Artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
Het Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen;
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit;
Op 28 juli 2023 werd er een digitaal schrijven ontvangen van het Agentschap Binnenlands Bestuur afdeling Lokale Financiën. Zij geven mee dat ze kennis genomen hebben van de beslissing van de gemeenteraad van 5 december 2022 met betrekking tot het retributiereglement op de aanvragen tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, melding, stedenbouwkundig attest en planologisch attest.
Artikel 1 van dit besluit geeft aanleiding tot een aantal opmerkingen ten gevolge waarvan een aanpassing van het betreffende retributiereglement nodig is. De Stad Ieper vraagt een retributie van 1.500 euro voor aanvragen ter toepassing van art. 7.4.4./1 VCRO. Deze bepaling stelt evenwel duidelijk dat een herziening of opheffing van stedenbouwkundige voorschriften van algemene en bijzondere plannen van aanleg gebeurt op initiatief van het college van burgemeester en schepenen.
Gezien o.a. het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen een taak van algemeen belang is, mogen deze niet vergoed worden. Dit heeft tot gevolg dat het aanrekenen van vergoedingen of kosten naar aanleiding van het opmaken, wijzigen, herzien of opheffen van (bepalingen van) ruimtelijke uitvoeringsplannen of plannen van aanleg niet toegelaten is.
De dienst Omgeving en ondernemen stelt voor om, op basis van de opmerking van het Agentschap Binnenlands Bestuur, de retributie voor een aanvraag tot toepassing van art. 7.4.4./1 VCRO te schrappen.
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad met algemeenheid van stemmen :
Artikel 1 : Er wordt voor een termijn te rekenen vanaf de 5de dag na bekendmaking en eindigend op 31 december 2025 een retributie geheven op het aanvragen van vergunningen, meldingen en attesten op onroerende goederen in het kader van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
a) Dossiers waarvoor de stad vergunningverlenende overheid is:
Melding omgevingsvergunning | 30 euro |
Aanvraag omgevingsvergunning | 50 euro |
Aanvraag stedenbouwkundig attest | 50 euro |
Aanvraag planologisch attest | 1.500 euro |
Supplementaire kosten | |
Openbaar onderzoek | 100 euro |
Aanvraag met 'zaak der wegen' | 100 euro |
Per woongelegenheid voor aanvragen waarin meerdere woongelegenheden aangevraagd worden | 50 euro |
Per lot van een verkaveling of bijstelling van verkaveling | 50 euro |
Publicatiekosten | 500 euro |
Infovergadering bij MER en RVR | 100 euro |
b) Dossiers waarvoor de provincie of de Vlaamse overheid vergunningverlenende overheid is
Aanvraag omgevingsvergunning vereenvoudigde procedure | 50 euro |
Aanvraag omgevingsvergunning gewone procedure | 100 euro |
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 3 : Zijn van de retributie vrijgesteld:
Artikel 4 : De retributie is verschuldigd door de aanvrager en wordt als volgt vereffend :
Indien de factuur door de aanvrager niet tijdig betaald wordt, wordt bij een aangetekende aanmaning een bijkomende kost van 10,00 euro aangerekend.
Artikel 5 : De bepalingen van onderhavig reglement worden van kracht met ingang vanaf de 5de dag na bekendmaking. Het reglement van 5 december 2022 betreffende de retributie op de aanvragen tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, melding, stedenbouwkundig attest en planologisch attest wordt de 5de dag na bekendmaking opgeheven.
Artikel 6: Het reglement zal door de burgemeester worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.