Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De notulen van de vergadering van 8 november 2021 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden. Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen de notulen van de zitting van 8 november 2021 als goedgekeurd te beschouwen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
Het Koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID 19 te beperken.
De richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende vergaderingen van de lokale bestuursorganen tijdens de coronacrisis.
Gezien de Coronacrisis kan volgens de laatste richtlijnen van de Vlaamse overheid een gemeenteraad/raad maatschappelijk welzijn digitaal plaatsvinden mits naleving van een aantal voorwaarden:
De burgemeester heeft bij besluit van 26 november 2021 beslist dat de gemeenteraad en raad maatschappelijk welzijn van de stad Ieper op 6 december 2021 omwille van dwingende redenen voor de volksgezondheid in het kader van de coronacrisis uitzonderlijk zal plaatsvinden achter gesloten deuren. Daarbij wordt door de burgemeester aan de raadsleden voorgesteld om voor deze geplande zitting in te gaan op de mogelijkheid die geboden werd om digitaal te vergaderen. Hierdoor kunnen de raadsleden zich aan de regels van onder andere social distancing houden.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen akkoord te gaan met de voorgestelde werkwijze waarbij de gemeenteraad en raad maatschappelijk welzijn digitaal worden georganiseerd.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de Gemeenteraad.
Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 tot de bepaling van de nadere regels met betrekking tot de beheersaspecten van sociale huisvestingsmaatschappijen en tot wijzigingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010 tot vaststelling van aanvullende voorwaarden en de procedure tot erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen.
In gemeenteraadszitting van 28 januari 2019 werd de heer Gunter Pertry voorgedragen als kandidaat bestuurder voor de raad van bestuur van CVBA Ons Onderdak. Met mail van 8 november 2021 laat de heer Pertry weten ontslag te nemen als bestuurder van de raad van bestuur van Ons Onderdak.
De heer Fabien Corneillie wordt thans voorgedragen als kandidaat bestuurder voor de raad van bestuur van Ons Onderdak.
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 26 ja stemmen en 4 onthoudingen :
Artikel 1: de heer Fabien Corneillie, Pottemstraat 15, 8908 Ieper Vlamertinge voor te dragen als kandidaat bestuurder van Ons Onderdak ter vervanging van de heer Gunter Pertry.
Artikel 2: een afschrift van deze beslissing over te maken aan cvba Ons Onderdak.
Eind 2013 werd de omvorming van de vzw In Flanders Fields Museum naar een Extern Verzelfstandigd Agentschap met Private rechtspersoonlijkheid (EVAP) afgerond. Eén van de bepalingen voor EVAP’s is dat agendapunten van de algemene vergadering voorafgaand moeten voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Zo kan de gemeenteraad haar standpunt over de agendapunten bepalen en kan de vertegenwoordiger van de gemeenteraad – in casu burgemeester Emmily Talpe voor de legislatuur 2019-2024 – op de algemene vergadering handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad.
Volgende punten zouden op de agenda van de buitengewone algemene vergadering - tevens de allerlaatste algemene vergadering - van de vzw IFFM op 16/12/2021 geplaatst worden:
1) toelichting van de financiële situatie van de vzw door de vereffenaar op basis van het vereffeningsverslag en verslag controle door Ronny Steyaert Accountants;
2) voorstel tot goedkeuring van het vereffeningsverslag van vereffenaar Stefan Deboutte en afsluiten van de vereffening;
3) verlening van kwijting aan de vereffenaar en beëindiging van de opdracht.
Over de punten 2 en 3 moet de algemene vergadering een beslissing nemen.
Het totaal netto-actief bedraagt 1.760.941,32 EUR en wordt overgedragen aan Stad Ieper. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige projecten van het In Flanders Fields Museum.
Ter info: op de buitengewone algemene vergadering van 11 maart 2021 werd beslist tot ontbinding en opstart vereffening van de vzw In Flanders Fields Museum ten gevolge van de oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf Musea Ieper. Tevens werd financieel directeur Stefan Deboutte als vereffenaar aangesteld.
In bijlage vindt u het vereffeningsverslag met onderstaande verslagen:
- Balans en resultatenrekening per 31/10/2021
- Verslag accountant
- Verslag vereffenaar
- Ontwerpverslag notulen algemene vergadering
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen:
Artikel 1: goedkeuring te verlenen aan het vereffeningsverslag van vereffenaar Stefan Deboutte en het afsluiten van de vereffening.
Artikel 2: goedkeuring te verlenen aan de kwijting aan de vereffenaar en beëindiging van de opdracht.
Artikel 3: de vertegenwoordiger van de stad binnen de algemene vergadering op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad met de te behandelen punten.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
Ons Onderdak is eigenaar van een smalle voetweg, een zogenaamd kruiwagenpad dat zich situeert achter de tuinen van de woningen in de Anjelierenlaan 98 tot en met 108. Aan de andere kant grenst de voetweg aan tuinen van woningen in de Capucienenstraat 124 tot en met 126 en aan een garageweg en garages.
De voetweg is toegankelijk via de Anjelierenlaan en loopt uit op een private eigendom van de vzw Zusters Bermhertigheid Jesu, zijnde een toegangsweg naar garages die uitgeeft op de Poperingseweg.
Ons Onderdak beschikt sinds lange tijd niet meer over aanpalende eigendommen. De betreffende woningen in de Anjelierenlaan werden decennia geleden verkocht. Een kosteloze overdracht naar de stad lijkt dan ook logisch, hetgeen ook de aanvankelijke bedoeling was. Via schrijven van 22.06.2021 verzoekt Ons Onderdak nu om in te stemmen met kosteloze overdracht.
De voetweg is voorzien van steenslag en een haag.
De akte houdende overdracht kan verleden worden door de Vlaamse overheid, Afdeling vastgoedtransacties.
De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van zijn verplichting ambtshalve inschrijving te nemen.
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :
Artikel 1: akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de voetweg kadastraal gekend als Ieper, 3e afdeling, sectie E nr. 174S5 van Ons Onderdak naar Stad Ieper.
Artikel 2: akkoord te gaan om de Afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om deze overdracht te formaliseren in een akte.
Artikel 3: het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van deze beslissing.
Artikel 4: de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen om de stukken met betrekking tot deze overdracht te ondertekenen.
Artikel 5: de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van zijn verplichting ambtshalve inschrijving te nemen.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 40,41 en 56, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
Decreet houdende de gemeentewegen van 03 mei 2019.
Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019, vaststelling van de gemeentelijke procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en goedkeuring van het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis.
Door de bouwheer Hyboma nv - Den Triangel 2 8610 Kortemark is het studie- & landmeetbureau Alex Coussens aangesteld om het bestek op te maken voor de uitvoering van uitrustings- en infrastructuurwerken nodig om de gronden gelegen langs de Veurnseweg - Breydelhofstraat kadastraal gekend Ieper, 4AFD/BRIELEN de afdeling, sectie B, nrs 0081G - 0080G - 0091T 3 - 0091D 3 - 0079A 3 - 0082D bouwrijp te maken. Het bijzonder bestek met dossiernr. 0165, de raming en de plannen voor de wegen- en rioleringswerken met inbegrip van de rooilijn worden ter goedkeuring voorgelegd.
Met het oog op de opmaak van de overeenkomst is het bestek 2-delig. Fase 1 omvat de riolering- en wegeniswerken. Fase 2 omvat de werken nodig voor de aanleg van voetpaden, opritten en groenaanleg. De totaliteit van de werken wordt geraamd op 349.750,64 EUR EUR, btw niet inbegrepen en is integraal ten laste van de private verkavelaar.
Het ontwerp voorziet in de realisatie van de aanleg van de infrastructuur voor het verkavelen van 21 kavels bestemd voor open-, halfopen- en gesloten bebouwing. Tevens worden er zone’s voorzien voor aanleg uitbreiding wegenis, openbaar groen, rioleringstelsel en nutsleidingen. Deze infrastructuurwerken zitten tevens vervat in deze aanvraag omgevingsvergunning tot verkavelen. Het voorliggend dossier omvat volgende werkzaamheden:
- Wegenis/groenzone: De nieuw aan te leggen hoofdweg wordt uitgevoerd in kleinschalig materiaal type betonstraatstenen. De wegenis is voldoende breed voor het kruisen van 2 personenwagens. De hoofdweg is tevens voldoende uitgerust voor de brandweer (draaicirkels werden berekend en aangeduid op het grondplan). Er worden voldoende openbare parkeervakken voorzien in het project. Iedere woning heeft ook voldoende parkeermogelijkheden op eigen terrein. De resterende ruimte wordt ingenomen door een open (infiltratie) buffer en een kwalitatieve groenzone. Langsheen de Veurnseweg wordt er ook een groene corridor voorzien.
- Riolering:
Regenwater - RWA: Volgens het hemelwaterformulier wordt de verharde oppervlakte van het openbaar domein ingerekend en wordt er per ééngezinskavel een extra 80m² ingerekend. De code die wordt toegepast is 330m³/ha dat werd opgelegd door de provincie (strengere norm dan vooropgesteld volgens de GSV-verordening (250m³/ha)). De code van goede praktijk vraagt om zo veel mogelijk het regenwater op eigen terrein te laten infiltreren. Om hieraan te kunnen voldoen moet de ondergrond voldoende doorlatend zijn en moet het grondwater in de meeste periodes voldoende diep aanwezig zijn. Verder in het document staan de voorlopige resultaten genoteerd. De nieuwe riolering wordt uitgevoerd in betonbuizen.
Droogweerafvoer – DWA: Het vuil water van de woningen wordt opgevangen in een nieuwe riolering. Deze riolering is overgedimensioneerd zodat camera-inspectie altijd mogelijk is. De helling van 5mm/m is volgens de code goede praktijk. Deze nieuwe riolering wordt uitgevoerd in grès-buizen d250. Aangezien de buizen overgedimensioneerd zijn, zullen er ook geen problemen worden vastgesteld om de nodige debieten te kunnen opvangen..
Met het oog op de uitvoering van de infrastructuurwerken, de oplevering ervan en de inlijving in het openbaar domein dient de verkavelaar zich contractueel met de Stad te verbinden. Een overeenkomst dient afgesloten waarin de verplichtingen van de verkavelaar worden opgenomen overeenkomstig de procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 februari 2019. Afdoende waarborgen dienen gesteld ter verzekering van een kwaliteitsvolle uitvoering.
Resultaten openbaar onderzoek:
In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de voorgestelde wegenwerken en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking. Volgens de toelichting van het besluit bespreekt de gemeenteraad enkel de bezwaren die handelen over de zaak der wegen
Het openbaar onderzoek liep van 24 september 2021 tot en met 23 oktober 2021. Daarbij werd 1 bezwaarschrift ontvangen. Dit bezwaar heeft geen betrekking op de zaak der wegen en dient niet meegenomen in onderhavig besluit.
Alle kosten voor de uitrustings- en infrastructuurwerken van dit project worden gedragen door de projectontwikkelaar.
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :
Artikel 1 : In functie van de bespreking kennis te hebben genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren m.b.t. de zaak van de wegen die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Artikel 2 : Goedkeuring wordt verleend aan 'de zaak der wegen', met name het wegentracé, de rooilijn en het ontwerpbestek 0165 met plannen opgesteld door het studiebureau Sabbe + C° - Zwaaikomstraat 19A 8800 Roeselare in opdracht van de bouwheer Hyboma nv - Den Triangel 2 8610 Kortemark met het oog op de uitvoering van de uitrustings- en infrastructuurwerken om de gronden langs de Veurnseweg - Breydelhofstraat, kadastraal gekend Ieper, 4AFD/BRIELENde afdeling, sectie B , nrs 0081G - 0080G - 0091T 3 - 0091D 3 - 0079A 3 - 0082D, bouwrijp te maken, overeenkomstig het gemeentelijk reglement van 25 februari 2019 en in uitvoering van artikel 31, eerste lid van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Artikel 3 : Voor de realisatie van deze werken wordt een overeenkomst tussen de stad Ieper en de bouwheer afgesloten en dienen afdoende waarborgen gesteld voor een gegarandeerde en kwalitatieve uitvoering.
Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 40,41 en 56, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
Decreet houdende de gemeentewegen van 03 mei 2019.
Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019, vaststelling van de gemeentelijke procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en goedkeuring van het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis.
Door de bouwheer Ons Onderdak, Ter Waarde 65 8900 Ieper is het studiebureau B.V.B.A. IR. CH. LOBELLE, Gistelsteenweg 112 8490 Jabbeke aangesteld om het bestek op te maken voor de uitvoering van uitrustings- en infrastructuurwerken nodig om de gronden gelegen langs de Veurnseweg, kadastraal gekend Ieper, 4AFD/DEEL BRIELEN, de afdeling, sectie B, nrs 193 86K - 195 86L - 197 86M - 91C3 - 91B3 - 203 85D2 - 201 85E2 - 199 85F2 bouwrijp te maken. Het bijzonder bestek met dossiernr. BA341657, de raming en de plannen voor de wegen- en rioleringswerken met inbegrip van de rooilijn worden ter goedkeuring voorgelegd.
Met het oog op de opmaak van de overeenkomst is het bestek 2-delig. Fase 1 omvat de riolering- en wegeniswerken. Fase 2 omvat de werken nodig voor de aanleg van voetpaden, opritten en groenaanleg. De totaliteit van de werken wordt geraamd op € 90.784.46 EUR, btw niet inbegrepen en is integraal ten laste van de private verkavelaar.
Het ontwerp voorziet in de realisatie van de aanleg van de infrastructuur voor de inrichting van een verkaveling gelegen langsheen de Veurnseweg te Brielen. Er wordt een nieuwe rijweg aangelegd in functie van de ontsluiting van vier woningen en een gemeenschappelijke fietsenberging. Een vijfde woning sluit rechtstreeks aan op de Veurnseweg (t.h.v. het huidige huisnummer 193). Het voorliggend dossier omvat volgende werkzaamheden : De rijweg wordt aangelegd in grijze betonstraatstenen formaat 220 x 110 x 100 cm, de parkeerplaatsen in dolomiet-verharding. Er wordt geen groenaanleg voorzien. Er wordt een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd dat aansluit op het bestaande gemengde stelsel in de Veurnseweg. De DWA-riolering wordt voorzien in grès diam. 250 mm, de RWA-riolering in beton diam. 800 mm en diam. 400 mm. De huis- en straatkolkaansluitingen zijn voorzien in PVC. Er worden zowel voor DWA als voor RWA wachtaansluitingen voorzien in functie van de toekomstige ontwikkeling van de achterliggende percelen 91A3, 91B3 en 91C3..
Met het oog op de uitvoering van de infrastructuurwerken, de oplevering ervan en de inlijving in het openbaar domein dient de verkavelaar zich contractueel met de Stad te verbinden. Een overeenkomst dient afgesloten waarin de verplichtingen van de verkavelaar worden opgenomen overeenkomstig de procedure voor het uitvoeren van uitrustings- en infrastructuurwerken bij verkavelings- en groepswoningbouwprojecten en het stappenplan voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen of bijstellen van een verkaveling of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een bouwproject met openbare wegenis, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 februari 2019. Afdoende waarborgen dienen gesteld ter verzekering van een kwaliteitsvolle uitvoering.
Resultaten openbaar onderzoek:
In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de voorgestelde wegenwerken en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking. Volgens de toelichting van het besluit bespreekt de gemeenteraad enkel de bezwaren die handelen over de zaak der wegen
Het openbaar onderzoek liep van 12 oktober 2021 tot en met 10 november 2021 . Daarbij werden 2 bezwaarschrift(en) ontvangen.
Het bezwaar dat betrekking heeft op de zaak der wegen kan als volgt samengevat worden :
De aanpalende eigenaar vraag duiding omtrent het eigendomsrecht van de Veurnseweg die toegang geeft tot de eigendom (kadastraat Veurnseweg 203+).
Wat gebeurt er met de nutsleidingen in die Veurnseweg en de bereikbaarheid van ons pand?
Voorstel van evaluatie:
Op heden is het deel wegenis een private weg die na heraanleg voorgesteld wordt in te lijven in openbaar domein.
De eigenaar, SHM Ons Onderdak, van die private weg heeft in onderhavige aanvraag voorgesteld zich te beperken tot het deel wegenis dat in eigendom is.
Aan de bestaande gevestigde erfdienstbaarheden (recht van overweg, nutsleidingen) kan via een omgevingsvergunning geen afbreuk worden gedaan.
Alle kosten voor de uitrustings- en infrastructuurwerken van dit project worden gedragen door de projectontwikkelaar.
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :
Artikel 1 : In functie van de bespreking kennis te hebben genomen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren m.b.t. de zaak van de wegen die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Artikel 2 : Goedkeuring wordt verleend aan 'de zaak der wegen', met name het wegentracé, de rooilijn en het ontwerpbestek BA341657 met plannen van omgevingsaanvraag met projectnummer 2021032037 opgesteld door het studiebureau B.V.B.A. IR. CH. LOBELLE, Gistelsteenweg 112 8490 Jabbeke in opdracht van de bouwheer Ons Onderdak, Ter Waarde 65 8900 Ieper met het oog op de uitvoering van de uitrustings- en infrastructuurwerken om de gronden langs de Veurnseweg, kadastraal gekend Ieper, IEPER 4 AFD/DEEL BRIELENde afdeling, sectie B , nrs 0081G - 0080G - 0091T 3 - 0091D 3 - 0079A 3 - 0082D, bouwrijp te maken, overeenkomstig het gemeentelijk reglement van 25 februari 2019 en in uitvoering van artikel 31, eerste lid van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Artikel 3 : Voor de realisatie van deze werken wordt een overeenkomst tussen de stad Ieper en de bouwheer afgesloten en dienen afdoende waarborgen gesteld voor een gegarandeerde en kwalitatieve uitvoering.
Artikel 4 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
Artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’.
Het decreet van 10 juli 2008 en 5 februari 2016 betreffende het toeristische logies, en latere wijzigingen.
Het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2019 tot vaststelling van de belasting op het exploiteren van toeristische logies.
De Stad Ieper investeert sinds lang in het stimuleren van het verblijfstoerisme. Ze doet dat door de uitbouw van een breed en divers toeristisch aanbod, dat de bezoeker aanzet tot een meerdaags verblijf in de stad. De Stad Ieper wenst dit beleid verder te zetten in de toekomst en wil via het heffen van een logiestaks verblijfstoeristen een billijke bijdrage laten leveren in het versterken van het toeristisch product.
Voor het bepalen van de heffing werd vertrokken van zowel het logiesdecreet als het decreet ‘Toerisme voor allen’.
De heffing wordt gebaseerd op de verschillende categorieën/beschermde benamingen uit het logiesdecreet van 10 juli 2008 en 5 februari 2016 en wijzigingen. Deze categorieën/beschermde benamingen zijn: hotel, B&B, gastenkamer, vakantielogies, vakantiewoning, openluchtrecreatief terrein, camping, camperterrein of een afgeleide benaming.
Vergunde of erkende logies geven meer zekerheid aan de toerist en de overheid dat effectief aan alle voorschriften en eisen wordt voldaan en dat het door Departement internationaal Vlaanderen/Toerisme Vlaanderen toegekende comfort- en kwaliteitslabel overeenstemt met de werkelijke toestand. Het is dan ook verantwoord een verschillend tarief te voorzien voor vergunde of erkende en niet-vergunde of niet-erkende logies.
In de gemeenteraad van 04/10/2021 werd beslist om alle categorieën van toeristische logies, zoals bepaald in artikel 2 van het besluit van 2 december 2019 betreffende belasting op het exploiteren van toeristische logies, vrijstelling te verlenen van indexering van het tarief zoals bepaald in artikel 5 van het besluit van 2 december 2019. De logiessector vraagt duidelijke en tijdige communicatie van het tarief voor de volgende jaren. Met de huidige indexeringsbepaling in het reglement kan het geïndexeerde tarief pas ten vroegste half december worden berekend en dit is veel te laat voor de sector. Reservaties voor het nieuwe jaar gebeuren heel vaak reeds in het laatste kwartaal van het voorgaande jaar, en vroeger. Enkel op voorhand gekende tarieven zorgt voor de nodige duidelijkheid voor de sector.
Er wordt daarom voorgesteld om in het nieuwe reglement met ingang van aanslagjaar 2022 de indexering te schrappen en te werken met een vast gekend tarief per 2 aanslagjaren. De tarieven voor 2022 – 2023 zijn bepaald op basis van de indexering voor 2021 waarvoor vrijstelling werd toegekend. De tarieven voor de vakantiewoningen wordt aangepast naar een realistische bezetting voor het aanbod van vakantiewoningen in Ieper. Het verschil tussen de vergunde of erkende en de niet-vergunde of niet-erkende logies wordt vergroot om het verschil in kwaliteitslabel te benadrukken. Er wordt voorgesteld om de categorie bivakhuizen te schrappen gezien deze categorie geen toeristische finaliteit heeft.
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen.
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 26 ja stemmen en 2 onthoudingen (de raadsleden Six en Dehollander) tegen 2 neen stemmen (de raadsleden Sabels en Vancayseele) :
Artikel 1: Heffingstermijn – belastbaar feit
Er wordt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een belasting geheven op het verstrekken van toeristische logies op het grondgebied van de stad, aangeboden door logiesverstrekkers op 1 januari van het aanslagjaar. Het belastingreglement op het exploiteren van toeristische logies zoals beslist in de gemeenteraad van 2 december 2019 wordt per 31 december 2021 opgeheven.
Artikel 2: Definities – begripsomschrijving
Artikel 3: Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de exploitant van het toeristische logies.
Artikel 4: Berekeningsgrondslag en tarief
De belasting wordt vastgesteld afhankelijk van de categorie van het toeristische logies en het al dan niet vergund of erkend zijn:
categorie hotel:
aanslagjaar 2022 en 2023: 1,50 euro per verhuurde kamer per nacht
aanslagjaar 2024 en 2025: 1,75 euro per verhuurde kamer per nacht
categorie B&B of gastenkamer en alle vakantielogies:
categorie jeugdverblijfcentra type C (met aanbod van maaltijden):
aanslagjaar 2022 en 2023: 23,50 euro per bed en per jaar
aanslagjaar 2024 en 2025: 25,00 euro per bed en per jaar
categorie vakantiewoning:
categorie openluchtrecreatief terrein of camping:
aanslagjaar 2022 en 2023: 54,00 euro per standplaats en per jaar
aanslagjaar 2024 en 2025: 55,00 euro per standplaats en per jaar
Artikel 5: Aangifteplicht
De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.
Artikel 6: Ambtshalve belasting
Bij gebrek van een aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 7: De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan een vierde van de verschuldigde belasting, indien de belastingplichtige een eerste maal verzuimt aan de aangifteplicht, met de helft, indien de belastingplichtige voor een tweede of volgende keer verzuimt aan de aangifteplicht.
Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 8: Wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet. In geval van aangetekende betalingsherinneringen wordt een administratieve kost van 10,00 euro aangerekend.
Artikel 9: Bezwaar
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk of per duurzame drager worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeurden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 10: Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De raad wordt gevraagd akte te nemen van het meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van Vereniging OLV Ziekenhuis. De saldi vertonen allemaal een nihil saldo, net zoals het oorspronkelijke MJP. Er zijn geen wijzigingen maar formeel en BBC-matig moet er toch een meerjarenplan"aanpassing" worden opgesteld.
De meerjarenplanaanpassing 2020-2025 kan als volgt worden samengevat:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Exploitatiesaldo | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Investeringssaldo | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Financieringssaldo | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Budgettair resultaat boekjaar | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Gecumuleerd budgettair resultaat | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Onbeschikbare gelden | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Beschikbaar budgettair resultaat | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Op basis van deze overwegingen neemt de raad akte van de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van Vereniging OLV Ziekenhuis.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De raad wordt gevraagd akte te nemen van het meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van Vereniging Ons Tehuis, goedgekeurd in de RvB van VOT van 26/11/2021
De meerjarenplanaanpassing 2 van Vereniging Ons Tehuis kan als volgt worden samengevat:
Op basis van deze overwegingen neemt de raad akte van de meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van Vereniging Ons Tehuis VOT.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De wet betreffende de civiele veiligheid van 15 mei 2007, in het bijzonder artikel 68
De gemeenteraad gaf goedkeuring aan de instap in de hulpverleningszone Westhoek (West-Vlaanderen 4) vanaf 1 januari 2015. De verdeelsleutel voor de financiering tussen de steden en gemeenten werd jaar per jaar goedgekeurd en niet voor een langere periode.
De dotaties van de gemeenten van de hulpverleningszone worden vastgelegd door de zoneraad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden. Dat het akkoord dient bereikt te worden ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is. Bij gebrek aan dergelijk akkoord wordt de dotatie van elke gemeente vastgelegd door de provinciegouverneur.
Voor 2021 werd er geen goedkeuring van de verdeelsleutel voor 2021 door elke gemeenteraad bereikt, unanimiteit is nodig, waardoor de gouverneur de verdeelsleutel ambtshalve diende vast te stellen.
Sindsdien werd onderstaand traject doorlopen:
- Het zonecollege van 5 februari 2021 besliste een intern vooronderzoek op te starten met (regelmatige) terugkoppeling naar het zonecollege.
- De zonecommandant kreeg de opdracht om in een eerste fase de financiële analyse (brandweer/DGH/..., zonaal – opgesplitst per post) toe te lichten aan de financieel directeurs van de gemeenten van Brandweer Westhoek en aan het eerstvolgende zonecollege waar het verdere plan van aanpak zou worden bepaald. Deze toelichting aan de financieel directeurs vond plaats op 26 februari 2021.
- De vraag werd gesteld om een nieuw overleg met de financieel directeurs in te plannen, om een vervolg te koppelen aan deze oefening, met een diepere analyse waarmee aan de slag kan gegaan worden op een volgend zonecollege. Dit overleg vond plaats op 12 maart 2021.
- Het verdere plan van aanpak werd toegelicht in het zonecollege 2 april 2021 en in de zoneraad van 28 april 2021. Dit plan voorzag in externe begeleiding voor de verdere uitwerking van de verdeelsleutel.
Naar analogie met een gelijkaardige opdracht die Zone 1 liet uitvoeren, werd in het zonecollege van 2 april 2021 beslist om, op basis van een raamovereenkomst, beroep te doen op Poolstok voor het uitvoeren van deze opdracht. In het zonecollege van 7 mei 2021 werd de opdracht toegewezen aan Arch International nv.
- Op 2 juli 2021 vond een overleg met de financieel directeurs plaats over de voorgestelde aanpak door Arch.
- In het zonecollege van 15 september 2021 werd door Arch toelichting gegeven over het plan van aanpak. Rekening houdende met de opmerkingen vanuit het zonecollege werd de verdeelsleutel cijfermatig uitgewerkt. Het principe 'je betaalt voor wat je krijgt' vormt de rode draad van de aanpak. De nauwe aansluiting van het beschikbare personeel en materiaal met de bestaande risicoanalyse en bijkomend de aansluiting hiervan met de interventies van de afgelopen drie jaren, maakt dat het vooropgestelde principe gehaald wordt en door een jaarlijks opschuivend (steeds rollend over de laatste drie jaren) systeem kan aangehouden blijven.
In het zonecollege van 1 oktober 2021 werd kennis genomen van het voorstel voor de verdeelsleutel van ARCH. De provinciegouverneur werd in kennis gesteld dat goedkeuring van de verdeelsleutel door elke gemeenteraad uiterlijk 1 november niet haalbaar was.
Er vonden 2 informatievergaderingen betreffende de verdeelsleutel plaats:
1)Informatievergadering verdeelsleutel financieel directeurs: 12/10 15:00 Diksmuide
2)Informatievergadering verdeelsleutel burgemeesters en algemeen directeurs: 18/10 20:00 Diksmuide
Het voorstel van de (rollende) verdeelsleutel door de firma Arch kan als volgt worden samengevat:
In het zonecollege van 1 oktober 2021 werd ook beslist om het voorstel voor de verdeelsleutel van ARCH voor te leggen aan de zoneraad. De zoneraad van 27 oktober 2021 heft beslist om het voorstel voor de verdeelsleutel van ARCH door te verwijzen naar de gemeenteraden om hun goedkeuring te vragen.
Jaar | Budgetartikel | Budget | Reeds vastgelegd | Oud beschikbaar | Voorgesteld | Nieuw beschikbaar | Datum consultatie |
2022 |
ACS13/toelage | €1.726.445,07 | €0 | €1.726.445,07 | €1.726.445,09 | €-0,02 | 19/11/2021 |
Momenteel is 1.360.805,03 EUR voorzien als exploitatietoelage en 365.640,04 euro als investeringstoelage, globaal dus 1.726.445,07 euro.
De verdeling exploitatie/investering kreeg nog een wijziging door de brandweerzone, waardoor deze bedragen zullen moeten aangepast worden in MJPA5, doch totaal van toelage samen wijzigt niet (mits afronding op 0,02 EUR).
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 18 ja stemmen en 12 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Breyne, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Six en Dehollander) :
Artikel 1: De verdeelsleutel voor 2022 vast te leggen zoals in bovenstaande tabel.
Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing voor verder gevolg over te maken aan de hulpverleningszone Westhoek en aan de heer provinciegouverneur van West-Vlaanderen.
In zitting van 6 mei 2019 werd het huidige evaluatiereglement als bijlage van het arbeidsreglement goedgekeurd.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018);
Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding (verder genoemd decreet rechtspositie personeel gesubsidieerd onderwijs), de hoofdstukken Vbis en Vter, en latere wijzigingen;
Het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs en de desbetreffende omzendbrieven;
Het huidig evaluatiereglement, goedgekeurd als bijlage van het arbeidsreglement door de gemeenteraad in zitting van 6 mei 2019, is aan herziening toe. Een hervormd evaluatiesysteem is sinds september 2021 ingegaan. De regelgeving werd bekendgemaakt in de omzendbrief PERS/2007/09.
In het nieuwe arbeidsreglement, goedgekeurd in de zitting van 8 november 2021, zitten enkele hoofdstukken uit het huidig evaluatiereglement verankerd. OVSG heeft als aanvulling een model gemeenteraadsbesluit opgesteld waar de algemene afspraken functiebeschrijving en evaluatie in een reglement worden vastgelegd.
Hiertoe is een nieuw evaluatiereglement opgemaakt en dit wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het ABOC en de GR.
Het geactualiseerde en goedgekeurde arbeidsreglement en zijn bijlagen worden ter kennisgeving bezorgd aan de personen die onder gezag arbeid verrichten in dé Academie.
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen volgend evaluatiereglement goed te keuren:
Evaluatiereglement:
Art. 1
Art.2 De tweede evaluator bewaakt het proces, bewaakt de kwaliteit en waakt over de objectiviteit en de eenvormigheid van de evaluaties over de personeelsleden heen.
Art.3 Voor de evaluatoren wordt in het kader van het voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken een opleiding voorzien zodat de evaluator voldoende competent is om met kennis van zaken en op een objectieve evenwichtige manier een oordeel uit te spreken over het presteren van het personeelslid.
Art.4
Art.5
Art.6 De (eerste) evaluator zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en desgevallend naar de tweede evaluator.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en latere wijzigingen, in bijzonder de artikel 2, 40,41 en 56, inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) van 15/05/2009.
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019
Zaak der wegen
In toepassing van art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek teneinde deze mee te nemen in de bespreking.
Het openbaar onderzoek liep van 14 oktober 2021 tem 12 november 2021. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen reacties ontvangen.
Onder de zaak der wegen wordt begrepen: de aanleg van nieuwe wegenis, de wijziging van het bestaand tracé of de opheffing van wegenis. Bij onderhavige aanvraag wordt voorzien in het gedeeltelijk verleggen van sentier 22, gelegen naast de Frezenbergstraat 15.
Motivatie voor de nieuwe aanleg:
Heden ligt er een oude dreef van ongeveer 4m breedte naast de woning (Frezenbergstraat 15) dienstig voor de eigen eigendom maar ook dienstig voor achterliggende eigendommen o.a. nrs. 254t & 256d.
Deze oude dreef zorgt er bv. voor dat de loods op het perceel 254t bereikbaar is.
Probleemstelling:
Openbaar onderzoek:
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften of reacties ontvangen.
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :
Artikel 1: Kennis te hebben genomen dat er geen reacties of bezwaren ingediend zijn tijdens het openbaar onderzoek
Artikel 2: Goedkeuring te verlenen aan 'de zaak der wegen' binnen de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2021149787 - met name het plan tot gedeeltelijke verlegging van sentier 22 ter hoogte van de Frezenbergstraat 15.
Voorbereidende fase |
In het kader van de opdracht “Opmaak gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Campus Veurnseweg met inbegrip van de planMERscreening en MOBER” werd een bestek met nr. RO2018/05 opgesteld door de ontwerper. Adoplan werd aangesteld door het college op 10 december 2018. |
Start- en procesnota |
Op 2 september 2019 werd de startnota GRUP Campus Veurnseweg door het college goedgekeurd, daarbij werd ook de formele opstart van de publieke raadpleging met infomoment eveneens goedgekeurd. |
Raadpleging publiek en adviesvraag |
De raadpleging over de startnota vond plaats van 11 september 2019 tot 9 november 2019. Het participatiemoment vond plaats op woensdagavond 16 oktober 2019 om 18h30 in de school VTI. Het document werd gelijktijdig voor advies overgemaakt aan de adviesinstanties. Op 18 november 2019 werd deze periode van raadpleging afgesloten en werden alle reacties en adviezen overgemaakt aan Adoplan voor verwerking. |
Scopingnota |
Op 4 mei 2020 werd de scopingsnota goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen waarna de scopingnota gepubliceerd werd op de website van de stad Ieper (https://www.ieper.be/bekendmaking-gemeentelijk-ruimtelijk-uitvoeringsplan-campus-veurnseweg-scoping). |
Voorontwerp en ontwerp effectenrapport |
De adviesvraag werd op 29 juli 2020 digitaal via het DSI-platform verstuurd aan de bevoegde adviesinstanties, op 27 juli 2020 werden de adviesinstanties per mail op de hoogte gesteld van de adviesvraag die via DSI zal volgen. De organisatie van de plenaire vergadering werd gehouden op vrijdag 25 september 2020 - 13u30 - raadszaal | Auris. Volgende adviesinstanties werden uitgenodigd en om advies gevraagd:
Van de plenaire vergadering werd een verslag opgesteld dat overgemaakt werd aan de adviesinstanties op 2 oktober 2020, Op basis van dit verslag werd het voorontwerp aangepast naar voorliggend ontwerp. |
Ontheffing plan-MER plicht |
In toepassing van artikel 4.2.3. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voor de planmilieueffectrapportage en in toepassing van art. 2.2.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, werd op 28 juli 2020 de ontheffing van de planMERplicht opgevraagd voor het GRUP Campus Veurnseweg - SCRI19097. Via bepaling van 6 augustus 2020 werd de ontheffing van de planMERplicht verleend door het team Mer en is gesteld dat er geen plan-MER moet opgesteld worden voor voorliggend RUP. |
Toets ruimtelijke veiligheidsrapportage |
Bij het opstellen van een RUP dient nagegaan te worden of de geplande ruimtelijke ontwikkelingen een invloed hebben op de risico's en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Seveso-inrichting, enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen in het plangebied. De controle gebeurt op basis van de RVR-toets, een internettoepassing ontwikkeld door de dienst Veiligheidsrapportage. |
Openbaar onderzoek |
Het openbaar onderzoek werd gehouden tijdens de periode van 17 mei 2021 tot en met 16 juli 2021. |
Adviesvraag |
De adviesvraag werd verstuurd op 4 mei 2021. |
Eindadvies Gecoro |
Op 12 oktober 2021 heeft de Gecoro ten aanzien van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviesvraag zijn eindadvies gegeven. Er werd voorgesteld om een screening van de MOBER door een onafhankelijk deskundige mobiliteit te laten uitvoeren. |
Gemotiveerde vraag verlenging uiterste datum definitieve vaststelling |
Het college heeft op 8 november 2021 beslist de gemotiveerde vraag tot verlenging van de uiterste datum voor de definitieve vaststelling met extra 60 dagen voor te leggen aan de gemeenteraad. |
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).
De Vlaamse codex ruimtelijke ordening, in het bijzonder de bepalingen van artikel 2.2.1. tem 2.2.6 en de bepalingen van artikel 2.2.18 tem 2.2.25.
Met het decreet van 01 juli 2016 en het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 17 februari 2017 werd de procedure tot opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) gewijzigd tot een geïntegreerd planningsproces.
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Campus Veurnseweg
Situering
Het RUP ‘Campus Veurnseweg’ dient tot het creëren van uitbreidingsmogelijkheden voor de Sint-Maartenscholen Ieper (SMSI) op de site van het Vrij Technisch Instituut (VTI) Ieper aan de rand van het stedelijk gebied van Ieper.
De SMSI is momenteel gevestigd op vijf schoolsites: College (1), Immaculata (2), Heilige Familie (3), Lyceum (4) en VTI (5).
Het doel van dit planproces is om de VTI-site uit te breiden als een 2de en 3de graadcampus voor ongeveer 2.255 leerlingen. Hiervoor worden twee schoolsites van de SMSI, College (1) en Immaculata (2), in de binnenstad verlaten en herbestemd.
Het voorliggend RUP geeft uitvoering aan het bindend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) van Ieper, met name de uitvoering van het reservegebied voor stedelijke ontwikkeling op de site Veurnseweg.
Met dit RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt het betrokken BPA ‘Noord-Westsector’ (22.10.1987) gedeeltelijk herzien.
Het plangebied van het voorliggend RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt door de volgende elementen afgebakend:
Het betrokken RUP wordt hoofdzakelijk beperkt tot de bestaande VTI-site, de mogelijke uitbreiding van de schoolsite en de ontsluitingswegen ervan.
Volgende elementen worden wel/niet opgenomen in het plangebied van het RUP met de volgende redenen:
Delegatie van de provincie West-Vlaanderen
Het planologisch bestemmen van de nodige ruimte voor de school maakt onderdeel uit van de hertekening van de afbakening van het provinciaal RUP ‘Afbakening structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Ieper’. Het planinitiatief van het gemeentelijk RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt hierin geïntegreerd en vormt een deelplan bij het PRUP. Dit betekent een provinciale bevoegdheid. De provincie West-Vlaanderen ziet de uitbreiding van de schoolsite echter als een lokaal initiatief, waarvoor een delegatie van de bevoegdheden bevestigd werd door de provincie West-Vlaanderen en wordt bezorgd nav de plenaire vergadering.
Ruimtelijk veiligheidsrapport-toets (RVR-toets)
Bij het opstellen van een RUP dient nagegaan te worden of de geplande ruimtelijke ontwikkelingen een invloed hebben op de risico's en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Seveso-inrichting, enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen in het plangebied. De controle gebeurt op basis van de RVR-toets, een internettoepassing ontwikkeld door de dienst Veiligheidsrapportage.
Op 5 november 2019 bevestigt het Team Externe Veiligheid van de afdeling Gebiedsontwikkeling Omgevingsplanning en -Projecten dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.
Ontheffing planMERplicht
In toepassing van artikel 4.2.3. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voor de planmilieueffectrapportage en in toepassing van art. 2.2.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, werd op 28 juli 2020 de ontheffing van de planMERplicht opgevraagd voor het GRUP Campus Veurnseweg - SCRI19097. Via bepaling van 6 augustus 2020 werd de ontheffing van de planMERplicht verleend door het team Mer en is gesteld dat er geen plan-MER moet opgesteld worden voor voorliggend RUP.
Aanpassing voorontwerp naar ontwerp GRUP Campus Veurnseweg met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften
Obv het verslag van de plenaire vergadering werd het voorontwerp van GRUP bijgestuurd naar voorliggend ontwerp van GRUP Campus Veurnseweg.
Garantie op uitvoering flankerende maatregelen mobiliteit
Uit de MOBER kwamen een aantal milderende maatregelen naar voor die buiten de contour van het RUP vallen. Omdat deze zeker uitgevoerd zouden worden voor de ingebruikname van de school, worden de nodige garanties ingebouwd.
In het kader van de verkeersafwikkeling en van de verkeersveiligheid zijn de onderstaande flankerende maatregelen of gelijkwaardige maatregelen m.b.t. mobiliteit noodzakelijk voor de zone voor gemeenschaps- en openbare voorzieningen (art. 1) en de zone voor gemeenschaps- en openbare voorzieningen binnen een groen kader (art. 2).
Alle flankerende maatregelen dienen effectief uitgevoerd te zijn voor de ingebruikname van de school.
De voorschriften uit de zones art. 1 en 2 (schoolproject) treden pas in werking nadat aan alle milderende maatregelen wordt voldaan, volgens de hieronder vermelde modaliteiten.
Een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van de school kan pas worden verleend wanneer:
De volgende maatregelen moeten gerealiseerd of voldoende gegarandeerd zijn op het ogenblik van de afgifte van een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van de school:
De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een stand van zaken aangaande bovenstaande infrastructurele ingrepen.
Indien de realisatie van de bovenstaande flankerende maatregelen nog gepaard zou gaan met andere, hierboven niet vermelde, niet-vergunningsplichtige werken en/of handelingen, dienen deze op het moment van vergunningsaanvraag ofwel te zijn gerealiseerd, ofwel dienen eveneens voldoende waarborgen te worden geboden m.b.t. de realisatie ervan.
Onder voldoende gegarandeerd zijn, kunnen volgende zaken begrepen worden: een bewijs van effectief ingepland zijn, een bewijs van budgettering en een samenwerkingsovereenkomst. Van belang is het reële engagement tot realisatie uiterlijk op het moment van ingebruikname van de school. Het meegeven van een dergelijke stand van zaken is van wezenlijk belang om het voorschrift te kunnen toetsen.
Op te heffen voorschriften
Dit RUP vervangt gedeeltelijk de bestemming van het BPA ‘Noord-Westsector’ (MB 10 september 1996) en voor het overige door het gewestplan Ieper-Poperinge (KB 14.08.1979 en gewijzigd bij BVR 11.06.1996).
De verkaveling en de hieraan gekoppelde verkavelingsvoorschriften binnen de contour van dit RUP worden opgeheven:
I. VK03_040/1 verkaveling langs de Oliedamstraat ten noorden van de Augustijnenstraat, afgeleverd op naam van Imroder nv, d.d. 6 december 1984.
Register planbaten en plan-, kapitaal en gebruiksschade.
Volgens art. 2.2.2 van de VCRO is in het RUP een grafisch planregister opgenomen van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een compensatie conform het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid.
De opname van percelen in dit register houdt niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden.
Openbaar onderzoek en adviesvraag
Openbaar onderzoek ontwerp GRUP Campus Veurnseweg: het ontwerp GRUP werd na de voorlopige vaststelling onderworpen aan een openbaar onderzoek met parallel de adviesvraag zoals bepaald in art. 2.2.21. VCRO. Het openbaar onderzoek werd gehouden tijdens de periode van 17 mei 2021 tot en met 16 juli 2021.
Eindadvies Gecoro
Op 12 oktober 2021 heeft de Gecoro zijn eindadvies geformuleerd waarbij de resultaten van het openbaar onderzoek en van de adviesvraag werden gebundeld en behandeld. Er worden 4 hoofdpunten met vervolgens 13 deeladviezen beschreven.
Ten aanzien van de MOBER geeft de GECORO in alle eerlijkheid toe dat zij over onvoldoende expertise inzake mobiliteit beschikt om de MOBER eigenhandig kritisch te screenen, wordt er voorgesteld om een neutrale en onafhankelijke mobiliteitsdeskundige de MOBER te laten screenen.
Screening MOBER
Gezien de screening van de MOBER reeds geformuleerd werd door de werkgroep van de Gecoro, heeft het college op 4 oktober 2021 opdracht gegeven aan dhr. Patrick Maes om als onafhankelijk deskundige mobiliteit de screening van de MOBER te laten uitvoeren. Dit in het licht van de bevestiging van een absolute garantie op een veilige bereikbaarheid van de campus. Dhr. Patrick Maes is erkend MER-deskundige discipline mobiliteit en was ook kwaliteitsadviseur duurzame mobiliteit voor de Vlaamse Overheid. Dhr. Maes is tevens aangesteld voor de verbreding en verdieping van het mobiliteitsplan en kan daarmee de screening ook hierbinnen kaderen.
Uitstel uiterste termijn definitieve vaststelling GRUP Campus Veurnseweg
De Gemeenteraad dient het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast te stellen binnen de 180 dagen na het het eind van het openbaar onderzoek. Dit is ten laatste op 12 januari 2022. De laatste gemeenteraadszitting voor deze uiterlijke datum is 6 december 2021. Met de extra screening van de MOBER is het moeilijk haalbaar om deze uiterlijke datum te halen.
De mogelijkheid wordt decretaal voorzien om deze uiterste termijn op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen door de gemeenteraad met extra 60 dagen te laten verlengen (dit wordt 13 maart 2022):
VCRO
Art. 2.2.21.
§ 6. De gemeenteraad stelt binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.
De bevoegde diensten voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage beoordelen voorafgaand aan de definitieve vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan de kwaliteit van het planmilieueffectrapport respectievelijk ruimtelijk veiligheidsrapport. Ze toetsen aan de scopingnota en aan de gegevens die vereist zijn conform artikel 4.2.8, § 1bis, respectievelijk artikel 4.4.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, en ze houden rekening met de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde adviezen, opmerkingen en bezwaren.
Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.
Op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen beslist de gemeenteraad over een verlenging met zestig dagen van de termijn waarin het plan moet worden vastgesteld.
Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om op basis van art. 2.2.21. §6 VCRO een gemotiveerd verzoek tot verlenging van de uiterste termijn voor de definitieve vaststelling van het GRUP Campus Veurnseweg goed te keuren.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
Het lokaal bestuur heeft een belangrijke adviesrol in het kader van een vergunningsaanvraag kinderopvang. Dit advies draagt bij aan de beleidsdoelstellingen om te streven naar voldoende betaalbare, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang. Vanaf 1 januari 2022 moet een organisator kinderopvang een opportuniteitsadvies aanvragen voor:
Het doel van het opportuniteitsadvies ligt erin om in gesprek te gaan met de organisator over de noden binnen de stad, er inzicht in te geven en bezorgdheden te bespreken. Het is dan aan de organisator om de afweging te maken in welke mate het zinvol is om met de opvang die hij/zij voor ogen heeft van start te gaan en te bekijken in welke mate hij/zij kan inspelen op de noden die er zijn. Een kwaliteitsvol opportuniteitsadvies verhoogt de duurzaamheid van startende organisatoren kinderopvang.
Geen financiële gevolgen
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :
Artikel 1: het reglement opportuniteitsadvies kinderopvang goed te keuren:
Reglement opportuniteitsadvies kinderopvang
Hoofdstuk 1: Algemeen
Artikel 1: Doelstelling
1.1 Het lokaal bestuur heeft een belangrijke adviesrol in het kader van een vergunningsaanvraag kinderopvang. Dit advies draagt bij aan de beleidsdoelstellingen om te streven naar voldoende betaalbare, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang.
1.2 Vanaf 1 januari 2022 moet een organisator kinderopvang een opportuniteitsadvies aanvragen voor:
Artikel 2: Beslissingstermijn
2.1 Het lokaal bestuur bezorgt het opportuniteitsadvies, binnen de 30 dagen na het kennismakingsgesprek, aan de organisator. Dit advies voegt de organisator toe aan zijn/haar vergunningsaanvraag t.a.v. het Agentschap Opgroeien. Het advies is niet bindend voor de organisator, noch voor het Agentschap Opgroeien.
Hoofdstuk 2: Beoordelingsprocedure
Artikel 3: Bekendmaking
3.1 Het reglement wordt bezorgd via e-mail vanuit Huis van het Kind aan de bestaande kinderopvanginitiatieven en via de gemeentelijke communicatiekanalen aan de brede bevolking (potentieel nieuwe organisatoren).
Artikel 4: Indienen aanvraag
4.1 De organisator dient een aanvraag in bij het Huis van het Kind Ieper, indien de locatie en verwachte startdatum gekend is. In andere gevallen kan je informeel advies opvragen. De aanvraag wordt ingediend via e-mail (huisvanhetkind@ieper.be) of per post gericht aan Huis van het Kind Ieper (Ter Waarde 1 – 8900 Ieper). Binnen de 7 dagen ontvangt de organisator een ontvangstbevestiging via e-mail of post. Huis van het Kind Ieper contacteert de organisator voor een kennismakingsgesprek.
Artikel 5: Inlichting LOK
5.1 De aanvraag wordt ter kennisgeving op het LOK gebracht op een algemene vergadering of via e-mail indien er geen vergadering is ingepland tijdens de aanvraagprocedure.
Artikel 6: Advies college van burgemeester en schepenen
6.1 Het college van burgemeester en schepenen formuleert een definitief en gemotiveerde beoordelingsadvies. Dit advies wordt via het formulier van Agentschap Opgroeien overgemaakt. De terugkoppeling aan de organisator gebeurt via e-mail en uiterlijk binnen de 30 dagen na het kennismakingsgesprek.
Artikel 7: Hoorrecht
7.1 De organisator heeft het recht om gehoord te worden en heeft 30 dagen te tijd om te reageren op het advies van het lokaal bestuur.
Hoofdstuk 3: beoordelingscriteria
Artikel 8: Criterium 1 – kennismakingsgesprek
Het kennismakingsgesprek bevordert een persoonlijk dialoog tussen organisator en lokaal bestuur over het kinderopvangaanbod in Ieper en deelgemeenten. Hierbij bespreken we de lokale noden alsook de plannen en visie van de organisator worden toegelicht. Het eerste contact zorgt ervoor dat meer actieve samenwerking tussen organisator en lokaal bestuur mogelijk wordt.
Artikel 9: Criterium 2 – contact dienst Ruimtelijke Ordening
Vanaf de start van een vergunningsaanvraag adviseren we de organisator om contact op te nemen met de dienst Ruimtelijke Ordening om na te gaan of het voorzien van de kinderopvang vergunbaar is op de vooropgestelde locatie en in tweede instantie of er een omgevingsvergunningsplicht geldt. Om een opportuniteitsadvies binnen de 30 dagen mogelijk te maken is een contactname met de dienst Ruimtelijke Ordening voldoende voor een positief advies onder voorbehoud van de definitieve resultaten van de vergunningsbeslissing.
Artikel 10: Criterium 3 – medewerking Lokaal Loket Kinderopvang
De werking van het Lokaal Loket Kinderopvang (LLK) gebeurt steeds in overleg en afstemming met alle kinderopvanginitiatieven in het werkingsgebied. Informatieoverdracht en actieve betrokkenheid tussen organisator kinderopvang en het LLK staan hier centraal. Het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst toont aan dat de organisator bereid is om mee te werken aan de doelstellingen van het LLK.
Artikel 2: Het reglement zal bekendgemaakt worden op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
Het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) is een erkende adviesraad, in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering houdende het Lokaal Beleid Kinderopvang van 24 mei 2013. De herziening van de statuten is noodzakelijk, aangezien deze dateren van 1 oktober 2007.
Enkele belangrijke wijzigingen in de concrete samenstelling en bepalingen omtrent de interne werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK):
Geen financiële gevolgen
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 19 ja stemmen en 11 onthoudingen (de raadsleden De Roo, Laurens, Desomer, Williams, Durnez, De Groote, Baert, Gheysens, Feys, Six en Dehollander) :
artikel 1: de herziene statuten Lokaal Overleg Kinderopvang goed te keuren:
Artikel 1: Oprichting
1.1 Het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) is een erkende adviesraad, in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering houdende het Lokaal Beleid Kinderopvang van 24 mei 2013.
1.2 Het LOK werkt autonoom, los van elke politieke, ideologische, filosofische en/of godsdienstige overtuiging.
1.3 De zetel van het LOK is gevestigd in het administratief centrum Auris, Ter Waarde 1, 8900 Ieper.
Artikel 2: Vertegenwoordiging
2.1 De doelgroep van het LOK is opgesplitst in 5 categorieën:
1° categorie I - lokale actoren kinderopvang: al wie een functie vervult in de opvang van kinderen (0-12 jaar). Concreet betreft dit voorzieningen die kinderopvang aanbieden waarbij de opvang gemeld (o.a. scholen) of erkend is door Kind en Gezin of door VAPH als vergunde zorgaanbieder (o.a. gezinsopvang, groepsopvang, initiatieven voor buitenschoolse opvang).
2° categorie II - organisaties met een opvangfunctie: al wie invulling geeft aan de opvang en vrije tijd van kinderen (0-16 jaar). Concreet betreft dit de (gemeentelijke) jeugdwerk-, sport- en vrijetijdsinitiatieven, kinderoppasdiensten en opvang voor zieke kinderen verzorgd door organisaties, instellingen en/of mutualiteiten.
3° categorie III - gebruikers: al wie een beroep doet of behoefte heeft aan het aanbod in categorie I en II kinderopvang of een vertegenwoordiger van een organisatie die representatief is voor de gebruikers; Concreet betreft dit een lokale afdeling van de Gezinsbond, ouderverenigingen, solidaire opvang en leerlingenraden.
4° categorie IV - deskundigen: al wie een expertise heeft in het kader van het kinderopvangbeleid. Concreet betreft dit de intersectorale medewerker van Kind en Gezin en eventueel aangevuld met andere deskundigen.
5° categorie V - het lokaal bestuur. Concreet betreft dit een medewerker van het lokaal bestuur met de verantwoordelijkheid voor de materie kinderopvang en de bevoegde schepenen.
Artikel 3: Doelstellingen
3.1 Het LOK heeft tot doel en als opdracht:
1° Het geven van advies aan het stadsbestuur, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, inzake alle aangelegenheden die het Lokaal Overleg Kinderopvang belangrijk acht in het kader van kinderopvangbeleid o.a. uitbouw en uitbreiding van opvangvoorzieningen, subsidiëring, …
2° Een signaalfunctie te vervullen door een vinger aan de pols te houden bij de doelgroep.
3° Initiatieven te nemen of te faciliteren om contact, inspraak, samenwerking en overleg te bevorderen tussen alle betrokkenen bij dit beleidsthema op het grondgebied van de stad;
4° Lokale initiatieven in uitvoering van het beleid rond kinderopvang te bevorderen, te ondersteunen en/of indien nodig en nuttig te organiseren.
Artikel 4: Algemene omschrijving
4.1 Het LOK bestaat uit de Algemene Vergadering, stuurgroep en (tijdelijke) werkgroepen die thematisch werken.
Artikel 5: Algemene vergadering
5.1 De algemene vergadering vergadert minstens 2 maal per jaar op vraag van de voorzitter of wanneer 1/3de van de stemgerechtigde leden een bijeenkomst verzoekt.
5.2 De vergaderingen zijn besloten bijeenkomsten. Enkel bovenvermelde leden (art. 2) ontvangen een uitnodiging. Er wordt wel ruimte gelaten om genodigden toe te laten voor deelname, advies of informatieverstrekking. Dit kunnen ook leden van andere adviesraden zijn. Genodigden hebben geen stemrecht.
5.3 We streven naar een diverse, representatieve en relevante samenstelling van de Algemene Vergadering. Hoogstens 2/3de van de stemgerechtigde leden zijn van hetzelfde geslacht en bestaat uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden.
1° Om stemgerechtigd lid te zijn moet: hij/zij behoren tot de categorieën I,II of III en geregistreerd staan als lid van de algemene vergadering en vertegenwoordigt een bepaalde dienst, organisatie of instelling. Elk lid kan 1 stem uitbrengen. Alle stemmen per categorie worden herleid volgens de vastgelegde gewichten per categorie.
§ Categorie 1 (gewicht: 10)
§ Categorie 2 (gewicht: 6)
§ Categorie 3 (gewicht: 4)
2° Om niet-stemgerechtigd lid te zijn moet: hij/zij behoren tot de groepen IV of V en geregistreerd staan als lid van de algemene vergadering en vertegenwoordigt een bepaalde dienst, organisatie of instelling.
§ Categorie 4
§ Categorie 5
Artikel 6: Stuurgroep
6.1 De stuurgroep wordt aangeduid door de Algemene Vergadering en bestaat telkens uit 1 afgevaardigde van de vastgelegde categorieën:
1° Categorie 1: 4 afgevaardigden
2° Categorie 2: 2 afgevaardigden
3° Categorie 3: 1 afgevaardigde
4° Categorie 4: 1 afgevaardigde
5° Categorie 5: 2 afgevaardigden
6.2 De stuurgroep staat in voor de voorbereiding en opvolging van opdrachten van de Algemene vergadering. De stuurgroep heeft geen beslissingsbevoegdheid.
Artikel 7: Werkgroepen
7.1 Naargelang van de noodzakelijkheid kan de Algemene Vergadering werkgroepen samenstellen die rond een bepaald thema werken of een bepaalde activiteit uitwerken.
7.2 Deze werkgroepen kunnen opgericht worden voor een bepaalde periode en zijn samengesteld uit één of meer leden van de Algemene vergadering.
7.3 Zij kunnen aangevuld worden met één of meerdere andere personen, die geen lid zijn van het LOK, maar die een bijzondere deskundigheid of interesse hebben voor het thema of de activiteit.
7.4 De werkgroepen brengen verslag uit van hun werking op de Algemene Vergadering.
Artikel 8: Duur
8.1 De duur van het mandaat van de leden van de Algemene Vergadering en Stuurgroep is geldig tot uiterlijk 6 maand na de start van de nieuwe legislatuur. Mocht de samenstelling van het LOK na de start van een nieuwe legislatuur om één of andere reden worden uitgesteld, dan blijven de oude leden in functie tot de nieuwe samenstelling is goedgekeurd.
Artikel 9: Procedure
9.1 Bij de opstart van het LOK en bij het begin van elke legislatuur worden alle verenigingen en organisaties die in aanmerking komen voor lidmaatschap, door het stadsbestuur aangeschreven en uitgenodigd om zich kandidaat te stellen.
9.2 Nieuwe aanvragen voor lidmaatschap, stemgerechtigd of niet-stemgerechtigd, worden steeds behandeld op de Algemene Vergadering. De kandidatuur moet voldoen aan de voorwaarden, gesteld in artikel 2 en 5.
9.3 De mandaten worden vrijwillig en onbezoldigd opgenomen.
Artikel 10: Beëindiging
10.1 Een mandaat als afgevaardigde in de Algemene Vergadering eindigt:
1° Wanneer niet meer voldaan is aan de voorwaarden, gesteld in Artikel 2 en 5;
2° Door het intrekken van de opdracht door de vertegenwoordigende vereniging, organisatie of instelling;
3° Door ontslag van de betrokken afgevaardigde uit het LOK of uit de vereniging, organisatie of instelling.
4° drie opeenvolgende niet-gemotiveerde afwezigheden.
10.2 Dit ontslag dient door de betrokkene of door de vereniging, organisatie of instelling schriftelijk of digitaal te worden meegedeeld aan de voorzitter en secretaris van het LOK.
10.3 Indien vervanging van het lid relevant is, dient binnen de drie maanden nadat het mandaat van het lid beëindigd is, in zijn vervanging te worden voorzien.
Artikel 11: Voorwaarden
11.1 De Algemene Vergadering kan geldig besluiten of adviezen treffen, als minimaal de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Consensus wordt actief nagestreefd als besluitvormingswijze. Er wordt beslist bij gewone meerderheid (helft+1). Indien bij een tweede bijeenroeping niet aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, beslist de vergadering ongeacht het aantal stemgerechtigde aanwezigen.
11.2 De Algemene Vergadering zal binnen de dertig dagen na een adviesaanvraag advies uitbrengen. Indien het onmogelijk blijk om binnen de dertig dagen een volledig advies te verstrekken, zal de Algemene Vergadering toch een document opmaken met duidelijke omschrijving van de problemen. Een eventuele termijn waarbinnen dit wel kan, zal ook vermeld worden.
11.3 De verslagen, beslissingen en adviezen kunnen opgevraagd worden bij de secretaris. De leden van het LOK hebben het recht om inzage te nemen in alle documenten en dossier die betrekking hebben op de adviesaanvraag, tenzij er wettelijke bezwaren zijn.
Artikel 12: Voorzitter
12.1 Bij installatie van een nieuwe Algemene Vergadering kiest de leden een voorzitter onder de voorgestelde kandidaten.
12.2 De voorzitter:
1° Leidt de vergadering in goede banen;
2° Bewaakt het overlegproces en de besluitvorming;
3° Superviseert de verslaggeving;
4° Mobiliseert de lokale actoren tot samenwerking, in samenspraak met alle partners en in nauw overleg met het lokaal bestuur;
5° Volgt de actualiteit rond kinderopvang op.
12.3 Bij afwezigheid van de voorzitter wordt door de aanwezige leden beslist bij de aanvang van de vergadering wie éénmalig de functie kan overnemen.
Artikel 13: Secretaris
13.1 De functie van secretaris wordt uitgeoefend door een lid van de Algemene Vergadering
13.2 De secretaris staat in voor de administratieve uitwerking (o.a. verslaggeving; opvolging budget)
13.3 Bij afwezigheid van de secretaris wordt door de aanwezige leden beslist bij de aanvang van de vergadering wie éénmalig de functie kan overnemen.
Artikel 14: Werkingsmiddelen
14.2 Het LOK ontvangt van de stad Ieper jaarlijks werkingsmiddelen. Deze werkingsmiddelen zijn bestemd als ondersteuning van de algemene werking (opleidingen, activiteiten e.d.). De leden van het LOK beslissen over de aanwending van deze middelen. Elk jaar op de eerste bijeenkomst van de Algemene Vergadering wordt een financiële overzicht getoond.
14.1. Geen enkel lid of deelnemer aan het LOK kan aanspraak maken op het materieel of intellectueel bezit van het LOK.
Artikel 15: Goedkeuring
15.1 Het LOK wordt, na voorlegging van de herziening van de statuten van 1 oktober 2007, door de Gemeenteraad van Ieper erkend in de zitting van (x). Mogelijke latere wijzigingen aan deze statuten zullen steeds onverwijld aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Artikel 2: Dit besluit treedt onmiddellijk in werking onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.
Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 4: Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid bezorgd.
In AGB Musea werd de vraag gesteld om in het vervolg duurzame werkkleding aan te kopen, dit na opmerking dat er telkens met dezelfde aanbieder werd gewerkt. Er werd toen verteld dat dit reeds het geval is.
Vanuit Groen zien we dit als een eerste stap richting duurzame werkkleding in alle diensten. Van een polo voor een zwembadmedewerker tot een fluoriserend werkpak voor ons wegenwerkers, duurzame en ethische kleding is mogelijk en nodig.
Om dit te verwezenlijken is een nieuwe aanbestedingsprocedure nodig zoals in Gent en Leuven reeds gebeurt. Bij duurzame kleding gaat het niet zozeer om het weren van kleren uit Azië maar om het verbeter van de werkomstandigheden daar. Het verhaal van Gent maakt ook duidelijk dat dit niet duurder hoeft uit te komen.
Dergelijke aanbestedingsprocedure zou bestaan uit:
Ieper zou in 2006 al eens een gedragscode hebben ondertekend voor propere kleren, ik vroeg me dan ook af in hoeverre dit wordt toegepast op de werkkledij? Of dit werd destijds voorgelegd en het stadsbestuur zou hiermee aan de slag gaan. Los daarvan is het belangrijk om als stad ook inzicht te krijgen in de productieketen en onderhandelingsmarge heeft.
De VVSG en de stad Gent maakten in 2018 reeds een gids voor de aankoop van sociaal verantwoorde werkkleding voor publieke aankopers, volgens ons is de tijd rijp om hiermee aan de slag te gaan. (https://stad.gent/sites/default/files/article/documents/20180412_PU_ToolboxSocVerWerkkledij_1204.pdf)
Eens de diensten vertrouwd zijn met de nieuwe aanbestedingsprocedure, dan kan er ook gekeken worden naar andere producten zoals omschreven op gidsvoorduurzameaankopen.be/
Er is meer dan eerlijke koffie en fruitsap, volgens ons kan de organisatie van onze stad nog mooie stappen zetten om zichzelf te verduurzamen en een voorbeeld te zijn voor onze inwoners.
Verwijzingsdocumenten.
Voordracht van VOKA dd. 13 oktober 2021 houdende de wijziging van de samenstelling van de GECORO voor de sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA):
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn navolgende wijzigingen.
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening van 19 mei 2000 (Belgisch Staatsblad 3 juni 2000), gewijzigd op 5 juni 2009 (Belgisch Staatsblad 26 augustus 2009).
Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening van 3 juli 2009 (Belgisch Staatblad 25 augustus 2009).
Decreet van 4 april 2014 houdende de wijziging van diverse decreten met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het grond- en pandenbeleid (B.S. 15 april 2014).
Bevoegdheid
Artikel 1.3.3. §3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening - afdeling 3. de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening – stelt dat de gemeenteraad de voorzitter, de leden, de plaatsvervangers en de vaste secretaris benoemt.
Ingevolge het decreet van 4 april 2014 houdende de wijziging van diverse decreten met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het grond- en pandenbeleid (B.S. 15 april 2014) is het goedkeuringstoezicht op de samenstelling van de GECORO afgeschaft.
Voortaan treedt de nieuwe GECORO aan nadat de gemeenteraad de leden ervan heeft benoemd en nadat de toezichttermijn vermeld in artikel 255, § 1 van het Gemeentedecreet is verstreken.
Deze beslissingen vallen voortaan dus onder het algemeen bestuurlijk toezicht.
A. Huidige samenstelling GECORO
De huidige samenstelling van de GECORO werd door de Gemeenteraad van 28 januari 2019 goedgekeurd.
In deze samenstelling zijn 11 mandaten ter beschikking gesteld voor de diverse maatschappelijke geledingen
De leden werden benoemd door de Gemeenteraad in zitting van 4 november 2019.
B. Nieuwe voordrachten voor de maatschappelijke geleding sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA)
Voor de sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA) werden volgende leden benoemd door de gemeenteraad in zitting van 4 november 2019.
MAATSCHAPPELIJKE GELEDINGEN |
EFFECTIEF LID |
|
PLAATSVERVANGEND LID |
|
sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA) |
De heer |
Man |
Mevrouw |
Vrouw |
VOKA meldt het ontslag van zowel het effectief als het plaatsvervangend lid en doet een voordracht van twee nieuwe kandidaten, in het bijzonder:
MAATSCHAPPELIJKE GELEDINGEN |
EFFECTIEF LID |
PLAATSVERVANGEND LID |
Verenigingen van handelaars |
De heer |
Mevrouw |
Volgende motivatie wordt gegeven:
GECORO – effectieve voordracht |
Vermeersch Tom |
- naam en voornaam
- voorkeur effectief of plaatsvervangend lid
- motivering voor het mandaat in de GECORO:
|
GECORO – plaatsvervangende voordracht |
Spenninck Sarah |
- naam en voornaam
- voorkeur effectief of plaatsvervangend lid
- motivering voor het mandaat in de GECORO: gedurende de specialisatiestudies milieuwetenschappen verwierf Mevrouw Spenninck alle basisinzichten inzake ruimtelijke ordening in Vlaanderen en België. In de afgelopen jaren coördineerde zij de opvolging van de GECORO’s en de mandaten bij Voka - Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen.
|
C. Beraadslaging over de ingediende kandidaturen van de maatschappelijke geleding sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA)
Beide kandidaturen kunnen gunstig beoordeeld worden.
D. Toetsing van de nieuwe voordrachten aan de man-vrouwverhouding
Artikel 304 §3 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22.12.2017 over de geslachtsverhouding stelt dat ten hoogste twee derde van de leden van de raden en de overlegstructuren, van hetzelfde geslacht is.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur Stelt dat het 2/3-quotum van toepassing is op de effectieve leden van de GECORO.
Effectieve leden (17 mandaten)
Maatschappelijke gedingen (11 mandaten) |
man |
6 |
vrouw |
5 |
Deskundigen (6 mandaten incl. de voorzitter) |
man |
4 |
vrouw |
2 |
Totaal |
man |
10 |
vrouw |
7 |
Man-vrouwverhouding: |
2/3 verhouding is behaald |
Plaatsvervangende leden (16 mandaten – geen plaatsvervanger voor de voorzitter)
Maatschappelijke gedingen (11 mandaten) |
man |
6 |
vrouw |
5 |
Deskundigen (5 mandaten) |
man |
3 |
vrouw |
2 |
Totaal |
man |
9 |
vrouw |
7 |
Man-vrouwverhouding: |
2/3 verhouding is behaald |
Op basis van deze overwegingen benoemt de gemeenteraad met 26 ja stemmen en 4 onthoudingen :
Artikel 1: De heer Vermeersch Tom als effectief lid voor de sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA).
Artikel 24: Mevrouw Spenninck Sarah als nieuw plaatsvervangend lid voor de sector werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van handelaars of landbouwers (VOKA).
Namens Gemeenteraad,
Stefan Depraetere
Algemeen directeur
Ann-Sophie Himpe
Voorzitter