bevoegdheid

      Artikel 1.3.3. §3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening - afdeling 3. de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening – stelt dat de gemeenteraad de voorzitter, de leden, de plaatsvervangers en de vaste secretaris benoemt.

      Ingevolge het decreet van 4 april 2014 houdende de wijziging van diverse decreten met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het grond- en pandenbeleid (B.S. 15 april 2014) is het goedkeuringstoezicht op de samenstelling van de GECORO afgeschaft.

      Voortaan treedt de nieuwe GECORO aan nadat de gemeenteraad de leden ervan heeft benoemd en nadat de toezichttermijn vermeld in artikel 255, § 1 van het Gemeentedecreet is verstreken.

      Deze beslissingen vallen voortaan dus onder het algemeen bestuurlijk toezicht.

      Feiten, context en argumentatie

      A. Huidige samenstelling GECORO

      De huidige samenstelling van de GECORO werd door de Gemeenteraad van 28 januari 2019 goedgekeurd.

      In deze samenstelling zijn 11 mandaten ter beschikking gesteld voor de diverse maatschappelijke geledingen

        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van verenigingen van handelaars of landbouwers
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van de culturele sector
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van de derde leeftijd
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer bouwmaatschappijen voor sociale woningbouw
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer milieu- en natuurverenigingen.
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van handelaars 
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers 
        • 2 mandaten voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers.
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van de sector minder-validen
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van jeugd

       De leden werden benoemd door de Gemeenteraad in zitting van 4 november 2019.

       

       B. Nieuwe voordrachten voor de maatschappelijke geleding sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA)

       Voor de sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA)  werden volgende leden benoemd door de gemeenteraad in zitting van 4 november 2019. 

       

      MAATSCHAPPELIJKE GELEDINGEN

      EFFECTIEF LID

       

      PLAATSVERVANGEND LID

       

      sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA)

      De heer
      Plouvier Jonas

      Man

      Mevrouw
      Depraetere Valerie

      Vrouw

       

      VOKA meldt het ontslag van zowel het effectief als het plaatsvervangend lid en doet een voordracht van twee nieuwe kandidaten, in het bijzonder:

       

      MAATSCHAPPELIJKE GELEDINGEN

      EFFECTIEF LID

      PLAATSVERVANGEND LID

      Verenigingen van handelaars

      De heer
      Vermeersch Tom

      Mevrouw
      Spenninck Sarah

       

      Volgende motivatie wordt gegeven:

      GECORO – effectieve voordracht

      Vermeersch Tom

       

      -       naam en voornaam

      • Vermeersch Tom

       

      -       voorkeur effectief of plaatsvervangend lid

      • effectief lid

       

      -       motivering voor het mandaat in de GECORO:
      momenteel volgt de heer Vermeersch intern een opleiding inzake ruimtelijke ordening in Vlaanderen en België. Al van kindsbeen af is hij inwoner van Groot-Zonnebeke en heeft dus een sterkt voeling met de regio.
      Dit is ook één van de hoofdredenen waarom hij gesolliciteerd heeft voor de functie van Belangenbehartiger Westhoek binnen Voka West-Vlaanderen. In die nieuwe functie zal ruimtelijke ordening een belangrijk deel uitmaken van zijn takenpakket, daarom is huh ook zeer gemotiveerd om zich snel in te werken in de materie.

       

       

      GECORO – plaatsvervangende voordracht

      Spenninck Sarah

      -       naam en voornaam

      • Spenninck Sarah

       

      -       voorkeur effectief of plaatsvervangend lid

      • plaatsvervanger

       

      -       motivering voor het mandaat in de GECORO:

      gedurende de specialisatiestudies milieuwetenschappen verwierf Mevrouw Spenninck alle basisinzichten inzake ruimtelijke ordening in Vlaanderen en België. In de afgelopen jaren coördineerde zij de opvolging van de GECORO’s en de mandaten bij Voka - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen.
      Afgelopen academiejaar (2020-2021) participeerde zij bovendien aan een postgraduaat ‘mens-en milieuvriendelijk bouwen en wonen’ aan de KULeuven waarop de belangrijkste aspecten van ons ruimtelijk ordeningsbeleid uiteengezet werden aan de hand van diverse case studies.

       

       

       

      C. Beraadslaging over de ingediende kandidaturen van de maatschappelijke geleding sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA)

       Beide kandidaturen kunnen gunstig beoordeeld worden. 

       

      D. Toetsing van de nieuwe voordrachten aan de man-vrouwverhouding

      Artikel 304 §3 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22.12.2017 over de geslachtsverhouding stelt dat ten hoogste twee derde van de leden van de raden en de overlegstructuren, van hetzelfde geslacht is.

      Het Agentschap Binnenlands Bestuur Stelt dat het 2/3-quotum van toepassing is op de effectieve leden van de GECORO.

       

      Effectieve leden (17 mandaten)

      Maatschappelijke gedingen (11 mandaten)

      man

      6

      vrouw

      5

      Deskundigen (6 mandaten incl. de voorzitter)

      man

      4

      vrouw

      2

      Totaal

      man

      10

      vrouw

      7

      Man-vrouwverhouding:

      2/3 verhouding is behaald

       

      Plaatsvervangende leden (16 mandaten – geen plaatsvervanger voor de voorzitter)

      Maatschappelijke gedingen (11 mandaten)

      man

      6

      vrouw

      5

      Deskundigen (5 mandaten)

      man

      3

      vrouw

      2

      Totaal

      man

      9

      vrouw

      7

      Man-vrouwverhouding:

      2/3 verhouding is behaald

       

      Beschikkend gedeelte

      Op basis van deze overwegingen benoemt de gemeenteraad met 26 ja stemmen en 4 onthoudingen :

       Artikel 1: De heer Vermeersch Tom als effectief lid voor de sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA).

      Artikel 24: Mevrouw Spenninck Sarah als nieuw plaatsvervangend lid voor de sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA).

       

       

Namens Gemeenteraad,

Stefan Depraetere
Algemeen directeur

Ann-Sophie Himpe
Voorzitter