Notulen  Gemeenteraad

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

De statuten van TMVS dv.

Feiten, context en argumentatie

De stad Ieper is deelnemer van de Creat Services dv (Voormalig TMVS)

In zitting van de gemeenteraad van 7 december 2020 werd schepen Ives Goudeseune aangeduid als vertegenwoordiger van de stad Ieper op de algemene vergaderingen van de TMVS dv.

Met aangetekend schrijven van 5 september 2024 wordt de stad uitgenodigd op de Buitengewone Algemene Vergadering van Creat Services dv op 26 november 2024 om 14.30 uur.  Deze vergadering gaat door in Flanders Expo, Maaltekouter 1, 9051 Gent.  Deze vergadering vindt fysiek plaats met digitale inbelmogelijkheid via ZOOM.

De agenda van deze vergadering vermeldt:

1. Wijziging van vermogen
   
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen
3. Evaluatie 2024, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2025 (cfr. artikel 432 Decreet over het Lokaal Bestuur)
4. Begroting 2025 (cfr. artikel 432 Decreet over het Lokaal Bestuur)
5. Actualisering presentievergoeding
6. Statutaire benoemingen
   Varia

Voorgesteld wordt de agenda en alle afzonderlijke punten van de agenda goed te keuren.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2024

Feiten, context en argumentatie

Op vandaag wordt de stad Ieper door schepen Eva Ryde vertegenwoordigd in de algemene vergadering van de vzw Logo Midden-West-Vlaanderen.

Vanaf 1 januari 2025 bundelen de Logo’s uit het Nederlandstalige gebied hun krachten en gaan ze verder als één organisatie met behoud van sterke regionale antennes. Dit nieuwe organisatiemodel zal hen helpen om hun expertise en ervaring als gids in preventieve gezondheid verder uit te bouwen en hun impact op het terrein te vergroten.

De lokale verankering wil men absoluut behouden en nog beter inzetten. Partners informeren en adviseren over lokale noden en prioriteiten om samen een relevante visie en projecten in het preventieve gezondheidsbeleid uit te bouwen, is en blijft hun kernopdracht.

Door de versterkte onderlinge samenwerking voor een aantal processen zullen de regionale antennes en medewerkers zich meer kunnen inzetten voor lokale partners en projecten. Als lokale en regionale partners behouden wij een aanspreekpunt op dat niveau. Het blijft de doelstelling om maatwerk te leveren. De regionale antennes zullen in de toekomst gealigneerd worden met de referentieregio’s.

Op 17 mei 2024 werd het Besluit van de Vlaamse regering (BVR) over de toekomstige Logo-werking definitief goedgekeurd. Hiermee worden de contouren voor onze reorganisatie vastgelegd. De belangrijkste punten uit het BVR zijn:

1. De erkenning, werkingsgebieden en subsidiëring van de Logo’s worden herzien. De 14 Vlaamse Logo vzw’s worden samengevoegd tot één vzw voor het Nederlandstalig gebied. Eén tweede vzw zal het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad bedienen.
    
2. De doelstellingen van de Logowerking worden geformuleerd als een krachtigere en doelgerichtere Logowerking met Vlaamse coördinatie en het behoud van een sterke locoregionale werking en ankerpunten.
    
3. De Logo's streven naar efficiëntiewinst door een aantal processen gezamenlijk te organiseren. Het BVR schept ruimte om op termijn de opdrachten van de Logo’s te kunnen uitbreiden. Het doel is om nog meer impact te hebben in het regionale en lokale preventieve gezondheidsbeleid.
    
4. Ook de dienstverlening kan met dit nieuwe BVR worden uitgebreid. In de toekomst kunnen de Logo’s niet enkel lokale besturen coachen, maar kan ook een coachende rol worden opgenomen in andere settings zoals onderwijs, werk, vrije tijd, gezin, enz., met een sterke focus op het uitwerken en opvolgen van het preventieve gezondheidsbeleid in deze contexten.
    
5. De intergemeentelijke preventiewerking (IGP) wordt gecontinueerd en de inhoudelijke ondersteuning van de intergemeentelijke preventiewerkers door het Logo blijft bestaan.

Het eengemaakte Logo kiest, in overleg met Departement Zorg, prioriteiten in de toekomstige werking en legt deze vast in een beleidsplan (voor 5 jaar). De doelstellingen uit het beleidsplan worden operationeel vertaald in jaaractieplannen door de regionale antennes, waarbij aandacht voor lokale noden en context en betrokkenheid van lokale partners/netwerk cruciaal zijn.

In de loop van november 2024 vindt een bijzondere algemene vergadering plaats om deze fusie te laten goedkeuren.

Het is wenselijk aan de vertegenwoordiger van de stad Ieper het mandaat te verlenen om deze fusie goed te keuren.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22.12.2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de Gemeenteraad;

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

De statuten van de WVI.

Feiten, context en argumentatie

Met aangetekend schrijven van 19 september 2024 wordt de stad uitgenodigd tot deelname aan de buitengewone algemene vergadering van WVI op 27 november 2024 om om 18.30u in Cultuurzaal De Balluchon, Moerestraat 19, 8680 Koekelare.

De agenda van deze vergadering vermeldt :
1. Goedkeuring verslag van de algemene vergadering dd. 12.06.2024
2. Begroting 2025
3. Deelname WVI in Bluebridge nv
4. Uittreding WVI uit Bedrijvencentrum Oostende nv
5. Uittreding Fluvius West (aandelen B) uit WVI
6. Wijziging maatschappelijke zetel
7. Fusie Meulebeke-Tielt en fusie Ruiselede-Wingene
8. Kennisneming ontslag van bestuurder Kurt Claeys (Oostende)
9. Kennisneming ontslag van bestuurder Kris Declercq (Roeselare)
10. Statutaire benoemingen 
11. Mededelingen

Bij gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2019 werd schepen Diego Desmadryl aangeduid als vertegenwoordiger en in zitting van 27 maart 2023 werd raadslid Danny Metsu aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van WVI.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering;

Feiten, context en argumentatie

De stad Ieper is voor één of meerdere activiteiten aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Gaselwest.

De stad werd per aangetekend schrijven van 23 september 2024 opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Gaselwest die op 19 november 2024 plaatsheeft in het Fluvius-gebouw, President Kennedeypark 12, te 8500 Kortrijk.  Het dossier met documentatiestukken werd met zelfde schrijven overgemaakt. 

Op de agenda staan volgende punten:
1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2025 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2025.
2. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 e.v. WVV.
3. Desgevallend aanvaarding uitbreiding aansluiting gemeenten voor (neven)activiteiten.
4. Statutaire benoemingen.
5. Statutaire mededelingen.

In gemeenteraadszitting van 28 januari 2019 werd schepen Ives Goudeseune aangeduid als vertegenwoordiger en schepen Philip Bolle als plaatsvervangend vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen van Gaselwest voor de periode van de gemeentelijke legislatuur.

Voorgesteld wordt de agenda en alle afzonderlijke punten van de agenda goed te keuren.

Juridische grond en bevoegdheden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake bevoegdheden van de Gemeenteraad en artikelen 413 en volgende betreffende de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Bestuursdecreet van 7 december 2018

De statuten van de DVV Westhoek

Feiten, context en argumentatie

Met mail van 26 september 2024 wordt de stad uitgenodigd tot de bijzondere algemene vergadering van de DVV Westhoek op 27 november 2024 om 18 uur in Streekhuis Westhoek te Diksmuide.

De agenda van deze bijzondere algemene vergadering vermeldt:
1. Goedkeuring verslag jaarvergadering van 26 juni 2024
           - Verslag
2. Goedkeuring jaarplan 2025
           - Ontwerp jaarplan 2025
3. Goedkeuring budget 2025 
           - a. Ontwerp budget 2025
           - b. Toelichtende nota bij budget 2025
4. Vaststelling gemeentelijke bijdrage in de werkingskosten 2025
          - Ontwerpbesluit
5. Benoeming commissaris onder de leden van het instituut der bedrijfsrevisoren.
          - Ontwerpbesluit
6. Varia

De documenten betreffende de vergadering werden tijdig ter beschikking gesteld.
Voorgesteld wordt de agenda en alle afzonderlijke punten van de agenda goed te keuren.
Raadslid Descamps is aangesteld als vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van DVV Westhoek.

Juridische grond en bevoegdheden

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de Gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Statuten IVVO - artikel 31 § 2 inzake aanwezigheid om geldige beslissing te nemen.

Feiten, context en argumentatie

Met aangetekend schrijven van 14 oktober 2024 wordt de stad Ieper uitgenodigd op de Buitengewone Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 17 december 2024 om 18 uur in de vergaderzaal Hoeve Klein Zwaanhof, Kleine Poezelstraat 6, Ieper.

De agenda van deze Buitengewone Algemene Vergadering vermeldt:
1. Goedkeuring te ontwikkelen activiteiten en strategie boekjaar 2025
2. Goedkeuring budget 2025
3. Varia

In gemeenteraadszitting van 28 maart 2023 werd raadslid Gaetan Dumoulin aangeduid als vertegenwoordiger en raadslid Danny Metsu als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad Ieper in de (Buitengewone) Algemene Vergadering van IVVO.(wijzigt eventueel op 16/12)

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018);

De Nieuwe Gemeentewet, en in het bijzonder de bevoegdheden van de burgemeester (artikel 133 en 135§2 NGW);

De Wet op het Politieambt in het bijzonder artikel 34;

Het zonale veiligheidsplan;

Feiten, context en argumentatie

Volgend besluit werd genomen

'De burgemeester neemt kennis van:

- herhaalde feiten van diefstallen van en in voertuigen, dit met 30 feiten tussen 28 augustus 2024 en 16 september 2024 wat een significante en aanhoudende stijging kan genoemd worden. Feiten die zich manifesteren op het volledig grondgebied van de politiezone.

- dat op het grondgebied van de naburige politiezones nabij de Franse grens (PZ Grensleie en PZ Spoorkin) een gelijkaardige stijging van feiten van diefstallen valt vast te stellen.

- dat uit diverse onderzoeken blijkt dat er een link wordt vermoed met grenscriminaliteit en/of kan worden gelegd. Dader komen uit het buitenland.

De burgemeester verwijst naar:

- het nationaal veiligheidsplan, onder punt 2.3.4. waarbij voertuigdiefstal deel uitmaakt van de prioriteit inzake misdrijven tegen eigendommen;

- het zonaal veiligheidsplan van de politiezone Arro Ieper onder strategische doelstelling 3 (aanpak van de diefstalproblematiek met braak) het fenomeen van diefstallen van werkmateriaal uit bestelwagens in het bijzonder ervaart;

- het principe dat identiteitscontroles a priori niet stelselmatig gebeuren maar dat uitzonderlijk, namelijk wanneer bepaalde plaatsen worden bedreigd of bijzondere gebeurtenissen zich voordoen, niet enkel een algemene controle en fouillering van personen toegelaten is maar ook dat die controle van hun identiteit op dusdanige wijze kan georganiseerd en gepland worden dat ze met een zekere stelselmatigheid wordt uitgevoerd;

- het feit dat de overheden van bestuurlijke politie i.c. de burgemeester teneinde de openbare veiligheid te handhaven en/of de naleving te verzekeren van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, binnen de perken van hun bevoegdheden identiteitscontroles kunnen voorschrijven, uit te voeren door de politiediensten in de omstandigheden die deze overheden bepalen;

Hierdoor oordeelt de burgemeester dat 

- het geen twijfel lijdt dat er momenteel een piek in de diefstallen van en in voertuigen plaatsvindt, dit op het volledige grondgebied van de politiezone;

- dat alles in het werk moet gesteld worden om te voorkomen dat deze golf verder aanhoudt en/of uitbreidt waardoor bovenop het doorgedreven onderzoekswerk NA de feiten ook het preventief patrouilleren gericht naar verdachte gedragingen gelinkt aan diefstallen moet worden opgeschaald;

- stelselmatige identiteitscontroles in combinatie met veiligheidsfouillering op die plaats (grondgebied PZ waarvan grondgebied stad Ieper inherent deel uitmaakt) een gewettigd instrument zijn met het oog op het handhaven van de openbare orde;'

 

Teneinde de uniformiteit binnen de politiezone te behouden, werd dit besluit door de burgemeester onmiddellijk genomen, zonder zich voorafgaand tot de gemeenteraad te wenden. De burgemeester houdt zich eraan om de raad bij de eerstvolgende vergadering in kennis te stellen en het besluit door de gemeenteraad te laten bekrachtigen.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Feiten, context en argumentatie

Het is noodzakelijk om een pompstation te plaatsen gelegen op de hoek Oostkaai-Zwaanhofweg. Hiervoor is de verwerving van een klein perceeltje grond gelegen te Ieper (Boezinge), Zwaanhofweg 2A, volgens titel en recent kadastraal uittreksel gekend onder sectie B, nummer 1027/GP0000, met een oppervlakte volgens meting van 12m² en met gereserveerd perceelidentificatienummer 1027VP0000 nodig.

Het perceel is eigendom van Ypcar Cy en de overeengekomen prijs bedraagt 1.200 EUR. Er werd een schattingsverslag opgesteld. 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om voor redenen van algemeen nut deze aankoop goed te keuren.

Voor het verlijden van de akte werd het notariaat Ghesquière, Breyne, Debrabandere en Degryse aangesteld.

Voorgesteld wordt de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte.

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

Financiële gevolgen

Jaar	Budgetartikel	Budget	Reeds vastgelegd	Oud beschikbaar	Voorgesteld	Nieuw beschikbaar	Datum consultatie
2024	ACS167/0050-2/220000	€ 130.000,00	€ 123.601,46	€ 6.398,54	€ 4.980 (handlichtings- en aktekosten inclusief)	€ 1.418,54	28/10/2024

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Feiten, context en argumentatie

In de meerjarenplanning (2020-2025) is er voorzien in meer openbare toiletten in het stadscentrum. Om zo dicht mogelijk bij de Menenpoort gelokaliseerd te zijn is het noodzakelijk om een gebouwtje te ruilen met de intercommunale GASELWEST.

Fluvius is eigenaar van het gebouw op de 'kop' van de Lange Torhoutstraat. Hierin is een elektriciteitscabine gehuisvest. Dit perceel is kadastraal gekend als Ieper, eerste afdeling, sectie G, deel van perceelnummer 261T,  groot 12,40m².

De stad op haar beurt is eigenaar van een gebouw verder gelegen namelijk Kauwekijnstraat 6+. Dit perceel is kadastraal gekend als Ieper, eerste afdeling, sectie G, deel van perceelnummer 255/2, een deel hiervan groot 26,97m² gesitueerd vooraan.

Voorgesteld wordt om deze onderling te ruilen.

De ruil geschiedt goed om goed, zonder opleg van prijs.
De ruil geschiedt om redenen van openbaar nut, met name de bouw van openbare toiletten.
Er wordt voorgesteld de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte.
Aan de gemeenteraad wordt dan ook om bovenstaande redenen gevraagd deze ruil goed te keuren en de voorzitter van gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen om de stukken met betrekking tot de akte ruil te ondertekenen.
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen.

Financiële gevolgen

De ruil geschiedt goed om goed, zonder opleg van prijs.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Feiten, context en argumentatie

Op 5 december 2022 werd in de GR beslist Aquafin het hemelwater- en droogteplan te laten opmaken voor Ieper. Wil de gemeente nog in aanmerking komen voor watergerelateerde subsidies, dan moet er ten laatste op 31 december 2024 een goedgekeurd en voldoende ambitieus hemelwater- en droogteplan op tafel liggen.

Een hemelwater- en droogteplan is veel meer dan zomaar een plan. Het zet een proces op gang om te komen tot een integrale watervisie en vormt een basis voor een veerkrachtige stad of gemeente.
De doelstellingen van een hemelwater- en droogteplan zijn dan ook:

• een gezamenlijk (leer)proces doorlopen rond de aanpak van wateroverlast en waterschaarste om zo tot een gedragen plan en meer samenwerking te komen
• een functioneel bruikbaar kader aanbieden op basis waarvan een lokaal bestuur en haar partners beslissingen kunnen nemen die bijdragen aan een klimaatbestendig watersysteem (grondwater, oppervlaktewater, hemelwater) en zo input geven aan een leefbare, waterbewuste en klimaatrobuuste stad of gemeente en aan de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de stad of gemeente
• een gebiedsgerichte visie aanbieden met een oplijsting van adequate en maximaal brongerichte maatregelen en opportuniteiten om knelpunten en kansen op het gebied van wateroverlast en waterschaarste aan te pakken, vandaag en in de toekomst, waarbij een win-win beoogd wordt met klimaatadaptatie, leefomgevingskwaliteit, biodiversiteit, fijnmazige groenblauwe dooradering, circulair watergebruik, …
• na uitvoering het grondgebied robuuster maken voor de gevolgen van klimaatverandering en voor de negatieve effecten van verharding en verstedelijking en eventueel ook bijdragen aan oplossingen voor het verlies aan biodiversiteit, hitte-eilandeffect, …

De afgelopen 2 jaar werd aan dit plan gewerkt. Hiervoor werden meerdere overlegmomenten georganiseerd met de stuurgroep (stakeholders), met de watergerelateerde instanties zoals de Provinciale Waterlopen, VMM en De Vlaamse Waterweg.  Ook buurgemeenten werden betrokken en eveneens de landbouw- en milieuraad en GECORO.

Deze brede inventarisatiefase vormde de basis voor de ontwikkeling van een visie op hoe een robuust watersysteem voor de stad eruitziet met een perspectief op lange termijn. De visie zet de krijtlijnen uit waarop de stad nieuwe projecten kan afstemmen en houdt dan ook rekening met stedenbouwkundige evoluties in de volgende jaren. Bovendien kijken we verder dan de klassieke aanpak van watergerelateerde knelpunten door de integratie van opportuniteiten op het vlak van biodiversiteit, belevingswaarde, waterkwaliteit, watervoorzieningszekerheid, …

Dit hemelwater- en droogteplan is opgesteld op maat van de stad Ieper. Er werd rekening gehouden met de lokale omstandigheden, de aanwezige knelpunten, uitdagingen, opportuniteiten en noden. Het omvat een visie voor 19 Ieperse deelgebieden. Mogelijke maatregelen worden uitgewerkt voor straattypeprofielen, openbaar domein, privaat domein, landbouwpercelen en grondwaterwinningen en bemalingen.

Naast een onderbouwde visie werd ook een actielijst opgesteld. Hierin zijn een voorstel van maatregelen opgenomen waarin sommige op korte termijn kunnen gerealiseerd worden en echte quick wins zijn en anderen een minder hoge prioriteit hebben.

De werkwijze die gevolgd werden in dit hemelwater- en droogteplan is in overeenstemming met de vereisten die werden opgelegd door het CIW (coördinatiecommissie integraal waterbeleid). Alle onderdelen die aanwezig moeten zijn om goedgekeurd te worden als hemelwater- en droogteplan en om toekomstige subsidies die hieraan verbonden zijn veilig te stellen, werden opgenomen.

Juridische grond en bevoegdheden

Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2, 41 en 43.

De omzendbrief BB 2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.

Feiten, context en argumentatie

De kerkfabrieken stellen een meerjarenplan op voor hun financieel beheer gedurende een periode van zes jaar (2020-2025). Soms dient dit meerjarenplan aangepast te worden.

De meerjarenplannen 2020-2025 van de diverse Ieperse kerkfabrieken werden goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 2 december 2019 en wijzigingen werden goedgekeurd in de gemeenteraad van 9 november 2020, 5 juli 2021, 8 november 2021, 5 december 2022 en 6 november 2023.

Het Centraal kerkbestuur heeft via de toepassing Religiopoint op 21/10/2024 meerjarenplanwijzigingen 2024 van de volgende kerkfabrieken digitaal ingediend bij de gemeente, het representatief orgaan en ABB:

-        Kerkfabriek St. Maarten – St. Niklaas

-        Kerkfabriek St. Pieter

-        Kerkfabriek O.l.v. Middelares

-        Kerkfabriek St. Michiel Boezinge

Het erkend representatief orgaan heeft digitaal gunstig advies uitgebracht, door de gemeente ontvangen in de applicatie Religiopoint op 23/10/2024, betreffende de bovenstaande wijzigingen van de meerjarenplannen 2020-2025 van deze kerkfabrieken.

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de goedkeuring van het meerjarenplan binnen een termijn van honderd dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan.

Juridische grond en bevoegdheden

Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2 en 47.

De omzendbrief BB 2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.

Feiten, context en argumentatie

De kredieten van het budget zijn de grenzen van de uitgaven die het kerkbestuur kan doen. Soms moeten de ramingen van het budget aangepast worden indien interne kredietaanpassingen niet volstaan of niet mogelijk zijn.

De gemeenteraad heeft in zitting van 6 november 2023 akte genomen van de budgetten 2024 van de diverse Ieperse kerkfabrieken.

De gemeente heeft van het Centraal kerkbestuur via de toepassing Religiopoint op 24/10/2024 de budgetwijzigingen 2024 van de volgende kerkfabrieken ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan:

-        Kerkfabriek St. Maarten – St. Niklaas

-        Kerkfabriek St. Pieter

-        Kerkfabriek O.l.v. Middelares

-        Kerkfabriek St. Michiel Boezinge

De gemeentelijke bijdrage in de budgetwijzigingen blijft binnen de grenzen van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde/gewijzigde meerjarenplan. De gemeenteraad dient hiervan akte te nemen binnen een termijn van 50 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van de budgetwijziging bij de gemeenteoverheid.

Juridische grond en bevoegdheden

Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 47.

De omzendbrief BB 2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.

Feiten, context en argumentatie

De besturen van de eredienst stellen jaarlijks een budget op. De basis voor het budget is het goedgekeurde meerjarenplan. De budgetten van de rooms-katholieke kerkfabrieken moeten gecoördineerd ingediend worden door het Centraal kerkbestuur. De protestantse kerkfabriek, de anglicaanse kerkfabriek en de evangelische kerk De Hoeksteen dienen hun budgetten afzonderlijk in.

De gemeente heeft van het Centraal kerkbestuur via de toepassing Religiopoint op 24/10/2025 de budgetten 2025 van de volgende kerkfabrieken ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan:

-     Kerkfabriek St. Maarten – St. Niklaas

-     Kerkfabriek St. Jacob

-     Kerkfabriek St. Pieter

-     Kerkfabriek O.l.v. Middelares

-     Kerkfabriek St. Michiel Boezinge

-     Kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Brielen

-     Kerkfabriek St. Jan de Doper Dikkebus

-     Kerkfabriek St. Petrus en Paulus Elverdinge

-     Kerkfabriek O.l.v. Geboorte Hollebeke

-     Kerkfabriek St. Jan

-     Kerkfabriek St. Vedastus Vlamertinge

-     Kerkfabriek O.l.v. Hemelvaart Voormezele

-     Kerkfabriek St. Catharina Zillebeke

-     Kerkfabriek St. Leonardus Zuidschote

De gemeente heeft van de Protestantse kerk, via de toepassing Religiopoint, op 18/10/2024 hun budget 2025 ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan.

De gemeente heeft van de Anglicaanse kerk, via de toepassing Religiopoint, op 18/10/2024 hun budget 2025 ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan.

De gemeente heeft van de Evangelische kerk De Hoeksteen, via de toepassing Religiopoint, op 20/10/2024 hun budget 2025 ontvangen met gunstig advies van het representatief orgaan.

Krachtens artikel 48 van het decreet van 7 mei 2004 dient de gemeenteraad binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid akte te nemen van het budget indien de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan.

De gemeentelijke tussenkomsten zijn binnen de grenzen van de bedragen opgenomen in de goedgekeurde meerjarenplannen.

Voorgeschiedenis

Briefwisseling 04/04/2024 - Ons Onderdak

Via schrijven van 04.04.2024 vroeg Ons Onderdak of de stad/OCMW Ieper principieel bereid is om de aandelen van particulieren en andere organisaties over te nemen.  Na de omvorming tot woonmaatschappij is het immers wenselijk dat Ons Onderdak de aandelenstructuur zoveel als mogelijk beperkt tot publieke aandeelhouders.  

 

De argumentatie van Ons onderdak is tweeledig:

 Verengen van het aandeelhouderschap van een woonmaatschappij tot het Vlaams Gewest en de provincies, gemeentes en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen
 Aandelenversnippering voorkomen

Overwegende dat het wenselijk is om de aandelenstructuur van Ons Onderdak zoveel mogelijk te beperken tot de publieke aandeelhouders binnen het werkingsgebied en aangezien de gemeente Avelgem geen deel uitmaakt van het werkingsgebied van Ons Onderdak, is de verkoop van aandelen aan één van de gemeenten binnen het werkingsgebied van Ons Onderdak (Ieper/Heuvelland/Mesen) een voor de hand liggende beslissing.

 

De huidige private aandeelhouders zouden worden aangeschreven met de vraag hun aandelen te willen overdragen naar een publieke aandeelhouder, d.i. ofwel de stad/OCMW  Ieper, de gemeente/OCMW Heuvelland of de stad/OCMW Mesen. Een aandeelhouder die hierop ingaat, heeft recht op een scheidingsaandeel van 2,48 EUR per volstort aandeel.

Het totale onderschreven kapitaal van particuliere aandeelhouders bedraagt 2.179,92 EUR; dat van andere organisaties bedraagt 482,64 EUR. Het betreft dus eerder minimale bedragen.   

 

CBS 06/05/2024

Stad en OCMW Ieper gaan principieel akkoord om de totale maximum bedragen op te nemen in MJPA9 en eens de definitieve beslissing van de individuele aandeelhouders gekend is, voor te leggen op de gemeenteraad en/of de raad maatschappelijk welzijn ter goedkeuring gezien dit financiële vaste activa betreffen en bevoegdheid is van deze instanties.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Feiten, context en argumentatie

Na de oproep door Ons Onderdak aan de particuliere vennoten en "vreemde" organisaties binnen de aandeelhouderstructuur (zie rubriek voorgeschiedenis) is er reactie gekomen van 20 aandeelhouders die hun aandelen willen overdragen aan de stad Ieper voor in totaal 383 aandelen. 

 

Ondertussen is nog een 21ste aandeelhouder bijgekomen die ook zijn/haar aandelen (42) wil verkopen aan de stad Ieper.

 

In totaal spreken we dus van 425 aandelen die worden aangekocht voor een prijs van 2,48 euro/aandeel, of voor een totaal bedrag van 1054 euro waarvan 703,07 euro op heden reeds volstort.  Deze worden bijgevoegd bij de bestaande 9.753 aandelen van de groep stad/OCMW Ieper (stad 7.031 aandelen en OCMW 2.762 aandelen).

 

Er wordt gevraagd om de 425 aandelen aan te kopen als stad Ieper voor een bedrag van 1.054 euro (op heden 703,07 euro volstort) zodoende Ons Onderdak te ondersteunen in de administratieve vereenvoudiging als vernieuwde woonmaatschappij.

Financiële gevolgen

Jaar	Budgetartikel	Budget	Reeds vastgelegd	Oud beschikbaar	Voorgesteld	Nieuw beschikbaar	Datum consultatie
2024	ACS43/0030-0/284100/STAD/CBS/IP-GEEN	€ 8.162	€ 0	€8.162	€703,07	€7.458,93	15/10/2024
2024	ACS43/0030-0/284100/STAD/CBS/IP-GEEN	€ 8.162	€ 0	€7.458,93	€350,93	€7.108,00	15/10/2024

In totaal 425 aandelen aan 2,48 euro/aandeel

Volstort gedeelte 703,07 euro   -   Niet volstort gedeelte 350,93 euro  -  samen 1.054,00  euro

Adviezen

Positief advies dienst financiën

Juridische grond en bevoegdheden

De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in bijzonder artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid;

Het KB van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone;

Het KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politie;

Het Decreet Lokaal Bestuur;

Het unaniem positief advies inzake de wijziging van de verdeelsleutel in politiecollege en politieraad;

Het voorstel begrotingswijziging 2024 en voorstel begroting 2025 van de politiezone Arro Ieper voor te leggen aan de politieraad van 14 november 2024; 

Het unaniem positief advies van het politiecollege en van de begrotingscommissie;

De omzendbrief met betrekking tot begrotingsonderrichtingen politiezones;

De wet van 7 december 1998 voornoemd bepaalt dat de gemeenten het tekort van de politiezone dienen te dragen;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

Feiten, context en argumentatie

De tweede begrotingswijziging 2024 en de begroting 2025 van de politiezone PZ 5462 Arro Ieper worden ter goedkeuring voorgelegd aan de politieraad van 14 november 2024.

In 2022 werd de nieuwe verdeelsleutel goedgekeurd die vanaf 2025 wordt gehanteerd.  In afwachting daarvan was er reeds een geleidelijke jaarlijkse overgang naar de definitieve verdeelsleutel van 2025: 

	2022	2023	2024	2025 en verder
verdeelsleutel
Ieper	33,64%	33,60%	33,58%	33,54%
Poperinge	15,68%	15,63%	15,58%	15,54%
Wervik	13,12%	12,98%	12,84%	12,70%
Zonnebeke	7,96%	8,07%	8,17%	8,27%
Staden	7,61%	7,61%	7,61%	7,61%
Moorslede	7,13%	7,20%	7,27%	7,34%
Heuvelland	6,62%	6,55%	6,48%	6,41%
Langemark-Poelkapelle	5,26%	5,38%	5,49%	5,61%
Vleteren	2,36%	2,35%	2,35%	2,34%
Mesen	0,62%	0,63%	0,63%	0,64%
	100,00%	100,00%	100,00%	100,00%

 

Reeds in 2020 werd de evolutie van de exploitatietoelage bepaald op basis van de toen gekende gegevens.   In de evolutie van het meerjarenplan was er voor 2022 een indexering van de exploitatietoelagen van de steden/gemeenten aan de politiezone Arro Ieper voorzien van 1,5% t.o.v. 2021, voor het jaar 2023 1,75 % en voor de jaren 2024 en 2025 2%, dit om de exploitatietoelagen zo constant mogelijk te laten evolueren in combinatie met gedeeltelijke inbreng van het eigen vermogen.

Daarnaast werd vanaf 2023 een investeringstoelage gevraagd om de investeringen te financieren, dit eveneens volgens de verdeelsleutel.

 

Ook de politiezones ontsnapten echter niet aan de kosten van gestegen inflatie met de opeenvolgende spilindexen voor de lonen en aan de  evolutie van de energie- en materiaalkosten.  De stijging van de personeelskosten volgen, net zoals steden en gemeenten, de inflaties van het planbureau  waardoor er de voorbije jaren een aanzienlijke verhoging is geweest van het totaal volume aan lonen gezien de lonen 90% van de politiebegroting vertegenwoordigen  Bovendien is er voor de komende jaren een te verwachte stijging van de loonuitgaven onder meer door stijging in de geldelijke loopbaan, door een verhoging van de patronale pensioenbijdragen voor statutaire personeelsleden en door de in voege treding van het nieuw sectoraal akkoord van de geïntegreerde politie dat eind 2023 in voege is getreden.  Daarenboven ligt de federale gekoppelde federale dotatie slechts vast voor 1 jaar.   Voor budget 2025 wordt binnen de vooropgestelde gebudgetteerde gemeentelijke dotaties gebleven.  Begin volgend jaar wordt een meerjarenplanprognose voorgesteld voor de nieuwe periode 2026-2031.

 

In de begrotingswijziging 2024 wijzigen de bijdragen van de steden en gemeenten voor de politiezone Arro Ieper niet gezien het budgettair deficit wordt opgevangen met de eigen gecumuleerde middelen van voorbije jaren.  De investeringen in 2024 bedragen 1.330.000 euro doch er is een desinvestering (verkoop politiecommissariaat Staden) die kan worden ingebracht waardoor het te financieren saldo slechts 900.000 euro is.

In de begroting 2025 (politieraad op 14 november 2024)  blijven de vooropgestelde percentages van de exploitatietoelage van het meerjarenplan aangehouden (dus + 2% t.o.v. 2024), doch aangepast aan de evolutie van de nieuwe goedgekeurde verdeelsleutel.   De stijging van de kosten wordt mee gefinancierd door het gecumuleerd resultaat van vorige boekjaren.   De totale investeringen bedragen voor 2025  1,330 mio euro, idem zoals voor 2024. 

 

Voor 2025 zijn de dotaties dan als volgt: 

	2024	2025
exploitatietoelage
Ieper	3.700.212	3.769.720
Poperinge	1.716.775	1.746.615
Wervik	1.414.852	1.427.414
Zonnebeke	900.260	929.505
Staden	838.553	855.324
Moorslede	801.088	824.978
Heuvelland	714.037	720.450
Langemark-Poelkapelle	604.948	630.535
Vleteren	258.949	263.004
Mesen	69.420	71.933
	11.019.095	11.239.478

 

 

	2024	2025
Investeringstoelage
Ieper	302.445,00	446.082,00
Poperinge	140.665,00	206.682,00
Wervik	116.847,00	168.910,00
Zonnebeke	72.589,00	109.991,00
Staden	68.500,00	101.213,00
Moorslede	64.797,00	97.622,00
Heuvelland	58.940,00	85.253,00
Langemark-Poelkapelle	48.403,00	74.613,00
Vleteren	21.162,00	31.122,00
Mesen	5.652,00	8.512,00
	900.000,00	1.330.000,00

 

Financiële gevolgen

Werkingstoelage:

Jaar	Budgetartikel	Budget	Reeds vastgelegd	Oud beschikbaar	Voorgesteld	Nieuw beschikbaar	Datum consultatie
2025	ACS221/694000/0400-0	€3.769.720	€0	€3.769.720	€3.769.720	€0	17/10/2024

 

Investeringstoelage:

Jaar	Budgetartikel	Budget	Reeds vastgelegd	Oud beschikbaar	Voorgesteld	Nieuw beschikbaar	Datum consultatie
2025	ACS221/664511/0400-0	€446.614	€0	€446.082	€446.082	€0	17/10/2024

 

Adviezen

Positief visum vanuit financiële dienst.  De gevraagde toelagen vallen binnen de opgestelde meerjarenplanaanpassing 9 2020-2025 van de stad.  

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Feiten, context en argumentatie

Om te voldoen aan de verplichting PV-panelen worden haalbaarheids- en ontwerpstudies opgemaakt via het raamcontract van VEB. Voor AC Auris werden de nodige studies ontvangen. De studies worden gratis aangeboden door VEB. Na het goedkeuren van de ontwerpstudie kunnen de PV-panelen besteld worden.  

Ontwerpstudie ontvangen

- AC Auris: 63,2 kWp

Bestellen: 

- AC Auris: 46.782,16 euro  

Op AC Auris kan 63,2 kWp gerealiseerd worden van het totaal verplichte vermogen van 157 kWp (voor de entiteit stad Ieper) tegen 2025. De terugverdientijd komt op 3 jaar. Ondertussen werd al 87,3 kWp gerealiseerd. Op de Capucienen werd ondertussen 23 kWp geplaatst maar is nog niet operationeel.

  

Totaal verplichte vermogen entiteit stad Ieper 2025	-157
reeds gerealiseerd	87,3
Capucienen	23
Saldo voor installatie Auris	-46,7
Installatie Auris	63,2
Overschot na installatie Auris	16,5

Indien de 63,2 kWp op AC Auris kan gerealiseerd worden, hebben we een overschot van 16.5 kWp voor de verplichting tegen 2025 maar kan ingezet worden voor de verplichting van 2030.

Het voorstel is om de ontwerpstudie van Auris na de gemeenteraad te ondertekenen en terug op te laden via het platform van VEB voor bestelling.

 

Financiële gevolgen

Jaar	Budgetartikel	Budget	Reeds vastgelegd	Oud beschikbaar	Voorgesteld	Nieuw beschikbaar	Datum consultatie
2024	AC066/0350-0/230000	€ 149.000	€ 80.444,18	€68.555,84	€46.382,30	€ 22.173,54	2/10/2024

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van de het college van burgemeester en schepenen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, gewijzigd op 1 juli 1987, 4 februari 1997 en 29 november 2002

De beslissing van de gemeenteraad van 2 september 2024 (GR/2024/177)

De beslissing van het schepencollege van 14 oktober 2024 (CBS/2024/3777)

Feiten, context en argumentatie

Voor de verdere verkaveling in oostelijke richting van de Sint-Jorisstraat is een nieuwe straatnaam nodig, gezien het doornummeren van de Sint-Jorisstraat niet kan.

Voor de ontwikkeling van een woonuitbreidingsgebied in Elverdinge worden 22 woonkavels ontsloten via een nieuwe weg die aansluit op de bestaande weg tussen Sint-Jorisstraat 6 en 7, één lot (nr 1) wordt ontsloten via de Sint-Jorisstraat ter hoogte van nr 11.

De huisnummering van de Sint-Jorisstraat is doorlopend. Een hernummering van de Sint-Jorisstraat zou een adreswijziging voor 40 woningen betekenen wat niet wenselijk is.

Werken met busnummers 6A, 6B,… voor 22 woningen, dus van 6A tot 6V is evenmin evident.

De straatnamencommissie vergaderde op 9 juli 2024  en stelde de volgende nieuwe naam voor

 

Voor de verdere verkaveling in oostelijke richting van de Sint-Jorisstraat

van der Borchtstraat (met vermelding op het bord: “heren van Elverdinge, 17de-18de eeuw”)

Verantwoording:  (zie bijlage)

 

De gemeenteraad keurde op 2 september 2024 principieel deze nieuwe straatnaam goed (GR/2024/177).

Dit werd op 3 september 2024 bekendgemaakt.

Er zijn geen opmerkingen of bezwaren ontvangen.

Het schepencollege besliste op 14 oktober 2024 om de definitieve goedkeuring van de straatnaam van der Borchtstraat aan de gemeenteraad voor te leggen (CBS/2024/3777).

Adviezen

Verslag met advies van de straatnamencommissie van 9 juli 2024

Beslissing gemeenteraad van 2 september 2024

Beslissing schepencollege van 14 oktober 2024

Voorgeschiedenis

Het Departement Werk en Sociale Economie keurde in januari 2022 de projectoproep ‘voortraject digibank regio Ieper’ goed waarbij een subsidie voorzien werd van 14 500 euro om binnen een periode van 4 maand de nodige lokale partners te zoeken, een samenwerkingsovereenkomst uit te werken en een samenwerkingsstrategie uit te tekenen. Het voortraject werd op 31/05/2022 afgerond met als resultaat de samenwerkingsstrategie, de samenwerkingsovereenkomst en de begroting voor het implementatietraject. Hiermee werd de projectsubsidie voor het implementatietraject aangevraagd en uiteindelijk ook toegekend van max. 500 000 euro voor de uitrol van Digibank regio Ieper.

Op 8 juli 2024 diende Digibank Regio Ieper opnieuw een subsidieaanvraag in voor de verlenging van de steun van het Vlaams departement WSE. Dit was een herkansing nadat de verlenging eerder in 2024 geweigerd werd.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Feiten, context en argumentatie

De beoordelingscommissie van het departement Werk en Sociale Economie (WSE) heeft op basis van een aantal objectieve selectiecriteria een advies uitgebracht over de aanvraag. Op basis van dit advies werd besloten het verlengingstraject van Digibank regio Ieper te ondersteunen. De subsidieperiode loopt van 1 januari 2025 tot en met 31 juli 2026. Op basis van de aanvaarde kosten en bij het behalen van de vooropgestelde quota, wordt het subsidiebedrag van maximaal € 468.431,88 toegekend. 

Het project wordt finaal goedgekeurd na oplevering van volgende documenten:

• de ondertekende samenwerkingsovereenkomst;
• de inhoudelijke samenwerkingsstrategie;
• de nauwkeurige begroting;
• de concrete planning;
• een btw-verklaring per partner die kosten zal inbrengen;
• het rsz-schuldenattest.

Op 12/09/2024 bezorgde het departement WSE de nodige instructies om deze documenten te kunnen aanleveren. Niettemin hielden ze vast aan de deadline om deze documenten in te dienen, zijnde 1 oktober 2024 om 12u 's middags. 

Aan de partners werd gevraagd om de samenwerkingsovereenkomst en de bijhorende documenten goed te keuren. De samenwerkingsovereenkomst vereist een beslissing van de gemeenteraad. Gezien er geen gemeenteraad meer was gaf het college voorlopige goedkeuring in de zitting van 30 september 2024. Naast actualisaties zijn er geen noemenswaardige aanpassingen ten opzichte van de samenwerkingsovereenkomst van het implementatietraject die bekrachtigd werd in de gemeenteraad van 4 juli 2022. 

Digibank regio Ieper voorziet dus bij goedkeuring de verdere uitrol van de digibankwerking in Langemark-Poelkapelle, Ieper en Zonnebeke, in samenwerking met De Lovie vzw.

Financiële gevolgen

Het digibank project wordt volledig gesubsidieerd. Op basis van de aanvaarde kosten en bij het behalen van de vooropgestelde quota, wordt het subsidiebedrag van maximaal € 468.431,88 toegekend.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, in bijzonder artikel 43 inzake raamovereenkomsten.

Feiten, context en argumentatie

De Stad Ieper maakt al erg lang gebruik van de opeenvolgende raamcontracten van Stad Brugge. Het huidige raamcontract loopt binnenkort af: de gunningen van de verschillende loten eindigen allemaal tussen november 2024 en maart 2025. De gunning van het nieuwe raamcontract van de Stad Brugge wordt pas in het voorjaar van 2025 verwacht.

De Stad Ieper is ook aangesloten aan de aankoopcentrale CREAT. De dienst IT kan echter vooralsnog geen gebruik maken van het ICT aanbod omdat de gunningen dateren van voor de toetreding van de Stad Ieper aan CREAT.

De dienst IT maakt momenteel sporadisch gebruik van het aankoopplatform BuyIT-public van V-ICT-OR.

 

Voor IT aankopen zijn raamcontracten interessant omdat er geen eigen overheidsopdracht gevoerd moet worden. Het is ook nuttig om van meerdere raamcontracten te kunnen afnemen, op die manier kan er alsnog aan prijsvergelijking bij verschillende leveranciers gedaan worden.

 

Daarom wordt voorgesteld om aan te sluiten bij het raamcontract van VITO voor ICT Infrastructuur. 

Dit raamcontract is verdeeld in 5 loten:

• Servers en Storage
• Back-up en archivering
• Hypervisor & Cloud
• Netwerk & Security
• Endpoints

Het VITO raamcontract heeft voor elk lot 3 leveranciers aangeduid. Elke opdracht (aankoop, project, diensten) wordt er onderworpen aan een mini-competitie.

Naast de eigen merken van de leveranciers kan elke leverancier in de mini-competitie ook met producten van andere merken (fabrikanten) indienen. Op die manier is er een zeer breed productenaanbod.

Aan de deelname is geen afnameverplichting of kost verbonden.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

De wetgeving op de overheidsopdrachten, inzonderheid op de artikelen 2, 6°, 43, § 1, tweede lid en 47 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;

De principiële beslissing van de raad van bestuur van Cipal dv van 26 oktober 2023 tot gunning via een openbare procedure van de overheidsopdracht waarvan het voorwerp bestaat uit “de verwerving van standaard software en bijhorende dienstverlening”.

De in uitvoering van deze beslissing door de raad van bestuur van Cipal dv goedgekeurde opdrachtdocumenten, inzonderheid:

• het selectiedocument waar het stelt (punt 3.8): “Cipal dv zal in de zin van artikel 2, 6° van de Wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, in het kader van onderhavige opdracht kunnen optreden als aankoopcentrale voor alle deelnemers in de dienstverlenende vereniging Cipal. Deze besturen zullen zich, net als hun verenigingen en verzelfstandigde entiteiten, op de aankoopcentrale kunnen beroepen om een totaaloplossing in het kader van de te sluiten raamovereenkomst die het voorwerp uitmaakt van deze opdracht, af te nemen, zonder dat zij verplicht zijn af te nemen via deze raamovereenkomst.
  (…)
• Cipal dv zal in het kader van onderhavige opdracht tevens kunnen optreden als aankoopcentrale voor (zonder dat deze entiteiten verplicht zijn af te nemen via deze raamovereenkomst) : Alle andere Vlaamse gemeente- en OCMW-besturen, hun verenigingen en verzelfstandigde entiteiten;

Het bestek waar het stelt (punt 4.9): “Cipal dv oefent de overkoepelende leiding van en het overkoepelende toezicht op de uitvoering van de raamovereenkomst uit, terwijl de afnemer de leiding van en het toezicht op de levering van de door de afnemer geplaatste bestelling uitoefent.”

Het bestek waar het stelt (punt 4.7): “Gezien de raamovereenkomst niet exclusief is, behoudt de opdrachtgever - net als elke andere afnemer - steeds de vrijheid om een bepaalde aankoop niet via het raamcontract maar volgens de gewone procedures, die de wet op de overheidsopdrachten toelaat, te voeren.”;

De beslissing van de raad van bestuur van Cipal dv van 12 september 2024 waarbij voornoemde opdracht wordt gegund aan SoftwareONE BE bv met maatschappelijke zetel te Esplanade 1, 1020 Brussel.

Feiten, context en argumentatie

De opdracht van Cipal dv “Raamovereenkomst voor de verwerving van licenties, gebruiksrechten, cloud abonnementen, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s m.b.t. standaard software en bijhorende dienstverlening” (Bestek nr. CSMRTSOFT23b) is een raamovereenkomst met één leverancier en Cipal dv treedt hierbij op als aankoopcentrale in de zin van artikelen 2,6° en 47 van de wet van 17 juni 2016;
De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de aankoopcentrale gebruik maken waardoor zij/het krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren;
Het is aangewezen dat de gemeente gebruik maakt van de aankoopcentrale om volgende redenen:

• de in de raamovereenkomst voorziene ICT-infrastructuur voldoen aan de behoefte van het bestuur;
• het bestuur moet zelf geen gunningsprocedure voeren wat een besparing aan tijd en geld betekent;
• Cipal dv beschikt over knowhow en technische expertise inzake de aankoop van licenties, gebruiksrechten, cloud abonnementen, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s m.b.t. standaard software door aanbestedende overheden;

De gemeente is niet verplicht tot enige afname van de raamovereenkomst (geen afnameverplichting).
De nodige budgetten zijn beschikbaar.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

De wetgeving op de overheidsopdrachten, inzonderheid op de artikelen 2, 6°, 43, § 1, tweede lid en 47 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;

De principiële beslissing van de raad van bestuur van Cipal dv van 26 oktober 2023 tot gunning via een openbare procedure van de overheidsopdracht waarvan het voorwerp bestaat uit “de verwerving van standaard software en bijhorende dienstverlening”.

De in uitvoering van deze beslissing door de raad van bestuur van Cipal dv goedgekeurde opdrachtdocumenten, inzonderheid:

• het selectiedocument waar het stelt (punt 3.7): “Cipal dv zal in de zin van artikel 2, 6° van de Wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, in het kader van onderhavige opdracht kunnen optreden als aankoopcentrale voor alle deelnemers in de dienstverlenende vereniging Cipal. Deze besturen zullen zich, net als hun verenigingen en verzelfstandigde entiteiten, op de aankoopcentrale kunnen beroepen om een totaaloplossing in het kader van de te sluiten raamovereenkomst die het voorwerp uitmaakt van deze opdracht, af te nemen, zonder dat zij verplicht zijn af te nemen via deze raamovereenkomst.
  (…)
• Cipal dv zal in het kader van onderhavige opdracht tevens kunnen optreden als aankoopcentrale voor (zonder dat deze entiteiten verplicht zijn af te nemen via deze raamovereenkomst) : Alle andere Vlaamse gemeente- en OCMW-besturen, hun verenigingen en verzelfstandigde entiteiten;

Het bestek waar het stelt (punt 4.8): “Cipal dv oefent de overkoepelende leiding van en het overkoepelende toezicht op de uitvoering van de raamovereenkomst uit, terwijl de afnemer de leiding van en het toezicht op de levering van de door de afnemer geplaatste bestelling uitoefent.”

Het bestek waar het stelt (punt 4.6): “Gezien de raamovereenkomst niet exclusief is, behoudt de opdrachtgever - net als elke andere afnemer - steeds de vrijheid om een bepaalde aankoop niet via het raamcontract maar volgens de gewone procedures, die de wet op de overheidsopdrachten toelaat, te voeren.”;

De beslissing van de raad van bestuur van Cipal dv van 20 juni 2024 waarbij voornoemde opdracht wordt gegund aan Dustin Belgium nv met maatschappelijke zetel te Wingepark 5B, 3110 Rotselaar.

Feiten, context en argumentatie

De voornoemde opdracht van Cipal dv “Raamovereenkomst voor de verwerving van ict-infrastructuur en bijhorende dienstverlening” (Bestek nr. CSMRTINFRA23) is een raamovereenkomst met één leverancier en Cipal dv treedt hierbij op als aankoopcentrale in de zin van artikelen 2,6° en 47 van de wet van 17 juni 2016;
De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de aankoopcentrale gebruik maken waardoor zij/het krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren;
Het is aangewezen dat de gemeente gebruik maakt van de aankoopcentrale om volgende redenen:

• de in de raamovereenkomst voorziene ICT-infrastructuur voldoen aan de behoefte van het bestuur;
• het bestuur moet zelf geen gunningsprocedure voeren wat een besparing aan tijd en geld betekent;
• Cipal dv beschikt over knowhow en technische expertise inzake de aankoop van ICT-infrastructuur door aanbestedende overheden;

De gemeente is niet verplicht tot enige afname van de raamovereenkomst (geen afnameverplichting);
De nodige budgetten zijn beschikbaar.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)
De artikelen 119, 119 bis, 133 tot 135 van de Nieuwe Gemeentewet;
De wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens
De wet van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de Nieuwe Gemeentewet;
De wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet;
De wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet-erratum;
De wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sanctie;
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus (WGP);
De wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten;
De omzendbrief van de procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Gent n° 11/2017 van 13 oktober 2017 betreffende de deelname van het openbaar ministerie aan de bestuurlijke handhaving van criminaliteit en onveiligheidsfenomenen en de daarin vermelde rechtsgronden;
De omzendbrief COL 04/2018 van het College van procureurs-generaal betreffende het casusoverleg en het beroepsgeheim;
De Arrondissementele Omzendbrief ARROB WVL 2024-05 van de procureur des Konings van West-Vlaanderen houdende richtlijnen betreffende de toepassing van de Gemeentelijke Administratieve Sancties;
De bespreking van het ontwerp van protocolakkoord tussen het parket en de stad Ieper tijdens de zonale veiligheidsraad;
Het positief advies van de politieraad;

Feiten, context en argumentatie

De procureur des Konings van West-Vlaanderen wenst voor het volledige grondgebied van het rechtsressort West-Vlaanderen een coherent opsporings- en vervolgingsbeleid inzake inbreuken GAS 2, GAS 3 en GAS 4. Hiervoor is het noodzakelijk om een eenvormig protocolakkoord te hebben.
De basiswijziging bestaat erin dat de GAS-ambtenaar rechtstreeks kan vervolgen bij:

• GAS 2 (behalve bij diefstal (artikelen 461 en 463 (oud) SW) en ‘feitelijkheden en geweldpleging’ (artikel 563, 3° (oud) SW))
Dit op voorwaarde dat:

- inbreuk opgenomen in gemeentelijke (zonale) politieverordening
- bestaan van protocol tussen gemeente en procureur des Konings
- vaststaande feiten
- bekende dader
- geen minderjarigen
- dader met bekende woon- of verblijfplaats
- geen gerechtelijke vrijheidsbeneming
- geen voorrecht van rechtsmacht
- tijdsverloop (<6m)
- geen intra familiaal geweld
- geen samenhang met andere feiten die samenhangen met een ander misdrijf dat niet voor GAS in aanmerking komt
- schade minder dan 1000 EUR
- geen recidive de laatste twee jaren

• GAS 3 enkel voor volgende inbreuk artikel 521, derde lid (oud) SW - vernieling of onbruikbaarmaking, met het oogmerk om te schaden, van rijtuigen, wagons en motorvoertuigen. Andere zijn uitgesloten van GAS. Dit onder dezelfde voorwaarden en uitsluitingsgronden als onder GAS 2.

• GAS 4 voor de hierna vermelde inbreuken, voor zover aan de hieronder bepaalde cumulatieve voorwaarden is voldaan:

- Overtredingen betreffende stilstaan en parkeren met uitzondering van:
1. art. 24, lid 1, 3° K.B. 1 december 1975 (stilstaan of parkeren op overweg);
2. art. 25.1, 14° K.B. 1 december 1975 (parkeren op een parkeerplaats voor personen met een fysieke beperking).

- Overtredingen van de bepalingen betreffende verkeersbord C3 (verboden toegang in beide richtingen), F103 (voetgangerszone) en F111 (inhalen in fietsstraat)

- Het niet nakomen van de verplichting tot het kenbaar maken van de identiteit van de bestuurder die de overtreding zoals hierboven bedoeld beging

en dit voor zover de verkeersinbreuken niet zijn vastgesteld ten laste van de gebruiker van een voertuig, dat op directe of indirecte wijze lijkt betrokken te zijn bij een ongeval of de verkeersinbreuken niet zijn vastgesteld ten laste van een bestuurder in staat van strafbare alcoholintoxicatie.

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Feiten, context en argumentatie

Volgend op de goedkeuring van het definitief ontwerp van het Jan Ypermanpark in de zitting van 16/09/2024 werd de samenwerkingsovereenkomst met de Provincie West-Vlaanderen gefinaliseerd. Deze SO regelt de financiële verdeling tussen de stad en de Provincie West-Vlaanderen voor de aanleg van het ecologisch landschapspark Jan Yperman te Ieper en de natuurinrichtingswerken aan de naastgelegen Bellewaerdebeek volgens de diverse geraamde kostenposten. De juridische dienst geeft gunstig advies voor de SO.

Financiële gevolgen

Onderstaande zoals opgelijst in nota CBS/2024/3314:

Het totale projectbudget wordt geraamd op 1.400.769,42 euro. Hierbinnen zitten 295.793,82 euro optionele posten die toegewezen kunnen worden volgens ingediende prijs en/of beschikbaar budget.

Het totaal aandeel van de stad bedraagt incl. 10% onvoorziene kosten en excl. optionele posten 463.229,54 euro (excl. BTW) of 560.507,74 euro (incl. BTW). Het beschikbaar budget voor de stad Ieper werd binnen MJPA 9 vastgelegd op 630.139,00 euro. Voor 2024 zijn reeds 57.284,06 euro vastleggingen waardoor het beschikbaar budget voor uitvoering DO nog 572.854,94 euro bedraagt.

Het totaal aandeel van de Provincie West-Vlaanderen bedraagt incl. 10% onvoorziene kosten en excl. optionele posten 449.973,44 euro (excl. BTW) of 544.467,86 euro (incl. BTW). Via Interreg heeft de Provincie West-Vlaanderen maximaal 907.548 euro middelen beschikbaar voor inrichtingswerken.

Jaar	Budgetartikel	Budget	Reeds vastgelegd	Oud beschikbaar	Voorgesteld	Nieuw beschikbaar	Datum consultatie
2024 2024 2025 2025 2026 2026	ACS095/0310-0/222107 ACS095/0610-0/222107 ACS095/0610-0/222107 ACS095/0610-0/224007 ACS095/0610-0/222107 ACS095/0610-0/224007	€ 14.000,00 € 67.400,00 € 118.825,00 € 96.132,00 € 237.650,00 € 96.132,00	€ 0,00 € 57.284,06 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00	€ 14.000,00 € 10.115,94 € 118.825,00 € 96.132,00 € 237.650,00 € 96.132,00	€ 14.000,00 € 10.115,94 € 118.825,00 € 96.132,00 € 237.650,00 € 96.132,00	€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00	5/09/2024 5/09/2024 5/09/2024 5/09/2024 5/09/2024 5/09/2024

Binnen MJPA9 werd voor de periode 2024-2026 630.139,00 euro voorzien voor de realisatie van het JYP. Hierin zitten naast eigen middelen ook de subsidies vanuit Interreg ARC, de Provincie West-Vlaanderen, Natuur in je buurt, Kronospan, Rotary Club Ieper en Lions Club Ieper-Poperinge. 

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

Feiten, context en argumentatie

Het college keurde in zitting van 15 januari 2024 de opmaak van een geïntegreerd beheerplan voor het vestingslandschap principieel goed. In dit beheerplan moet er een visie opgemaakt worden voor het natuurbeheer en beheer van het aanwezig erfgoed voor een periode van 24 jaar. Het voordeel van dergelijke plan is dat er een duidelijke visie is op het gebied voor een langere periode. Deze visie en gekoppelde beheer- en inrichtingswerken worden opgemaakt in overleg met de verschillende partners op basis van een inventaris van de huidige natuur- en erfgoedwaarden. Dit beheerplan is een dynamisch document dat om de 6 jaar wordt geëvalueerd om na te gaan of de doelstellingen nog haalbaar zijn. 

Het betreft een samenwerking met de VMM. Een verdeling van de kosten voor de opmaak van het beheerplan als 50%/50% wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst met de VMM en de stad.

Gevraagd wordt deze samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

Financiële gevolgen

Jaar	Budgetartikel	Budget	Reeds vastgelegd	Oud beschikbaar	Voorgesteld	Nieuw beschikbaar	Datum consultatie
2024	ACS113/0720-0/214000	€ 190.249,06	€ 0		€ 48.400,00	€ -	30/09/2024

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000,00 EUR niet), en meer bepaald  artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

Feiten, context en argumentatie

In het kader van de opdracht “Opmaak van een geïntegreerd beheerplan vestingen en Hoornwerkpark te Ieper” werd een bestek met nr. 2024/MIL_02/STAD opgesteld.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 80.000,00 EUR excl. btw of 96.800,00 EUR incl. 21% btw, waarvan de helft wordt gedragen door de VMM, de Vlaamse Milieumaatschappij.  Hiertoe wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten (zie afzonderlijk punt ter zitting).

 

De opdracht bestaat er in dat een team van deskundigen op vlak van architectuur, bouwkunde, historiek, park- en groenbeheer, ecologie, biodiversiteit, waterbeheer en een erkende boomverzorger de conditie en vitaliteit van het systeem, het huidige gebruik en het huidige beheer beschrijft, en deze informatie toetst aan de relevante beschermingsbesluiten. Ook wordt het medegebruik van het Vestingslandschap getoetst aan de draagkracht en de instandhouding ervan. Hierbij wordt vertrokken van een visie en doelstellingen voor het Vestingslandschap. Beheermaatregelen om de instandhouding en het onderhoud van het Vestingslandschap te verzekeren worden afgeleid. Een beheer van alle elementen in het Vestingslandschap- zowel bouwkundige elementen als parkbomen en -groepen, groenelementen, waterpartijen - dient planmatig en doordacht te gebeuren in functie van instandhouding.

 

Het te ontwerpen beheerplan moet rekening houden met de algemene invullingen van het Agentschap Onroerend Erfgoed en van het Agentschap voor Natuur & Bos:

• Het te verwachten beheerplan vertrekt van de in het besluit tot definitieve bescherming opgenomen elementen met betrekking tot het beheer van het beschermde onroerend erfgoed.
• Het beheerplan voldoet ook aan besluit van 18/10/2017 van de Vlaamse Regering betreffende de natuurbeheerplannen en de erkenning van reservaten en het besluit van 25/8/2017 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de criteria inzake natuurbeheer
• Het beheerplan moet alle representatieve informatie over het Vestingslandschap bevatten die nodig is om de huidige toestand te kunnen beschrijven, de waarden die aan de grondslag liggen van de bescherming van het gebied te kunnen situeren, de visie op het beheer te kunnen afleiden en verantwoorden, de beheersdoelstellingen te kunnen vaststellen, beschrijven en verantwoorden, het te volgen beheer eruit te kunnen afleiden en het beheer  te kunnen vastleggen en aanduiden.
• Het beheerplan geldt voor een termijn van 24 jaar en omschrijft welke maatregelen in die periode uitgevoerd moeten worden.
• De opmaak van het beheerplan gebeurt in nauw overleg tussen de stad Ieper, de ontwerper, de Vlaamse Milieumaatschappij, het agentschap Natuur en Bos en het agentschap Onroerend Erfgoed. 
• De opmaak van dit beheerplan gebeurt ook in samenspraak met andere betrokken actoren (verenigingen, buurtbewoners, gebruikers, de bevolking…)
• De visie op het beheer, de beheersdoelstellingen en de richtlijnen, de maatregelen en de werkzaamheden moeten in voorkomend geval in overeenstemming zijn met alle geldende wet-, decreet- en regelgeving zodat de uitvoerbaarheid van het beheerplan gegarandeerd is.
• In het beheerplan wordt ook de informatie opgenomen die nodig is voor het bekomen van subsidies, geregeld in het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van de planning, de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd natuurbeheer

De vestigingsgrachten vervullen een belangrijke functie in het waterbeheer in de stad Ieper. De belangrijkste toevoer waterlopen van de vestigingsgrachten is de Dikkebusbeek of Kleine Kemmelbeek. De Kleine Kemmelbeek ontspringt op de Kemmelberg en stroomt via de Dikkebusvijver, loopt deels over in het Verwezen Kanaal en verder langs de vestigingsgrachten (Boterplas, Majoorgracht) naar de Verdronken Weiden en deels verder naar de Wieltjesgracht.

Bij de opmaak van het beheerplan is het belangrijk om de doelstellingen inzake zowel kwantiteit (buffer tijdens hoogwater en droogte) als de ecologische doelstellingen van oppervlaktewatersystemen in uitvoering van het waterwetboek mee te integreren in het beheerplan.

Momenteel is het meetpunt 950000 op de Dikkebusbeek of Kleine Kemmelbeek relevant voor de vestigingsgrachten, er is ook een project lopende om water vanuit de Bollaertbeek (meetpunt 948010) ook in de vestigingsgrachten te krijgen. De Bollaertbeek ontspringt ook op de Zuidwestvlaamse heuvelrug.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Voor de opmaak van een beheerplan kent het Agentschap Natuur en Bos een subsidie toe van 100 euro per ha, te indexeren vanaf werkingsjaar 2018 of een nog te indexeren basisbedrag van ongeveer 5.000,00 EUR, gezien het projectgebied ongeveer 50 ha groot is.  Eventueel kan een aanvullend bedrag van 100 euro/ha natuurstreefbeelden bekomen worden.  Natuurstreefbeelden voor vegetaties worden omschreven aan de hand van een tot doel gesteld natuurlijk vegetatietype.  Dit moet volgen uit het beheerplan.

 

Het betreft een gezamenlijke opdracht waarbij het aangewezen is dat de Stad Ieper de procedure zal voeren en in naam van VMM bij de gunning van de opdracht zal optreden. 

Gezamenlijk aankopen kan leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging.

Financiële gevolgen

 

Jaar	Budgetartikel	Budget	Reeds vastgelegd	Oud beschikbaar	Voorgesteld	Nieuw beschikbaar	Datum consultatie
2024	ACS113/0720-0/214000	190.249,06			48.400,00		30/09/2024

 

Voorgeschiedenis

Definitieve vaststelling	Op 7 februari 2022 werd het GRUP Campus Veurnseweg definitief vastgesteld door de gemeenteraad.
Beroep Raad van State	Op 18 juni 2024 werd door de Raad van State het Arrest nr 260.152 uitgesproken in  de zaak A. 236.547/X-18.168. Daarbij werd het besluit tot definitieve vaststelling van het GRUP Campus Veurnseweg vernietigd.
Verlenging termijn definitieve vaststelling	Op 2 september 2024 heeft de gemeenteraad een termijnverlenging voor de definitieve vaststelling met extra 60 dagen goedgekeurd.

De integrale voorgeschiedenis wordt opgenomen in bijlage 1.

Juridische grond en bevoegdheden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

Voor de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn de bepalingen van Vlaamse codex ruimtelijke ordening van toepassing, in het bijzonder de bepalingen van artikel 2.2.1. tem 2.2.6 en de bepalingen van artikel 2.2.18 tem 2.2.25.

Feiten, context en argumentatie

Situering

Het RUP ‘Campus Veurnseweg’ dient tot het creëren van uitbreidingsmogelijkheden voor de Sint-Maartenscholen Ieper (SMSI) op de site van het Vrij Technisch Instituut (VTI) Ieper aan de rand van het stedelijk gebied van Ieper.

De SMSI is momenteel gevestigd op vijf schoolsites: College (1), Immaculata (2), Heilige Familie (3), Lyceum (4) en VTI (5).

Het doel van dit planproces is om de VTI-site uit te breiden als een 2^de en 3^de graadcampus voor ongeveer 2.255 leerlingen. Hiervoor worden twee schoolsites van de SMSI, College (1) en Immaculata (2), in de binnenstad verlaten en herbestemd.

Het voorliggend RUP geeft uitvoering aan het bindend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) van Ieper, met name de ontwikkeling van het reservegebied voor stedelijke ontwikkeling op de site Veurnseweg.

Met dit RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt het betrokken BPA ‘Noord-Westsector’ (22.10.1987) gedeeltelijk herzien.

Het plangebied van het voorliggend RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt door de volgende elementen afgebakend:

• ten noorden door de ‘hoeve ’t Drevenhof’ langsheen de N8 (Veurnseweg) nr. 37;
• ten noordoosten afgebakend door de KMO-zone Van Isacker langs de N8 (Veurnseweg);
• ten oosten afgebakend door de percelen met ééngezinswoningen langsheen de Oliedamstraat;
• ten zuiden afgebakend door de gemeenteweg Augustijnenstraat;
• ten westen door een onbebouwde perceel langs de Augustijnenstraat tussen de VTI-site en de percelen met ééngezinswoningen langsheen de Fabiolalaan-Sobrylaan-Kervynlaan.

Het betrokken RUP wordt hoofdzakelijk beperkt tot de bestaande VTI-site, de mogelijke uitbreiding van de schoolsite en de ontsluitingswegen ervan.

 

Delegatie van de provincie West-Vlaanderen

Het planologisch bestemmen van de nodige ruimte voor de school maakt onderdeel uit van de hertekening van de afbakening van het provinciaal RUP ‘Afbakening structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Ieper’. Het planinitiatief van het gemeentelijk RUP ‘Campus Veurnseweg’ wordt hierin geïntegreerd en vormt een deelplan bij het PRUP. Dit betekent een provinciale bevoegdheid. De provincie West-Vlaanderen ziet de uitbreiding van de schoolsite echter als een lokaal initiatief, waarvoor een delegatie van de bevoegdheden bevestigd werd door de provincie West-Vlaanderen. De delegatie werd goedgekeurd op 24 september 2020.

 

Ruimtelijk veiligheidsrapport-toets (RVR-toets)

Bij het opstellen van een RUP dient nagegaan te worden of de geplande ruimtelijke ontwikkelingen een invloed hebben op de risico's en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Seveso-inrichting, enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen in het plangebied. De controle gebeurt op basis van de RVR-toets, een internettoepassing ontwikkeld door de dienst Veiligheidsrapportage.
Op 5 november 2019 bevestigt het Team Externe Veiligheid van de afdeling Gebiedsontwikkeling Omgevingsplanning en -Projecten dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

 

Ontheffing planMERplicht

In toepassing van artikel 4.2.3. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voor de planmilieueffectrapportage en in toepassing van art. 2.2.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, werd op 28 juli 2020 de ontheffing van de planMERplicht opgevraagd voor het GRUP Campus Veurnseweg - SCRI19097. Via bepaling van 6 augustus 2020 werd de ontheffing van de planMERplicht verleend door het team MER en is gesteld dat er geen plan-MER moet opgesteld worden voor voorliggend RUP.

Op 3 juli 2024 heeft Team MER per mail (zie bijlage 2) bevestigd dat de ontheffing van de planMERplicht gebeurd is op basis van de meest recente versie van de planMERscreening die werd overgemaakt. Dit is de screening opgenomen in de toelichtingsnota versie juni 2020. Deze versie werd dan ook gepubliceerd op de MER-databank:

• Ontheffingsbeslissing van 6 augustus 2020: https://mer.lne.be/merdatabank/uploads/nthbsl6044.pdf 
• Link naar de toelichtingsnota fase voorontwerp juni 2020 op basis waarvan de ontheffingsbeslissing werd genomen: https://mer.lne.be/merdatabank/uploads/nthnvg6044.pdf 

Dit impliceert dat de ontheffing van de planMERplicht gebeurd is op basis van de volgende voorgestelde milderende en verbeterende maatregelen voor fietsers (MOBER versie juni 2020 - bijlage 3).

 

Garantie op uitvoering flankerende maatregelen mobiliteit

In het kader van de verkeersafwikkeling en van de verkeersveiligheid zijn flankerende maatregelen of gelijkwaardige maatregelen m.b.t. mobiliteit noodzakelijk voor de zone voor gemeenschaps- en openbare voorzieningen (art. 1) en de zone voor gemeenschaps- en openbare voorzieningen binnen een groen kader (art. 2).

De flankerende maatregelen mobiliteit worden opgedeeld in milderende maatregelen op korte termijn (voor opening scholencampus) en verbeterende maatregelen op lange termijn. Milderende maatregelen zijn gericht op het voorkomen of beperken van negatieve effecten. Verbeterende maatregelen zijn gericht op de positieve effecten verder versterken. Er wordt eveneens een opsplitsing gemaakt tussen korte termijn maatregelen en lange termijn maatregelen. Met korte termijn maatregelen (KT) worden maatregelen bedoeld die bij de opening van de school moeten uitgevoerd zijn. Lange termijn maatregelen (LT) zijn verbeteringsmaatregelen die niet noodzakelijk zijn, maar op lange termijn en afhankelijk van andere studies wenselijk zijn.

Uit de MOBER kwamen een aantal milderende maatregelen naar voor die buiten de contour van het RUP vallen. Omdat deze zeker uitgevoerd zouden worden voor de ingebruikname van de school, worden de nodige garanties ingebouwd. 

Alle milderende maatregelen dienen effectief uitgevoerd te zijn voor de ingebruikname van de school. De voorschriften uit de zones art. 1 en 2 (schoolproject) treden pas in werking nadat aan alle milderende maatregelen wordt voldaan. De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een stand van zaken aangaande bovenstaande infrastructurele ingrepen.

Indien de realisatie van de bovenstaande flankerende maatregelen nog gepaard zou gaan met andere, hierboven niet vermelde, niet-vergunningsplichtige werken en/of handelingen, dienen deze op het moment van vergunningsaanvraag ofwel te zijn gerealiseerd, ofwel dienen eveneens voldoende waarborgen te worden geboden m.b.t. de realisatie ervan.

Onder voldoende gegarandeerd zijn, kunnen volgende zaken begrepen worden: een bewijs van effectief ingepland zijn, een bewijs van budgettering en een samenwerkingsovereenkomst. Van belang is het reële engagement tot realisatie uiterlijk op het moment van ingebruikname van de school. Het meegeven van een dergelijke stand van zaken is van wezenlijk belang om het voorschrift te kunnen toetsen.

 

Op te heffen voorschriften

Dit RUP vervangt gedeeltelijk de bestemming van het BPA ‘Noord-Westsector’ (MB 10 september 1996) en voor het overige door het gewestplan Ieper-Poperinge (KB 14.08.1979 en gewijzigd bij BVR 11.06.1996).

De verkaveling en de hieraan gekoppelde verkavelingsvoorschriften binnen de contour van dit RUP worden opgeheven:
I. VK03_040/1 verkaveling langs de Oliedamstraat ten noorden van de Augustijnenstraat, afgeleverd op naam van Imroder nv, d.d. 6 december 1984.

 

CHRONOLOGIE

Voorlopige vaststelling GRUP Campus Veurnseweg

Op 3 mei 2021 werd het GRUP Campus Veurnseweg voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd conform art. 2.2.21. §2 VCRO vanaf 17 mei 2021 tem 16 juli 2021 georganiseerd.

In toepassing van art. 2.2.21. §1 VCRO werd volgende adviezen opgevraagd en ontvangen:

• Deputatie van de provincie West-Vlaanderen.
• Vlaamse Overheid, Departement Omgeving – Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplannen en –Projecten.

Tijdens het openbaar onderzoek werden 15 bezwaren ontvangen tav het ontwerp van GRUP.

 

Eindadvies GECORO

In toepassing van art. 2.2.21 §5 VCRO formuleerde de Gecoro op 12 oktober 2021 zijn gemotiveerd eindadvies ten aanzien van de resultaten van het openbaar onderzoek.

 

Screening MOBER

Patrick Maes heeft in opdracht van het college de screening van de MOBER uitgevoerd, het verslag werd afgewerkt op 17 november 2021.

Conclusie:

Het mobiliteitseffectenrapport ‘Campus Veurnseweg’ versie maart 2021 werd opgesteld volgens de regels van de kunst. Het rapport geeft een correct beeld van de te verwachten mobiliteitseffecten voor de nieuwe scholencampus Veurnseweg. Op het vlak van mobiliteit is deze campus haalbaar mits het nemen van een aantal milderende maatregelen die op korte termijn moeten worden uitgevoerd. Er worden enkele suggesties gedaan voor wijziging of verbetering van deze milderende maatregelen. Belangrijk is nog dat de Scholengemeenschap de taak heeft om een aantal maatregelen verder uit te werken, bij voorkeur onder de vorm van een schoolvervoerplan.

Verder wordt door Adoplan aangetoond dat de MOBER op heden nog steeds actueel is. Dit wordt onder de titel ‘MOBER GRUP Campus Veurnseweg nog steeds actueel’ verder toegelicht.

Antwoordnota

Door het planteam werd een antwoordnota op het eindadvies van de Gecoro opgesteld, daarin worden de aanpassingen gemotiveerd. 

 

Definitieve vaststelling GRUP Campus Veurnseweg

Op 7 februari 2022 werd het GRUP Campus Veurnseweg definitief vastgesteld door de gemeenteraad. 

 

Arrest Raad van State nr. 260.152 in de zaak A.236.547/X-18.168

Naar aanleiding van het instellen van een beroep bij de Raad van State tegen het GRUP Campus Veurnseweg werd de definitieve vaststelling van het GRUP Campus Veurnseweg van 7 februari 2022 bij arrest van 18 juni 2024 vernietigd. 

Het arrest vermeldt:

"15. Met verzoekers moet worden vastgesteld dat er een belangrijk verschil is tussen het MOBER versie 2020 en het MOBER versie 2021. Het MOBER versie 2020 stelt als milderende maatregelen (korte termijn) voorop om de negatieve effecten te voorkomen of te beperken: de aanleg van vrijliggende fietspaden langs een deel van de N8 en het geven van voorrang aan het doorgaand fietsverkeer op het kruispunt van de Augustijnenstraat en het Scholierenpad (hierna: de twee in 2020 voorziene kortetermijnmaatregelen voor de veiligheid van de fietsers). In het MOBER versie 2021 zijn in de kolom van de milderende maatregelen van de in randnummer 11.2 weergegeven tabel de twee in 2020 voorziene kortetermijnmaatregelen voor de veiligheid van de fietsers verdwenen. Het MOBER versie 2021 kwalificeert deze twee maatregelen nu als verbeterende maatregelen (lange termijn) die niet moeten worden omgezet in de stedenbouwkundige voorschriften."

De feitelijkheden waarop de Raad zich baseert kloppen niet met de dossierstukken die door Team MER werden gebruikt in hun ontheffingsbeslissing. De ontheffing van de planMERplicht werd beslist op basis van het voorontwerp (versie juni 2020) en niet op basis van de scopingsnota (versie april 2020). Team MER heeft dit ook bevestigd op 3 juli 2024 en heeft de planMERscreening als onderdeel van de toelichtingsnota fase voorontwerp gepubliceerd op de MER databank (zie hoger). Daarin worden de twee in het arrest aangehaalde milderende maatregelen als verbeterend ingeschreven.

Bijgevolg dient gesteld dat er geen versoepeling is tussen de milderende maatregelen fietsverkeer fase voorontwerp (versie juni 2020) waarop de ontheffing van de planMERplicht werd verleend en het definitief ontwerp (versie januari 2022) waarbij de verplicht te realiseren milderende maatregelen vergund, gerealiseerd of voldoende gegarandeerd zijn als voorwaarde tot het verkrijgen van de omgevingsvergunning voor de scholencampus. 

 

GRUP Campus Veurnseweg – MOBER – milderende maatregelen

Het RUP Campus Veurnseweg bevat een uitgebreid mobiliteitseffectenrapport (MOBER), uitgevoerd met de mobiliteitsimpact van de ontwikkeling van de campus Veurnseweg. De MOBER wordt afgesloten met een opsomming van milderende en verbeterende maatregelen, die uitgevoerd moeten worden voor de verhuis van de scholen. De MOBER heeft een groter onderzoeksgebied dan voorliggende RUP (herbestemming campus).

Met het MOBER worden flankerende mobiliteitsmaatregelen opgelijst. Deze maatregelen zijn deels milderend, op korte termijn te realiseren en deels verbeterend, op lange termijn te realiseren.

De milderende maatregelen versie voorontwerp juni 2020 en definitief ontwerp met vertaling naar de stedenbouwkundige voorschriften versie januari 2022 worden in bijlage 4 geduid.

 

MOBER GRUP Campus Veurnseweg nog steeds actueel

Bij het RUP Campus Veurnseweg, opgemaakt door het stadsbestuur van Ieper, werd een MOBER toegevoegd. Deze MOBER werd opgemaakt in de periode 2019  verkeerstellingen) – 2020 (definitief rapport). Naar aanleiding van de vernietiging van de definitieve vaststelling van het RUP door Raad van State in 2024 wordt aangetoond waarom de conclusies uit de MOBER nog steeds van toepassing zijn. De relevantie wordt aangetoond aan de hand van volgende argumenten: 

1. Verkeersnet niet significant gewijzigd
In een MOBER gebeurt een beschrijving van het bereikbaarheidsprofiel. Dit geeft aan hoe de locatie bereikbaar is voor diverse modi. Vermits het verkeersnet niet significant gewijzigd is, blijft het bereikbaarheidsprofiel van kracht. Doordat het verkeersnet binnen het onderzoeksgebied van de MOBER niet gewijzigd is, kan er van uit gegaan worden dat de verkeersstromen ook ongewijzigd zijn gebleven.

2. Geen nieuwe verkeergenererende activiteiten in de omgeving
In het onderzoeksgebied, zoals gedefinieerd in het MOBER, zijn tussen 2019 en 2024 geen grootschalige stadsontwikkelingsprojecten gerealiseerd. Dit zorgt er voor dat het verkeer gegenereerd binnen het onderzoeksgebied niet gewijzigd is. 

Conclusie 1: Vermits het verkeersnet niet significant gewijzigd is en vermits de verkeergenerende activiteiten in het onderzoeksgebied niet gewijzigd zijn, kan geconcludeerd worden dat het onderzoek nog steeds vertrekt vanuit een correcte basis waaraan getoetst moet worden.

3. Gelijkaardige verkeerindicatoren
De Vlaamse overheid houdt verkeerindicatoren bij over een langere periode. Hierdoor is het mogelijk het verkeer op het hoger wegennet op een kwantitatieve manier te beschrijven en evoluties in de tijd in kaart te brengen. In de omgeving van Ieper gebeurt dit voor de A19. Hieruit blijkt dat de verkeersvolumes per dag in de omgeving van Ieper gelijkaardig zijn gebleven. Er gebeurt een vergelijking tussen maart 2019 (data tellingen in MOBER) en maart 2024.

	Maart 2019	Maart 2024	Verschil
Richting Ieper	11.649 mvt	11.859 mvt	+ 1,8%
Richting Kortrijk	11.582 mvt	11.463 mvtg	- 1%

Er kan geconcludeerd worden dat de verkeersintensiteiten de afgelopen jaren nauwelijks gestegen zijn. Bijgevolg kan aangenomen worden dat de verkeerintensiteiten die in 2019 geteld werden, nog steeds relevant zijn.

4. Modal split woon-schoolverkeer
De impact van het verkeer dat gegenereerd wordt door het project is sterk afhankelijk van de modal split. Er wordt onderzocht of er sterke wijzigingen zijn in de modal split binnen het woonschoolverkeer. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen (OVG) waarvan reeds 6 rapporten beschikbaar zijn. Rapport 5 (met enquête uit 2015-2016) wordt vergeleken met het recentste rapport (met enquête uit 2021-2022). Enkel de belangrijkste verkeersmodi worden hier opgenomen.

Vervoerswijzekeuze	OVG 5	OVG 6
Auto (bestuurder + passagier)	31,4%	24,9%
Fiets	28,9%	30,6%
Openbaar vervoer	24,7%	23,4%
Te voet	11,1%	11,1%

Hieruit blijkt dat er geen significante verschuiving is van de vervoersmodi. Er is wel een daling van de personen die de wagen gebruiken naar school. Dit heeft een positief effect op het wegennet. Er is een lichte stijging van het aantal fietsers. Er kan dus verwacht worden dat in de toekomst minder leerlingen met de wagen naar school komen wat een positief effect heeft op de verkeersafwikkeling rondom de scholencampus.

Conclusie 2: Vermits er kan aangenomen worden dat noch het druktebeeld noch de modal split significant gewijzigd is, kan gesteld worden dat het onderzoek in het MOBER nog steeds relevant is. Vermits het gebruik van de auto als vervoermiddel naar school vermindert, kan dit enkel een positief effect hebben voor de verkeersafwikkeling in de omgeving van de campus en kan het MOBER als worst-case beschouwd worden.

De MOBER, opgenomen in de planMERscreening van het GRUP Campus Veurnsewg is nog steeds actueel. 

Hiermee wordt aangetoond dat de MOBER, opgenomen in de planMERscreening van het GRUP Campus Veurnsewg versie juni 2020, waarop TEAM MER de ontheffing verleende, nog steeds actueel is. 

 

Definitieve vaststelling GRUP Campus Veurnseweg

Ingevolge het arrest van de Raad van State kan de gemeenteraad de procedure hernemen tot voor het vernietigde gemeenteraadsbesluit. De gemeenteraad kan het GRUP opnieuw definitief vast stellen binnen een termijn van 180 dagen na het arrest (termijn zoals bepaald in art. 2.2.21. §6 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening).

Dit betekent een nieuwe definitieve vaststelling ten laatste op 15 december 2024. Op 2 september 2024 heeft de gemeenteraad de verlenging van de termijn voor definitieve vaststelling op gemotiveerd verzoek van het college conform art. 2.2.21. §6 VCRO, met 60 dagen verlengd. 

Gezien vast gesteld werd dat de milderende maatregelen, opgenomen in de planMERscreening van de toelichtingsnota GRUP Campus Veurnseweg, versie juni 2020 overgenomen werden in het definitief ontwerp GRUP Campus Veurnseweg en hiertoe de nodige garanties ingeschreven worden in de stedenbouwkundige voorschriften, wordt het GRUP ongewijzigd voorgelegd voor definitieve vaststelling.