Terug
Gepubliceerd op 04/02/2025

Notulen  Gemeenteraad

ma 16/12/2024 - 19:30 Raadzaal
Aanwezig: Sarah Bouton, Voorzitter
Katrien Desomer, Aangewezen-burgemeester
Emmily Talpe, Stephaan De Roo, Miguel Gheysens, Peter De Groote, Diego Desmadryl, Danny Metsu, Eva Ryde, Schepenen
Stefaan Williams, Ann-Sophie Himpe, Edouard Wallays, Jo Baert, Dimitry Soenen, Lies Sampers, Stijn Kimpe, Brecht Vangheluwe, Valentijn Despeghel, Philip Bolle, Nathalie Vandamme, Wim Vandamme, Jeroen Bossaert, Andy Verkruysse, Joke Despeghel, Elvera Bibuljica, Marianne Deygers, Gregory Demeyere, Kim Louwyck, Ives Goudeseune, Thomas Kinoo, Saskia Dehollander, Nancy Six, Lieven Stubbe, Raadsleden
Stefan Depraetere, Algemeen directeur
  • Goedkeuring notulen vorige zitting

    • Goedkeuring notulen van 4 november 2024 en 2 december 2024.

      Juridische grond en bevoegdheden

      Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

      Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

      Feiten, context en argumentatie

      De notulen van de vergadering van 4 november en 2 december 2024 werden conform de bepalingen van het gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden.  Er zijn geen opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.

      Beschikkend gedeelte

      Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen de notulen van de zitting van 4 november en 2 december 2024 als goedgekeurd te beschouwen.

  • Openbaar

    • Bestuurlijke organisatie

      • Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 18 t.e.m. 39 betreffende de werking van de gemeenteraad en 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

         

         

         

        Feiten, context en argumentatie

        De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin die aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad.

        Het huishoudelijk reglement moet minimaal bepalingen bevatten over de toekenning van de presentiegelden, de oproeping van de raadsleden, de modaliteiten van de vergadering, het inzage- en vraagrecht van de raadsleden, de notulering, de eventuele samenstelling en de werking van de commissies en fracties.

        Een ontwerp van huishoudelijk reglement werd met de fractieleiders besproken en bijgestuurd tot huidig voorstel.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 17 ja stemmen en 4 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander, Stubbe en Kinoo) tegen 11 neen stemmen (de raadsleden Goudeseune, Bolle, Despeghel V., Verkruysse, Dehollander, Vandamme N., Vandamme W., Bossaert, Bibuljica, Deygers en Demeyere) het huishoudelijk reglement, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit, vast te stellen.

      • Deontologische code voor politici en personeel - goedkeuring

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        In een vorige legislatuur heeft men ervoor geopteerd om de deontologische plichten van raadsleden en van ambtenaren in één code vast te leggen. Deze code is een synthese van de deontologische rechten en verplichtingen voor alle ambtenaren en politici. Ze omvat het geheel van beginselen, gedragsregels, richtlijnen en principes, die de lokale mandatarissen tot leidraad dienen bij de uitoefening van hun mandaat en bij de dienstverlenende activiteiten ten behoeve van de bevolking. Ze dient een weerspiegeling te zijn van de centrale waarden voor de organisatie en dient mee richting te geven aan het streven naar modern en correct overheidshandelen. Daarbij gaat het over loyaliteit, objectiviteit, spreekrecht en spreekplicht, professionalisme, klantgerichtheid, wettelijkheid/correctheid.

        Door een wijziging van het decreet over het lokaal bestuur (DLB) moeten alle lokale besturen die nog geen deontologische commissie hebben er een oprichten. Hiertoe werd in zitting van 8 mei 2023 de deontologische code in die zin aangepast.

        In het overleg met de fractieleiders van 4 november 2024 werd de bestaande code besproken en voorgesteld met deze code verder te gaan.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 30 ja stemmen en 2 onthoudingen (de raadsleden Six en Kinoo) de deontologische code voor mandatarissen en ambtenaren, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit, goed te keuren.

      • Samenwerkingsovereenkomst stad - O.C.M.W. Goedkeuring.

        Juridische grond en bevoegdheden

        het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, en in het bijzonder de artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikel 196 §2;

        de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018);

        Feiten, context en argumentatie

        Om een verregaande geïntegreerde samenwerking mogelijk te maken tussen de Stad en het OCMW werd reeds in 2013 tussen beide besturen een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Deze werd in 2019 hernieuwd.

        Het is echter noodzakelijk om een nieuwe overeenkomst af te sluiten, onder meer om blijvend een beroep te kunnen doen op elkaars personeelsleden en om kruiselingse delegatie van beslissings- en / of ondertekeningsbevoegdheid mogelijk te maken.
        Deze nieuwe overeenkomst is afgestemd op de huidige geïntegreerde werking van de diensten en het beleid en op de bepalingen ter zake van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen zijn goedkeuring te verlenen aan het voorgelegde ontwerp van samenwerkingsovereenkomst.

      • Benoeming leden bestuursorgaan AGB Vauban.

        Voorgeschiedenis

        De gemeenteraad heeft in zitting van 6 juni 2005 beslist om over te gaan tot de oprichting van een autonoom gemeentebedrijf (herbevestigd in de gemeenteraadsbeslissingen van 2 september 2013 en 4 november 2013) voor het uitoefenen van activiteiten vermeld in art. 1, 4°, 7°, 8° en 15° van het koninklijk besluit van 10 april 1995, gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 maart 1999 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten.

        Het bedrijf draagt de naam “Autonoom Gemeentebedrijf Sport, cultuur en recreatie”, of nog “VAUBAN”

        De oprichting van het AGB VAUBAN werd bij Ministerieel Besluit van 28 september 2005 door Vlaams Minister van Binnenlandse zaken, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering goedgekeurd en werd her goedgekeurd bij het Ministerieel Besluit van 6 december 2013 .

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad alsook in het bijzonder artikel 235 §1.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        Ingevolge de volledige vernieuwing van de gemeenteraad dient ook tot volledige vernieuwing van het bestuursorgaan overgegaan te worden. De leden van het bestuursorgaan worden benoemd door de gemeenteraad.

        Er zijn 11 (politieke) mandaten in het bestuursorgaan. Minstens 7 daarvan moeten gemeenteraadsleden zijn. Elke fractie in de gemeenteraad is in het bestuursorgaan vertegenwoordigd. Elke fractie kan minstens een lid van het bestuursorgaan voordragen. Maximum 2/3 van de leden mag van hetzelfde geslacht zijn.

        De verdeling volgens de fracties is als volgt: 6 (Team Ieper) – 3 (Vooruit) - 1 (Vlaams Belang) - 1 (Groen). Daarnaast wordt de heer Tom Nelissen, sportfunctionaris, aangeduid als bijkomend lid van het bestuursorgaan.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om de volgende personen benoemd als lid van het bestuursorgaan van AGB Vauban:

        - namens Team Ieper: Peter De Groote, Jan Laurens, Jo Baert, Lies Sampers, Guido Allosery, Sarah Bouton;

        - namens Vooruit: Gregory Demeyere, Elvera Bibuljica en Ives Goudeseune;

        - namens Groen: Jean-Pierre Bouckaert;

        - namens Vlaams Belang: Saskia Dehollander;

        Daarnaast wordt de heer Tom Nelissen, sportfunctionaris, aangeduid als bijkomend lid van het bestuursorgaan.

      • Benoeming leden bestuursorgaan AGB Musea.

        Voorgeschiedenis

        In de gemeenteraad van 2 maart 2020 werd de beslissing genomen tot het oprichten van het Autonoom Gemeentebedrijf Musea Ieper en werden de oprichtingsstatuten goedgekeurd. 

        In zitting van 9 november 2020 werd de samenstelling van de raad van bestuur van AGB Musea goedgekeurd.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad alsook in het bijzonder artikel 235 §1.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        Ingevolge de volledige vernieuwing van de gemeenteraad dient ook tot volledige vernieuwing van het bestuursorgaan overgegaan te worden. De leden van het bestuursorgaan worden benoemd door de gemeenteraad. 

        Het bestuursorgaan bestaat uit 12 leden. Minstens 7 daarvan moeten gemeenteraadsleden zijn. Elke fractie in de gemeenteraad is in het bestuursorgaan vertegenwoordigd. Elke fractie kan minstens een lid van het bestuursorgaan voordragen. Maximum 2/3 van de leden mag van hetzelfde geslacht zijn. 

        De verdeling volgens de fracties is als volgt: 7 (Team Ieper) – 3 (Vooruit) - 1 (Vlaams Belang) - 1 (Groen). 

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om de volgende personen te benoemen als lid van het bestuursorgaan van AGB Musea:

        - namens Team Ieper: Emmily Talpe, Thijs Descamps, Cezara Van Acker, Liesbeth Pollée, Jan Breyne, Dimitry Soenen en Katrien Desomer;

        - namens Vooruit: Valentijn Despeghel, Philip Bolle en Nathalie Vandamme;

        - namens Groen: Hanna Laekeman;

        - namens Vlaams Belang Thomas Kinoo.

      • Benoeming leden bestuursorgaan AGB Spie.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De gemeenteraad heeft in zitting van 5 september 2005 beslist om over te gaan tot de oprichting van een autonoom gemeentebedrijf (herbevestigd in de gemeenteraadsbeslissingen van 2 september 2013 en 4 november 2013) voor het uitoefenen van activiteiten vermeld in art. 1, 4°, 7°, 8° en 15° van het koninklijk besluit van 10 april 1995, gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 maart 1999 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten.

        Het bedrijf draagt de naam “Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling en Patrimoniumbeheer Ieper” of nog SPIE.

        De oprichting van het AGB SPIE werd bij Ministerieel Besluit van 21 december 2005 door Vlaams Minister van Binnenlandse zaken, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering goedgekeurd en werd her goedgekeurd bij het Ministerieel Besluit van 6 december 2013.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        Ingevolge de volledige vernieuwing van de gemeenteraad dient ook tot volledige vernieuwing van het bestuursorgaan overgegaan te worden. Er zijn 11 politieke mandaten in het bestuursorgaan. Minstens 7 daarvan moeten gemeenteraadsleden zijn. Elke fractie in de gemeenteraad is in het bestuursorgaan vertegenwoordigd. Elke fractie kan minstens een lid van het bestuursorgaan voordragen. Maximum 2/3 van de leden mag van hetzelfde geslacht zijn.

        De verdeling volgens de fracties is als volgt: 6 (Team Ieper) – 3 (Vooruit) - 1 (Vlaams Belang) - 1 (Groen). Daarnaast wordt de heer Stefan Depraetere, algemeen directeur, aangeduid als bijkomend lid van het bestuursorgaan.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om de volgende gemeenteraadsleden als vertegenwoordiger van hun politieke fractie in het bestuursorgaan van het autonoom gemeentebedrijf Spie aan te duiden:   

                      
        namens Team Ieper: Katrien Desomer, Peter De Groote, Stephaan De Roo, Eva Ryde, Emmily Talpe en Diego Desmadryl;

        namens Vooruit: Valentijn Despeghel, Philip Bolle en Nathalie Vandamme;

        namens Groen: Sam Vancayseele;

        namens Vlaams Belang: Saskia Dehollander;


        Daarnaast de heer Stefan Depraetere, algemeen directeur aan te duiden als lid van het bestuursorgaan.

      • ACCI vzw - aanduiden vertegenwoordigers in algemene vergadering en bestuursorgaan.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gfemeenteraad en artikel 246 §1.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        In de statuten van de vzw ACCI is bepaald dat de leden van het bestuursorgaan worden benoemd door de algemene vergadering.

        Er zijn twee categorieën bestuurders: 

        - categorie A: leden voorgedragen door de gemeenteraad

        - categorie B: leden voorgedragen door de cultuurraad

        Naar aanleiding van de installatie van de gemeenteraad dient overgegaan tot de voordracht van 11 vertegenwoordigers om te zetelen in het bestuursorgaan van de vzw ACCI, dit op basis van de volgende regels:

        - de gemeente draagt steeds een meerderheid voor van de leden van het bestuursorgaan

        - ten hoogste 2/3 van de leden voorgedragen door de gemeente is van hetzelfde geslacht

        - de leden worden aangeduid volgens de regels van evenredige vertegenwoordiging en dit op de volgende manier:

        • evenredige verdeling onder de fracties die deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen en de fracties die geen deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen.
        • aantal leden dat toekomt aan de fracties binnen het college van burgemeester en schepenen: evenredige verdeling onder deze fracties; 
        • aantal leden dat toekomt aan fracties die niet in het college van burgemeester en schepenen vertegenwoordigd zijn: evenredige vertegenwoordiging.

        Dit komt neer op de volgende verdeling: Team Ieper 6, Vooruit 3, Vlaams Belang 1, Groen 1.

        In de algemene vergadering is de stad vertegenwoordigd door een lid van de gemeenteraad. Dit lid van de gemeenteraad mag geen lid zijn van het bestuursorgaan.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen om:

        Artikel 1. Katrien Desomer voor te dragen als lid van de algemene vergadering van vzw ACCI

        Artikel 2. de volgende personen voor te dragen als lid van het bestuursorgaan van de vzw ACCI:

        - namens Team Ieper: Eva Ryde, Sarah Bouton, Lies Sampers, Brecht Vangheluwe, Emmily Talpe en Jo Baert;

        - namens Vooruit: Valentijn Despeghel, Nathalie Vandamme en Wim Vandamme;

        - namens Vlaams Belang: Thomas Kinoo;

        - namens Groen, Lieven Stubbe.

      • JOC vzw - aanduiden vertegenwoordigers in algemene vergadering en bestuursorgaan.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikel 246 §1.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        Op basis van de statuten worden personen behorende tot drie categorieën voorgedragen tot de algemene vergadering:

        - categorie A: een lid van de gemeenteraad; deze persoon mag niet eveneens deel uitmaken van het bestuursorgaan

        - categorie B: de vertegenwoordigers van de politieke strekkingen vertegenwoordigd in en voorgedragen door de gemeenteraad op die manier dat ieder van de politieke strekkingen evenredig vertegenwoordigd is;

        - categorie C: de vertegenwoordigers van de pedagogische medewerkers verenigd in de jeugdhuiswerking, de monitorenwerking, de jeugdraad.

        De gemeenteraad dient de personen behorende tot de categorieën A en B voor te dragen.

        Daarnaast is er een bestuursorgaan waartoe twee categorieën bestuurders behoren: categorie A en B.

        De gemeenteraad dient de bestuurders behorend tot categorie A voor te dragen, rekening houdend met de volgende principes:

        - de gemeente draagt steeds een meerderheid voor van de leden van het bestuursorgaan;

        - ten hoogste 2/3 van de leden voorgedragen door de gemeenteraad is van hetzelfde geslacht;

        - de leden worden aangeduid volgens de regels van de evenredige vertegenwoordiging op de volgende manier:

        • evenredige verdeling onder de fracties die deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen en de fracties die geen deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen.
        • aantal leden dat toekomt aan de fracties binnen het college van burgemeester en schepenen: evenredige verdeling onder deze fracties; 
        • aantal leden dat toekomt aan fracties die niet in het college van burgemeester en schepenen vertegenwoordigd zijn: evenredige vertegenwoordiging.

        Alle bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering.

        Er worden 1 persoon voorgedragen voor de algemene vergadering en 11 voor het bestuursorgaan.

        Dit komt neer op de volgende verdeling: Team Ieper 6, Vooruit 3, Vlaams Belang 1 en Groen 1.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen om:

        Artikel 1. Katrien Desomer voor te dragen als lid van de algemene vergadering van vzw JOC

        Artikel 2. de volgende personen voor te dragen als lid van het bestuursorgaan van de vzw JOC:

        - namens Team Ieper: Miguel Gheysens, Stijn Kimpe, Lies Sampers, Edouard Wallays, Ann-Sophie Himpe en Dimitry Soenen;

        - namens Vooruit: Gregory Demeyere, Elvera Bibuljica en Joke Despeghel;

        - namens Vlaams Belang: Thomas Kinoo;

        - namens Groen, Lieven Stubbe.

      • Centrummanagement vzw - aanduiden vertegenwoordigers in algemene vergadering.

        Voorgeschiedenis

        In zitting van 6 november 2006 werd besloten tot de toetreding tot de vzw Centrummanagement.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de Gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        Het komt de stad toe maximaal 10 afgevaardigden uit de gemeenteraad aan te duiden die als lid met raadgevende stem aan de algemene vergadering van de vzw kunnen deelnemen.

        Deze aanduiding gebeurt volgens het stelsel d’Hondt. Dit betekent:

        - Team Ieper (5 afgevaardigden): Edouard Wallays, Sarah Bouton, Stijn Kimpe, Lies Sampers en Dimitry Soenen 

        - Vooruit (4 afgevaardigden): Philip Bolle, Wim Vandamme, Jeroen Bossaert en Kim Louwyck

        - Vlaams Belang (1 afgevaardigde): Nancy Six

         

        Naar aanleiding van de installatie van de gemeenteraad dient overgegaan tot de aanduiding van de vertegenwoordigers van de stad op de algemene vergadering van vzw Centrummanagement.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen om de volgende personen aan te duiden als leden die met raadgevende stem aan de algemene vergadering van de vzw Centrummanagement Ieper kunnen deelnemen: Edouard Wallays, Sarah Bouton, Stijn Kimpe, Lies Sampers, Dimitry Soenen, Philip Bolle, Wim Vandamme, Jeroen Bossaert, Kim Louwyck en Nancy Six.

      • Argos vzw. Aanduiden vertegenwoordigers algemene vergadering.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        Naar aanleiding van de installatie van de gemeenteraad dient te worden overgegaan tot de aanduiding van de vertegenwoordigers in de algemene vergaderging van de vzw Argos.

        In de algemene vergadering worden maximaal 26 leden afgevaardigd. Deze zijn op te splitsen in 2 categorieën.

        categorie A: leden aangeduid door de lokale besturen waar de vzw mee samenwerkt; met een maximum van 11 leden. Voor de grootste gemeente zijnde Ieper zijn dit er 7.

        categorie B: deskundigen uit de culturele, sociale, onderwijs en economische milieus: minimum 12 en maximum 15 leden. 

        Voor het lokaal bestuur Ieper moeten dus 7 personen worden afgevaardigd, waarbij de meerderheid eveneens een meerderheid binnen de afvaardiging heeft. 4 vertegenwoordigers voor Team Ieper zijnde Rik Carpentier, Miet Durnez, Insani Petillion en Eva Ryde, 1 voor Vooruit zijnde Steve Meseure, 1 voor Vlaams Belang zijnde Saskia Dehollander en 1 voor Groen zijnde Sam Vancayseele.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen om de volgende personen voor te dragen als vertegenwoordigers in de algemene vergadering, Rik Carpentier, Miet Durnez, Isani Petillion en Eva Ryde, voor Vooruit zijnde Steve Meseure, voor Vlaams Belang zijnde Saskia Dehollander en voor zijnde Groen Sam Vancayseele.

      • IVVO cv - Aanduiden vertegenwoordigers in bestuursorgaan en algemene vergadering.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de Gemeenteraad en deel 3, titel 3, hoofdstuk 3, afdeling 3 "Dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen".

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        In zitting van 28 oktober 1977 besliste de raad toe te treden tot de Intercommunale voor Huisvuilverwerking en Verwijdering van de sector Veurne en Ommeland.

        In een brief van 14 oktober 2024 vraagt IVVO om naar aanleiding van de installatie van de gemeenteraad over te gaan tot de aanduiding van 1 vertegenwoordiger in het bestuursorgaan.

        Artikel 15 van de statuten zoals goedgekeurd in de buitengewone algemene vergadering van 19 maart 2023 en bij ministerieel besluit van 23 februari 2024 bepaalt dat na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 de raad van bestuur tegen uiterlijk 01 april 2025 opnieuw wordt samengesteld als volgt :

        - max. 14 vertegenwoordigers vanuit de gemeentelijke deelnemers

        - 1 vertegenwoordiger vanuit de groep andere intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

        en waarbij maximaal twee derden van de leden van hetzelfde geslacht zijn conform de bepalingen van artikel 434, 435 en 436 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

        Daarnaast kan aan de vergaderingen van het bestuursorgaan worden deelgenomen door één rechtstreeks door een gemeentelijke deelnemer aangeduide afgevaardigde met raadgevende stem. Deze afgevaardigde wordt niet meegeteld in het hierboven vermelde maximum van 15 leden. Iedere gemeentelijke deelnemer heeft het recht, tot lid van de raad van bestuur met raadgevende stem, een gemeenteraadslid aan te duiden, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen en deze aanduiding voor te leggen aan de algemene vergadering die overgaat tot de samenstelling van de raad van bestuur na de algemene vernieuwing van de gemeenteraden.

        Er dient daarnaast een afgevaardigde en een plaatsvervangend afgevaardigde te worden aangeduid in de algemene vergadering.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om:

        Artikel 1. De volgende persoon voor te dragen als vertegenwoordiger in het bestuursorgaan: Dimitry Soenen.

        Artikel 2. De volgende persoon af te vaardigen om deel uit te maken van de vergaderingen van het bestuursorgaan maar enkel met raadgevende stem: Valentijn Despeghel.

        Artikel 3. De volgende persoon af te vaardigen om deel uit te maken van de algemene vergadering: Diego Desmadryl als effectief lid en Lies Sampers als plaatsvervangend lid.

      • Dienstverlenende vereniging (DVV) Westhoek - aanduiden vertegenwoordigers in algemene vergadering en bestuursorgaan.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake bevoegdheden van de gemeenteraad en artikel 397 e.v. inzake de dienstverlenende vereniging.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

        Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        Zestien besturen uit de Westhoek gingen via een gemeenteraadsbeslissing akkoord met een doorgedreven samenwerking in functie van de versterking van de besturen. Dit leidde tot de oprichting  van de DVV Westhoek op 22 december 2017.  Door het decreet lokaal bestuur was een statutenwijziging nodig die in het najaar van 2018 werd goedgekeurd.

        Na de gemeenteraadsverkiezingen op 13 oktober 2024 dienen ook de bestuursorganen van de DVV Westhoek opnieuw te worden samengesteld.

        Gemeenten en WVI vaardigen één effectief vertegenwoordiger af voor de algemene vergadering. Wat de gemeenten betreft moet dit een gemeenteraadslid zijn. Gemeenten kunnen ook één plaatsvervangend vertegenwoordiger aanduiden voor het geval de effectieve vertegenwoordiger niet aanwezig kan zijn.  De algemene vergadering bestaat zo uit 17 effectieve leden.

        Daarnaast dienen Diksmuide, Ieper, Poperinge, Veurne en WVI een bestuurder voor te dragen voor de raad van bestuur. Dit hoeft geen gemeenteraadslid te zijn. Indien een kandidaat-bestuurder wordt voorgedragen die geen gemeenteraadslid is maar van wie de deskundigheid over de statutair bepaalde doelstellingen manifest aantoonbaar is, moet de voordracht wel uitdrukkelijk gemotiveerd worden. De gemeenten Lo-Reninge, Kortemark, Houthulst, Koekelare, Alveringem, De Panne, Nieuwpoort, Vleteren, Langemark-Poelkapelle, Heuvelland, Mesen en Zonnebeke dragen ook een bestuurder voor waarbij ze verder worden ingedeeld in drie poules:

        o             Poule A: Lo-Reninge, Kortemark, Houthulst, Koekelare;

        o             Poule B: Alveringem, De Panne, Nieuwpoort en Vleteren;

        o             Poule C: Langemark-Poelkapelle, Heuvelland, Mesen, Zonnebeke.

        Maximum 2/3 van de leden van de raad van bestuur behoort tot hetzelfde geslacht.

        De door de gemeenten voorgedragen bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering.  De raad van bestuur bestaat uit 14 gemeentelijke bestuursleden en een bestuurder van WVI.  De duur van het mandaat van bestuurder is op zes jaar vastgesteld.

        Iedere gemeente heeft bovendien het recht één gemeenteraadslid verkozen op  een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen, aan te duiden tot lid van de raad van bestuur met raadgevende stem, en deze aanduiding voor te leggen aan de algemene vergadering.  Maximum 3 leden met raadgevende stem kunnen deel uitmaken van de raad van bestuur.  Indien er meer dan drie leden worden voorgedragen zal er rekening gehouden worden met de regionale spreiding door één vertegenwoordiger uit het arrondissement Diksmuide, één uit het arrondissement Ieper en één uit het arrondissement Veurne aan te duiden.  Een lid met raadgevende stem wordt aangesteld voor een periode van twee jaar.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om:

        Artikel 1:   Miguel Gheysens af te vaardigen om de stad Ieper effectief te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Westhoek.

        Artikel 2:   Katrien Desomer af te vaardigen om de stad Ieper als plaatsvervanger te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Westhoek.

        Artikel 3:   Emmily Talpe voor te dragen als lid van de raad van bestuur van de dienstverlenende vereniging Westhoek voor de stad Ieper.

        Artikel 4:   Valentijn Despeghel voor te dragen als lid met raadgevende stem voor de raad van bestuur van de dienstverlenende vereniging Westhoek.

        Artikel 5:   een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan DVV Westhoek, Woumenweg 100, 8600 Diksmuide of via info@dvvwesthoek.be .

      • WVI - aanduiden vertegenwoordigers in algemene vergadering en bestuursorgaan.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake bevoegdheden van de gemeenteraad en artikel 397 e.v. inzake de dienstverlenende vereniging.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

        Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        De WVI (West-Vlaamse Intercommunale) werd opgericht in 1964 en neemt op vandaag de vorm aan van een dienstverlenende vereniging beheerst door de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.

        Artikel 12 van de statuten regelt de samenstelling van de algemene vergadering. Deze is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelnemers. Voor de gemeenten worden zij rechtstreeks aangewezen door de gemeenteraden uit hun leden. Iedere gemeente duidt steeds minstens één afgevaardigde aan. Desgewenst kan de gemeente bijkomende afgevaardigden aanduiden indien aan bepaalde voorwaarden inzake bevolkingsaantal en kapitaalinbreng is voldaan. De gemeenteraad bepaalt het aantal stemmen waarover iedere afgevaardigde beschikt, zonder dat het totale aantal stemmen waarover de gemeente statutair beschikt, overtreden kan worden.

        Het bestuursorgaan is samengesteld uit 15 leden. Maximaal twee derde van de leden is van hetzelfde geslacht. Ze worden bij geheime stemming benoemd door de algemene vergadering.

        De vijftien mandaten worden verdeeld onder de deelnemers op voordracht van de houders van aandelen A.

        Per regio worden vijf mandaten van bestuurder toegekend, te weten voor de regio’s genaamd:

        -“regio Oostende-Brugge”, bestaande uit volgende gemeenten: Beernem, Blankenberge, Bredene, Brugge, Damme, De Haan, Gistel, Ichtegem, Jabbeke, Knokke-Heist, Middelkerke, Oostende, Oostkamp, Oudenburg, Torhout, Zedelgem en Zuienkerke.

        -“regio Roeselare-Tielt”, bestaande uit volgende gemeenten: Ardooie, Dentergem, Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Lichtervelde, Meulebeke, Moorslede, Oostrozebeke, Pittem, Roeselare, Ruiselede, Staden, Tielt, Waregem, Wielsbeke en Wingene.

        -“regio Westhoek”, bestaande uit volgende gemeenten: Alveringem, De Panne, Diksmuide, Heuvelland, Houthulst, Ieper, Koekelare, Koksijde, Kortemark, Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, Menen, Mesen, Nieuwpoort, Poperinge, Veurne, Vleteren, Wervik en Zonnebeke.

        Dit gebeurt als volgt:

        • binnen iedere regio, één mandaat op voordracht van iedere gemeente met meer dan 16.000 aandelen

        • binnen iedere regio, twee mandaten op voordracht van gemeenten uit de groep met 8.001 t.e.m. 16.000 aandelen, op voorwaarde dat er minstens twee gemeenten in deze groep aanwezig zijn. Indien er maar één gemeente in deze groep aanwezig is, is er maar één mandaat op voordracht van de gemeente.

        • binnen iedere regio, één mandaat op voordracht van een gemeente uit de groep met 8.000 of minder aandelen

        Kandidaat-bestuurders zijn in principe gemeenteraadsleden. Nochtans kan elke gemeenteraad beslissen kandidaten voor te dragen die geen lid zijn van de raad maar van wie de deskundigheid over de statutair bepaalde doelstellingen manifest aantoonbaar is. Die voordracht wordt dan uitdrukkelijk gemotiveerd.

        Iedere deelnemende gemeente heeft daarnaast het recht, tot lid van het bestuursorgaan met raadgevende stem, één gemeenteraadslid aan te duiden, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen, en deze aanduiding voor te leggen aan de algemene vergadering. 

        Beschikkend gedeelte

        Om deze redenen besluit de raad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six; Dehollander en Kinoo) om:

        Artikel 1. De volgende persoon af te vaardigen naar de algemene vergadering van WVI: Stefaan Williams

        Artikel 2. De volgende persoon voor te dragen als lid van het bestuursorgaan van WVI: Katrien Desomer

        Artikel 3. De volgende persoon voor te dragen als lid van het bestuursorgaan van WVI, maar enkel met raadgevende stem: Philip Bolle.

      • Ons Onderdak bv - Aanduiden van kandidaat-bestuurders en afvaardiging algemene vergadering.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de Gemeenteraad.

        Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

        Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 tot de bepaling van de nadere regels met betrekking tot de beheersaspecten van sociale huisvestingsmaatschappijen en tot wijzigingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010 tot vaststelling van aanvullende voorwaarden en de procedure tot erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen.

        Statuten van Ons Onderdak bv

        Feiten, context en argumentatie

        Naar aanleiding van de installatie van de gemeenteraad dient overgegaan tot het voordragen van kandidaat-bestuurders met het oog op hun benoeming door de algemene vergadering van Ons Onderdak bv. Deze algemene vergadering vindt plaats op 13 juni 2025.

        In haar brief van 08 november 2024 vraagt Ons Onderdak bv om 6 mandaten in het bestuursorgaan door de stad en het OCMW Ieper te laten invullen.

        Zij vragen om gezamenlijk (stad en OCMW) voor elk mandaat 2 personen van een verschillend geslacht voor te dragen. Deze personen worden ook gevraagd over een zekere expertise in de materie in de brede zin van het woord te beschikken i.e. juridisch-technisch, bouwkundig, economisch-financieel, boekhoudkundig, sociaal, … . Tot slot wordt er gevraagd om tussen de twee personen voorgedragen per mandaat een voorkeur uit te spreken.

        Volgende duo's zijn kandidaat:

        - Brecht Vangheluwe - Katrien Desomer

        - Marcia Vanhoirelbeke - Miguel Gheysens

        - Liesbeth Pollée - Peter De Groote

        - Jef Vanhove - Eva Ryde

        - Thijs Descamps - Sara Descamps

        - Danny Metsu - Emmily Talpe

        Ieder gemeenteraadslid heeft zes stemmen.

         

        Raadslid Joke Despeghel is niet aanwezig bij dit punt . Er worden 32 stembiljetten uit de stembus gehaald.

        Er werden 11 blanco stemmen uitgebracht.

         De volgende duo's bekomen het volgend aantal stemmen:

        Voor kandidaten Aantal stemmen
        Brecht Vangheluwe - Katrien Desomer 18
        Marcia Vanhoirelbeke - Miguel Gheysens  17
        Liesbeth Pollée - Peter De Groote  18
        Jef Vanhove - Eva Ryde  21
        Thijs Descamps - Sara Descamps 17
        Danny Metsu - Emmily Talpe 17

          

        Los daarvan vraagt Ons Onderdak om één vertegenwoordiger aan te duiden die de stad en het OCMW zal vertegenwoordigen in de algemene vergadering. Jo Baert is voorgedagen als vertegenwoordiger.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad:

        Artikel 1:  

        Jef Vanhove - Eva Ryde
        Brecht Vangheluwe - Katrien Desomer
        Liesbeth Pollée - Peter De Groote
        Marcia Vanhoirelbeke - Miguel Gheysens
        Thijs Descamps - Sara Descamps
        Danny Metsu - Emmily Talpe 

        als kandidaat-bestuurders voor te dragen voor het bestuursorgaan van Ons Onderdak bv.

        Artikel 2: met 21 ja stemmen en 11 onthoudingen Jo Baert af te vaardigen naar de algemene vergadering van Ons Onderdak bv.

        Artikel 3: een afschrift van deze beslissing te bezorgen aan Ons Onderdak bv.

      • Zefier cv - Aanduiden van een volmachtdrager en een plaatsvervangend volmachtdrager voor de algemene vergadering.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en in het bijzonder artikel 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        De wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, artikel 180.

        De statuten van Zefier cv.

        Feiten, context en argumentatie

        De stad Ieper is vennoot van de cv Zefier. Zefier cv is het vroegere FIGGA (financieringsvereniging Gaselwest). Zefier is een cv en valt niet onder het decreet lokaal bestuur. 

        Rekening houdend met de statuten van de cv Zefier en in het bijzonder met de artikels 25 en 27 dient naar aanleiding van de algehele vernieuwing van de gemeenteraad een beslissing te worden genomen over de vertegenwoordiging van de stad in de algemene vergadering.

        Wat het bestuursorgaan betreft zal een voorstel gericht worden tot de gewone algemene vergadering van 12 juni 2025. De stad kan/moet hiervoor op dit ogenblik dus geen voordracht doen. 

        Over de aanduiding van een volmachtdrager en een plaatsvervangende volmachtdrager voor de algemene vergadering (die geen mandatarissen hoeven te zijn), kan de gemeenteraad wel reeds beslissen. Dit kan voor de volledige legislatuur.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 27 ja stemmen en 4 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander, Stubbe en Kinoo) tegen 1 neen stem (raadslid Bibuljica) om:

        Artikel 1: Miguel Gheysens aan te duiden als volmachthouder van de stad Ieper om deel te nemen aan de buitengewone, bijzondere en gewone algemene vergadering van de cv Zefier.

        Artikel 2: Diego Desmadryl aan te duiden als plaatsvervangend volmachthouder van de stad Ieper om deel te nemen aan de buitengewone, bijzondere en gewone algemene vergaderingen van de cv Zefier.

      • Samenstelling Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening

        Voorgeschiedenis

        De samenstelling van de huidige GECORO werd beslist door de gemeenteraad van 28 januari 2019.

         

        De huidige samenstelling bevat 17 leden waarvan:

        -       11 mandaten voor de maatschappelijke geledingen

        -       6 mandaten voor deskundigen (incl. de voorzitter).

         

        Elk effectief lid heeft ook een plaatsvervanger, uitgezonderd de voorzitter.

         

         

        Juridische grond en bevoegdheden

        Bevoegdheid

        Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad te beslissen welke maatschappelijke geledingen binnen de gemeente worden opgeroepen om één of meerdere vertegenwoordigers voor te dragen als lid van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.

        Het is de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen om kandidaturen op te vragen voor de hersamenstelling van de GECORO.

        Afdeling 3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

        Artikel 1.3.3 §1-3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat elke gemeente met meer dan 10.000 inwoners een gemeentelijke adviescommissie inzake ruimtelijke ordening moet oprichten.

         

        De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening voor Ieper moet een minimum van 13 en een maximum van 17 leden tellen, voorzitter inbegrepen en een vaste secretaris;

         

        Minstens één/vierde van de leden, waaronder de voorzitter, moeten deskundigen inzake ruimtelijke ordening zijn;

         

        Het College van Burgemeester en Schepenen draagt de vaste secretaris en de voorzitter voor.

         

        De overige leden van de maatschappelijke geledingen en de deskundigen worden door de Gemeenteraad aangeduid.

         

        De vaste secretaris is niet stemgerechtigd.

         

        De Gemeenteraad benoemt daarna de voorzitter, de vaste secretaris, de leden en de plaatsvervangers voor een periode van zes jaar.

         

        Artikel 1.3.3 §4 van de Vlaamse Codex bepaalt dat na de installatie van een nieuwe gemeenteraad een nieuwe commissie moet worden benoemd.

        Artikel 1 van het Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening stelt dat de volgende maatschappelijke geledingen als onderling verschillend worden beschouwd:

        1. milieu- en natuurverenigingen,

        2. werkgevers of zelfstandigen, 

        3. verenigingen van handelaars, 

        4. verenigingen van landbouwers 

        5. verenigingen van werknemers;

         

         Minstens 5 maatschappelijke geledingen moeten worden opgeroepen om één of meerdere vertegenwoordigers met plaatsvervanger voor te dragen als lid van deze adviescommissie.

         

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 56 en 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Samenstelling GECORO stad Ieper periode 2019_2024

        • zes mandaten voor deskundigen, waaronder de voorzitter
        • 11 mandaten voor de maatschappelijke geledingen, zijnde:
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer milieu- en natuurverenigingen.
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werkgevers of zelfstandige ondernemers met uitsluiting van verenigingen van handelaars of landbouwers 
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van handelaars 
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers 
          • 2 mandaten voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers.
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer bouwmaatschappijen voor sociale woningbouw
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van de sector mensen met een beperking
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van jeugd
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van de culturele sector
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van senioren

         

         

        De gemeenteraad is vrij te bepalen welke maatschappelijke geledingen worden opgeroepen, zolang deze geledingen maar relevant zijn voor de gemeente.

        Belangrijk is dat de héle bevolking / alle ruimtegebruik vertegenwoordigd is. Dit strookt niet met een te corporatistische invulling van de maatschappelijke geledingen.

        De bestaande maatschappelijke sectoren in de commissie dienen een weerspiegeling te zijn van de bevolking / noden van groot Ieper.

        Gelet dat de huidige samenstelling van de GECORO een weerspiegeling is van de bevolking in Ieper, wordt voorgesteld om alle maatschappelijke geledingen te behouden in de GECORO 2025-2030.

        Aan de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers wordt één mandaat ter beschikking gesteld in plaats van twee. Het is de taak van de geleding onderling om te bepalen wie effectief en/of plaatsvervangend zal zetelen in de GECORO, eventueel te wisselen na verloop van tijd.
        Het vrijgekomen mandaat wordt toegevoegd aan het aantal deskundigen in de GECORO. De selectiecriteria (stadsontwikkeling, buitengebied, mobiliteit, klimaat-milieu-landschap, juridisch-beleid, betrokkenheid-affiniteit) voor deskundigen wordt aangevuld met het thema "onderwijs".

        Samenstelling GECORO 2025_2030:

         

        • zeven mandaten voor deskundigen, waaronder de voorzitter
        • 10 mandaten voor de maatschappelijke geledingen, zijnde:
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer milieu- en natuurverenigingen.
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werkgevers of zelfstandige ondernemers met uitsluiting van verenigingen van handelaars of landbouwers 
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van handelaars 
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers 
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers.
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer bouwmaatschappijen voor sociale woningbouw
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van de sector mensen met een beperking
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van jeugd
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van de culturele sector
          • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van senioren

         

         

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 20 ja stemmen en 1 onthouding (raadslid Stubbe) tegen 11 neen stemmen (de raadsleden Goudeseune, Bolle, Despeghel V., Verkruysse, Vandamme N., Vandamme W., Bossaert, Bibuljica, Deygers, Demeyere en Louwyck):

        Artikel 1: over te gaan tot de (her)samenstelling van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening van de stad Ieper. De Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening wordt samengesteld uit 17 leden waaronder de voorzitter en een vaste secretaris.

        Artikel 2: zeven mandaten ter beschikking te stellen voor deskundigen, waaronder de voorzitter

        Artikel 3: 10 mandaten ter beschikking te stellen voor de maatschappelijke geledingen, zijnde:

        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer milieu- en natuurverenigingen.
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werkgevers of zelfstandige ondernemers met uitsluiting van verenigingen van handelaars of landbouwers
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van handelaars
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers.
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer bouwmaatschappijen voor sociale woningbouw
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van de sector mensen met een beperking
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van jeugd
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van de culturele sector
        • 1 mandaat voor de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van senioren

         

         

        Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met het inzamelen van de kandidaturen voor effectief en plaatsvervangend lid van de maatschappelijke geledingen en deskundigen

        Artikel 5: Aan de hand van onderhavig raadsbesluit zal de voordracht van de leden op een dubbele lijst van kandidaten, ter goedkeuring en benoeming worden voorgelegd aan de Gemeenteraad

      • Ligo, centrum voor basiseducatie - aanduiden vertegenwoordiger in algemene vergadering: goedkeuring.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het decreet van 28 juni 1990 houdende de regeling van de basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen.

        Feiten, context en argumentatie

        In de raadszitting van 1 oktober 1990 is de stad toegetreden tot de vzw Bijleren in de Westhoek. om die reden heeft de staad ook een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw.

        Naar aanleiding van de installatie van de gemeenteraad dient opnieuw overgegaan te worden tot de aanduiding een vertegenwoordiger van de stad Ieper in de algemene vergadering van de vzw Ligo, Centrum voor Basiseducatie Brugge-Oostende-Westhoek.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1 :   Eva Ryde aan te duiden als vertegenwoordiger van de stad Ieper in de algemene vergadering van vzw Ligo.

        Artikel 2 :   een afschrift van deze beslissing over te maken aan vzw Ligo.

      • De Watergroep - Aanduiding vertegenwoordiger en plaatsvervanger in de algemene vergadering

        Juridische grond en bevoegdheden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Het decreet van 28 juni 1983 houdende oprichting van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Statuten gecoördineerd op 11.06.2021

        Feiten, context en argumentatie

        Met schrijven van 4 december 2024 verzoekt de Watergroep over te gaan tot de aanstelling van een afgevaardigde en een plaatsvervanger op de algemene vergadering. De vertegenwoordigers dienen geen gemeenteraadsleden te zijn. De Watergroep organiseert haar jaarlijkse algemene vergadering op een centrale locatie in Vlaanderen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 19 ja stemmen en 13 onthoudingen (de raadsleden Goudeseune, Bolle, Six, Despeghel V., Verkruysse, Vandamme N., Vandamme W., Bossaert, Bibuljica, Deygers, Demeyere, Louwyck en Kinoo) om:

        Artikel 1. Miguel Gheysens aan te duiden als afgevaardigde en Stephaan De Roo als plaatsvervanger in de algemene vergadering van De Watergroep.

        Artikel 2. een afschrift van deze beslissing over te maken aan De Watergroep.

         

      • De Watergroep. Aanduiden vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur voor drinkwaterdiensten.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder de artikels 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Decreet van 28 juni 1983 houdende oprichting van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

        Het besluit van de Vlaamse Executieve van 17 juli 1985 houdende vaststelling van de statuten van de VMW, inzonderheid artikel 32.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        Met schrijven van december 2024 verzoekt de Watergroep over te gaan tot de aanstelling van een vertegenwoordiger in het Aandeelhoudersbestuur voor Drinkwaterdiensten.

        Het aandeelhoudersbestuur van de drinkwaterdienst vindt 4 keer per jaar plaats.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo) om:

        Artikel 1.    Edouard Wallays aan te duiden als vertegenwoordiger in het Aandeelhoudersbestuur voor Drinkwaterdiensten.

        Artikel 2.    een afschrift van deze beslissing over te maken aan De Watergroep.

      • Projectvereniging CO7 - Aanduiding leden bestuursorgaan

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 in het bijzonder artikel 404 en volgende betreffende de projectvereniging.

        Het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, in het bijzonder Hoofdstuk 5 “Intergemeentelijke samenwerking voor afstemming van het cultuuraanbod en de communicatie” en latere wijzigingen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Feiten, context en argumentatie

        De projectvereniging CultuurOverleg Zeven (afgekort CO7) werd opgericht op 8 november 2005 en is een samenwerkingsverband tussen 7 gemeenten. De basisdoelstelling van CO7 bestaat erin zuurstof te geven aan cultuur en erfgoed en een duurzaam netwerk op te bouwen.

        De duur van de vereniging werd enige keren verlengd en is nu voorzien tot 31 december 2026; de huidige statuten zijn geldig tot dezelfde datum.

        De projectvereniging CO7 moet volgens de statuten per gemeente twee nieuwe bestuurders aanduiden in de loop van de maand januari volgend op het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen.

        Zoals vermeld in artikel 7 van de statuten zijn dit per gemeente: één stemgerechtigd lid (d.i. een lid van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen); en één lid met raadgevende stem (een raadslid verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen).

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six; Dehollander en Kinoo) om:

        Artikel 1: Emmily Talpe aan te duiden als stemgerechtigd lid in het bestuursorgaan van CO7.

        Artikel 2: Lieven Stubbe voor de eerste 2 jaar en Valentijn Despeghel voor de volgende 4 jaar aan te duiden als lid met raadgevende stem in het bestuursorgaan van CO7.

      • Aanduiding vertegenwoordiger Vervoerregioraad

        Juridische grond en bevoegdheden
        • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 1 en art. 41, tweede lid 4°
        • Het Decreet betreffende de basisbereikbaarheid van 26 april 2019, artikel  7 §2 1°
        • Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2018 betreffende de indeling van het grondgebied van het Vlaamse Gewest in 15 vervoerregio’s en de afbakening van deze vervoerregio’s;
        • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 2.
        Feiten, context en argumentatie

        Het Decreet Basisbereikbaarheid omschrijft de werking van de 15 vervoerregio’s en legt de taken vast van de vervoerregioraad. Met de inrichting van vervoerregio’s, vervoerregioraden en regionale mobiliteitsplannen creëerde de Vlaamse overheid een kader voor steden en gemeenten waarbinnen ze kunnen samenwerken aan mobiliteitsuitdagingen.

        De gemeente is bij Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2018 ingedeeld in de Vervoerregio Westhoek.

        In de afgelopen legislatuur heeft de Vervoerregio Westhoek een regionaal mobiliteitsplan opgesteld. Dat plan werd op 10 februari 2024 goedgekeurd door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken. Het mobiliteitsplan speelt in op de huidige en toekomstige mobiliteitsuitdagingen van de regio, tekent het openbaar vervoersnetwerk uit, legt de link met het ruimtelijk beleid en stelt maatregelen voor de verbetering van de doorstroming, de verkeersveiligheid en het fietsbeleid voor.

        Door de betrokkenheid bij de vervoerregiowerking is de gemeente integraal en rechtstreeks betrokken bij het uittekenen en uitwerken van het mobiliteitsbeleid voor de regio. Zo heeft de vervoerregioraad een belangrijke rol in de afstemming van de gelaagdheid  van het openbaar vervoer, de synchromodaliteit en de combimobiliteit, het prioriteren, opvolgen en evalueren van maatregelen inzake verkeersveiligheid alsook doorstroming, het bepalen van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, met uitzondering van fietssnelwegen, het adviseren van de gewestelijke overheden bij de opmaak van het Geïntegreerd Investeringsprogramma en het prioriteren, opvolgen en evalueren van regionale mobiliteitsprogramma’s en -projecten die van strategisch belang zijn op het niveau van de vervoerregio.

        Het engagement in de vervoerregioraad houdt voor de gemeente een actieve participatie in aan de werking en de overlegmomenten van de vervoerregioraad, het delen van beschikbare informatie (o.m. uit het eigen mobiliteitsplan) en constructief meewerken aan de uitvoering van concrete acties. De gemeentelijke vertegenwoordiger staat in voor de terugkoppeling vanuit de vervoerregioraad naar het college en de gemeenteraad.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):

        Artikel 1: Schepen Diego Desmadryl is de vertegenwoordiger van de gemeente in de Vervoerregioraad van de vervoerregio Westhoek.

        Artikel 2: De mobiliteitsambtenaar Valentijn Seys is de ambtelijke vertegenwoordiger van de gemeente in de Vervoerregio Westhoek. De ambtelijke vertegenwoordiger is gemachtigd de vergaderingen van werkgroepen bij te wonen.

        Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het secretariaat van de Vervoerregioraad Westhoek.

      • Poolstok - Aanduiding vertegenwoordiger in de algemene vergadering

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Met schrijven van 3 december 2024 verzoekt Poolstok over te gaan tot de aanstelling van een afgevaardigde op de algemene vergadering. 
        Dit kan een mandataris (raadslid, schepen of burgemeester) of een medewerker zijn. Deze persoon mag namens de organisatie of het bestuur deelnemen aan de beraadslagingen, stemmen uitbrengen en akten en beslissingen ondertekenen.  
        Deelname aan de Algemene Vergadering is onbezoldigd.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met 29 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo) om:

        Artikel 1. schepen Emmily Talpe aan te duiden als afgevaardigde in de algemene vergadering van Poolstok.

        Artikel 2. een afschrift van deze beslissing over te maken aan Poolstok.

         

    • Financiën

      • Vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' in kader van overheidsopdrachten en visum financieel directeur

        Juridische grond en bevoegdheden

        Wetgeving:

        -  het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40, § 1, artikel 41, tweede lid, 8° en 10°, a), artikel 56, § 3, 5° en artikel 266

        -  de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en latere aanvullingen/wijzigingen

        -  het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren en latere aanvullingen/wijzigingen

        -  het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

        -  het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, in het bijzonder artikel 99;

         

        Voorafgaande besluiten:

         - de beslissing van de gemeenteraad van 28 januari 2019 waarbij het begrip ‘dagelijks bestuur’ en de regeling van het visum van de financieel directeur werden vastgesteld;

         

        Bevoegdheidsverdeling inzake overheidsopdrachten. De hoofdlijnen van het DLB bepaalt dat er een onderscheid moet gemaakt worden tussen:

        - de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten enerzijds, en

        - het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten anderzijds.

         

        Voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten is volgens het Decreet Lokaal Bestuur steeds het College van Burgemeester en Schepenen bevoegd (artikel 56, § 3, 4°). 

        Voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten is volgens het Decreet Lokaal Bestuur de Gemeenteraad bevoegd, tenzij:

        - er sprake is van dwingende en onvoorziene omstandigheden (artikel 56, § 4)

        - de Gemeenteraad de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden voor de betreffende opdracht nominatief aan het College van Burgemeester en Schepenen heeft toevertrouwd (artikel 41, tweede lid, 10°, b) en artikel 56, § 3, 6°)

        -het gaat om een opdracht die past binnen het begrip “dagelijks bestuur” (artikel 41, tweede lid, 10°, a) en artikel 56, § 3, 5°).

         In deze gevallen is het College van Burgemeester en Schepenen bevoegd.

        Feiten, context en argumentatie

        Situering

         Het begrip ‘dagelijks bestuur’ moet de stad in staat stellen om, in functie van de omvang van de stad, haar bestuur en haar administratie, op eigen maat en naar eigen inzichten, nadere afspraken te maken over de taakverdeling tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen.   

        Het uitgangspunt hierbij is dat de gemeenteraad de belangrijke richtinggevende beleidskeuzes maakt en het daarbij behorende budget goedkeurt. Het college voert deze beslissingen onder de vorm van dagelijks bestuur uit. Het is dus van belang het begrip dagelijks bestuur goed te definiëren. Het bepaalt immers de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen.

         

        Het is aan de Gemeenteraad om vast te stellen wat onder het begrip “dagelijks bestuur” moet worden verstaan en concreet welke opdrachten voor werken, leveringen en diensten kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur. Het is hierbij relevant te weten dat het begrip “dagelijks bestuur” enkel een betekenis heeft binnen de context van overheidsopdrachten (en bv. niet meer in het kader van daden van beschikking, noch met betrekking tot de visumverplichting van de financieel directeur.)

          

        Voorstel

         Er wordt voorgesteld aan de Gemeenteraad om te bepalen dat alle uitgaven op het exploitatiebudget beschouwd kunnen worden als verrichtingen van dagelijks bestuur.

        Daarnaast wordt ook voorgesteld dat alle uitgaven op investeringsbudget van minder dan 100.000 EUR excl. btw beschouwd kunnen worden als verrichtingen van dagelijks bestuur.  Er wordt voorgesteld dat projecten met ontwerper evenwel niet gedelegeerd worden en niet beschouwd worden als dagelijks bestuur.

        Het college van Burgemeester en Schepenen is derhalve bevoegd om voor de verrichtingen van dagelijks bestuur de wijze, waarop overheidsopdrachten worden gegund, evenals de vast te stellen voorwaarden, bestekken of lastenboeken te bepalen, uiteraard binnen de perken van de op het budget ingeschreven kredieten.

        Daarnaast wordt voorgesteld is dat het College van Burgemeester en Schepenen bevoegd is tot het gunnen van bijkomende investeringsuitgaven voor zover deze niet meer bedragen dan 10% van de oorspronkelijke waarde van de opdracht levering en diensten en 15% van de opdracht werken mits er budget beschikbaar is. 

         

        De bevoegdheid om binnen de grenzen van een goedgekeurd budget wijzigingen aan te brengen aan een overheidsopdracht indien het bedrag waarmee de wijziging gepaard gaat lager  is dan elk van beide volgende bedragen:

        1° de drempel voor de Europese bekendmaking; en

        2° tien procent van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor leveringen en diensten en vijftien procent van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor werken.

        Wanneer een aantal opeenvolgende wijzigingen plaatsvinden, wordt het in het eerste lid, bedoelde bedrag bepaald op basis van de nettocumulatieve waarde van de opeenvolgende wijzigingen.

        Voor de berekening van het in het eerste lid, 2°, bedoelde waarde van de aanvankelijke opdracht wordt, voor zover de opdracht een indexeringsclausule bevat, de geactualiseerde waarde als referentiewaarde gehanteerd. De wijziging mag de algemene aard van de opdracht of raamovereenkomst evenwel niet veranderen.

         

        Er wordt voorgesteld dat het CBS haar bevoegdheid kan doordelegeren aan de Algemeen Directeur voor een bedrag van 8.500 EUR excl btw voor exploitatie- en investeringsuitgaven.

         

        Daarnaast is het voorstel om bij de huidige visumverplichting te behouden.  Verrichtingen waarvan de geraamde waarde lager is dan het bedrag van aangenomen factuur (momenteel 30.000 euro exclusief btw), zowel op het exploitatie-als het investeringsbudget, worden vrijgesteld van visumverplichting mits er voldoende budget is.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 17 ja stemmen tegen 16 neen stemmen (de raadsleden Goudeseune, Bolle, Six, Despeghel V., Verkruysse, Dehollander, Vandamme N., Vandamme W., Bossaert, Despeghel J., Bibuljica, Deygers, Demeyere, Louwyck, Stubbe en Kinoo): 

        Artikel 1:  de definitie van het “dagelijks bestuur”, met betrekking tot de overheidsopdrachten zoals opgenomen in artikel 41 10° van het decreet lokaal bestuur als volgt vast te stellen:

        - Alle overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten die betrekking hebben op de uitgaven van het exploitatiebudget.

        - Alle overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten die betrekking hebben op het investeringsbudget, indien het totaal bedrag van de verbintenis niet hoger is 100.000 EUR excl. btw.   Van deze toepassing wordt uitgesloten het gebruik van percelen volgens art.90.3° van het KB plaatsing overheidsopdrachten van 18 april 2017.  Projecten met ontwerper worden evenmin gedelegeerd en niet beschouwd als dagelijks bestuur.

        - De bevoegdheid om binnen de grenzen van een goedgekeurd budget wijzigingen aan te brengen binnen de beperkingen van artikel 38/4 (de minimis-regel) van het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. 

        Artikel 2:  aan het college van burgemeester en schepenen toelating te geven om de bevoegdheden onder de definitie van dagelijks bestuur door te delegeren naar de Algemeen Directeur tot een bedrag van 8.500 EUR excl. BTW voor zowel exploitatie- als investeringsuitgaven. 

        Artikel 3:  uitgaven van een bedrag lager dan het bedrag van de aanvaarde factuur, de zogenaamde opdrachten van beperkte waarde volgens artikel 92 van de wet van 17 juni 2016  (op heden 30.000 EUR, excl.btw), vrij te stellen van visumverplichting op voorwaarde dat er voldoende budget is op de jaarbudgetrekening voor de uitgave.


    • Personeel

      • Vaststelling begrip dagelijks personeelsbeheer

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen; 

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018);

        Feiten, context en argumentatie

        Artikel  170 Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat "de algemeen directeur instaat voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

        Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.

        De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst."

         

        Overeenkomstig artikel 40 Decreet Lokaal Bestuur beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid voor alle aangelegenheden die aan de gemeente bij wet of decreet zijn toevertrouwd. Behoudens delegatie van deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen komt het dus aan de raad toe om het begrip “dagelijks personeelsbeheer” in te vullen.

         

        Bij het invullen van het begrip dagelijks personeelsbeheer moet de raad er over waken dat alle dwingende wettelijke bepalingen, bijvoorbeeld op het gebied van de rechtspositieregeling, het arbeidsrecht, voor zover van toepassing op het personeel, en het socialezekerheidsrecht, kunnen worden toegepast op wettige wijze en binnen de wettelijk opgelegde termijnen. Om dit te kunnen naleven is het noodzakelijk dat minstens een belangrijk deel van het feitelijke personeelsbeheer gedefinieerd wordt als dagelijks personeelsbeheer en op die wijze ook daadwerkelijk toevertrouwd wordt aan de algemeen directeur.

         

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen om, naast de taken die expliciet zijn toegewezen aan de algemeen directeur in het rechtspositieregelingsbesluit en het arbeidsreglement, de volgende taken te beschouwen als dagelijks personeelsbeheer die aldus de bevoegdheid van de algemeen directeur zijn:

         

        Artikel 1: met betrekking tot instroom:

        • functiebeschrijvingen vaststellen, met uitzondering van die van de decretale graden;
        • Individuele weddevaststelling. De individuele weddevaststelling houdt ook de beslissing over de overname van anciënniteiten in. Het is dus de algemeen directeur, of het door hem/haar aangewezen personeelslid, dat bijvoorbeeld beslist welke ervaring in de privésector relevante beroepservaring is, weliswaar binnen de grenzen inzake meerekenbaarheid van anciënniteiten die raad (in de RPR) en de aanstellende overheid (in de vacature) gesteld hebben. 
         

        Artikel 2: met betrekking tot werkorganisatie:

        • instaan voor werkorganisatie, taakverdeling en taaktoewijzing;
        • opmaak van dienstroosters en bijhouden van de geleverde prestaties, opdracht tot permanentieplicht en presteren van overuren;
        • maatregelen van inwendige orde nemen. Dit zijn maatregelen om de goede werking van de dienst te verbeteren of te verzekeren, bijvoorbeeld een reorganisatie of de uitoefening van het hiërarchisch gezag;
        • ongewettigde afwezigheid van een personeelslid vaststellen;
        • individuele toewijzing van de bevoegdheid aan een personeelslid om elektrische toestellen te bedienen
        • terugbetalen van individuele onkostenvergoedingen
         

         Artikel 3: met betrekking tot afwezigheden:

        • medische controle bij ziekte van een personeelslid organiseren;
        • uitlenen van personeel aan een gebruiker zonder overdracht van het werkgeversgezag
        • beslissen over individuele arbeidsongevallen
        • beslissen over het toestaan van individuele aanvragen tot progressieve tewerkstellingen
      • Delegatie bevoegdheid personeelsformatie, organogram, reglementen personeelsaangelegenheden en dadingen met personeelsleden aan het college van burgemeester en schepenen.

        Voorgeschiedenis

         

         

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder artikels 41 en 57 en meer bepaald de bepalingen betreffende personeelsaangelegenheden, organogram en personeelsformatie;

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).  

        Feiten, context en argumentatie

        Volgens artikel 41, tweede lid, 2° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 kan de raad de bevoegdheid met betrekking tot (onder meer) het organogram, de personeelsformatie en de gemeentelijke reglementen i.v.m. personeelsaangelegenheden delegeren naar het college van burgemeester en schepenen. De personeelsformatie wordt in het Decreet Lokaal Bestuur zelfs niet meer opgelegd als een verplicht instrument.

        Artikel 57, eerste lid DLB laat toe dat het college van burgemeester en schepenen zijn bevoegdheid delegeert naar de algemeen directeur, onder voorbehoud van de niet-delegeerbare bevoegdheden vermeld in het tweede lid. Zo kunnen het organogram en de personeelsformatie, als die er nog is, verder toevertrouwd worden aan de algemeen directeur, de aanpassingen van de rechtspositieregeling niet.

        Het lijkt opportuun om voor de vaststelling van de reglementen inzake personeelsaangelegenheden (d.i. rechtspositieregeling, arbeidsreglement, diverse personeelspolicies, ...) en het afsluiten van dadingen met personeelsleden inzake de beëindiging van het dienstverband delegatie te verstrekken aan het college van burgemeester en schepenen.

        Wat het eerste betreft blijven de minimale voorwaarden vastgelegd door de decreetgever. Daarnaast is het enerzijds in het kader van wijzigende regelgeving, anderzijds om te kunnen (bij)sturen wat betreft de dagdagelijkse werking wenselijk dat er snel kan gehandeld worden en dat nodige wijzigingen aan de rechtspositieregeling e.a. meteen kunnen doorgevoerd worden. Het betreft trouwens vaak maar beperkte wijzigingen doch ook deze dienen conform opgenomen te zijn om toepassing te kunnen hebben.

        Inzake dadingen met personeelsleden in het kader van het beëindigen van het dienstverband lijkt het logisch dat de aanstellende overheid hierover ook de onderhandelingen voert en tot slot tot het afsluiten ervan kan overgaan. Bovendien zou er ook hier tijdsdruk kunnen zijn en komen dadingen algemeen, en zeker dadingen inzake personeelszaken slechts zeer uitzonderlijk voor.

        Gezien de geïntegreerde samenwerking van de stads- en OCMW-diensten wordt voorgesteld om voorgestelde delegatie van bevoegdheden toe te passen in beide besturen.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen:

        Artikel 1: de bevoegdheden voor de vaststelling van de reglementen inzake personeelsaangelegenheden (d.i. rechtspositieregeling, arbeidsreglement, personeelspolicies, e.a.), het organogram en de personeelsformatie en het afsluiten van dadingen met personeelsleden die de beëindiging van het dienstverband, en meer bepaald de gevolgen daarvan, tot voorwerp hebben, te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 2: Dat het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid over het organogram en de personeelsformatie verder kan delegeren.

    • Verkeer en mobiliteit

      • Gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer. Goedkeuring bevoegdheidsoverdracht

        Juridische grond en bevoegdheden

        • De gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, in bijzonder titel I, hoofdstuk II inzake de aanvullende reglementen.
        • Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
        • Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
        • De Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 van de Vlaamse Minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen
        • Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in bijzonder artikel 40§3, inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad m.b.t. de vaststelling van de gemeentelijke reglementen
        • Bestuursdecreet van 7 december 2018

        Feiten, context en argumentatie

        Om flexibel in te kunnen gaan op diverse mobiliteitsvraagstukken en in uitvoering van de omzendbrief van de Vlaamse Overheid MOB/2009/01 n.a.v. het decreet van 16 mei 2008 en het BVR van 23 januari 2009, wordt voorgesteld analoog aan de beslissing van de gemeenteraden van 2 juni 2009, 4 februari 2013 en 28 januari 2019 het College van Burgemeester en Schepenen verder te gelasten met de vaststelling van de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met 30 ja stemmen en 3 onthoudingen (de raadsleden Six, Dehollander en Kinoo):


        Artikel 1: De bevoegdheid tot het vaststellen van gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer wordt gedelegeerd aan het College van Burgemeester en Schepenen en dit voor de dienstjaren 2024 t/m 2030.


        Artikel 2: Dit besluit wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse Overheid.

    • Digitalisering

      • Ontwikkelen, implementeren, hosten en onderhouden van nieuwe websites voor stad Ieper - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze - 2025/ICT_01/STAD

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000,00 EUR niet).

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

        Feiten, context en argumentatie

        In het kader van de opdracht “Ontwikkelen, implementeren, hosten en onderhouden van nieuwe websites voor stad Ieper” werd een bestek met nr. 2025/ICT_01/STAD opgesteld.

        De opdracht omvat de vernieuwing van de website en een nieuw Content Management Systeem (CMS). Volgende websites maken gebruik van het huidige CMS en dienen gemigreerd te worden: Ieper.be, Archief.ieper.be, Toerismeieper.be en CO7.be.  De websites zijn het digitale portaal van de stad voor zowel burgers, ondernemers, verenigingen als bezoekers. Dit willen we verder uitbreiden door, op een moderne manier, de dienstverlening zo optimaal mogelijk te ontsluiten voor alle doelgroepen. De oplevering moet resulteren in een platform waarbij de eindgebruiker centraal staat met een zo optimaal mogelijke, klantgerichte, gebruikservaring en met een efficiënt en gebruiksvriendelijk CMS.

         

        De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 66.115,70 EUR excl. btw of 80.000,00 EUR incl. 21% btw en omvat alle investeringen en exploitatiekosten met betrekking tot deze opdracht over een periode van 4 jaar.


        Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.  Volgende gunningscriteria worden toegepast : prijs, Overeenstemming van de functionaliteit ten opzichte van de technische noden, Gebruiksvriendelijkheid, Projectmanagement en opleiding van de gebruiker, Voorgestelde ondersteuning en onderhoud (SLA).

        Financiële gevolgen

         

         

        Jaar

        Budgetartikel

        Budget

        Reeds vastgelegd

        Oud beschikbaar

        Voorgesteld

        Nieuw beschikbaar

        Datum consultatie

        2024

        ACS126/0119-2/242000

        613.979,41

        546.339,46

        67.639,95

         

         

        27/11/2024

        2025

        ACS427/0119-3/614001

        73.011,00

        -

        73.011,00

         

         

        27/11/2024



        Er zal voor de investering krediet voorzien worden bij een volgende meerjarenplan(aanpassing) op een ander budgetartikel. Tot die aanpassing kan krediet gebruikt worden van budgetartikel ACS126/0119-2/242000. De exploitatiekosten (onderhoud en hosting) worden gefinancierd met het budgetartikel ACS427/0119-3/614001.

         

         

        In bijlage:

        • Bijhorende documenten overheidsopdracht: bestek met nr. 2025/ICT_01/STAD.
        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen:

        Artikel 1: Het bestek met nr. 2025/ICT_01/STAD en de raming voor de opdracht “Ontwikkelen, implementeren, hosten en onderhouden van nieuwe websites voor stad Ieper” worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 66.115,70 EUR excl. btw of 80.000,00 EUR incl. 21% btw en omvat alle investeringen en exploitatiekosten met betrekking tot deze opdracht over een periode van 4 jaar.

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

        Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht wordt gereserveerd in het investeringsbudget van 2024 onder budgetartikel ACS126/0119-2/242000 en er zal voldoende krediet bij een volgende meerjarenplan(aanpassing) voorzien worden op een ander budgetartikel. De exploitatiekosten (onderhoud en hosting) worden gefinancierd met het budgetartikel ACS427/0119-3/614001.

        Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.

        Artikel 5: Een samenwerkingsovereenkomst op te maken tussen Stad Ieper en CO7 en het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de goedkeuring ervan.

    • Dé Academie

      • Goedkeuring herziening van het academiereglement voor het deeltijds kunstonderwijs van de stad Ieper.

        Voorgeschiedenis

        In zitting van 6 november 2023 werd het huidige academiereglement goedgekeurd.

        Juridische grond en bevoegdheden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018).

        Het decreet betreffende het deeltijds onderwijs van 9 maart 2018.

        Het Besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2018 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, de artistieke domeinen beeldende en audiovisuele kunsten, dans, woordkunst-drama en muziek.

        De omzendbrieven die hierop van toepassing zijn.

        Feiten, context en argumentatie

        Voor elke academie deeltijds kunstonderwijs moet een academiereglement worden opgesteld dat de betrekkingen regelt tussen het schoolbestuur en de ouders/leerlingen. Het huidige reglement voldoet niet meer en dient aangepast te worden om conform te zijn aan de nieuwe wetgeving ter zake.

        De wijzigingen betreffen voornamelijk het updaten van algemene gegevens van de school, het verplaatsen van enkele hoofdstukken / onderdelen volgens het OVSG-model en het aanpassen van artikels aan de wettelijke formulering in het OVSG-model.

        Voor het gehele academiereglement nam dé Academie het OVSG-model met de voorgestelde wijzigingen als referentiepunt.

        Het geactualiseerde en goedgekeurde academiereglement wordt verspreid via de website en kan altijd ingekeken worden op het secretariaat van de school of het kan op eenvoudig verzoek ook bekomen worden.

        Wijzigingen sinds de vorige goedgekeurde versie GR van 6 november 2023:

        Onze school

        4. Vestigingsplaatsen - Boezinge, Elverdinge, Langemark-Poelkapelle, Passendale en Zillebeke aangepast

        Aan- en afwezigheid van de leerling

        1. Gewettigde afwezigheid
        (...) 6° " Afwezigheid om een familieraad bij te wonen: attest van het vredegerecht" geschrapt.

        "De directeur kan aan een leerling toestaan dat hij afwezig is." Hier werd het onderdeel "per schooljaar maximaal drie afwezigheden" geschrapt.

        Organisatie

        2. Toezicht

        De leerlingen mogen de academie betreden vanaf 10 minuten voor het begin van de les tot 10 minuten na het einde van de les.

        5. Verplaatsing van leeractiviteiten

        Lessen kunnen in principe niet worden verplaatst naar een vakantiedag of wettelijke feestdag, behoudens op expliciete vraag van zowel de leerlingen als de leerkracht.

        Leren in een alternatieve context

        2. Voorwaarden

        (...) "door de inspectie gevalideerde" werd hier geschrapt. Het doelenkader wordt bepaald vanuit de onderwijsdoelen.
        (...) voor het verwerven van de onderwijsdoelen.

        3. Organisatie en afspraken

        (...) met het oog op het realiseren van de onderwijsdoelen.

        (...) continu toezicht op de minderjarige leerling (...)

        4. Evaluatie

        Het gaat om gegevens over zowel het leerproces als het behalen van de afgesproken leerdoelen.

        Leefregels

        3. Kledij, veiligheidsvoorschriften en hygiëne

        Iedere leerling moet de veiligheidsvoorschriften naleven met inbegrip van alle opleidingsspecifieke afspraken. Het brengt de leraar / de directeur / het secretariaat onmiddellijk op de hoogte van iedere situatie waarvan het vermoedt dat deze een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid en de gezondheid met zich brengt, alsmede van elk vastgesteld gebrek in de beschermingssystemen.

        Afval moet in de daartoe voorziene vuilnisbakken gedeponeerd worden.

        8. Genotsmiddelen

        Het is ook verboden te roken binnen een straal van 10 meter aan de in- en uitgang van de academie.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen:

        Artikel 1   Het bij deze beslissing gevoegde academiereglement deeltijds kunstonderwijs wordt goedgekeurd en treedt in werking op de vijfde kalenderdag na publicatie.

        Artikel 2   Het academiereglement deeltijds kunstonderwijs, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 6 november 2023, wordt opgeheven.

        Artikel 3   Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.

      • Goedkeuring herziening van het arbeidsreglement voor het deeltijds kunstonderwijs van de stad Ieper na ABOC-overleg.

        Voorgeschiedenis

        In zitting van 6 november 2023 werd het huidige arbeidsreglement goedgekeurd.

        Juridische grond en bevoegdheden

        De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen;

        De wet van 19 december 1974 tot regeling van de relaties tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

        De wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen;

        Het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en latere wijzigingen;

        Het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs en de desbetreffende omzendbrieven.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Feiten, context en argumentatie

        Het huidige Arbeidsreglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 6 november 2023 is aan herziening toe. De wijzigingen betreffen voornamelijk aanpassing aan de nieuwe huisstijl, updaten van algemene info, verplaatsen en/of toevoegen van enkele artikels volgens het OVSG-model, aanpassen bestaande artikels aan de wettelijke formulering in het OVSG-model.

        Voor elke academie deeltijds kunstonderwijs moet een arbeidsreglement worden opgesteld dat duidelijke afspraken tussen het personeel en het schoolbestuur vastlegt en de personeelsleden informeert over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn.

        Hiertoe is een nieuw arbeidsreglement opgemaakt en dit wordt, na bespreking in het ABOC in zitting van 21 november 2024 ter goedkeuring voorgelegd.

        Voor het gehele arbeidsreglement nam dé Academie het OVSG-model met de voorgestelde wijzigingen als referentiepunt.

        Het geactualiseerde en goedgekeurde arbeidsreglement en zijn bijlagen worden ter kennisgeving bezorgd aan de personen die onder gezag arbeid verrichten in dé Academie.

        De wijzigingen sinds vorige goedgekeurde versie ABOC 26 oktober 2023 en GR van 6 november 2023 zijn de volgende (in het geel gemarkeerd in de bijlage):

        Betreffende Arbeidsduur, arbeidstijd, prestatieregeling, vakantieregeling:

        Art. 13 (...) Net als de andere lestijden wordt ook de opdracht samen school maken op de academie gepresteerd.

        Betreffende lesverplaatsingen:

        Art. 67 (...) Lessen kunnen in principe niet worden verplaatst naar een vakantiedag of wettelijke feestdag, behoudens op expliciete vraag van zowel de leerlingen als de leerkracht.

        Art. 68 Een lesverplaatsing heeft steeds een uitzonderlijk karakter en kan alleen worden toegestaan omwille van actieve deelname aan:

        (...)

        -Jury’s van evaluatiemomenten

        Art. 69 Het contingent van het toegelaten aantal te verplaatsen lessen voor artistieke of pedagogische activiteiten is per leraar bepaald op maximaal 5 % van zijn jaaropdracht, hetgeen overeenstemt met tweemaal zijn wekelijkse lesopdracht. Lesverplaatsingen omwille van deelname aan een jury van een evaluatiemoment worden niet aangerekend op dit contingent.

        Betreffende functiebeschrijvingen en evaluatie:

        Art. 80bis Het volgen van nascholing is een recht en een plicht voor elk personeelslid. Het schoolbestuur stelt voor de academie jaarlijks een professionaliseringsplan op zoals bepaald in artikel 8 van het decreet van 8/5/2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs. Het volgen van professionalisering is voor elk personeelslid een kerntaak die in de functiebeschrijving wordt opgenomen. Personeelsleden maken hun concrete wensen tot professionalisering kenbaar aan hun (eerste) evaluator.

        Betreffende bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de personeelsleden:

        Art. 106 §1 Het personeelslid komt de verplichtingen na die hem/haar zijn opgelegd door wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, reglementen, dienstorders, ICT-policy en schoolwerkplan.

        Art. 107 §1 Alle berichten die het personeelslid aanbelangen (waaronder dienstorders en mededelingen zoals de vacant verklaringen), worden hem/haar medegedeeld via het professionele e-mailadres. Het personeelslid communiceert schoolgebonden enkel via een eigen academie-ieper.be adres met secretariaat, directie, collega’s, ouders en leerlingen. 

        De vacantverklaring van de betrekkingen in wervingsambten in het kader van de vaste benoeming worden openbaar gemaakt door middel van e-mail.

        §2 Het schoolbestuur en de directeur schikken zich in hun elektronische communicatie met het Ministerie van Onderwijs en Vorming naar de gebruiksvoorwaarden zoals vastgelegd in de omzendbrief PERS/2011/02 van 11 april 2011: “Gebruiksvoorwaarden van de elektronische communicatie tussen de schoolbesturen en het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) en het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS)”. 

        Art. 130 §1 Alleen een bekwame helper zoals bedoeld in het KB van 29 februari 2024 omtrent de bekwame helper mag bepaalde verpleegkundige handelingen stellen mits instructie of opleiding en delegatie door een arts. Elk personeelslid dat wil optreden als bekwame helper, meldt dit aan de directeur. De directeur maakt aan alle personeelsleden bekend welke personeelsleden optreden als bekwame helper. Meer informatie is te vinden op de volgende website: Bekwame helper | FOD Volksgezondheid (belgium.be). 

        §2 (...)

        Betreffende gebruik van communicatie- en informaticatoepassingen:

        Art. 156 §1 Onder communicatie- en informaticatoepassingen worden alle middelen verstaan die voor informatieverwerking of voor communicatie aangewend kunnen worden, waaronder apparatuur en programmatuur. Deze middelen omvatten zowel professionele als persoonlijke communicatie- en informaticatoepassingen. Onder professionele communicatie- en informaticatoepassingen worden alle communicatie- en informaticatoepassingen verstaan die door het schoolbestuur ter beschikking gesteld zijn.

        §2 Elk personeelslid van de academie ontvangt een individueel e-mailadres voor professioneel gebruik. Het personeelslid gebruikt zijn professioneel e-mailadres enkel voor professionele doeleinden. Bij gebrek aan een professioneel e-mailadres geeft het personeelslid aan het schoolbestuur of de directie een persoonlijk e-mailadres door. 

        Het personeelslid erkent e-mail als één van de mogelijke communicatievormen tussen hem, het leidinggevend personeel en het schoolbestuur. Het personeelslid controleert geregeld de inhoud van zijn mailbox en volgt zijn e-mail binnen een redelijke termijn op.

        §3 Het personeelslid kan gebruikmaken van alle professionele communicatie- en informaticatoepassingen van de academie voor zover dit nodig is voor de goede uitoefening van zijn/haar taak.

        Art. 157 §1 Het personeelslid maakt in het algemeen van de communicatie- en informaticatoepassingen gebruik als een normaal zorgvuldig persoon en in het bijzonder overeenkomstig de richtlijnen van de Academie én het schoolbestuur. 

        §2 Deze richtlijnen worden vastgelegd in een ICT-policy of zijn te consulteren (...)

        Betreffende veiligheid, gezondheid en welzijn:

        1 Algemeen

        Art. 171 §1 (...) §2 Het personeelslid brengt de directeur onmiddellijk op de hoogte van iedere situatie waarvan het vermoedt dat deze een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid en de gezondheid met zich brengt, alsmede van elk vastgesteld gebrek in de beschermingssystemen. De directeur brengt onmiddellijk het schoolbestuur en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op de hoogte.

        Art. 174 Het personeelslid aanvaardt de bevoegdheid van de leden van de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, van de preventieadviseur of arbeidsarts en van andere personen die van het schoolbestuur een opdracht hebben gekregen in het kader van de welzijnswet, de codex met uitvoeringsbesluiten, de codex over het welzijn op het werk en het ARAB (algemeen reglement voor arbeidsbescherming).

        Art. 176 Een personeelslid of leerling dat een letsel in dienstverband oploopt, kan zich voor eerste hulp wenden tot de verantwoordelijke inzake eerste hulp bij ongevallen.

        2 Gezondheid

        Art. 177 Het personeelslid dat door het schoolbestuur als onderworpen wordt beschouwd, is verplicht in te gaan op de wetgeving of het verzoek zich tot de preventieadviseur-arbeidsarts te begeven en zich te onderwerpen aan het gezondheidstoezicht afhankelijk van de risicoanalyse.

        Art. 179 (...) De arbeidsarts wordt indien nodig advies gevraagd om de te nemen stappen te bepalen.

        Art. 180 (...) De arbeidsarts wordt indien nodig advies gevraagd om de te nemen stappen te bepalen.

        Art. 181 Het schoolbestuur is verplicht de preventieadviseur-arbeidsarts te verwittigen wanneer:

        ● een personeelslid klaagt over ongemakken of tekenen van aandoening die kunnen worden toegeschreven aan zijn arbeidsomstandigheden;

        het schoolbestuur vaststelt dat de lichamelijke of geestelijke toestand van het personeelslid de risico’s verbonden aan de werkpost onmiskenbaar verhoogt.

        3. Genotsmiddelen

        Art. 182 Het is ook verboden te roken binnen een straal van 10 meter aan alle in- en uitgangen (ook nooduitgangen) van de academie.

        Duiding: Het verbod om te roken binnen een straal van 10 meter aan de in- en uitgang van de academie is het gevolg van de wet van 26 maart ’24 tot wijziging van de wet van 22 december 2009 betreffende een regeling voor rookvrije plaatsen en ter bescherming van de bevolking tegen tabaksrook. Deze zones dienen rookvrij te zijn en duidelijk te worden aangeduid door allerhande middelen die toelaten ze te situeren.

        Voor een in- of uitgang in een gevel van minder dan 10 meter geldt de perimeter niet. In deze gevallen loopt de rookvrije zone tot aan de grenzen van de gevel.

        Art. 185 Het is de personeelsleden verboden:

        • alcoholische dranken en andere genotsmiddelen op de werkplaats te brengen;

        • tijdens de diensturen alcoholische dranken en/of andere genotsmiddelen te gebruiken.

        In afwijking hierop kan het schoolbestuur of de directeur in uitzonderlijke omstandigheden of gebeurtenissen (vb. nieuwjaarsreceptie, e.a.) een tijdelijk gelegenheidsgebruik van,alcoholische dranken toelaten en eventueel bijkomende voorwaarden stellen. 

        Art. 186 De bepalingen van artikel 182, 183, 184 en 185 zijn eveneens van toepassing tijdens extra-murosactiviteiten

        Betreffende arbeidsongeval, ongeval op weg naar of van het werk:

        Art. 193 (...) Het personeelslid zet alle stappen om de rechten van het schoolbestuur te vrijwaren . (bv vaststelling door de politie bij ongeval met derden en een slachtoffer me verwonding op de openbare weg).

        Art. 194 Bij een ongeval op het werk kan het personeelslid zich wenden tot de preventieadviseur of arbeidsarts of tot een arts naar keuze. 

        Betreffende procedures voor psychosociale risico’s:

        Art. 202 In bijlage 8 nemen we de procedures over die beschreven staan in het preventiebeleid van de Inrichtende Macht (IM) met betrekking tot psychosociale risico’s, zoals bedoeld in de Codex over het welzijn op het werk, Boek I, Titel 3. Deze procedures omvatten zowel informele als formele interventies, en zijn gericht op het waarborgen van een veilige werkomgeving voor alle werknemers. Zie ook bijlage 8 voor meer informatie over de specifieke stappen die genomen worden in geval van psychosociale risico’s.

        Betreffende onthaal van nieuwe personeelsleden:

        Art. 204 §1 (...) Dit gebeurt als onderdeel van de aanvangsbegeleiding, waarin nieuwe personeelsleden ondersteuning krijgen bij hun integratie in de schoolomgeving.

        §2 (...) In het kader van het welzijn op het werk moet de medewerker ook tekenen welke info deze heeft gekregen en dat hij/zij deze heeft begrepen. 

        Gewijzigde bijlagen: Bijlage 8 Procedures voor psychosociale risico’s Stad Ieper.
        De niet gewijzigde bijlagen uit het vorige goedgekeurde arbeidsreglement worden niet meer opnieuw opgeladen ter inzage.

        Beschikkend gedeelte

        Op basis van deze overwegingen besluit de raad met algemeenheid van stemmen:

        Artikel 1: het bestaande arbeidsreglement en zijn bijlagen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 6 november 2023 wordt opgeheven;

        Artikel 2: het bij deze beslissing gevoegde arbeidsreglement en zijn bijlagen voor de personen die onder gezag arbeid verrichten in dé Academie wordt goedgekeurd en treedt op heden in werking;

        Artikel 3: een afschrift van dit besluit en van het arbeidsreglement en zijn bijlagen wordt ter kennisgeving bezorgd aan de personen die onder gezag arbeid verrichten in dé Academie;

        Artikel 4: een afschrift van dit besluit wordt ter kennisgeving bezorgd aan de Directie Toezicht op de Sociale Wetten.

  • Vragen en antwoorden

    • Vragen en antwoorden

  • Mededelingen

    • Mededelingen.

      Feiten, context en argumentatie

      Bestuurskalender 2025

  • Besloten

    • Aanstelling gemeentelijk vaststeller - goedkeuring

      Voorgeschiedenis

      De GAS-wet annex het Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van administratieve sancties, legt volgende voorwaarden op opdat personeelsleden van de stad zouden kunnen optreden als vaststellers van deze overtredingen :

      1. Ten minste 18 jaar oud zijn
      2. Niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of criminele straf bestaande uit een boete, een werkstraf of gevangenisstraf, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer andere dan die bestaan uit een verval van het recht om een motorvoertuig te besturen uitgesproken voor andere redenen dan voor lichamelijke ongeschiktheid;
      3. voldoen aan de voorwaarden inzake opleiding, inclusief slagen in het examen voor:
      een algemene opleiding van 40 uur gedurende een maximale periode van 10 dagen met vier onderdelen:
      • de wetgeving m.b.t. GAS, o.m. de verplichtingen van de vaststeller en de rechten en plichten van burgers;
      • conflictbeheersing, inbegrepen positieve conflictbeheersing met minderjarigen;
      • het vaststellen van de overtredingen en de redactie van de vaststelling;
      • de werkingsbeginselen van de politiediensten.

      De kandidaat slaagde voor het examen.

      Juridische grond en bevoegdheden

      Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

      Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19.12.2018)

      Nieuwe gemeentewet, artikel 119, 119 bis en 135

      Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

      Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie en latere wijzigingen.

      Feiten, context en argumentatie

      In uitvoering van de beleidsdoelstellingen zet het bestuur in op de verdere ontwikkeling van GAS.

      In het kader hiervan volgde 1 personeelslid van het stadsbestuur, met name Stefaan Nevejan met succes de opleiding tot gemeentelijke vaststeller.

      Deze persoon moet hiertoe aangesteld worden door de gemeenteraad in besloten zitting.

      Beschikkend gedeelte

      Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad unaniem om Stefaan Nevejan aan te stellen als gemeentelijk vaststeller.

Namens Gemeenteraad,

Stefan Depraetere
Algemeen directeur

Sarah Bouton
Voorzitter